Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog
Amerikaanse Revolutie

BattleofLongisland.jpg

Amerikaanse soldaten bij de slag om Long Island
Datum 19 april 1775 - 3 september 1783
Locatie Noord-Amerika, Europa, Indië, Caribische Zee, Indische Ocean en Atlantische Oceaan
Overwinning voor De Verenigde Staten
Resultaat
Strijdende partijen
Vlag van de Verenigde Staten Verenigde Staten
Flag of Royalist France.svg Frankrijk
Flag of Cross of Burgundy.svg Spanje
Statenvlag.svg Nederlandse Republiek
Flag of Great Britain (1707–1800).svg Groot-Brittannië
Leiders
George Washington
Nathanael Greene
Horatio Gates
Benedict Arnold
Friedrich Wilhelm von Steuben
Marquis de La Fayette
Graaf van Rochambeau
François Joseph Paul de Grasse
Pierre André de Suffren
Bernardo de Gálvez
Luis de Córdova y Córdova
Juan de Lángara
Frederick North
William Howe
Thomas Gage
Henry Clinton
Charles Cornwallis
Guy Carleton
John Burgoyne
Benedict Arnold
George Rodney
Richard Howe
Wilhelm von Knyphausen
Troepensterkte
35.000 Continentale soldaten
44.500 Minutemen
55.000+ matrozen
10.000 Fransen in Amerika
~60.000 Fransen en Spanjaarden in Europa
56.000 Britten
171.000 matrozen
30.000 Hessische troepen
50.000 loyalisten
13.000 Indianen
Verliezen
50.000± Amerikaanse doden en gewonden 20.000± gewonden en doden in het Britse leger
19.740 dode matrozen
42.000 gedeserteerden
7.554 Hessische doden
Portaal Portal.svg Geschiedenis

De Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog (American Revolutionary War of American War of Independence), ook wel bekend als de Amerikaanse Revolutie (American Revolution) was een oorlog tussen de dertien koloniën en het koninkrijk Groot-Brittannië tussen 1775 en 1783. De oorlog zorgde voor de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten. Vaak wordt de naam Amerikaanse Revolutie genoemd voor gehele opstand, dus ook vóór de oorlog, en de periode waarin de Verenigde Staten werden gevormd (dus na de oorlog). Doorgaans worden de twee namen door elkaar gebruikt.

Vóór de oorlog waren de Verenigde Staten een kolonie van Groot-Brittannië. De kolonie had geen inspraak in het Brits parlement en in de kolonie werden steeds hogere belastingen geheven om de Britse oorlogen te bekostigen. Hiertegen was veel tegenstand. Daarnaast was in de VS de Amerikaanse verlichting aan de gang, waarbij ideeën als onafhankelijkheid, gelijkheid, vrijheid en het vormen van een republiek in zicht kwamen. De echte oorlog brak uit in 1775. Op 4 juli 1776 werd de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring getekend. Tot aan 1780 vond deze oorlog alleen plaats in Noord-Amerika. Van 1780 tot 1783 werd het een internationale oorlog, waarbij ook Spanje en Nederland zich gingen bemoeien. Toen werd ook buiten Noord-Amerika gevochten. De VS werd gedurende de gehele oorlog door Frankrijk gesteund.

De Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog zorgde voor het ontstaan van de Verenigde Staten en het verlies van de 13 koloniën voor Groot-Brittannië. Na de oorlog werden de Verenigde Staten gevormd, wat geen soepel proces was. De Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog is een belangrijk moment in de Amerikaanse geschiedenis. Nog steeds wordt dit moment in de VS gevierd op 4 juli, Independence Day. Ook zijn er verschillende monumenten ter nagedachtenis, zoals het Vrijheidsbeeld en de Independence Hall. Veel Amerikaanse helden kunnen ook verband worden gebracht met de oorlog, zoals George Washington, Thomas Jefferson, Alexander Hamilton, Friedrich Wilhelm von Steuben, Marquis de La Fayette en ook landverrader Benedict Arnold.

