Julirevolutie

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Een schilderij van de Julirevolutie door Eugène Delacroix. De vrouw op het schilderij is Marianne; de voorstelling van Frankrijk als persoon.

De Julirevolutie (Frans: révolution de Juillet) was een revolutie in Frankrijk in tussen 27 en 29 juli 1830. Deze drie dagen in juli worden ook wel Trois Glorieuses of de Tweede Franse Revolutie genoemd.

Tijdens de Julirevolutie kwam de bevolking van Parijs in opstand tegen de Franse koning Karel X. Volgens de bevolking had de koning te veel macht. De Julirevolutie zorgde voor het einde van de Bourbonrestauratie. Op 2 augustus trad Karel X af en werd opgevolgd door de liberalere koning Lodewijk Filips I. Hierdoor ontstond de Julimonarchie die tot 1848 duurde.

De revolutie sloeg ook over naar andere landen in Europa. Hier braken allerlei opstanden uit, maar deze werden onderdrukt door de staat. Enkel in de Nederlanden lukte dit niet. Enkele weken na de Julirevolutie brak hier de Belgische Revolutie uit, waardoor België onafhankelijk werd.

Achtergrondinformatie

Koning Karel X
Zie Restauratie (Frankrijk) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Na de val van Napoleon Bonaparte werd besloten dat Frankrijk weer een koninkrijk onder het huis Bourbon zou worden. Dit betekende dat de situatie van vóór de Franse Revolutie werd hersteld. Desondanks werd Frankrijk een constitutionele monarchie, waardoor er een parlement en een regering kwamen. De burgerij had invloed op de politiek, maar de koning had nog altijd veel macht. Dit was niet een heel groot probleem onder koning Lodewijk XVIII. Koning Lodewijk XVIII overleed echter in 1824 en werd opgevolgd door koning Karel X.

Koning Karel X werd al snel erg onpopulair en greep steeds meer macht naar zich toe. Hierdoor verloor hij steeds meer steun onder de bevolking. Ook een steeds groter deel van de burgerij keerde zich tegen de koning. De koning was erg afhankelijk van de burgerij, aangezien deze voor het parlement kon stemmen. Toen er in juli 1830 verkiezingen plaatsvonden, kregen de voorstanders voor een republiek veel stemmen. Ook waren veel voorstanders van de monarchie tegen koning Karel X.

Verloop

Directe aanleiding

De situatie in Frankrijk was dus al gespannen. De directe aanleiding voor de revolutie vond plaats op zondag 25 juli. Die dag besloot koning Karel X om een wet uit 1814 te veranderen. In deze wet regelde de constitutionele monarchie in Frankrijk. Karel X tekende een aantal wetten, waardoor het parlement ontbonden werd en de persvrijheid en het kiesrecht beperkt werden. Dit betekende dat de vrijheid van meningsuiting erg beperkt werd en de middenklasse niet meer voor het parlement kon stemmen. Ook werden er nieuwe verkiezingen uitgeroepen. Karel X was namelijk bang dat de liberalen en republikeinen in het parlement de macht van de koning verder zouden beperken. De liberalen en republikeinen hadden vooral steun onder de middenklasse, terwijl de adel en rijken vaak de koning steunden.

Verboden kranten worden in beslag genomen door de politie.

De volgende dag werden kantoren van kranten en tijdschriften door de politie binnengevallen. Hun kranten werden in beslag genomen, aangezien ze kritiek hadden op de koning. Ook moesten veel kritische kranten en tijdschriften hun deuren sluiten. In Parijs ontstond grote woede over de invallen die avond.

27 juli

Op de eerste dag van de revolutie ontstonden steeds grotere demonstraties en protesten door heel Parijs. Tegen de avond kreeg de politie de opdracht om de protesten neer te slaan. De politie was namelijk bang dat de demonstranten wapens uit wapenwinkels zouden stelen. Hierdoor kwam er beveiliging rondom deze winkels. De politie was niet slim genoeg om ook opslagplaatsen voor wapens en buskruit te bewaken.

Rond 7 uur begonnen er gevechten uit te breken tussen de politie en de demonstranten. De demonstranten gooiden ook stenen, dakpannen en bloempotten naar de politie. Bij de demonstranten kwam 21 burgers om het leven. Dit leidde tot nog meer woede bij de demonstranten. De lichamen van de dode demonstranten werden door de andere demonstranten door de straten gedragen.

