Alexandre Dumas père
Alexandre Dumas père | |
Algemene informatie | |
Naam voluit | Alexandre Davy de La Pailleterie Dumas |
Geboren | 24 juli 1802 |
Geboorteplaats | Villers-Cotterêts |
Overleden | 5 december 1870 |
Nationaliteit | Frankrijk |
Beroep | Schrijver, dramaturg |
Werk | |
Jaren actief | 1829-1870 |
Genre(s) | Roman, toneelstuk, essay |
Stroming | Romantiek |
Bekende werken | De graaf van Monte-Cristo De drie Musketiers De zwarte tulp |
Handtekening | |
Portaal Literatuur |
Alexandre Dumas père (geboren te Villers-Cotterêts op 24 juli 1802 - gestorven te Puys op 5 december 1870) was een bekend Frans schrijver van voornamelijk historische romans en artikelen. Op boeken wordt vaak de naam Alexandre Dumas gebruikt, maar de correcte naam is Alexandre Dumas père. Dit komt omdat er anders verwarring kan ontstaan met zijn zoon, Alexandre Dumas fils, die ook schrijver was.
Dumas maakte vaak gebruik van ghostwriters, die hem hielpen met zijn boeken, maar zij konden dit niet doen zonder de enorme verbeeldingskracht van Dumas. Dumas werd en is geliefd vanwege de vele actie in zijn boeken, maar ook voor de plotwendingen en zijn gevoel van de correctheid van historische feiten. Veel boeken werden zowel als boek als in de krant (feuilleton) uitgegeven. Dumas wist herkenbare personages in de Franse literatuur tot leven te wekken, maar er was ook kritiek. Volgens veel critici ontbrak de literaire waarde (hoewel daar nu anders over gedacht wordt) en bekritiseerde men het gebruik van ghostwriters. Zijn grootste concurrent was Victor Hugo en hij werkte hem dan ook tegen.
De bekendste werken van Alexandre Dumas zijn De graaf van Monte-Cristo en De drie Musketiers. Daarnaast schreef hij nog andere boeken, zoals De zwarte tulp, Twintig jaar later en De burggraaf van Bragelonne.
Levensloop
Jeugd en opleiding
Dumas werd geboren in het plaatsje Villers-Cotterêts in het noorden van Frankrijk. Hij was het derde kind van Thomas Alexandre Dumas en zijn vrouw Marie-Louise Élisabeth Labouret. Dumas' vader was generaal in het leger van Napoleon Bonaparte en geboren in de toenmalige Franse kolonie Haïti. De vader van Thomas Alexandre Dumas was daardoor van gemengde afkomst, aangezien zijn vader een Franse edelman en zijn moeder een zwarte slavin was.
Alexandre Dumas père had daardoor ook een gemengde afkomst en een iets donkerere huidskleur. Daardoor kreeg hij later ook met racisme te maken, aangezien andere schrijvers en critici de spot aandreven met zijn huidskleur. Overigens was Dumas zelf trots op zijn Afrikaanse afkomst.
Dumas heeft zijn eigen vader nooit goed gekend, aangezien deze stierf toen hij slechts vier jaar oud was. Hierdoor groeide Dumas op met zijn moeder. Het gezin kon rondkomen, maar zijn moeder besteedde weinig aandacht aan zijn opvoeding. Enkel de priester bracht Dumas iets van opvoeding bij. Desondanks was Dumas een slim kind en las veel boeken. Ook had hij van kinds af aan een grote fantasie. Door de connecties van zijn vader werd Dumas geholpen door verschillende adellijke families. Zij hielpen hem aan een baantje als klerk in het plaatselijke dorp.
Naar Parijs
Dumas wilde echter naar Parijs gaan. In 1822 liep hij weg uit het dorp en vertrok naar Parijs met slechts een paar centen op zak. Toch keerde hij een tijdje later weer terug naar huis. Het Parijse avontuur had hem echter beïnvloed en hij besloot later een baan een te zoeken in Parijs. Uiteindelijk werd hij afschrijver voor de hertog van Orléans. In 1824 trouwde Dumas met Marie-Cathérine Labay. Het paar zou één zoon krijgen; Alexandre Dumas fils.