Ontstaan

De situatie in de kolonie

De dertien koloniën

Na de ontdekking van Amerika door Columbus probeerden veel Europese landen een stukje Amerika te bemachtigen. Waar de Spanjaarden en Portugezen zich vooral op het zuiden en midden richtten, richtte de Britten zich vooral op het noorden. Virginia was de eerste kolonie en werd gekoloniseerd in 1607. De laatste kolonie was Georgia in 1733. De Britten hadden dertien koloniën in Noord-Amerika. Deze dertien koloniën waren van zuid naar noord Georgia, South Carolina, North Carolina, Virginia, Maryland, Delaware, Pennsylvania, New Jersey, New York, Connecticut, Rhode Island, Massachusetts en New Hampshire. Vermont en Maine vielen ook onder het grondgebied van de Verenigde Staten. Vermont was toen onderdeel van New Hampshire en Maine was onderdeel van Massachusetts. Pas jaren na de oorlog werden zij aparte staten. De dertien koloniën besloegen grofweg de oostkust van de huidige VS.

De koloniën hadden geen inspraak in het Brits parlement. Groot-Brittannië had een lange parlementaire traditie. Het Brits Parlement was voor hoge adel en belangrijke personen uit de burgerij, in alle gevallen alleen mannen. In de koloniën bestond deze democratie niet. Per kolonie was er een soort van klein parlement. Hierin mocht alleen een kleine groep rijke grootgrondbezitter besluiten nemen. Het ging hierbij om het dagelijks bestuur. Het Brits Parlement had de macht in handen en nam de meeste besluiten voor de koloniën. De koloniën vormden geen geheel. Elke kolonie werd apart bestuurd, maar alle stonden ze onder Groot-Brittannië. Er was dus geen gezamenlijk bestuur, zoals nu wel het geval is.

De pelgrims op de Mayflower kwamen naar de Verenigde Staten wegens religieuze redenen

Over de jaren heen verhuisden allerlei groepen naar de Verenigde Staten die niet welkom waren in Groot-Brittannië en de rest van Europa. Voorbeelden zijn pelgrims, allerlei protestantse en joodse groepen uit voornamelijk Nederland en Duitsland en ook Ierse katholieken. Daarnaast waren er veel slaven uit Afrika en waren er Indiaanse stammen. De economie van de koloniën was vooral op de landbouw gericht. Zaken als tabak en allerlei voedselproducten werden verhandeld aan Groot-Brittannië. Uit Groot-Brittannië kwamen vervolgens weer gebruiksproducten, zoals textiel, en producten uit de andere koloniën. Ondertussen ontstond in het noorden van Verenigde Staten een industrie, terwijl het zuiden agrarisch bleef. In het noorden ontstonden ook de eerste instituten, zoals universiteiten.

Belastingen

De bevolking van Boston leest de Stamp Act in 1765.

De Zevenjarige Oorlog tussen de Britten en de Fransen zorgden ervoor dat Groot-Brittannië meer geld nodig had. Vanaf 1764 voerde het Brits Parlement allerlei belastingen in de Amerikaanse koloniën in. Dit zorgde voor meer geld in de Britse schatkist en daarmee kon meer oorlog worden gevoerd. Voorbeelden zijn de Sugar Act (voor suiker), de Stamp Act (voor papieren met een zegel of stempel), de Townhends Acts (voor papier en lood) en de Tea Act (voor thee). De Amerikanen voelden zich toentertijd Britse staatsburgers. Ze vonden dat hun rechten geschonden werden. Een Brits staatsburger in Groot-Brittannië had enige mate van vertegenwoordiging in het parlement, terwijl de Britse staatsburger in de dertien koloniën dit niet had. Ze wilden daarom aanvankelijk vertegenwoordiging in het Brits parlement:

Aanhalingsteken openen

No taxation without representation
Geen belasting zonder vertegenwoordiging

Aanhalingsteken sluiten

De Britten wilden dit niet doen, aangezien alle andere Britse koloniën dan ook vertegenwoordiging wilden. Hierdoor zou Groot-Brittannië haar dominante status als moederland verliezen. Dit leidde uiteindelijk tot politieke tegenstand.

De Amerikaanse verlichting

Filosoof Thomas Paine was geboren in Groot-Brittannië, maar emigreerde in 1774 naar de Verenigde Staten.

