Pest
De pest was een dodelijke ziekte die eeuwenlang in Europa voorkwam. De ziekte was zeer besmettelijk en kon tot miljoenen doden leiden. De ergste plaag was in 1348, toen een derde van de Europese bevolking stierf aan de besmetting. Omdat er zo veel mensen aan stierven, wordt het een pandemie genoemd.
Geschiedenis
Zie Zwarte Dood voor het hoofdartikel over dit onderwerp.In de 14e eeuw werd Europa overvallen door deze vreemde ziekte. Ongeveer een derde van alle mensen in Europa ging er aan dood: wel 7- miljoen tot 100 miljoen mensen. Het begon ergens rond 1345 in Centraal-Azië in het tegenwoordige Kirgizië. Vandaar bereikte de pest in 1346 De Krim en verspreidde zich via een handelsvloot, in de herfst van 1347, naar Sicilië. Daarna bereikte de pest in januari 1348 Marseille en verspreidde zich vandaar over de rest van Europa. Pas rond 1352 was deze epidemiegolf voorbij, maar daarna kwamen er diverse nieuwe uitbraken.
De mensen stonden voor een raadsel, niemand wist waar de ziekte vandaan kwam of wat ertegen te doen was. De ziekte was wel gemakkelijk te herkennen: hoge koorts, onrust, verwardheid en bulten zo groot als een appel of een ei in hals, oksel of lies, het spugen van bloed. Op sommige plaatsen waren ook paars-zwarte verkleuringen te zien. (Vandaar misschien de bijnaam voor de pest: de Zwarte Dood). Maar waarschijnlijk is de naam Zwarte Dood (atra pestis) ontstaan omdat het Latijnse 'atra' zowel 'zwart' als 'verschrikkelijk' kan betekenen.
De dokters stonden echter machteloos tegenover deze ziekte. Er was geen medicijn tegen te vinden, de besmette mensen werden in pesthuizen gestopt. Het was zeker: dit was een 'pestplaag'.
Pas in de 19e eeuw was de pest helemaal uitgebannen.