In Parijs besloot Dumas toneelstukken te schrijven. In 1825 kwam het toneelstuk La Chasse et l’Amour uit en later schreef hij ook La noce et l’enterrement. Dumas had eerst weinig succes met zijn toneelstukken. Pas in 1829 kwam hier verandering in met zijn toneelstuk Henri III et sa cour, wat zijn grote doorbraak was. Een jaar later kwam zijn tweede succesvolle toneelstuk uit; Christine. In 1830 deed Dumas mee aan de Julirevolutie, waardoor koning Karel X van de troon werd gestoten. Hierna besloot Dumas zich meer te richten op het schrijven van romans.
Zijn eerste roman kwam uit in 1836; La Comtesse de Salisbury. Vervolgens stichtte hij een schrijversstudio, waar een paar schrijvers honderden verhalen schreven. Zo kwam in 1840 het boek Le Maître d'armes uit, wat over de Decembristenopstand in Rusland gaat. Het boek werd overigens verboden in Rusland en Dumas mocht het land niet bezoeken tot de dood van tsaar Nicolaas I. Dumas had ook internationaal succes, aangezien zijn verhalen ook vertaald werden. Dumas werd dus erg rijk met het schrijven. Hij leidde dan ook een luxe levensstijl met veel vrouwen. In 1846 liet hij ook het Château de Monte-Cristo bouwen net buiten Parijs. Toch raakte hij twee jaar later in de schulden en moest het kasteel verkopen.
Ook schreef Dumas veel reisverslagen van zijn reizen naar onder andere Duitsland, Algerije, Spanje en Italië.
Ballingschap
In 1848 was de monarchie in Frankrijk afgeschaft, waarna de Tweede Franse Republiek ontstond. Toch was dit slechts van korte duur. In 1851 greep de Franse president Louis-Napoleon Bonaparte (het neefje van Napoleon Bonaparte) de macht tijdens een staatsgreep. Hij kroonde zich in het jaar daarop tot keizer Napoleon III, waardoor het Tweede Franse Keizerrijk ontstond.
Napoleon III had een hekel aan Dumas. Dumas vluchtte kort na de staatsgreep naar België. Hij ging hierdoor in ballingschap net als Victor Hugo. Dumas vertrok vanuit België naar Rusland, waar Frans de taal van de adel was. Dumas' werken waren inmiddels enorm populair geworden in Rusland en hij trok het land twee jaar lang rond. In 1861 vertrok hij naar Italië, wat net één land was geworden. Dumas was een voorstander van de Italiaanse eenwording (risorgimento) en werd goede vrienden met Giuseppe Garibaldi. In 1864 keerde hij pas terug naar Parijs.
Overlijden
Dumas overleed op 5 december 1870 door een plotseling hartaanval. Hij werd 68 jaar oud. De dood van Dumas werd echter overschaduwd door de Frans-Duitse Oorlog die toentertijd aan de gang was. Tijdens deze oorlog viel Duitsland Frankrijk binnen en werd de monarchie definitief afgeschaft in Frankrijk. Ook was Dumas niet meer zo populair als voorheen, aangezien de smaak van literatuur was veranderd.
Vanaf de late 20e eeuw probeerde hem de verloren van werken van Dumas te vinden. Kort voor zijn dood schreef Dumas het boek Le Chevalier de Sainte-Hermine, wat hij nooit afmaakte en wordt gezien als zijn laatste grote werk. In 2005 werd het boek alsnog afgemaakt door Claude Schopp en uitgegeven. Schopp gebruikte hiervoor Dumas' aantekeningen voor hoe het boek moest eindigen.
Dumas lag oorspronkelijk begraven in Villers-Cotterêts. In 2002 besloot de toenmalige Franse president Jacques Chirac om de as van Dumas te verplaatsen naar het Panthéon in Parijs. Dit is een groot gebouw waar meer belangrijke Fransen begraven liggen, waaronder schrijvers Victor Hugo en Émile Zola.