De 18e eeuw was ook de periode van de verlichting. In voornamelijk Frankrijk was dit een populaire stroming. Vanuit Frankrijk verspreidde de verlichting zich naar o.a. Duitsland en Schotland en zo ook de Verenigde Staten. De verlichting bracht verschillende ideeën naar de Verenigde Staten, zoals liberalisme (economische vrijheid), democratie en het idee van een republiek. De Verlichting-ideeën waren heel erg populair in de Verenigde Staten. Veel Amerikanen zagen hoe zo het bestuur verbeterd kon worden. Het Britse bestuur zagen zij als corrupt en aristocratisch (macht was in handen van een klein groepje).

Een bekende vertegenwoordiger van de Amerikaanse verlichting was Thomas Paine. Hij schreef het pamflet Common Sense. Pas in de uitgave van een pamflet van Thomas Paine, Common Sense ("Gezond Verstand"), wordt in januari 1776 een echt radicaal idee voorgesteld: onafhankelijkheid. Maar hoe? Nationale onafhankelijkheid mét een binnenlandse revolutie of enkel een losmaken van het moederland met behoud van de positie van de overheersende klassen (en dus géén democratie)? Paine vond dat alle mensen gelijk zijn en niemand voorrechten zou moeten hebben. Iedereen mag het land besturen als hij of zij maar vertrouwd wordt door het volk, dat kan kiezen wie het vertrouwt. Het Britse koningshuis en de Britse adel hadden in Amerika niks meer te zeggen, in de republiek die hij wilde hadden de burgers de macht. Zijn pamflet werd heel erg bekend en hij overtuigde veel kolonisten met zijn ideeën.

De Founding Fathers hingen ook de verlichtingsidealen aan. Na Paines pamflet veranderde de reden van de strijd. Het ging niet meer om belastingen en vertegenwoordiging, maar om onafhankelijkheid. De dertien koloniën wilden onafhankelijkheid van Groot-Brittannië om hun eigen zaken te regelen. Natuurlijk lieten de Britten niet zo maar gebeuren en dit leidde uiteindelijk tot oorlog.

Politieke tegenstand

Al vóór Thomas Paine was er politieke tegenstand tegen de Britten. Zo was er de groep genaamd Sons of Liberty. Deze groep voerde grote demonstraties en protesten tegen de Britse wetten. Hun bekendste protest kwam uit 1773. Na de Tea Act van 1773 was de bevolking van de stad Boston zo klaar met alle belastingen, dat de inwoners zich verkleden als inheemse volkeren en alle Britse thee in de haven gooiden. Dit staat bekend als de Boston Tea Party. Een jaar later werden de zogeheten Intolerable Acts ingevoerd. In Massachusetts, waar Boston lag, werden alle samenkomsten verboden. Ook werd de haven van Boston afgesloten en werden alle misdadigers aan het protest in Groot-Brittannië berecht.

In 1772 had Samuel Adams al de zogeheten Committees of Correspondence opgericht. Adams verbond hiermee alle regeringen van de dertien koloniën met elkaar. Dit was uiteindelijk het begin van de centraal geleide opstand. Dit alles leidde tot het Eerste Continentaal Congres van 1774. Hierin besloten de 13 koloniën om alle Britse producten te boycotten. Ze maakten de namen van de handelaars die zich hier niet aan hielden bekend. De comités van Adams zorgden ervoor dat de Amerikanen trots werden op hun koloniën en eenvoudig gingen leven. Hierdoor waren de producten uit Groot-Brittannië niet meer nodig.

Verloop

De Britten komen aan in Massachusetts

Paul Revere waarschuwt de inwoners van Lexington voor het Britse leger.

Boston in Massachusetts was één van de grootste steden van de dertien koloniën en bovendien één van de belangrijkste havens en handelscentra. Vooral in Boston was de bevolking kritisch op de Britse wetten en hier waren ook veel protesten. Het Brits parlement hief vervolgens de overheid van Massachusetts op. Massachusetts zou vanaf nu volledig voor de Britten worden bestuurd. Hiermee wilden de Britten voorkomen dat er meer protesten in Boston waren, maar wilde ook laten zien wat er met de andere koloniën zou gebeuren als zij verder zouden protesteren.

