Parijs

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Dit artikel gaat over de Franse hoofdstad Parijs. Zie Parijs (doorverwijspagina) voor andere betekenissen.
Parijs
Paris
Flag of Paris with coat of arms.svg       Grandes Armes de Paris.svg
Paris-Position.svg
Land Vlag van Frankrijk Frankrijk
Regio Île-de-France
Departement Parijs
Burgemeester
Oppervlakte 105,4 km²
Inwoners 2.175.601 (2018)
Dichtheid 21.000 p/km2
Postcode(s) 75001-75020 en 75116
Netnummer(s) 01
Rayons
Portaal Portal.svg Frankrijk
Een satellietfoto van Parijs.
De Eiffeltoren is het symbool van Parijs.

Parijs (Frans: Paris) is de hoofdstad en grootste stad van Frankrijk. Parijs is ook een van de grootste steden in Europa en de hoofdplaats van de Franse regio Île-de-France. De stad bestaat officieel uit 20 arrondissementen, die samen Parijs vormen. Hier wonen zo'n 2,1 miljoen mensen. Daarnaast heeft Parijs nog verschillende voorsteden, die aan Parijs zijn vastgegroeid. Deze vormen samen het metropool Grand Paris, waarin meer dan 10 miljoen mensen wonen. De burgemeester van Parijs is Anne Hidalgo namens de Parti socialiste.

Door de stad stroomt de Seine. Parijs is gesticht rond het jaar 0 op het Île de la Cité, een eiland in de Seine. Vanaf de komst van de Romeinen werd de stad uitgebreid. Rond de 10e eeuw werd Parijs een van de belangrijkste en grootste steden van Europa. De Notre-Dame vormde een belangrijke plek voor het christendom. Vanaf de 13e eeuw werd Parijs ook een belangrijke stad op het gebied van wetenschap, kunst en recreatie. De stad heeft nog altijd een van de belangrijke universiteiten ter wereld. Eeuwenlang regeerde de Franse koning vanuit Parijs, of vanuit Versailles net buiten de stad. Het was in Parijs waar de Franse Revolutie begon en de monarchie werd afgeschaft. Verschillende belangrijke gebeurtenissen in de Franse en Europese geschiedenis speelden zich af in Parijs, zoals de kroning van Napoleon Bonaparte tot keizer. In de 19e eeuw ontstond het huidige Parijs met brede boulevards, pleinen en veel groen. Veel kunstenaars hadden Parijs als hun woonplaats en de stad is verbonden met mode, licht en liefde.

Het symbool van de stad is de Eiffeltoren. Naast de Eiffeltoren zijn ook de Arc de Triomphe, kunstmuseum het Louvre en de Notre-Dame bekende monumenten. Net buiten Parijs liggen ook het kasteel van Versailles, Disneyland Paris en Parc Astérix. Jaarlijks wordt de stad door miljoenen toeristen bezocht uit heel de wereld.

Naam

De naam Parijs komt uit de Gallische tijd. Op de plek waar Parijs lag leefde er toen een stam, de Parissi. De Romeinen noemden de stad Civitas Parisiorum (stad van de Parissi). Parijs heeft ook een aantal bijnamen. De Parijzenaren zelf noemen Parijs ook wel Paname. Parijs wordt ook wel de stad van de liefde, mode en het licht genoemd. Mensen in het zuiden van Frankrijk noemen Parijs ook wel Parigots of Parigotes. Officieel heet Parijs in het Frans Paris, ook in veel andere talen wordt de naam zo gebruikt.

Geschiedenis

Prehistorie en Romeinse tijd

Munten uit de eerste eeuw v.Chr.

Parijs werd al vroeg bewoond. Er zijn bijvoorbeeld sporen van een bewoner die al rond 3900 V. Chr. langs de rivier de Seine woonde. Ook is er een heel dorp gevonden. Dit dorp heette Bercy en was er rond 400 V. Chr. De resten van het dorp zijn te zien in Musée Carnavalet. Parijs dankt zijn naam aan de Galliërs. De stam de Parisii woonde er op een eiland in de Seine. Dit eiland heet nu Île de la Cité, waar nu de Notre-Dame van Parijs staat.

In 52 V. Chr. veroverde Julius Caesar het dorp van de Parissi. Hij gaf het de naam Lutetia Parisiorum. Voor Julius Caesar was het een belangrijke plaats. Er ging namelijk veel handelsroutes door Parijs heen. In de 1ste eeuw is aan de linkeroever van de Seine begonnen met de bouw van een uitbreiding. Dit was de eerste uitbreiding. Parijs telde toen vijf tot zesduizend inwoners. Toen waren andere steden, zoals Lyon veel groter. In de 2de eeuw telde Parijs 50.000 tot 80.000 inwoners. In de 3de eeuw werd Parijs door Dionysius van Parijs omgedoopt tot een Christelijke stad. In 476 viel het westelijke deel van het Romeinse Rijk. In die tijd werd Parijs overspoeld door de Grote Volksverhuizing. Veel bewoners gingen daarom ook wonen op het eiland Ile de la Cité, dat midden in Parijs lag. In 451 werd Parijs aangevallen door Atilla de Hun. Het beleg mislukte en de Hunnen trokken verder naar Orléans.

Middeleeuwen

Parijs in 1380

In 506 maakte de koning Clovis I Parijs de hoofdstad van het Frankische Rijk. In de 8ste eeuw werd er voor het eerst een kerk gebouwd aan de andere kant van de stad, de Église Saint-Gervais-Saint-Protais. In de 9de eeuw vonden er veel plunderingen van de Vinkingen plaats. Door het verdrag van Saint-Clair-sur-Epte stopte deze plunderingen. Vanaf 987 werd Frankrijk de regeert door het Huis Capet. Daarom werd Orléans nu de hoofdstad van Frankrijk. In de 11de eeuw werd Parijs steeds belangrijker. De Franse koning Lodewijk VI ging in Parijs wonen. Koning Filips II bouwde een stadsmuur om de stad heen. In deze periode werd Parijs steeds bekender.

In 1163 werd begonnen met de bouw van de Notre-Dame van Parijs. In de 13de eeuw werd de rechteroever van de Seine drooggelegd. Parijs werd een steeds grotere handelsstad. In de 14de eeuw had Parijs zo'n 200.000 inwoners. Parijs was nu groter dan Londen. In 1328 kreeg Parijs te maken met de uitbraak van de pest. Hierdoor nam de bevolking tijdelijk af. Koning Karel V bouwde een nieuwe stadsmuur om Parijs heen. In 1420 werd Parijs bezet door de Engelsen. In 1429 deed Jeanne d'Arc een poging om Parijs te bevrijden, maar dit mislukte. Een paar jaar later was Parijs bevrijd. Door de pest en de oorlogen was de bevolking van de stad erg afgenomen. Het duurde tot 1500 voordat de bevolking van de stad weer op het oude niveau van vóór 1330 was.