Werken
Dumas schreef eigenlijk twee hele bekende boeken: De drie musketiers (1844) en De graaf van Monte-Cristo (1844-1845). De drie musketiers draait eigenlijk om kardinaal Richelieu die dan regent is en wil voorkomen dat de minderjarige Lodewijk XIII koning wordt. Een groepje musketiers probeert dat te beletten. Hoewel het boek suggereert dat het er drie zijn, is er eigenlijk ook nog een vierde musketier. De graaf van Monte-Cristo volgt de hoofdfiguur Edmond Dantès, die onterecht veertien jaar in de gevangenis zit. Nadat hij vrijkomt vindt hij een fortuin op het eiland Monte-Cristo en doet hij zich voor als de graaf van dat eiland, om zo wraak te nemen op degenen die hem veroordeelden. Overigens schreef Dumas ook een boek dat zich in Nederland afspeelt: De zwarte tulp (1850).
Romans
Franse naam | Nederlandse naam | Jaar |
---|---|---|
La Comtesse de Salisbury | De gravin van Salisbury | 1836 |
Le Capitaine Paul | Kapitein Paul | 1838 |
Acté | Acté / De slavin van (Keizer) Nero | 1839 |
Le Capitaine Pamphile | Kapitein Pamphile | 1840 |
Le Maître d'Armes | Gedenkschriften van een schermmeester of XVIII maanden te St. Petersburg | 1840 |
Le Chevalier d'Harmental | De ridder d'Harmental of de samenzwering | 1842 |
Ascenio | 1843 | |
Le Château d'Eppstein | Het spook van het kasteel Epstein | 1843 |
Georges | 1843 | |
Amaury | Amaury | 1844 |
Les frères Corsus | Eene Corsicaansche familie | 1844 |
Histoire d'un casse-noisette | 1844 | |
Louis XIV et son siècle | 1844 | |
Les Trois Mousquetaires | De drie musketiers | 1844 |
Le Comte de Monte-Cristo | De graaf van Monte-Cristo | 1844-1846 |
Le Chevalier de Maison-Rouge | 1845 | |
Une Fille du régent | 1845 | |
La Guerre des Femmes | 1845 | |
La Reine Margot | 1845 | |
Vingt ans après | Twintig jaar later | 1845 |
La Dame de Monsoreau | 1846 | |
Les Deux Diane | 1846 | |
Joseph Balsamo | 1846-1848 | |
Les Quarante-cinq | 1847 | |
Le Vicomte de Bragelonne | De burggraaf van Braggelone / Tien jaar later | 1847 |
Le Collier de la Reine | 1849-1850 | |
La Tulipe noire | De zwarte tulp | 1850 |
Olympe de Clèves | Olympia van Cleef of de actrice en de Jezuït | 1851-1852 |
Isaac Laquedem (onvolledig) | Izaäk Laquedem | 1852-1853 |
Ange Pitou | 1853 | |
Catherine Blum | Catherina Blum | 1853-1854 |
La Comtesse de Charny | 1853-1855 | |
Les Mohicans de Paris | De monnik en de moordenaar | 1854 |
Salvator. Suite et fin des Mohicans de Paris | Salvator / Salvators lotgevallen | 1855-1859 |
Les Compagnons de Jehu | 1857 | |
Le Meneur de loups | 1857 | |
Les louves de Machecoul | 1859 | |
La Sanfelice | 1864 | |
Pietro Monaco, sua moglie Maria Oliverio ed i loro complici | 1864 | |
Le Comte de Moret; Le Sphinx Rouge | 1865-1866 | |
Les Blancs et les Bleus | 1867 | |
La Terreur Prusienne | Het Pruissisch Schrikbewind te Frankfort | 1867 |
Le Chevalier de Sainte-Hermine (onvolledig) | 1869 | |
Le Prince des voleurs | 1872 | |
Robin Hood le proscrit | 1873 |
Toneelstukken
Bronnen
- (en) Tonkin, Boyd (2014). The role of race in the life and literature of Alexandre Dumas: The episode that inspired the man behind the Musketeers via www.independent.co.uk (bezocht op 12 augustus 2023).