De Britse generaal Thomas Gage was gelegerd in Boston met 4000 Britse soldaten om de orde te houden. Gage zond op 18 april 1775 700 soldaten naar Concord. In Concord was munitie opgeslagen en de Britten wilden dit in beslag nemen. Op de spits van de Old North Church waren twee lantaarns geplaatst om aan te duiden dat de Britten naar Concord gingen via Lexington. Volgens de legende zou zilversmid Paul Revere dit gezien hebben. Hij ging vervolgens te paard in het midden van de nacht naar Lexington om de bewoners te waarschuwen. Revere werd aangehouden door de Britten op weg naar Concord, maar andere bewoners van Lexington wisten de bewoners van Concord te informeren. Door de waarschuwing van Revere wachtte 77 inwoners de Britten op. Dit leidde tot de slagen van Lexington en Concord en het begin van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Revere wordt als held gezien, maar tegenwoordig zijn er twijfels of dit precies zo gebeurd is. Vermoedelijk was Paul Revere één van de mensen die de bevolking van Lexington waarschuwde en deed dit niet in z'n eentje.

De Britten omsingelden vervolgens Boston en probeerden Charlestown te veroveren tijdens de slag om Bunker Hill. Hoewel dit lukte, was het Britse leger zou erg uitgeput. Hierdoor konden de Britten de aanval niet doorzetten. Generaal Gage werd hierdoor vervangen door generaal William Howe. Ondertussen richtte de dertien koloniën een eigen leger op, het Continentaal Leger. George Washington werd als generaal van dat leger aangesteld. Het Continentaal Leger kocht grote hoeveelheden buskruit bij Frankrijk. Frankrijk steunde de Amerikaanse koloniën. Dit was niet omdat ze het eens waren met de verlichting (Frankrijk was nog steeds een absolute monarchie), maar omdat ze de Britten wilden dwarszitten. Kolonel Henry Knox wist Boston terug te veroveren en de Britten vluchtten naar Halifax in Nova Scotia.

De Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring

Zie Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De vertegenwoordigers tekenen de onafhankelijkheidsverklaring in Independence Hall in Philadelphia

Op 4 juli 1776 verklaarden de dertien koloniën zich onafhankelijk (New York tekende overigens pas op 9 juli). De verklaring werd door vertegenwoordigers van alle koloniën ondertekend, waaronder Thomas Jefferson, John Adams, Benjamin Franklin, Roger Sherman, Samuel Adams, John Hancock en Robert Livingston.

De koloniën verklaarden zich onafhankelijk van de Britse monarchie. De verklaring heeft allerlei redenen hiervoor. De bekendste regel uit de verklaring is:

Aanhalingsteken openen

We hold these truths to be self-evident, that all men are created equal, that they are endowed by their Creator with certain unalienable Rights, that among these are Life, Liberty and the pursuit of Happiness.
Wij zien deze feiten als vanzelfsprekend, dat alle mensen gelijkwaardig zijn, dat zij mee zijn gegeven door hun Schepper met de zekere onvervreemdbare Rechten, dat onder deze Leven, Vrijheid en het nastreven van Geluk zijn.

Aanhalingsteken sluiten


De strijd in Québec, New York en New Jersey

Ethen Allen en Benedict Arnold veroverden Fort Ticonderoga en plunderden daarna Fort Saint-Jean in de buurt van Montreal. De gouverneur van Quebec liet het fort hierdoor versterken en gingen samenwerken met de inheemse stammen. Hierdoor konden de Britten vanuit het noorden de dertien koloniën binnenvallen. Hierdoor stemde het Amerikaans Congres toe met een invasie van Quebec. Richard Montgomery veroverde vervolgens Fort Saint-Jean en sloot zich aan bij het leger van Benedict Arnold. Samen vielen ze Quebec aan. Ze belegerden Montreal tot dat Charles Douglas de stad bevrijdde. Op 8 juni 1776 deden de Amerikanen een nieuwe poging om Quebec te veroveren, maar Benedict Arnold werd verslagen in de slag bij Valcour Island. Arnold trok zich hierna terug. Toch bleken de aanvallen de Britten voorlopig tegen te houden om de koloniën binnen te vallen. De invasie van Quebec zorgde er wel voor dat de Amerikanen hun steun onder de Britse bevolking verloren.