16e en 17e eeuw

De bouwstijl van de huizen in de 16e en 17e eeuw.

De Franse koning besloot vervolgens grote bouwprojecten in de stad te starten. Naast gebouwen kwamen er ook fonteinen en bruggen. De gebouwen waren geïnspireerd door de Italiaanse Renaissance. Uit deze tijd komt o.a. het stadhuis van de stad, dat in opdracht van koning Frans I is gebouwd, net als de Église Saint-Eustache. Koning Frans I was de eerste koning die van het Louvre zijn paleis maakte en in Parijs ging wonen. Ook richtte hij de eerste onderwijsinstelling van de stad op. De weduwe van koning Hendrik II, Catharina de' Medici, liet vervolgens het Tuilerieënpaleis bouwen. Gedurende deze tijd kwam ook het protestantisme in Parijs op, het als het humanisme. Protestanten en humanisten werden door katholieken bestreden en hun boeken werden verbrand. Hierdoor ontstonden oorlogen, genaamd de Hugenotenoorlogen. In de nacht van 23 op 24 augustus 1572 besloot de koninklijke raad de leiders van de protestanten te vermoorden. Deze gebeurtenis wordt de Bartholomeusnacht genoemd. De religieuze oorlogen gingen hierna maar door en zorgden voor veel conflicten in Parijs. In 1594 kwam koning Hendrik IV aan macht, die een einde aan de oorlog maakte. De oorlogen zorgden ervoor dat veel huizen afbrandden, veel Parijzenaren de stad uitvluchten en bouwprojecten tot stilstand kwamen.

Koning Hendrik IV liet Parijs opbouwen en ging verder met projecten. Zo werd de Pont Neuf afgemaakt; de eerste brug in Parijs zonder huizen erop. Zijn weduwe Maria de'Medici liet vervolgens het Palais du Luxembourg bouwen. Kardinaal de Richelieu liet later het Palais-Royal bouwen. De kardinaal introduceerde ook een nieuwe stijl voor kerken, geïnspireerd door kerken in Italië. Ook werd in deze tijd het eerste ziekenhuis in Parijs gebouwd, wat een van de grootste projecten van de eeuw was. Onder koning Lodewijk XIII werd Parijs een van de belangrijkste culturele steden van Europa. Hoewel Parijs tot culturele bloei kwam, was het leven van de armen in de stad heel anders. Zij leefden in kleine huizen boven elkaar in nauwe straatjes. In deze straten kwam vaak geen zonlicht en er was veel misdaad. Misdaad werd zo'n groot probleem dat men rond deze tijd lantaarns in de straten liet ophangen en er kwamen wachters om de orde te bewaken.

18e eeuw en de Verlichting

Het Panthéon is gedurende deze tijd gebouwd.

Koning Lodewijk XV liet de stad een stuk naar het westen uitbreiden en liet de Champs-Élysées aanleggen. Tussen 1640 en 1789 groeide de stad van 40.000 naar 60.000 inwoners. Parijs was niet langer de grootste stad van Europa, aangezien Londen de stad in 1700 inhaalde. De stad werd steeds dichtbevolkter en de huizen steeds hoger. Waar huizen voorheen vier of vijf verdiepingen waren, werden dat nu negen verdiepingen. In de 18e eeuw zou Parijs het centrum van de Verlichting worden. Wetenschappers en filosofen kwamen naar de stad en gingen debatteren in koffiehuizen over van alles. Het was in Parijs waar de Encyclopédie van Denis Diderot gepubliceerd werd. Parijs groeide uit tot het financiële centrum van Europa en het centrum waar boeken gepubliceerd werden, net als mode, meubels en andere luxe goederen. Naast Diderot waren Voltaire en Jean-Jacques Rousseau vaak in de stad te vinden. De architectuur uit deze periode is beïnvloed door de Romeinse en Griekse architectuur. In deze periode werden veel theaters, instellingen en musea gesticht. De ideeën van de Verlichting zouden later de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog en de Franse Revolutie inspireren.

Zonnekoning Lodewijk XIV ging in plaats van Parijs in het kasteel van Versailles wonen, net buiten Parijs. Na Lodewijk XIV woonden de Franse koningen in Versailles. De reden hiervoor was dat Parijs vrij kramp was en niet heel hygiënisch was. Dit zorgde voor woede onder de Parijse bevolking, aangezien de koning wegkeek voor de problemen in de stad. Naast gebrek aan hygiëne was er ook veel armoede en sociale ongelijkheid.

Franse Revolutie en Napoleon

Tijdens de Revolutie zijn ook veel kloosters en kerken verwoest.

De Franse Revolutie begon in Parijs met de bestorming van de Bastille op 14 juli 1789. De Bastille was een gevangenis, die symbool stond voor de macht van de koning. Tijdens de bestorming wisten de revolutionairen wapens te pakken te krijgen en marcheerden naar Versailles. Hier dwongen ze koning Lodewijk XVI een wet te ondertekenen, waarbij het parlement meer macht kreeg. Parijs werd vanaf 1790 officieel onafhankelijk van de koninklijke macht. De stad bestond uit 12 gemeenten, die werden samengevoegd tot één gemeente. De stad werd toen ook onderverdeeld in 20 arrondissementen. Nadat de koning probeerde te ontsnappen en werd betrapt, werd de monarchie afgeschaft. Parijs werd daarna het centrum waar veel voorstanders van de republiek zich verzamelden. Toen de Jacobijnen onder Robespierre aan de macht kwamen werd Parijs het theater waar Le Terreur zich afspeelden. Duizenden mensen werden onder Le Terreur veroordeeld tot de guillotine, waaronder de Franse koning, zijn vrouw en Robespierre. Na de Terreur-periode kwam de Directoire, maar dit was een hele zwakke regering. Napoleon Bonaparte werd eerste consul en later kroonde hij zichzelf tot keizer der Fransen in de Notre-Dame in 1804.

Napoleon liet de eerste ijzeren brug, Pont des Arts, bouwen over de Seine. Ook liet hij gebouwen en monumenten bouwen ter ere van zijn overwinningen, zoals de Arc de Triomphe voor de slag bij Austerlitz. Veel van deze monumenten werden pas na zijn regeerperiode afgemaakt. Op de Place de Bastille liet hij een groot standbeeld van een olifant bouwen om de revolutie te herdenken. Dit standbeeld is in 1846 weggehaald. Hoewel Napoleon plannen had voor een enorm paleis op een berg bij de stad, zijn deze plannen nooit uitgevoerd. Napoleon werd definitief verbannen na de slag bij Waterloo in 1815, nadat Oostenrijk, Pruisen, Rusland en Engeland Parijs bezet hadden. De monarchie werd hersteld, maar dit betekende niet dat alles weer goed bij af was.

