Frans

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Landen waar Frans wordt gesproken.
     Belangrijkste taal
     Officiële taal
     Tweede taal
     Minderheidstaal
Percentage Franssprekenden in Europa. Hoe donkerder, hoe meer mensen Frans kennen.

Het Frans (français) behoort tot de Romaanse talen. Het Frans is een belangrijke taal. Het is een officiële taal in 28 landen (waaronder Frankrijk, Canada, België, Zwitserland en een groot deel van West-Afrika) en verschillende overzeese gebieden (zoals Frans-Guyana en Martinique). Ook is het Frans een bestuurstaal in onder andere de Europese Unie en de Verenigde Naties.

Net als alle andere Romaanse talen is het Frans ontstaan uit het Latijn. De taal is familie van onder andere het Spaans, het Portugees, het Italiaans en het Roemeens. Tussen de 17e en vroege 20e eeuw was het Frans zelfs de belangrijkste lingua franca. Het werd gesproken aan het koninklijk hof, door de adel en rijke burgerij. Hierdoor vindt je nog steeds veel Franse leenwoorden in onder andere het Nederlands, zoals "chauffeur" en "restaurant". Het Frans verloor deze positie in de 20e eeuw aan het Engels. Desondanks is het Frans nog altijd een van de belangrijkste talen wereldwijd.

Gebruik en verspreiding

Het Frans is een wereldtaal. Vroeger was het Frans de voertaal van de adel, het koninklijk hof en de rijke bovenklasse. Dit kwam onder andere door de invloed van Frankrijk, wat een tijdje het belangrijkste land ter wereld was. Ook werden dingen uit Frankrijk (zoals mode, literatuur en wetenschap) erg populair in de rest van Europa. Voornamelijk rijke mensen begonnen zich daarom "Frans" te gedragen, waardoor zij ook Frans met elkaar spraken. Dit waren voornamelijk edelen en koninklijke hoven, maar ook een deel van de burgerij. Dit was het geval in heel Europa en bleef zo tot in de 19e eeuw.

In de 20e eeuw begon het Engels het Frans steeds meer te verdringen als wereldtaal. Dit kwam door de macht van de Verenigde Staten. Waar de Britse bovenklasse vaak Frans met elkaar sprak was dit niet zo in de Verenigde Staten. De Amerikanen hadden zelfs geen eigen adel. Tegenwoordig is het Engels de belangrijkste internationale taal. Desondanks heeft het Frans nog altijd een belangrijke rol in onder andere Europa en West-Afrika. Daardoor is het Frans nog altijd een van de meest gesproken talen ter wereld.

Officiële taal

Het Frans is de officiële taal in 28 landen. In sommige van deze landen is het Frans de enige officiële taal. De landen met verschillende officiële talen waaronder het Frans zijn aangegeven met een (*). De 28 landen waar Frans officieel is zijn:


Ook op alle overzeese gebieden van Frankrijk, zoals Frans-Guyana, Nieuw-Caledonië en Frans-Polynesië, is het Frans de officiële taal.

Internationale organisaties

Ook veel internationale organisaties gebruiken het Frans als bestuurstaal. In de Europese Unie is het Frans een erkende taal, zoals de meeste officiële talen van de lidstaten. Na het Engels wordt het Frans het meest gebruikt in de Europese Unie. Samen met het Engels en Duits is het Frans een van de drie vergadertalen bij de vergaderingen van de Europese Raad. Het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg gebruikt enkel het Frans als werktaal.

Samen met Spaans, Engels, Russisch, Chinees en Arabisch is het Frans een van de zes werktalen van de Verenigde Naties. Dit betekent dat personen tijdens de vergaderingen en bijeenkomsten in een van deze zes talen kunnen spreken.

Andere organisaties met Frans als officiële taal of een van de officiële talen zijn de NAVO, het Rode Kruis, het Internationaal Strafhof, UNESCO, de Afrikaanse Unie, Interpol, het Internationaal Olympisch Comité, de Latijnse Unie en Amnesty International. Daarnaast bestaat er nog de Francophonie, een samenwerkingsverband tussen voornamelijk Franstalige landen.