Generaal Washington steekt de Delaware over.

De Britse generaal Howe verliet ondertussen Boston om New York te veroveren. Washington had echter 20.000 soldaten op Long Island en Manhattan neergezet. Op Staten Island verzamelden de Britse troepen zich. De Britten wisten de Amerikanen te verdrijven en New York in te nemen. Washington wist te vluchten. DE Britse generaal Clinton veroverde vervolgens Rhode Island en generaal Charles Cornwallis ging Washington achterna tot aan Delaware. De toekomst voor het Continentaal Leger zag er somber uit. Het Congres, dat in Philadelphia zat, was al gevlucht. Maar op het punt dat alles er somber uitzag, bereidde Washington zich voor op de tegenaanval. Op kerstavond 1776 stak Washington de rivier Delaware over, waarna de Amerikanen de Hessische huurlingen in het Britse leger gevangennamen na de slag bij Trenton. Het Britse leger moest zich terugtrekken naar Princeton. Generaal Clinton probeerde South en North Carolina in te nemen, maar faalde.

Saratogacampagne

Het Britse leger stuurde vervolgens twee legers naar de dertien koloniën. Het eerste leger voerde de Saratogacampagne uit onder leiding van John Burgoyne. Het doel was om het Champlainmeer en de rivier Hudson te veroveren. Zo werd het noorden van het zuiden gescheiden. Het leger wilde eerst Albany aan het Champlainmeer veroveren. Het leger heroverde Fort Ticonderoga, maar werd hierna door de Amerikanen tegengewerkt. Zij hadden de wegen versperd. Tijdens de slag bij Bennington verloor het Britse leger 1.000 soldaten. Tijdens slag bij Oriskany verloor het Amerikaanse leger weer een aantal manschappen. Benedicht Arnold moest vervolgens vluchten.

Het leger van generaal Burgoynes ging verder naar Albany, waar de Amerikaanse generaal Horatio Gates ze opwachtte. Burgoynes wilde dit leger omsingelen, maar kwam in de slag bij Saratoga terecht. Dit werd gedaan om te voorkomen dat de Britten naar Philadelphia gingen. Het Amerikaanse leger wist de Britten te verslaan. Burgoynes gaf zich vervolgens over. Saratoga was een keerpunt in de oorlog. Vanaf nu was er weer hoop, vertrouwen en vastberadenheid. Ook sloot Frankrijk zich officieel aan bij de Amerikanen, hoewel ze ze al twee jaar in het geheim steun had gegeven.

Philadelphiacampagne

Daarnaast was er nog een andere campagne, de Philadelphiacampagne. De Britse generaal Howe wilde met het Britse leger de stad Philadelphia veroveren. In de stad zetelde de Amerikaanse stad Philadelphia. 15.000 Britse soldaten gingen uiteindelijk naar Chesapeake Bay en wilde via die route de stad veroveren. Washington wist hiervan en was op de route naar de stad gevestigd met een leger van 11.000 man. Tijdens de slag bij Brandywine moest het Amerikaanse leger zich terugtrekken. Het Amerikaans Congres trok zich uit de stad en Howe nam de stad vervolgens in in september 1777. In december 1777 zette Washington een kamp op in Valley Forge. Hier werd het leger getraind door de Pruisische baron Friedrich Wilhelm von Steuben.

Generaal Howe werd vervangen door generaal Clinton. Doordat de Fransen zich in de strijd hadden gemengd, veranderde de Britse strategie. De Britten gingen nu New York versterken. Het Amerikaanse leger achtervolgde de Britten tot aan New York. Dit mondde uit in de slag bij Monmouth. Vanwege de hitte van die dag verloren veel soldaten het leven. De Franse troepen waren net te laat om de Britten af te snijden en het resultaat bleef onbeslist. De plannen om New York in te vallen werden afgeblazen.