Julimonarchie, republiek en Napoleon III

Baron Haussmann legt zijn plannen voor Parijs uit aan keizer Napoleon III

Na de val van Napoleon werd begonnen met herstellen van monumenten van Franse koningen en het herbouwen van kerken. De stad kwam tot bloei en het aantal inwoners groeide. In 1828 kreeg Parijs een soort van bus, dat door een paard werd voortgetrokken. Dit is het eerste openbaar vervoer van de stad. Toen koning Karel X aan de macht kwam werd de vrijheid van meningsuiting ingeperkt, wat leidde tot een revolutie in 1830. De koning werd vervangen door koning Lodewijk Filips I. Het doel was om de bevolking tevreden te maken, maar dit lukte niet. In Parijs was grote armoede en in 1832 brak er ook nog cholera uit. De koning ging in Parijs wonen en richtte monumenten op, ook voor Napoleon Bonaparte, die 1840 stierf. Gedurende de regeerperiode van Lodewijk Filips I braken verschillende opstanden uit. Deze zijn beschreven in de boeken van Honoré de Balzac en Les Misérables van Victor Hugo. In 1848 werd de monarchie afgeschaft.

Toen Frankrijk voor het eerst haar president koos, koos het land het neefje van Napoleon Bonaparte als president. Hij organiseerde in 1851 een staatsgreep, waarna hij keizer werd van Frankrijk onder de naam Napoleon III. Keizer Napoleon III begon met een gigantische verbouwing van Parijs. Parijs bestond nog veel uit middeleeuwse, kronkelige straatjes. Om eventuele opstanden neer te slaan en de leefbaarheid van de stad te vergroten stelde hij baron Georges-Eugène Haussmann aan als architect. Haussmann liet brede boulevards, riolen, drinkwaterleidingen en grote pleinen aanleggen. Hierdoor kwam er meer licht en frisse lucht in de stad en was er werk voor werkloze Parijzenaren. Daarnaast kwam er een nieuw ziekenhuis, twee grote spoorwegstations, verschillende parken en de Opéra Garnier werd gebouwd. Aan de andere kant ging ook veel van de geschiedenis van de stad verloren en werden duizenden gebouwen afgebroken. Onder Napoleon III had de Franse samenleving meer vrijheden en dit leidde tot culturele bloei. Tijdens de Frans-Pruisische Oorlog werd Napoleon III echter gevangengenomen in 1870. In Parijs brak in 1871 een revolutie uit, wat leidde tot een nieuwe regering van de stad, de Commune van Parijs. De Commune van Parijs werd geleid door anarchisten en radicale socialisten, die een socialistisch programma doorvoerden. De Commune van Parijs hield maar twee maanden stand, het Franse leger veroverde in een week de stad terug. De leiders van de Commune van Parijs werden verbannen naar Nieuw-Caledonië. Tijdens de Commune van Parijs brandde het Tuilerieënpaleis af.

Belle époque

De Wereldtentoonsteling van 1900

Na de val van de Commune van Parijs stond Parijs onder een conservatieve regering. Tijdens de Commune van Parijs was de Franse regering naar Versailles gevlucht en pas in 179 ging de Franse regering en het Frans parlement terug naar Parijs. Op de plaats waar de Commune van Parijs begon werd de Basilique du Sacré-Cœur gebouwd, die pas in 1919 werd afgebouwd. De schade van de Frans-Pruisische Oorlog en de Commune van Parijs werd opgeruimd. Men besloot het Tuilerieënpaleis niet te herbouwen en in plaats daarvan de restanten af te breken en een park aan te leggen. Het Louvre werd ondertussen uitgebreid. Het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw worden de Belle époque genoemd. In de stad ging het economisch goed en er waren geen grote conflicten. Daarnaast was Parijs het centrum van de moderne kunst. Kunstschilder als Pablo Picasso, Auguste Renoir en Raoul Dufy verbleven in de stad. Ook nam de welvaart in de stad toe. In 1889 vond de Wereldtentoonstelling plaats in de stad, waarvoor de Eiffeltoren gebouwd werd. In 1900 hield de stad opnieuw de Wereldtentoonstelling, die gecombineerd werd met de Olympische Spelen. In Parijs ontstonden ondertussen nieuwe kunstvormen, zoals de art nouveau. In deze tijd werd ook de metro van Parijs aangelegd, waarmee begonnen werd in 1900.

Eerste Wereldoorlog en Interbellum

Parijs in 1939

Deze tijd eindigde met de komst van de Eerste Wereldoorlog. In 1914 breidde het Duitse leger een mars naar Parijs voor, maar werden tegengehouden door het Franse leger. Parijs werd ontruimd en de regering werd verplaatst naar Bordeaux. Toen duidelijk was dat de mars niet verder zou gaan, ging de regering weer terug naar Parijs een maand later. Theaters en cafés werden heropend. De stad werd zwaar getroffen door luchtaanvallen van zeppelins. Daarnaast kreeg de stad tussen 1918 en 1919 te maken met uitbraken van de mazelen, tyfus en de Spaanse griep. Dit eisten de levens van duizenden Parijzenaren. Ook tijdens de koude winters stierven veel mensen. Door de oorlog was er namelijk een tekort aan voedsel, kolen, gas en elektriciteit. Ondertussen werden er veel mensen aan te werk gezet om producten te maken voor het leger, zoals wapens en munitie.

Na de oorlog had Parijs te maken met armoede en werkloosheid. Franse communistische en socialistische partijen kregen daardoor veel aanhang. De forten rondom de stad werden afgebroken en er kwamen duizenden huizen voor in de plaats. In de jaren '20 kwam Parijs opnieuw tot bloei. Kunstenaar Le Corbusier, schrijver Ernest Hemingway en componist Igor Stravinsky vestigden zich in de stad. Parijs stond bekend als vrolijke stad waar veel te beleven was en veel feesten werden gehouden. Na de oorlog was men namelijk blij dat de oorlog voorbij was. Jazz en primitivisme werden geïntroduceerd in de stad. Deze tijd kwam weer ten einde met de Grote Depressie in de jaren '30. Dit leidde tot veel migratie vanuit Rusland, Polen en Duitsland.