Franse taal in België

Het Frans officieel in het rode gedeelte (de Franse Gemeenschap) en co-officieel met het Nederlands in het gestreepte gedeelte (Brussels Hoofdstedelijk Gewest).

Op federaal niveau heeft België drie officiële talen (Frans, Nederlands en Duits). In de federale (landelijke) politiek worden vooral Frans en Nederlands gebruikt. Wetten worden in alle drie de landstalen opgeschreven.

De meeste Franstalige Belgen wonen in Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap is het Frans de enige officiële taal, terwijl het samen met het Nederlands officieel is in Brussel. De meeste Franstalige Belgen zijn Walen en wonen in Wallonië. Toch zijn niet alle Franstalige Belgen Waals, aangezien ook een groot deel woont in Brussel. De Franstalige Brusselaren beschouwen zichzelf weer niet als Waals. Om de gehele gemeenschap aan te duiden wordt vaak het woord francophone gebruikt.

Oorspronkelijk was het Frans de enige officiële taal van België, maar sinds de onafhankelijkheid zijn het Nederlands en Duits hierbij gekomen. In Vlaanderen en de Duitstalige Gemeenschap speelt het Frans nog steeds een grote rol. Hier leren kinderen het Frans als vreemde taal. Ook is het Frans nodig voor sommige studierichtingen (zoals rechten).

Franse taal in Nederland

Tijdens het koninkrijk Holland (1806-1810) had Nederland zelfs een Franstalige koning; Lodewijk Napoleon Bonaparte.

Frans was vroeger de voertaal van de adel en rijke burgerij in Nederland. Dit kwam doordat Frankrijk een belangrijke positie had in de wereld en veel edelen in andere talen ook Frans spraken. Nederland was ook een tijdje onderdeel van het Eerste Franse Keizerrijk. Tussen 1815 en 1830 was België ook onderdeel van Nederland. Toen was het Frans samen met het Nederlands officieel. Sinds 1830 is het Nederlands de enige officiële taal in Nederland. De positie van het Frans werd ingenomen door het Engels tijdens de 20e eeuw.

Vanwege deze geschiedenis had Nederland lange tijd ook nog enkele oude wetten die in het Frans waren geschreven. De laatste Franstalige wet was de Mijnwet van 1810 die in 2003 werd afgeschaft.

Tegenwoordig is het Frans op de meeste middelbare scholen een schoolvak. De meeste middelbare scholieren krijgen Frans vanaf het eerste jaar in de onderbouw. Voor de meeste scholieren is het Frans daardoor de tweede vreemde taal die ze leren naast het Engels. Toch kunnen hier verschillen in zitten. Op sommige basisscholen wordt al begonnen met het Frans, waardoor leerlingen vroeger beginnen. Ook zijn er middelbare scholen waar geen Frans onderwezen wordt, maar waar men een andere vreemde taal kiest. Frans is daardoor geen verplicht vak in Nederland.

Variëteiten en dialecten

Het woord verlan is ook een verlan van het Franse woord l'envers (het omgekeerde).

Door de wereldwijde verspreiding van het Frans zijn er ook veel verschillende dialecten en variëteiten. Een variëteit is een soort van standaardtaal die in één land of gebied gesproken wordt. Deze variëteiten verschillen vaak met het standaard-Frans in Frankrijk. In België zijn er bijvoorbeeld enkele verschillen met het Frans uit Frankrijk. Hierdoor wordt ook wel gesproken van het Belgisch-Frans (wat soms ten onrechte Waals genoemd wordt). Zo wordt het getal 90 in Frankrijk quatre-vingt-dix genoemd, maar in Wallonië zegt men nonante. Het Belgisch-Frans is namelijk meer beïnvloed door Germaanse talen, zoals het Nederlands en Duits.