Het wordt een internationale oorlog

In 1778 werd de oorlog een internationale oorlog. Naast Frankrijk verklaarde ook Spanje en de Nederlandse Republiek Groot-Brittannië de oorlog. Zij alleen steunden de Amerikanen. Spanje was een bondgenoot van Frankrijk, evenals de Nederlandse Republiek. Daarnaast speelde mee dat de Spanjaarden en Nederlanders verschillende zeeoorlogen met de Britten gevoerd hadden. De oorlog vond nu niet alleen meer in Noord-Amerika plaats, maar ook in Europa, op de oceanen in de koloniën. Hiermee was de hoop om de koloniën te onderwerpen definitief ten einde gekomen. Koning George III wilde de Amerikanen straffen. Alle havens moesten gebombardeerd worden, de handel moest vernietigd worden en de steden geplunderd en verbrand. De inheemse volkeren moesten op de bewoners in de grensstreken worden losgelaten. Hierdoor zouden de Amerikanen zich bedenken en zouden de koloniën weer onder Groot-Brittannië komen.

Bernardo de Gálvez verjoeg de Britten uit Louisiana

Het probleem voor de Britten was nu alleen dat Frankrijk en Spanje Groot-Brittannië makkelijk konden binnenvallen. Daarom wilden de Britten eerst de Europese landen verslaan om later de Amerikaanse koloniën weer in te lijven. De Amerikanen waren ondertussen bezig om de Britse schepen te kapen. De Fransen vielen ook de Britse schepen aan. De Fransen hoopten om de Britse bezittingen in het Caribisch gebied te veroveren. De Fransen gaven de Amerikanen aanvankelijk financiële steun, maar nu ook militaire steun. Spanje belegerde ondertussen de Britse bezittingen van Menorca en Gibraltar. De Fransen veroverden Saint Lucia, Dominica, Grenada, Saint Vincent, Montserrat, Tobago en Saint Kitts op de Britten. De koloniale bezittingen van de Nederlandse Republiek werden de Britten veroverd, maar de Fransen wisten ze te heroveren en gaven ze aan de Nederlanders terug. De Spanjaarden veroverden Florida, waarop de Britten weer Honduras, Belize en Nicaragua van de Spanjaarden veroverden.

In Indië veroverden de Fransen Puducherry en de Maldiven op de Britten. Tipu Sultan van Mysore sloot een verdrag met Frankrijk. Hij verdreef de Britten bijna uit India, maar door de verzwakte status van Frankrijk ging India niet verloren. De Nederlanders wilden neutraal blijven, maar dreven handel met de Amerikanen. De Britten verklaarden de Nederlanders de oorlog, dat leidde tot de vierde Engels-Nederlandse oorlog. Voor de Nederlandse Republiek was deze oorlog een economische en politieke ramp. De Nederlanders verloren alle koloniën in India en tekenden uiteindelijk een wapenstilstand met de Britten.

Oorlog in het zuiden

La Fayette (in het rood) ontmoet Washington op Mount Vernon

In het begin richtten de Britten hun aandacht op de noordelijke staten, maar nadat Frankrijk steun gaf aan de Amerikanen ging de aandacht van de Britten naar de zuidelijke staten. De Britten veroverden Georgia en de Amerikaanse plannen om de stad te heroveren mislukten. Vervolgens belegerden de Britten Charleston, waarna het Continentale Leger naar North Carolina moest terugtrekken na de slag bij Waxhaws. De positie van de Amerikanen in het zuiden was nu verzwakt. Generaal Cornwallis was de nieuwe generaal van het Britse leger. Hij versloeg het Amerikaanse leger en wist North Carolina in te nemen na de slag bij Camden. De Amerikanen stelden vervolgens Nathanael Greene aan. Greene wilde het Britse leger uitputten, maar werd door Cornwallis verslagen. Het Britse leger was hierna echter verzwakt en Greene kon North Carolina en Georgia terug veroveren.