Tweede Wereldoorlog

Duitse tanks door Parijs in 1940

Na de Duitse invasie van Polen verklaarde Duitsland Frankrijk de oorlog. Op 31 augustus 1939 werden kinderen uit Parijs geëvacueerd naar het platteland, kregen de inwoners van de stad gasmaskers en werden bomkelders gebouwd. De inhoud van musea werd verplaatst naar de Loire-vallei. De Fransen kozen ervoor om alleen het eigen te verdedigen en niet aan te vallen. Op 10 mei 1940 werd Parijs aangevallen door de Duitsers. Doordat de Duitsers via België naar Frankrijk kwamen werd Parijs overspoeld door inwoners uit het noorden. Parijs werd gebombardeerd en de regering vluchtte eerst naar Tours en vervolgens naar Bordeaux. Op 12 juni werd Parijs gewonnen verklaard door Duitsers, waarna het Duitse leger door de stad heen marcheerde. Hitler was zo trots op zijn overwinning, dat hij zichzelf op de Eiffeltoren liet filmen. Het noordwesten van Frankrijk werd ingenomen door Duitsers, die van Parijs een basis maakten. De Franse regering kreeg het zuidoosten met Vichy als hoofdstad. Het Vrije Franse Leger onder generaal Charles De Gaulle vocht door tegen de nazi's.

De bevrijding van Parijs door generaal De Gaulle

Door voedseltekorten verhuisden veel Parijzenaren naar het platteland, waar meer voedsel was. In Parijs woonden vele Joden, waarvan een groot deel de oorlog niet overleefde. Veel Parijzenaren kwamen in opstand tegen de Duitse bezetting, zoals het studentenprotest in november 1940. Hoewel deze protesten niet succesvol waren, maar Parijs had een uitgebreid verzet tegen de bezetting. Parijs is tijdens de oorlog nauwelijks gebombardeerd, alleen fabrieken en spoorwegstations buiten de stad moesten het ontgelden. Tussen 20 en 21 april 1944 werd Parijs wel gebombardeerd, waarbij zo'n 650 mensen omkwamen. Twee maanden na de landing in Normandië werd Parijs bevrijd. De bevrijding van de stad werd versneld door massale stakingen en acties om de Duitse bezetters tegen te werken. Op 25 augustus 1944 verlieten de Duitsers de stad, waarna Charles De Gaulle een grote parade hield in de stad de volgende dag. In zijn speech voor het stadhuis sprak hij de beroemde woorden:

Aanhalingsteken openen

Parijs! Verontwaardigd Parijs! Gebroken Parijs! Gemarteld Parijs! Maar bevrijd Parijs!

Aanhalingsteken sluiten

Tweede helft van de 20e eeuw

Studenten bezetten de Sorbonne tijdens de revolte

In 1950 woonden er 2.800.000 inwoners in de binnenstad van Parijs. Veel huizen en fabrieken waren door de oorlog verwoest en ook waren er tot 1948 tekorten aan voedsel en tot 1949 aan gas en elektriciteit. Daarnaast was er een hoge werkloosheid, wat leidde tot veel instabiliteit en stakingen in de stad. Daarnaast waren er demonstraties vanwege de onafhankelijkheidsbewegingen in Indochina, Tunesië en Algerije. Deze demonstraties waren soms erg bloederig. In 1948 werd de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens in Parijs ondertekend. Toen De Gaulle president van Frankrijk werd, begon Parijs met een opknapbeurt van de stad. Veel huizen in het centrum werden veranderd in kantoorpanden en in de buitenwijken en voorsteden kwamen nieuwe huizen. Daarnaast werden veel historische gebouwen opgeknapt. Aan het einde van de jaren 60 en het begin van de jaren 70 ontstonden aan de randen van de stad de eerste wolkenkrabbers. Veel Franse presidenten hebben zich met de bouw van de stad bemoeid, maar president François Mitterrand heeft de grootste invloed gehad. Hij zorgde voor de bouw van het zakendistrict La Défense, het nieuwe gebouw van de nationale bibliotheek, de luchthaven Paris-Charles De Gaulle en de bouw van de piramide op de binnenplaats van het Louvre. Op deze manier wilde men Parijs weer zijn internationale allure teruggeven.

La Défense in 1999 vanaf de de Arc de Triomphe. Oud en nieuw Parijs komen op deze foto samen.

De onafhankelijkheidsoorlog in Algerije zorgde voor veel aanslagen en protesten, maar ook voor veel immigratie naar de stad. Vanuit alle hoeken van de wereld, veelal Europese landen en voormalige Franse kolonies, kwamen mensen naar de stad toe. Het grootste protest in de stad van na de oorlog is de Parijse studentenrevolte van 1968. Veel studenten, maar ook andere mensen, waren klaar met de verouderde en conservatieve politiek. Ze wilden meer sociale vrijheid en een andere vorm van religie en vaderlandsliefde. In 1997 crashte prinses Diana Spencer met haar auto in tunnel in de stad toen ze de pers wilde ontvluchten, waarbij ze overleed. Een jaar later hield de stad het wereldkampioenschap voetbal, waarbij Frankrijk eerste werd. De eeuwwisseling werd gevierd met de knipperde lichten op de Eiffeltoren, die om 12 uur 's avonds op Oudejaarsdag voor het eerst aan gingen.

21e eeuw

De brand in de Notre-Dame

Parijs is tegenwoordig een van de belangrijkste en bekendste steden ter wereld. Rond de eeuwwisseling werd de Socialistische Partij van Frankrijk erg groot in de stad. Sociale kwesties en het milieu kregen hierdoor meer aandacht. Burgemeester Bertrand Delanoë introduceerde fietspaden en OV-fietsen in de stad. Ook kwamen er milieueisen voor auto's en werden verschillende nieuwe parken aangelegd. In 2005 braken er rellen in de stad uit protest tegen racisme en economische ongelijkheid. Opstandelingen zorgden voor miljoenen euro's aan schade, wat zorgde voor 3.000 arrestaties. Economische en sociale ongelijkheid blijft nog altijd een probleem in de stad, hoewel er projecten zijn gestart om armere wijken op te knappen.

In 2015 werd Parijs opgeschrikt door een reeks van aanslagen door islamitische extremisten. Op 7 januari vond de aanslag op Charlie Hebdo, een satirisch tijdschrift dat cartoons van de profeet Mohammed gemaakt had, plaats, waarbij 10 mensen (inclusief vijf mensen die voor de krant werkten) omkwamen. Een paar dagen later vonden in de omgeving van Parijs meerdere aanslagen plaats. De aanslag werd gezien als een aanslag op de vrijheid van meningsuiting. Op 11 januari liepen 1,5 miljoen Parijzenaren een mars tegen terrorisme en voor vrijheid van meningsuiting. Op 13 november datzelfde jaar vond er een nieuwe reeks aanslagen plaats in drie restaurants, het Stade de France, concertzaal Bataclan en op de Boulevard de Voltaire. Hierbij kwamen 138 mensen, inclusief de daders, om het leven en raakten meer dan 350 mensen gewond. Veel publieke gebouwen, zoals musea en scholen, werden na de aanslagen gesloten.