Ook in Zwitserland is er een eigen versie van het Frans; het Zwitsers-Frans. Hier zijn veel dingen uit Duits overgenomen. In Canada bestaat het Canadees-Frans, wat door de overheid en in de provincies Québec en New Brunswick gebruikt wordt. Hieronder valt ook het Quebecs-Frans, wat voor de meeste Fransen onverstaanbaar is. In de Amerikaanse staat Louisiana bestaat het Cajun-Frans. Louisiana was namelijk vroeger een Franse kolonie, waaronder er nog altijd Franstaligen wonen in onder andere New Orleans. Hoewel de sprekers in het Frans met elkaar communiceren, spellen zij Frans in het Engels. Dit komt doordat veel sprekers nooit de Franse spelling geleerd hebben.

In de Franse jongerentaal komt daarnaast ook het verschijnsel verlan om. Dit betekent dat de lettergrepen van een Frans woord omgedraaid worden. Dit gebeurt ook vaak in rapmuziek voor. Het woord cité (stad) wordt bijvoorbeeld omgedraaid tot tess (té-ci). Ook de Franse zanger Stromae heeft een artiestennaam met een verlan. Zijn artiestennaam is namelijk een omdraaiing van het woord maestro.

Letters en uitspraak

Alfabet

Ipa fr s1 e5.svg

Het Frans gebruikt dezelfde letters als het Nederlands, maar er zijn enkele verschillen in uitspraak. De letters "k", "w" en in mindere mate "y" worden vrijwel alleen voor leenwoorden en (buitenlandse) namen gebruikt.

A ah H assj N enne U uu
B bee I ie O oo V vee
C see J zjie P pee W doeble vee
D dee K kah Q kuu X ieks
E uh L elle R er Y ie grek
F effe M emme S ess Z zedde
G zjee T tee

Daarnaast bestaat er in het Frans nog een speciale letter; namelijk de Œ met als kleine letter œ. De "œ" komt oorspronkelijk uit het Latijn. Hoewel de letter eruitziet als een aan elkaar geschreven "oe", wordt de letter uitgesproken als een eu (als in geur). De letter komt in verschillende Franse woorden voor, zoals cœur (hart) en sœur (zus). Hoewel het een letter is, komt hij niet voor in het Franse alfabet.

Diakritische tekens

Het Frans heeft daarnaast nog veel diakritische tekens. Dit is zijn symbooltjes die je op letters kun zetten om de uitspraak aan te geven. In het Nederlands bestaan deze tekens ook, zoals de trema (als in ë).

Het Frans heeft vijf diakritische tekens:

  • De cedille (ç) is een haakje dat aan de letter "c" wordt vastgemaakt. De "c" wordt in het Frans normaal uitgesproken als een "k" (als in caissière). De cedille wordt echter uitgesproken als een "s", zoals in français (Frans) en het Nederlandse woord Curaçao.
  • Het accent grave (als in è) geeft aan dat de letter kort moet worden uitgesproken. Het accent grave komt meestal voor op de "e" (è) en in minder mate op de "a" (à) en de "u" (ù). De accent grave komt voor bij sommige vrouwelijk woorden (première) en de rangtelwoorden (deuxième; tweede). Ook wordt het soms gebruikt voor verschil in betekenis aan te geven, zoals ou (of) en (waar).
  • Het accent aigu (als in é) heeft verschillende functies. Aan het begin van een woord geeft het aan dat daar de klemtoon ligt, zoals bij étudiant (student). Ook komt het voor in werkwoordsvormen uit de verleden tijd (parlé; praatte). Daarnaast komt het voor aan het einde van woorden (université; universiteit). Dit gebeurt soms in de combinatie -ée als in créme brûlée. In deze laatste gevallen moet de klinker lang worden uitgesproken.
  • Het accent circonflexe (als in ê) komt bij alle klinkers voor (î, â, ê, û en ô). Het accent circonflexe geeft aan dat een klinker kort moet worden uitgesproken. Vroeger stond er naast de klinker namelijk een "s", maar deze is tegenwoordig verdwenen. Ook kan het zijn dat de klinker in het Latijn lang werd uitgesproken, terwijl dit in het Frans niet geval is. Enkele voorbeelden zijn château (kasteel), maître (meester) en bête (beest).
  • De trema (als in ë) komt voor bij de letters "e" (ë), "i" (ï) en "u" (ü). De trema komt vaak voor bij combinaties van twee of meerdere klinkers. Het geeft aan dat de klinkers los van elkaar moeten worden uitgesproken. Zo wordt het woord "Noël" (kerst) niet als "noel" maar als "noo-el" uitgesproken. De trema komt ook voor bij enkele leenwoorden en buitenlandse namen.