28 juli

Op de tweede dag gaf Karel X aan Auguste Marmont het bevel om de revolutie neer te slaan. Marmont was zelf vrij liberaal, maar besloot toch het bevel van de koning op te volgen. Zijn plan was om de belangrijkste gebouwen van de stad te bewaken, zoals het stadhuis en het Palais Royal. Marmont schakelde hiervoor de Koninklijke Garde in, maar deze was niet groot genoeg. Ook koos een deel van de Koninklijke Garde de kant van de demonstranten. Ondertussen gaven de demonstranten een petitie aan de Marmont. Zij riepen de koning op om zijn wetten terug te draaien.

De protesten rondom het stadhuis

Marmont was het eens met de petitie, maar wilde dat de Parijzenaren hun wapens neerlegden. Het koninklijk huis wilde niet met de demonstranten spreken. Zij wisten (net als Marmont) dat Karel X de wetten niet terug zou draaien.

29 juli

Ondertussen waren er meer dan 4.000 barricades in de stad. Ook gebruikten de demonstranten veel symbolen uit de Franse Revolutie, waaronder de Franse driekleurige vlag. Deze vlag werd op veel belangrijke gebouwen gehesen. De voorstanders van de koning verloren steun en de Koninklijke Garde kon de demonstranten niet tegenhouden. Het Tuilerieënpaleis werd door de demonstranten geplunderd. In het paleis droegen de demonstranten kleding van de koning en deden zich als hem voor. Ook dronken ze veel wijn die van de wijnkelders was gestolen. Eerder werd ook het Louvre in beslag genomen.

Aan het einde van de dag werd ook het stadhuis van Parijs ingenomen. Dit was de grootste prijs voor de demonstranten. De demonstranten zetten een eigen regering op. Ook andere belangrijke gebouwen werden in beslag genomen, zoals het Paleis van Justitie en het Paleis van de Aartsbisschop. Hierdoor werd duidelijk dat de demonstranten hadden gewonnen.

Resultaat

De Colonne de Juillet op de Place de la Bastille in Parijs herinnert aan de Julirevolutie.

In Frankrijk

Drie dagen later trad koning Karel X af. Hij weigerde namelijk om macht in te leveren en wilde geen koning meer zijn. Zijn zoon wees ook de Franse troon af. De twee vertrokken vervolgens naar Engeland. Het oorspronkelijk plan was om Karels kleinzoon koning te maken, maar de nieuwe regering had een ander idee. Uiteindelijk werd zijn neefje, Lodewijk Filips I, tot koning gekozen. Hij was namelijk een stuk liberaler en accepteerde de constitutionele monarchie.

De revolutie zorgde ervoor dat er een aantal dingen in Frankrijk veranderden. De Franse vlag werd als eerste vervangen door de huidige vlag. Tijdens de Bourbonrestauratie werd een witte vlag gebruikt, maar de nieuwe vlag leek erg op die van de Franse Revolutie. De macht van de koning werd verder ingeperkt. Ook werden de wetten van Karel X weer teruggedraaid. De persvrijheid en het kiesrecht werden beide hersteld. Deze nieuwe constitutionele monarchie kreeg opnieuw veel steun onder de burgerij. Voor de burgerij was dit een teken dat het liberalisme had gewonnen.

In de rest van Europa

Enkele weken later braken er gelijke protesten uit in veel Europese landen, waaronder Brunswijk en Polen. Deze protesten mislukten allemaal, maar in het zuiden van de Nederlanden waren ze succesvol.

Sinds 1815 waren de Nederlanden verenigd in één land; het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Dit was een absolute monarchie waarin koning Willem I vrijwel alle macht had. De Zuidelijke Nederlanden voelden zich achtergesteld op het noorden. Dit kwam ook doordat de adel en burgerij voornamelijk Franstalig was. Op 25 augustus 1830 brak in Brussel de Belgische Revolutie uit, waarin België zich afscheidde van Nederland. Eén jaar later werd België een constitutionele monarchie met vergaande vrijheden voor die tijd.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Julirevolutie&oldid=782856"