Op 15 april 2019 brak er brand uit in de Notre-Dame, waarbij een groot deel van het kathedraal afbrandde. Hoewel niemand gewond raakte, was de schade enorm groot. De brand brak uit tijdens de restauratie op het dak en verspreidde zich snel door de kerk. President Emmanuel Macron beloofde de kathedraal opnieuw op te bouwen, exact zoals deze voor de brand was, voor 2024. In 2024 worden namelijk de Olympische Zomerspelen in Parijs gehouden.

De demonstratie tegen terrorisme in 2015

Geografie

Ligging

Parijs ligt niet precies in het midden van Frankrijk, maar meer naar het noorden toe. Dwars door de stad stroomt de Seine. Hierdoor is Parijs verdeeld in een Linkeroever en een Rechteroever. In de Seine liggen twee eilanden, Île de la Cité en Île Saint-Louis. De stad is grotendeels vlak, maar heeft ook enkele heuvels. De hoogste heuvel is de Montmatre, waarop de Basilique du Sacré-Cœur is gebouwd, met 130 meter. De grenzen van de stad werden bepaald in 1844. Toen waren de grenzen van de stad cirkelvormig. Men heeft de vroegere stadswal van Thiers daarvoor aangehouden. Alles binnen deze voormalige stadswal was Parijs, alles daarbuiten waren de voorsteden. In 1929 werd de grenzen iets verlegd. Toen werden er twee parken toegevoegd, Bois de Boulogne en Bois de Vincennes. Dit is op een kaart van de stad goed te zien, aangezien de parken twee uitstulpingen in de grenzen vormen. Sinds 1973 werden de grenzen tussen Parijs en haar voorsteden een stuk duidelijker toen de grote ringweg om de stad werd geopend; de Boulevard Périphérique. Op deze ringweg zijn er bepaalde knooppunten die toegang geven tot Parijs. Deze worden de Portes de Paris (Poorten van Parijs) genoemd.

De Seine stroomt de stad in het zuidoosten binnen en verlaat de stad weer in het zuidwesten. Over de Seine zijn 30 bruggen gebouwd voor verbinding tussen de twee oevers. Naast de Seine stroomt ook nog de Bièvre door de stad, die in de Seine uitmondt. Ook Canal Saint-Martin loopt door de stad en mondt uit in de Seine.

Arrondissementen en voorsteden

Parijs bestaat uit 20 arrondissementen. Ieder arrondissement heeft zijn eigen burgemeester, gemeenteraad en gemeentehuis. Op de straatnaambordjes staat onder de straatnaam een nummer. Dit nummer geeft aan in welk arrondissement de straat zich bevindt. Dit is gedaan omdat veel straten zich in meerdere arrondissementen bevinden. Ook zijn de grenzen tussen de arrondissementen niet altijd even duidelijk. De 20 arrondissementen zijn (met tussenhaakjes de bijnaam):

Paris arr jms-num.gif


Het metropool Grand Paris bestaat uit 131 gemeenten. Deze vallen alle binnen de departementen Hauts-de-Seine, Val-de-Marne en Seine-Saint-Denis. Daarnaast zijn er nog forensensteden. Dit zijn steden net buiten Parijs waar veel mensen wonen die Parijs werken. Zij reizen dagelijks heen en weer. Deze steden worden soms ook tot het metropool gerekend. Hieronder vallen Argenteuil, Savigny-sur-Orge, Juvisy-sur-Orge, Viry-Châtillon en Paray-Vieille-Poste. Deze steden vallen buiten de drie eerder genoemde departementen.

Klimaat

Parijs heeft te maken met een gematigd zeeklimaat. Hierdoor heeft de stad te maken met koele zomers en zachte winters in vergelijking met de rest van Frankrijk. Juli en augustus zijn de warmste maanden met een gemiddelde temperatuur van 18 °C. In de zomer kan het wel op sommige dagen 21 °C of hoger worden. De hoogste temperatuur gemeten in Parijs was 40 °C in 1948. De koelste maanden zijn januari en februari met een gemiddelde van 5 °C. In de winter kan de stad te maken hebben met sneeuw. De herfst en lente zijn vaak erg mild. De neerslag is gelijkmatig over het jaar verdeeld met iets meer neerslag in het najaar dan in het voorjaar. Tijdens het najaar staat het water in de Seine ook hoger. Hierdoor kunnen zo nu en dan overstromingen ontstaan. De ergste overstromingen waren in 1910. Tijdens de overstromingen van 2018 moesten honderden Parijzenaren geëvacueerd worden en werden kunstwerken uit voorzorg uit het Louvre weggehaald.

De Seine met links de Notre-Dame van Parijs vóór de brand in 2019.

Bevolking en stadsleven

Bevolkingssamenstelling

De ontwikkeling van het aantal inwoners over de jaren heen

Parijs is een multiculturele stad en heeft inwoners met verschillende migratieachtergronden. In 2015 telde de hele regio Parijs (dus inclusief voorsteden) 10 miljoen inwoners, waarmee Parijs de grootste agglomeratie is in de EU. Binnen de Europese Unie zijn Berlijn, Madrid en Rome groter dan Parijs. Ook Londen heeft meer inwoners dan de stad. Sinds 1921 neemt het aantal inwoners in de stad Parijs zelf af. Veel Parijzenaren verhuizen naar de voorsteden en buitenwijken. Redenen hiervoor zijn de hoge huren, het veranderen van woningen in kantoorruimte en het willen van een groter huis met tuin. Sinds 1999 schommelt het aantal inwoners van de stad per jaar.

De meeste inwoners van de regio Parijs komen uit Frankrijk zelf (zo'n 90%). Overzeese gebieden van Frankrijk, zoals Guadeloupe en Martinique, worden als andere landen gerekend. De overige 10% van de inwoners komt uit:

Onderwijs

Eén van de gebouwen van de Sorbonne-universiteit

Parijs is de hoogst opgeleide stad van Frankrijk. Zo'n 40% van de inwoners heeft een mastersdiploma, terwijl 13% geen diploma heeft. Het onderwijs in de stad zorgt voor banen voor 330.000 personen, waarvan 170.000 leraar zijn. Er zijn in totaal 2,9 miljoen leerlingen en studenten en 9.000 basisscholen, middelbare scholen, hogescholen en universiteiten. Parijs heeft na Bologna de oudste universiteit in Europa, de Sorbonne. Sinds 1970 is de Sorbonne opgebroken in 13 zelfstandige universiteiten als gevolg van studentenprotesten in 1968. In de Latin Quarter kan men de oude gebouwen van de universiteit bewonderen. Tegenwoordig zit het grootste gedeelte van universiteit buiten de wijk en in andere campussen.