Uitspraak in het algemeen

De uitspraak van het Frans kan erg moeilijk zijn, aangezien er veel regels en uitzonderingen zijn. Daarnaast staat hier slechts de basis vermeld. Het Frans is niet fonetisch. Van de uitspraak kun je soms niet goed afleiden hoe je een woord schrijft. De komt doordat veel woorden in het Frans niet volledig worden uitgesproken, bijvoorbeeld de "s" aan het einde van veel woorden.

Daarnaast zijn er nog enkele klinkercombinaties:

  • De "eau" of "au" wordt uitgesproken als een "oo", zoals in eau (water). In het Nederlands wordt de "eau" daarom ook soms de "Franse o" genoemd.
  • De "eu" wordt net als in het Nederlands uitgesproken als een "eu" (als in heureux, vrolijk).
  • De "ou" wordt uitgesproken als een "oe" (zoals in rouge; rood), maar soms ook uit als een ie (als in oui; ja).
  • De "ui" wordt uitgesproken als een "ie" (zoals huit; acht).

Ook zijn er enkele verschillen op het gebied van medeklinkers:

  • De "g" wordt nooit als in het Nederlands uitgesproken. Wanneer de "g" in een woord staat, wordt deze normaal gesproken als de "g" in chantage uitgesproken. Aan het begin van een woord moet je kijken naar de volgende (mede)klinker. Wanneer de "g" wordt opgevolgd door een "i", "y" of "e", wordt deze als een "zj" uitgesproken. Wanneer de "g" wordt opgevolgd door een medeklinker, "a", "o" of "u", wordt deze als de "g" in goal uitgesproken.
  • De "h" wordt nooit uitgesproken in het Frans; deze is stil. Fransen spreken het woord hôtel dus uit als ootel.

Grammatica

Lidwoorden

In het Frans zijn er twee bepaalde lidwoorden, namelijk le (mannelijk) en la (vrouwelijk). Ieder zelfstandig naamwoord is daardoor mannelijk ("le garçon", de jongen) of vrouwelijk ("la femme", de vrouw). Hiervoor zijn vrijwel geen regels en moet je dus uit je hoofd leren. Als het zelfstandig naamwoord met een klinker of "h" begint, worden le en la afgekort tot l' (met een apostrof). Enkele voorbeelden zijn l'ordinateur (de computer) en l'hôtel (het hotel). Ook deze woorden zijn mannelijk of vrouwelijk, wat je ook van buiten moet weten.

In het meervoud wordt zowel bij mannelijke als vrouwelijke woorden het lidwoord les gebruikt, zoals les femmes (de vrouwen) en les garçons (de jongens).

Ook bestaan er twee onbepaalde lidwoorden, namelijk un (mannelijk) als in "un garçon" (een jongen) en une (vrouwelijk) als in "une femme" (een vrouw).

Bijvoeglijke naamwoorden

Anders dan in het Nederlands worden bijvoeglijke naamwoorden in het Frans normaal gesproken achter het zelfstandig naamwoord gezet. Een voorbeeld hiervan is une femme belle (een mooie vrouw); het woord "belle" staat achter het woord "femme". Toch wordt het bijvoeglijk naamwoord soms ook vóór het zelfstandig naamwoord gezet. Dit gebeurt als je het bijvoeglijk naamwoord wil benadrukken (dus er de aandacht op wilt leggen). Bij het voorbeeld un grand palais (een groot paleis) wil je dus benadrukken dat het paleis groot is.

Bijvoeglijke naamwoorden worden in het Frans ook vervoegd naar geslacht; zij krijgen dan een andere uitgang. Bijvoorbeeld un garçon neuf (een nieuwe jongen) en une fille neuve (een nieuwe meisje). Je ziet hierbij dus dat de laatste letters van "neuf/neuve" veranderen. Dit gebeurt bij de meeste Franse bijvoeglijk naamwoorden.

