Portaal:Onderwijs
De Oude Grieken en Oude Romeinen kende al een soort van scholen. In Nederland en België is ieder kind vanaf 5 jaar leerplichtig. De leerplichtwet in Nederland is van 1901. Veel kinderen gaan al op hun vierde naar de basisschool om alvast aan het schoolritme te wennen. Omdat ieder kind ook recht heeft op onderwijs, is er voor kinderen met een beperking toch ook mogelijk om naar school te gaan. Dit is dan vaak het speciaal onderwijs. De leerplicht loopt tot je 18e jaar. Daarna kun je eventueel kiezen voor werk, of om door te studeren. Leerplicht is overigens niet hetzelfde als schoolplicht. Ouders kunnen er eventueel voor kiezen om hun kind thuis onderwijs te geven. Daar gelden wel regels voor. Een andere uitzonderlijke vorm van onderwijs is de Stichting Rijdende School.
Voor de rol van WikKids voor het onderwijs, zie Portaal:Hulp
Voor woordenschat, zie Portaal:Woordenschat
Voor kerndoelen Nederland, zie Portaal:Kerndoelen - Voor België Onderwijsdoelen
Voor taal, zie Portaal:Taal
Soorten onderwijs Nederland, van basisschool tot universiteit |
Soorten onderwijs België, Van kleuterklas tot universiteit |
---|---|
Nederland kent vele soorten onderwijs en dus ook verschillende scholen welke verdeeld zijn over de verschillende onderwijslagen. Primair Onderwijs (PO) en Voortgezet Onderwijs (VO). Ten eerste zijn de basisscholen onderverdeeld naar godsdienst of levensovertuiging / Levensbeschouwing (bijzonder onderwijs) en de openbare scholen. Vervolgens heb je montessorionderwijs, daltononderwijs, jenaplanonderwijs en vrijescholen. Er bestaan ook zogeheten brede scholen, waarbij naast het verplichte vakkenpakket er ook andere vakken worden aangeboden. Ook het voortgezet onderwijs is onderverdeeld naar godsdienst, of levensovertuiging / Levensbeschouwing en de openbare scholen.
|
In België (Vlaanderen) is de onderverdeling in het onderwijs vergelijkbaar. Daar hebben ze de 3 Onderwijsnetten. Enkel de niet-religieuze basisscholen (in NL openbare scholen) worden volledig betaald door de Vlaamse overheid of door de gemeentelijke of provinciale overheid; religieuze scholen zoals katholieke, joodse of protestantse scholen (in NL bijzonder onderwijs) krijgen wel een bijdrage van de overheid. Ook heeft men daar het Gemeenschapsonderwijs (GO!). Vanaf 15 jaar kan ook aan de leerplicht worden voldaan in deeltijdse leersystemen deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) en Middenstandsopleiding. Het Belgische onderwijs staat hoog aangeschreven, vandaar dat in de grensstreek veel Nederlandse kinderen in België naar school gaan. Wat in NL de basisschool is, is in Vlaanderen de kleuterschool en de lagere school. Het Voortgezet onderwijs heet er Secundair onderwijs. Kleuterschool • Lagere school • Gewoon secundair onderwijs (GSO) • Algemeen secundair onderwijs (ASO) • Technisch secundair onderwijs (TSO) • Kunstsecundair onderwijs (KSO) • Beroepssecundair onderwijs (BSO) • Deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) • hogeschool • Universiteit |
Verplichte Schoolvakken BO, Je kunt niet zomaar ergens over lesgeven |
Speciale scholen, voor als er speciale onderwijsaandacht nodig is |
---|---|
De verplichte schoolvakken in het (Nederlandse) basisonderwijs zijn Nederlands; Engels; rekenen en wiskunde; oriëntatie op jezelf en de wereld: zoals aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, verkeersles en staatsinrichting; kunstzinnige oriëntatie: bijvoorbeeld muziek, tekenen en handvaardigheid; bewegingsonderwijs: bijvoorbeeld gymlessen. Met de komst van de computer krijgen leerlingen ook digitale vaardigheden (informatica). In België zijn het de vakken: Vlaams en/of Frans, lezen, schrijven, rekenen, de zaakvakken: aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, verkeersopvoeding, Lichamelijke opvoeding (inclusief zwemmen), eventueel godsdienst of cultuurbeschouwing.
|
Voor kinderen met een beperking zijn er in Nederland speciale scholen. Deze zijn er voor dove en slechthorende, blinde, verstandelijk beperkte kinderen en voor kinderen met gedragsproblemen. Kinderen die nog wel op het niveau van het basisonderwijs mee kunnen komen, maar iets meer tijd nodig hebben en kleinere groepen heb je het Speciaal basisonderwijs (SBO). Kinderen met grotere problemen gaan naar het (Voortgezet) Speciaal onderwijs (SO). Ook België kent het speciaal onderwijs. Daar heet het Buitengewoon basisonderwijs (BUBO) en Buitengewoon Secundair Onderwijs (BUSO) |
Bekende pedagogen, Schoolvernieuwers door de eeuwen heen |
Overige schoolzaken, Wat nog meer met het onderwijs te maken heeft |
---|---|
De veranderingen in het onderwijs waren er al vanaf het begin van de onderwijsgeschiedenis. Bekende pedagogen hadden hun eigen zienswijze op het onderwijs en zij stichtten vaak eigen scholen. Jan Amos Comenius (1592-1670) • Gert Biesta (1957) • Koen Daniëls (1978) • John Dewey (1859–1952) • Desiderius Erasmus (±1467–1536) • Célestin Freinet (1896–1966) • Friedrich Fröbel (1782-1852) • Wilhelm von Humboldt (1767–1835) • Janusz Korczak (1878/1879–1942) • Bas Levering (1947) • Jan Ligthart (1859 - 1916) • Maria Montessori (1870–1952) • Helen Parkhurst (1887-1973) • Johann Heinrich Pestalozzi (1746–1827) • Peter Petersen (1884-1952) • Jean-Jacques Rousseau (1712–1778) • Rudolf Steiner (1861–1925) • Annemie Struyf (1961) • Dirk Van Damme (1956) • Bruno Vanobbergen (1972) • Micha de Winter (1951)
|
In Nederland valt het onderwijs onder het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). De eerste wet voor het onderwijs stamt uit 1806. Tegenwoordig heb je de Wet kinderopvang, de Wet op het primair onderwijs (WPO), de Wet op het voortgezet onderwijs 2020 (WVO 2020) en de Wet op de expertisecentra (WEC). Daarin staat beschreven hoe het Nederlandse onderwijs is geregeld en waar scholen zich aan moeten houden. Zij worden gecontroleerd door de schoolinspectie. Ook personeel, ouders en deels ook jongeren in het VO hebben zeggenschap. Dit kan via de medezeggenschapsraad. Vaak zijn ouders ook betrokken via de ouderraad. Om voor de klas te mogen staan heb je een onderwijsbevoegdheid nodig. Basisschoolleraren worden opgeleid aan de Pedagogische academie voor het basisonderwijs (PABO). Voor het voortgezet onderwijs heb je een tweede of eerstegraads bevoegdheid nodig. De laatste is meestal een universitaire opleiding. Didactiek • Doorstroomtoets • Pedagogiek • Buitenschoolse opvang • Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) • CITO-toets • Leerstoornis • Principes binnen het onderwijs: POP-en-PAP-principes • PRISMA-principe • RUMBA-principe • SMART-principe |