Een aantal jaar eerder had de Amerikaanse generaal Benedict Arnold de Amerikanen verraden en stapte over naar de Britten. Het Britse leger onder leiding van Arnold kwam aan in Virginia. In Virginia werden molens, opslagplaatsen en andere economische gebouwen door het Britse leger vernietigd. De Franse generaal Gilbert du Motier de La Fayette ging vervolgens naar Virginia. Arnold sloot zich aan bij Cornwallis. Cornwallis en La Fayette vochten, maar uiteindelijk trokken de Britse troepen zich terug zij bereidde een aanval op Yorktown voor, waarna La Fayette met zijn leger in de stad bleef.

Oorlog aan de grenzen in het noorden en westen

De inheemse volkeren voerden verschillende martelpraktijken voor op de Amerikanen in opdracht van de Britten.

De meeste inheemse stammen steunden de Britten, zoals de Irokezen, de Shawnee en de Cherokee. De inheemse volkeren vielen de Amerikanen aan bij de grenzen in het noorden en het westen. De Britten hadden de inheemse volkeren van wapens voorzien. Ze vielen onder meer dorpen aan in New York, Pennsylvania en het huidige Kentucky (dat toen nog niet bestond). Washington zond troepen om de inheemse volkeren te bestrijden. De wintervoorraad van de inheemse volkeren werd vernietigd. Hierdoor zette de Britten kampen op rond Niagara Falls.

De Amerikanen slaagden erin de Britse en inheemse troepen te verslaan. Bij deze strijd kwamen ook honderd neutrale inheemse stamleden om het leven.

Overgave van Cornwallis

Dit schilderij moest oorspronkelijk het tekenen van de vrede van Parijs laten zien. De Britse afgevaardigden weigerden echter model te staan, waarna het schilderij nooit afgemaakt kon worden.

In 1781 koos de Britse generaal Cornwallis om Yorktown in Virginia als basis te nemen. De Fransen en Amerikanen wisten hiervan. Washington verplaatste het leger naar Virginia, terwijl de Fransen verzekerden dan er geen Britse troepen vanaf de Cariben konden komen. Dit leidde tot de beslissende slag bij Chesapeake Bay. De Amerikanen voerden een beleg uit op Yorktown en vernietigde het Britse leger daar. De Franse vloot versloeg de Britse troepen en La Fayette wist Cornwallis af te snijden. Cornwallis was verslagen en keerden terug naar Groot-Brittannië.

Door de overgave van Yorktown verloor de Britse koning George III zijn steun in het Brits Parlement voor de oorlog. Hierdoor konden de Britten geen acties meer uitvoeren. De Britten echter nog wel de steden Charleston, Savannah en New York in handen. Dit bleef zo tot 1783 toen er vrede werd onderhandeld in Versailles in Frankrijk.

Deze onderhandelingen leidde tot de vrede van Parijs. De Britten erkenden de Verenigde Staten als onafhankelijk. Er werd onderhandeld over de grenzen van de Verenigde Staten in het noorden. Ook werden alle krijgsgevangen aan beide kanten losgelaten. Het verdrag werd namens de VS ondertekent door Benjamin Franklin, John Jay, John Adams en Henry Laurens.

Nasleep

Het Amerikaans federalisme

President George Washington in 1796.

Na de oorlog ontstond een discussie over de vraag hoe het Amerikaanse federalisme. De dertien koloniën waren net onafhankelijk geworden van Groot-Brittannië. Ze hadden gevochten voor onafhankelijkheid en eigen beslissingen te nemen. Het was duidelijk dat de dertien koloniën een staat moesten gaan vormen. De koloniën stonden samen sterker tegen een eventuele nieuwe oorlog. Ook voelden de koloniën zich na de oorlog met elkaar verbonden en deelden dezelfde cultuur en taal. Het was echter onduidelijk hoe die nieuwe Amerikaanse staat eruit moest zien.