Van de meeste bijvoeglijke naamwoorden kun je ook een bijwoord maken. Dan krijgt het woord de uitgang -ment, waarbij soms een extra letter aan moet worden toegevoegd of veranderd moet worden.

Meervoud

In het Frans wordt vaak een -s toegevoegd om van een zelfstandig naamwoord in enkelvoud meervoud te maken. Een voorbeeld hiervan is het woord le maison (het huis) wat in meervoud les maisons (de huizen) wordt. Wanneer een zelfstandig naamwoord in -s, -z of -x eindigt, wordt er geen -s toegevoegd. Het woord blijft in meervoud precies hetzelfde als in enkelvoud, zoals bij le fils (het kind) - les fils (de kinderen).

Woorden die eindigen in -ou, -eu of -au krijgen in het meervoud een -x. Een voorbeeld is het woord "le bureau" (het bureau), wat "les bureaux" (de bureaus) wordt. Bij woorden die eindigen in -al wordt het einde in meervoud vervangen door -aux, zoals bij l'animal (het dier) - les animaux (de dieren).

Er zijn ook enkele onregelmatige meervoudsvormen:

  • aïoel - aïeux (voorouder - voorouders)
  • ciel - cieux (hemel - hemels)
  • œil - yeux (oog - ogen)

Voornaamwoorden

In het Frans zijn er verschillende soorten voornaamwoorden. Hieronder vindt je als eerste de persoonlijke voornaamwoorden. Je ziet dat bij "zij" in het meervoud er een onderscheid wordt gemaakt tussen mannelijk en vrouwelijk. Als je naar een groep mannen verwijst gebruik je de mannelijke vorm. Als je naar een groep vrouwen verwijst gebruik je de vrouwelijke vorm. Bij gemixte groepen wordt vaak de mannelijke vorm gebruikt.

Persoonlijke voornaamwoorden
Nederlands Frans Uitspraak
ik je zje
jij/u tu/vous tuu/voe
hij/zij/het il/elle/on iel/el/oh
wij nous noe
jullie vous voe
zij (m.)/zij (vr.) ils/elles iel/el

De bezittelijke voornaamwoorden hebben altijd drie vormen; "enkelvoud mannelijk", "enkelvoud vrouwelijk" of "meervoud". Of je mannelijk of vrouwelijk in het enkelvoud moet gebruiken hangt af van het geslacht van het woord.

Persoonlijke voornaamwoorden
Nederlands Frans
(mannelijke enkelvoud)
Uitspraak Frans
(vrouwelijk enkelvoud)
Uitspraak Frans
(meervoud)
Uitspraak
Mijn Mon Moh Ma Maa Mes Meh
Jouw Ton Toh Ta Taa Tes Teh
Zijn/haar Son Soh Sa Saa Ses Seh
Ons Notre Nohtr Notre Nohtr Nos Noh
Jullie Votre Vohtr Votre Vohtr Vos Voh
Hun Leur Leur Leur Leur Leurs Leur

Werkwoorden

In het Frans worden werkwoorden altijd vervoegd naar persoon (ik, jij, hij, etc.) en tijd (verleden tijd, tegenwoordige tijd, toekomstige tijd). Net als in het Nederlands zijn er in het Frans zowel regelmatige als onregelmatige werkwoorden. De meeste werkwoorden zijn regelmatig en gaan volgens een set van vaste vervoegingen. Deze regelmatige werkwoorden kun je in drie categorieën verdelen, namelijk werkwoorden die eindigen in -ir, in -er of in -re.

In de tabel hieronder zie je de uitgangen van de regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd. In de verleden en toekomstige tijd hebben deze werkwoorden een andere vorm en andere uitgangen. Bij de uitgangen staat steeds een voorbeeld ("finir" betekent beëindigen, "manger" betekent eten en "attendre" betekent wachten).