Media

De meeste Franse media is ook gevestigd in Parijs. De twee belangrijkste kranten van Frankrijk, Le Figaro en Le Monde, hebben hun redactie in Parijs. Ditzelfde geldt voor Le Parisien, Libération, Pariscope en La Croix. Het oudste persbureau ter wereld, Agence France-Presse, zit gevestigd in Parijs en bestaat sinds 1835. Daarnaast hebben veel televisie- en radiostations hun hoofdkantoor in Parijs, waaronder televisiezenders TF1, Arte en France 24 en radiozender Radio France.

Kunst en cultuur

Bezienswaardigheden

Zie Lijst van bezienswaardigheden in Parijs voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Parijs kent vele bezienswaardigheden. De stad is erg toeristisch en veel Parijse monumenten zijn wereldwijd bekend. Het symbool van de stad is de Eiffeltoren, die in 1889 werd gebouwd door Gustave Eiffel. Hoewel de toren oorspronkelijk maar 10 jaar overeind zou blijven staan, staat de toren er nog steeds. Per jaar trekt de Eiffeltoren zo'n 6 miljoen toeristen. Een ander belangrijk monument is de Arc de Triomphe op de Place Charles De Gaulle. Dit is de op twee na grootste triomfboog ter wereld en herinnert de overwinning van Napoleon Bonaparte in de slag bij Austerlitz. De Arc de Triomphe staat aan het einde van de Avenue des Champs-Élysées, de bekendste winkelstraat van de stad. De Champs-Élysées gaat over in de Place de la Concorde (met de obelisk), de Arc de Triomphe du Carrousel en uiteindelijk het Louvre met zijn glazen piramide. Deze hele weg wordt de Axe historique genoemd en eindigt bij de Grand Arche in het zakendistrict La Défense.

Op het Île de la Cité zijn ook vele monumenten te vinden, zoals de Notre-Dame van Parijs. Gedurende de eeuwen heeft dit kathedraal verschillende verbouwingen gehad, waarbij steeds nieuwe dingen zijn toegevoegd. Tijdens de verbouwing door Eugène Viollet-le-Duc in de 19e eeuw zijn zelfs allerlei zaken toegevoegd. Het kathedraal overleefde een brand op 15 april 2019, waarbij de kathedraal zwaar beschadigd raakte. Momenteel wordt de kathedraal herstelt.

De Sainte-Chapelle is een andere kerk op het eiland en was de hofkapel van de Franse koning. De kerk staat bekend om zijn glas-in-loodramen en wordt omringt door het Paleis van Justitie. De Conciergerie maakt tegenwoordig onderdeel uit van dit paleis en is lange tijd als gevangenis gebruikt. Tegenwoordig is het een nationaal monument en men kan het bezichtigen. Vanaf het eiland loopt de oudste brug van Parijs, Pont Neuf (Frans voor nieuwe brug). Over Seine zijn meerdere bekende bruggen gebouwd, zoals Pont Alexandre-III, Pont des Artes en Pont de l'Alma.

Door het koninklijke verleden heeft de stad vele paleizen, zoals het Palais du Luxembourg, het Palais de Chaillot en het Grand Palais. In Hôtel des Invalides bevindt zich het graf van Napoleon Bonaparte. Tour Saint-Jacques en Tour Montparnasse zijn twee bekende torens in de stad. Op de Place de la Bastille staat een monument ter ere van de Franse Revolutie. Andere bekende monumenten zijn de Opéra Garnier, het Hôtel de Ville, het Panthéon en de Basilique du Sacré-Cœur.

Musea

Het Louvre met de glazen piramide op de binnenplaats.

Het Louvre is waarschijnlijk het bekendste museum van Parijs. Het museum zit gevestigd in het voormalige stadspaleis van de Franse koning. In het paleis is veel kunst te zien, die door de Franse koninklijke familie verzameld werd, maar ook veel voorwerpen uit het Midden-Oosten, het Oude Egypte, Oude Griekenland en het Romeinse Rijk. In het museum bevinden zich onder meer de Mona Lisa van Leonardo da Vinci en en de Venus van Milo. Doordat de collectie van het Louvre zo groot is, past niet alles in het gebouw zelf. Het Louvre is immers een van de grootste musea ter wereld. Delen van de collectie zijn ook te zien in Musée d'Orsay (moderne kunst) en Musée Guimet (Aziatische kunst). Musée d'Orsay herbergt ook het beroemde cilindervormige schilderij Waterlelies van Claude Monet, waarvoor een hele zaal nodig was. In Musée Picasso zijn veel werken van de Spaanse schilder Pablo Picasso te vinden, terwijl Musée Rodin de werken van de Franse beeldhouwer Auguste Rodin (bekend van De Denker) herbergt.

Musée national du Moyen Âge is een belangrijk museum voor middeleeuwse kunst en Centre Georges Pompidou staat in het teken van moderne kunst. Palais de la Découverte is het wetenschapsmuseum van de stad, waar vele uitvindingen van door de eeuwen heen te vinden zijn. Musée Pasteur is gewijd aan de Franse wetenschap Louis Pasteur, die bekend staat vanwege zijn conserveringstechniek. In Cité des sciences et de l'industrie zijn ook veel uitvindingen te vinden. Ook beschikt dit museum over een planetarium, een groot theater en een grote kas.

Parken en stadsgroen

Parijs is ook een erg groene stad met veel parken en bomen op straat. Bekende parken zijn Jardin du Luxembourg, de Jardin des Tuileries en de Jardin des Plantes. Deze parken waren in veel gevallen de tuinen van de paleizen en zijn nu publiek toegankelijk. Veel parken zijn in Franse stijl opgebouwd. Dit betekent veel symmetrie en herhaalde ontwerpen. Parijs heeft in totaal 421 parken en tuinen, die samen 250.000 bomen bevatten. De meeste parken zijn aangelegd tijdens de regering van keizer Napoleon III. In zijn verbouwing van Parijs wilde hij de stad leefbaarder en beter toegankelijk maken. Dit betekende ook dat er parken werden toegevoegd, zoals het Parc Montsouris en Parc des Buttes-Chaumont.

Sinds 1977 is Parijs bezig met een vergroening en sindsdien zijn er 166 parken aangelegd in de stad. De Promenade des Berges de la Seine is in 2013 aangelegd en het nieuwste park van de stad. In 2021 werden er plannen gemaakt om van de Champs-Élysées ook een groot park te maken. Hiermee wil men de stad vergroenen. Dit park moet af zijn in 2024.