De staten wilden geen macht overdragen aan een federale overheid. Maar om dingen als buitenlandse zaken en defensie te regelen was dit wel nodig. De dertien staten vergaderden daarom ook hevig met elkaar en dit leidde tot enkele compromissen om überhaupt tot een grondwet te komen. Het idee was dat de Verenigde Staten een republiek zouden worden met een president als staatshoofd en een gekozen parlement. Het parlement ging uit twee huizen bestaan. In het Huis van Afgevaardigden had elke staat een bepaald aantal zetels dat in overeenstemming kwam met het aantal inwoners van die staat. Hierdoor had een grote staat, zoals Virginia, meer zetels dan een kleine staat, zoals Rhode Island. Om te voorkomen dat de grote staten de besluiten gingen vormen kwam er een tweede huis, de Senaat. In de Senaat kreeg iedere staat twee zetels. Hierdoor kregen de kleine staten meer macht in dat huis. Een andere compromis was tussen het industriële noorden en het agrarische zuiden. Om de landbouw in het zuiden te beschermen kon de overheid importheffingen opleggen voor buitenlandse producten. Om de industrie in het noorden te bevorderen kon de overheid geen heffingen voor export opleggen. Daarnaast werden de taken van de federale overheid beperkt tot buitenlandse handel, buitenlandse politiek en het leger. De federale overheid mocht zich nergens anders mee bemoeien en de staten konden deze taken niet doen.

Dit was de hele essentie van de Amerikaanse grondwet, maar hierna ontstonden twee stromingen. De ene stroming stelde dat de Amerikaanse staten juist hechter moesten samenwerken. Hierdoor moesten meer taken van de staten worden overgedragen aan de federale overheid. Een bekende politicus die hiervoor streed was Alexander Hamilton, die de basis voor een federale bank legde. Er was ook verzet hiertegen, aangezien de Amerikaanse staten bang waren hun onafhankelijkheid kwijt te raken. Zij werden vertegenwoordigd door Thomas Jefferson. Jefferson en Hamilton zaten beide in de regering van George Washington en kwamen geregeld met elkaar in conflict. Hoewel Hamilton later vermoord zou worden, werden na zijn dood veel van zijn ideeën uitgevoerd.

De Amerikaanse grondwet

De eerste bladzijde van de Amerikaanse grondwet. De grondwet begint met de woorden "We the people" (Wij mensen).

Zoals hierboven beschreven was de Amerikaanse grondwet een moeizaam proces. De Verenigde Staten waren één van de eerste landen met een grondwet en hebben op dit moment de oudste grondwet ter wereld. De grondwet was geen lang document. Het bestond slechts uit zeven artikelen. Daarnaast werd er aan de grondwet de Bill of Rights toegevoegd. Deze bestaat uit tien amendementen. De grondwet regelde het bestuur en de organisatie van de Verenigde Staten, terwijl de Bill of Rights de rechten van de Amerikaanse burgers zeker stelden. In de Bill of Rights wordt onder meer de vrijheid van meningsuiting, het vrije wapenbezit, het recht op een eerlijk proces en allerlei zaken die burgers beschermden tijdens een rechtszaak of veroordeling.

De meeste staten tekenden tussen het najaar van 1787 en het voorjaar van 1788. North Carolina tekende pas in 1789 en Rhode Island als laatste in 1790. Belangrijk te vermelden was dat Vermont zich van New Hampshire had afgescheiden in 1777. Vermont tekende de grondwet niet en was ook een apart land voor een tijdje. In 1791 kwam Vermont erachter dat het beter onderdeel van de Verenigde Staten kon worden. Vermont werd hierdoor de eerste staat die tot de VS toetrad.

Na het aannemen van de grondwet werd generaal George Washington aangesteld tot president van de Verenigde Staten. Washington was de eerste die vorm gaf aan het presidentschap. Belangrijk om in oog te houden is dat in de tijd van het stichten van de VS heel weinig landen een republiek waren. Bovendien waren veel republieken niet georganiseerd als de Verenigde Staten. Washington is verantwoordelijk voor de vele tradities omtrent het presidentschap en spendeerde ook veel tijd met het rondreizen door de staten van de VS.

Links en bronnen

Videoclip

Bronnen

  • Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Nederlandstalige Wikipedia. Versie: 1 augustus 2020.
  • (en) The Presidents. Televisiekanaal: History Channel.
  • (en) Mauk, D. & Oakland, J. (2019). American Civilization. Uitgeverij: Routledge.
Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Amerikaanse_Onafhankelijkheidsoorlog&oldid=880294"