Persoon Werkwoorden met -ir
(Voorbeeld: Finir)
Werkwoorden met -er
(Voorbeeld: Manger)
Werkwoorden met -re
(Voorbeeld: Attendre)
Je (ik) -is Finis -e Mange -s Attends
Tu (jij) -is Finis -es Manges -s Attends
Il/elle/on (jij/zij het) -it Finit -e Mange Attend
Nous (wij) -issons Finnisons -ons Mangons -ons Attendons
Vous (jullie) -issez Finnissez -ez Mangez -ez Attendez
Ils/elles (zij) -issent Finnissent -ent Mangent -ent Attendent

Daarnaast heeft het Frans ook veel onregelmatige werkwoorden, zoals avoir (hebben), aller (gaan), dire (zeggen), voir (zien), savoir (weten). Deze werkwoorden hebben altijd hun eigen vormen die je van buiten moeten leren. Toch gaat het om een kleine groep werkwoorden. Het meest voorkomende onregelmatige werkwoord is être (zijn), waarvan hieronder de vervoeging staat

Nederlands Frans Uitspraak
Ik ben... Je suis... sje swie...
Jij bent... Tu es... tu è...
Hij is... Il est il è...
Zij is... Elle est... El è...
Het is... C'est... Sè...
We zijn... Nous sommes... Noe som
Jullie zijn/U bent... Vous êtes... Voez ète...
Zij (mannelijk) zijn... Ils sont... Il son...
Zij (vrouwelijk) zijn... Elles sont... El son...
Het zijn... Ce sont... Se son...

Dubbele ontkenning

Net als andere Romaanse talen heeft Frans een dubbele ontkenning. Dit betekent dat er twee ontkenningswoorden (zoals niet, geen, etc.) worden gebruikt in één zin, terwijl er maar eentje bedoeld wordt. Een voorbeeld hiervan is de zin Je ne sais pa (Ik weet het niet). De woorden "ne" en "pas" betekenen alle twee "niet"; er staan dus twee ontkenningswoorden in de zin. Hoewel het tweede woord overbodig lijkt, kan dit niet worden weggelaten.

De combinatie "ne ... pas" (niet) komt is niet enige combinatie van ontkenningswoorden. Andere mogelijkheden zijn "ne ... plus" (niet meer), "ne ... pas encore" (nog niet), "ne ... jamais" (nooit), "ne ... rien" (niets) en "ne ... personne" (niemand). Bij de dubbele ontkenning in het Frans wordt dus altijd "ne" gecombineerd met een ander ontkenningswoord.

Voorbeelden

Voorbeeldzinnen

Nederlands Frans Uitspraak
Ik spreek geen Frans Je ne parle pas français zje ne parle pa fransè
Ik heet ... Je m'appelle .... zje mappèll ...
Ik ben ... Je suis ... zje swie
Hoe heet jij? Comment tu t'appelles? comman tuu tappell?
Ik ben .. jaar oud J'ai ... ans zjee ... an

De cijfers tot 15

Nederlands Frans Uitspraak
één un eun
twee deux deu
drie trois trwà
vier quatre katr
vijf cinq seink
zes six sies
zeven sept set
acht huit wiet
negen neuf nuf (doffe 'e')
tien dix dies
elf onze onzeh
twaalf douze doez
dertien treize trèz
veertien quatorze katorz
vijftien quinze kènz

Dagen

Nederlands Frans Uitspraak
Maandag Lundi Lundi
Dinsdag Mardi Màrdie
Woensdag Mercredi Merkredie
Donderdag Jeudi Zjeudie.
Vrijdag Vendredi Vendredie
Zaterdag Samedi Sàmedi
Zondag Dimanche Diemansch

Franse leenwoorden in het Nederlands

In het Nederlands komen veel Franse leenwoorden voor. Enkele voorbeelden vindt je hieronder:


 
Romaanse talen

Aragonees · Aroemeens · Arpitaans · Asturisch · Catalaans · Corsicaans · Dalmatisch · Frans · Friulisch · Galicisch · Gascoons (Aranees) · Istriotisch · Istro-Roemeens
Italiaans · Ladinisch · Ladino · Mozarabisch · Napolitaans · Occitaans · Portugees · Reto-Romaans · Roemeens · Sardijns · Spaans · Venetiaans

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Frans&oldid=840476"