Literatuur

Parijs heeft een belangrijke rol binnen de Franse literatuur. Veel prominente Franse schrijvers komen uit Parijs of hebben in Parijs gewoond. Parijs is altijd het centrum van het publiceren van boeken geweest in Frankrijk. Tot aan de 16e eeuw werden de meeste boeken in de stad in het Latijn gepubliceerd. Pas in de 17e eeuw werd Parijs het centrum van Franstalige boeken door schrijvers als Pierre Corneille, La Fontaine, Molière, Charles Perrault en Nicolas Boileau. In de 18e eeuw werd Parijs het centrum van de Verlichting door filosofen als Jean-Jacques Rousseau en Voltaire. Tijdens de 19e eeuw woonden schrijvers als Victor Hugo, Alexandre Dumas, Gustave Flaubert en Charles Baudelaire in de stad. In Victor Hugo's beroemde boeken, de De klokkenluider van de Notre-Dame en Les Misérables, spelen zich af in de stad. Latere schrijvers als Marcel Proust, Jules Verne en Jean-Paul Sartre woonden ook in de stad. Het spook van de opera van Gaston Leroux speelt zich tevens af in de stad.

Niet alleen veel Franse schrijvers, maar ook internationaal bekende schrijvers woonden in Parijs. Voorbeelden zijn Ernest Hemingway, Joseph Roth en Samuel Beckett. Dat Parijzenaren graag lezen blijkt uit de vele boekenwinkels en boekenstallen langs de Seine. Alleen al in het 5e arrondissement zijn er maar liefst 150 boekwinkels. De meeste boekenwinkels zijn klein en worden beschermt door de Franse wet.

Theater

De grote trap van de Opéra Garnier

In Parijs zijn er vele theaters. Je hebt bijvoorbeeld operatheaters, muziektheaters, concertzalen en cabaret. Hieronder vindt je een klein overzicht:

Culinair Parijs

Een chique restaurant in Parijs

Parijs staat al sinds de 18e eeuw bekend om zijn restaurants en haute cuisine. Het model voor restaurants in Frankrijk is overigens ook in Parijs ontstaan. In 1786 opende in de galerijen van Palais-Royal restaurant La Taverne Anglaise, bestaande uit een elegante eetzaal, groot menu, linnen tafellakens, grote wijnkaart en getrainde obers. Veel andere restaurants hebben dit overgenomen en is nog steeds de standaard voor restaurants in Frankrijk. In Parijs zijn er tegenwoordig zo'n 9.000 restaurants. Iedere Franse regionale keuken en nationale keuken is vertegenwoordigd door de multiculturele samenleving in de stad. De Michelin-gids beoordeeld sinds 1900 restaurants en geeft drie sterren voor de beste restaurants. Parijs heeft 27 3-sterrenrestaurants. Veel beroemde Franse chefs hebben restaurants in Parijs.

Naast de klassieke restaurants zijn er ook cafés, die in de 17e eeuw ontstaan zijn. Hier werd oorspronkelijk vooral koffie en thee geserveerd, terwijl men over politiek en maatschappelijk kwesties praatte. Deze plekken zijn nog steeds belangrijke ontmoetingsplekken voor kunstenaars, filosofen en andere mensen. De bistro is ook een typisch restaurant dat men in Parijs vindt. Deze werden geïntroduceerd door de Russen tijdens de bezetting van de stad. Zij wilden hun maaltijden snel geserveerd hebben. Daarnaast is er nog een brasserie, waar oorspronkelijk bier werd geserveerd.

Mode

Parijs staat bekend als de stad van de mode. Vele wereldberoemde modeontwerpers, zoals Christian Dior, Jean-Paul Gaultier, Yves Saint Laurant en Coco Chanel, zijn verbonden met de stad. Parijs is samen met New York City, Milaan en Londen wereldwijd een van de belangrijkste steden op het gebied van mode. De Paris Fashion Week wordt iedere januari en juli gehouden en trekt veel aandacht. Tijdens deze week worden nieuwe collecties gepresenteerd. Vele geïnteresseerden en journalisten komen hierop af. Naast kleding heeft de stad ook een goede naam op het gebied van parfum, sieraden en make-up. 's Werelds grootste make-upmerk, L'Oreal, zit gevestigd in Parijs, net als verschillende luxe kledingmerken als Chanel, Dior, Cartier, Luis Vuitton en Hermés. Veel grote modeontwerpers hebben hun kantoor op de Avenue Montaigne.

Evenementen

Naast de Paris Fashion Week zijn er natuurlijk ook nog andere grote evenementen in Parijs. In Parijs wordt de Franse nationale feestdag, quatorze juillet, uitbundig gevierd met een militaire parade en vuurwerk. Ook wordt nieuwjaar uitbundig is de stad gevierd. Bij beide feestdagen worden de festiviteiten op de Franse televisie vanuit Parijs uitgezonden, wat jaarlijks miljoenen kijkers trekt.

Daarnaast heeft Parijs ook eigen evenementen. In de maanden juli en augustus is er het evenement Paris-Plages, waarbij langs de Seine allerlei kunstmatige stranden worden gemaakt met palmbomen en zand. Ook zijn er zwembadboten en bars langs de rivier. De stranden trekken jaarlijks miljoenen bezoekers. Tijdens de Europese monumentendagen zijn verschillende Parijse monumenten (gratis) geopend. Ook gebouwen die normaal dicht zijn worden geopend en men kan een (gratis) rondleiding doen. Rock en Seine en Villette Sonique zijn twee muziekevenementen in de stad. Nuit Blanche is een jaarlijks kunstevenement gedurende de nacht.

De laatste etappe van de Tour de France

Sport

Parijs heeft ook op het gebied van sport veel te bieden. In 1900 en 1924 werden de Olympische Zomerspelen in de stad gehouden; in 2024 zal de stad ook de Olympische Zomerspelen organiseren. In 1938 en 1998 was Parijs een van de speelsteden tijdens het wereldkampioenschap voetbal, het als in 2016 tijdens het Europees kampioenschap voetbal. Sinds 1975 vindt de laatste etappe van de Tour de France in Parijs plaats, die eindigt op de Champs-Élysées. De winnaar wordt traditiegetrouw gehuldigd voor de Arc de Triomphe.

Het grootste stadion van Parijs is de Stade de France. Sinds 1998 is dit het thuisstadion van het Franse nationale voetbal- en rugbyteam. Voorheen oefenden zij in het Parc des Princes, wat tegenwoordig gebruikt wordt door de voetbalclub Paris Saint-Germain.

Verkeer en vervoer

Van en naar de stad

Een kaart met alle treinstations in Parijs

Parijs is het belangrijkste knooppunt in Frankrijk voor vlieg-, trein- en autoverkeer. Parijs heeft drie luchthavens; Aéroport de Paris-Charles de Gaulle, Aéroport de Paris-Orly en het kleinere Aéroport de Paris-Beauvais-Tillé. Daarnaast is er nog Aéroport de Paris-Le Bourget, dat enkel wordt gebruikt voor privévliegtuigen en vliegshows. Qua vliegverkeer is Parijs op vier na drukste stad in de wereld. Naast internationale vluchten zijn er ook vluchten naar de Franse steden Lyon, Marseille en Straatsburg vanuit Parijs.

Qua treinverkeer heeft Parijs zes grote stations. Dit zijn:

Internationaal gaan o.a. de TGV en de Thalys naar Parijs. Om Parijs loopt voor autoverkeer een grote ringweg, genaamd de Boulevard Périphérique, dat toegang geeft tot de stad. Doorgaand autoverkeer wordt daardoor om de stad heen geleid.

In de stad

Parijs beschikt sinds 1900 over een eigen metronetwerk, de metro van Parijs. Dit netwerk vervoert per dag 5,23 miljoen passagiers en bestaat uit 303 stations en 16 lijnen. Er zijn plannen om het metronetwerk flink uit te breiden naar de voorsteden en omliggende gemeenten van de stad over de komende 15 jaar. Op deze manier wil men zorgen dat er minder files en uitlaatgassen in de stad zijn. Daarnaast is er een lightrail-netwerk bestaande uit 9 lijnen en een tramnetwerk.

Sinds enkele jaren promoot de stad ook om meer met de fiets te gaan. In Parijs zijn daarom allerlei fietspaden aangelegd en fietsers mogen op vele plaatsen ook op de busbanen fietsen. Ook op deze manier wil men minder files in de stad en de lucht schoner maken. Aangezien niet iedereen een fiets heeft is er ook een systeem om fietsen te delen (soort van OV-fietsen) met de naam Vélib. Ook toeristen kunnen hier gebruikt van maken. In totaal zijn er zo'n 200.000 Vélib-fietsen en 1.800 fietsenstallingen.

Politiek

Stadsbestuur

Parijs is een Frans departement en een gemeente, die door dezelfde raad bestuurd worden. Parijs heeft sinds 1974 een eigen gekozen bestuur. Daarvoor werden de stad bestuurd door afgevaardigden, die direct door de Franse koning, keizer of president gekozen werden. In 1974 veranderde dit toen het Frans parlement Parijs de bevoegdheid gaf om zichzelf te besturen. Dit betekende ook dat Parijzenaren hun eigen burgemeester konden kiezen. In 1977 deden ze dit voor de eerste keer en kozen Jacques Chirac als burgemeester, die later ook president van Frankrijk zou worden. De huidige burgemeester van Parijs is Anne Hidalgo namens de sociaaldemocratische Parti socialiste sinds 2014.

De Parijzenaren van de 20 arrondissementen kiezen samen de Conseil de Paris. Dit is de gemeenteraad van de stad en bestaat uit 163 leden. Ieder lid wordt gekozen namens de inwoners van een arrondissement. De arrondissementen met de meeste inwoners hebben de meeste leden, terwijl de arrondissementen met de minste inwoners de minste leden hebben. De raad speelt niet zo'n belangrijke rol en ontmoet slechts één keer in de maand. Elk arrondissement heeft ook zijn eigen raad, genaamd conseil d'arrondissement, een eigen burgemeester en een eigen stadhuis. De leden van de arrondissementsraad zetelen ook in de Conseil de Paris. De burgemeesters van de arrondissementen worden niet rechtstreeks gekozen, maar door de arrondissementsraad. De arrondissementen zijn elk verdeeld in vier kwartieren. Dit is meer vanwege de administratie gedaan.

Sinds 2016 bestaat het Métropole du Grand Paris tussen Parijs en 130 omliggende gemeenten. Dit is een metropoolregio om de samenwerking tussen de gemeenten in de regio te bevorderen. Het is bedacht om bijvoorbeeld huisvesting en openbaar vervoer aan te pakken. De metropoolregio heeft een eigen raad, maar deze wordt niet door de inwoners van de regio gekozen. Alle gemeenteraden kiezen de leden ervan.

Parijs als hoofdstad

Parijs is zowel de hoofdstad van Frankrijk als van de Franse regio Île-de-France. In het 7e arrondissement bevindt zich het bestuurscentrum van de Franse regio. Deze raad bestaat uit 209 leden. Parijs is daarnaast de plaats waar de Franse regering, het Frans parlement en de Franse rechtspraak zitten. Daarnaast bevinden ook vele ambassades zich in Parijs, net als nationale en internationale instellingen. De Franse president woont in het Élysée in het 8e arrondissement, terwijl de minister-president in Hôtel Matignon woont in het 7e arrondissement. De meeste ministeries bevinden zich in het 7e arrondissement. Het Franse parlement zetelt in twee verschillende gebouwen; de Senaat bevindt zich in het Palais du Luxembourg, terwijl het Nationaal Assemblee zich in het Palais Bourbon. De president van de Franse Senaat heeft ook een woning in Petit Luxembourg.

De hoogste rechtbanken in Frankrijk bevinden zich in Parijs, o.a. in het Palais-Royal en het Palais de Justice. Daarnaast bevinden zich verschillende internationale organisaties in Parijs, zoals UNESCO, La Francophonie, de Club van Parijs, het Internationaal Energieagentschap, de Europese Ruimtevaartorganisatie, het Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie, het Bureau international des poids et mesures en de Internationale Federatie voor de Mensenrechten.

Stedenbanden


Economie

Parijs is het economische centrum van Frankrijk. In de stad zijn zo'n 390.000 bedrijven gevestigd, waarvan de meeste betrokken zijn bij de dienstensector. Meer dan 85% van de inwoners is werkzaam in de dienstensector. De grootste sectoren zijn de financiële sector en bedrijfsservices. Daarnaast is toerisme nog een belangrijke sector, dat bestaat uit vele restaurants, hotels en winkelcentra. Ook is de overheidssector belangrijk, aangezien de meeste overheidsinstellingen in Parijs gevestigd zitten. De meeste bedrijven zitten in het zakendistrict La Défense in het westen van de stad. Daarnaast zijn er verschillende andere zakendistricten, zoals het zuiden van het 15e arrondissement, waar veel mediabedrijven en informaticabedrijven zich bevinden.

Bedrijven die in Parijs gevestigd zijn, zijn o.a. Société Générale, Citroën, Renault, Peugot, Carrefour, Dior, Louis Vuitton, Gucci, Puma, L'Oreal, Orange en Pathé.

Het zakendistrict La Défense is een van de grootste in heel Europa.

Bekende Parijzenaren

Een paar bekende Parijzenaren. Dit kunnen zowel mensen zijn die in Parijs geboren zijn als mensen die in Parijs gewoond hebben.


Het uitzicht vanaf de Eiffeltoren

Videoclip

Link


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Parijs&oldid=896168"