Speciaal onderwijs
Het speciaal onderwijs (SO) (vaak ook gespecialiseerd onderwijs genoemd - GO) is voor kinderen met een (zeer) speciale onderwijs-behoefte in Nederland. Het gaat hierbij om kinderen met verschillende soorten handicaps. Voor elke soort handicap is er een zogeheten cluster van gespecialiseerde scholen:
- Cluster 1: scholen voor visueel gehandicapte kinderen of meervoudig gehandicapte kinderen met een visuele handicap, simpel gezegd voor blinde of (zeer) slechtziende kinderen
- Cluster 2: scholen voor dove of slechthorende kinderen, kinderen met ernstige communicatie-moeilijkheden of meervoudig gehandicapte kinderen die een van deze handicaps hebben
- Cluster 3: scholen voor lichamelijk gehandicapte kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) en langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap, of meervoudig gehandicapte kinderen die een van deze handicaps hebben. Deze kinderen hebben een nog lager IQ (Intelligentiequotiënt) dan kinderen die in het Speciaal Basisonderwijs (SBO) zitten.
- Cluster 4: scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen (ZMOK), kinderen met gedrags- en/of psychiatrische stoornissen, zoals ADHD, PDD-NOS, ODD/CD (antisociale gedragsstoornissen), klassiek autisme, syndroom van Gilles de la Tourette, of hechtingsproblematiek.
Soms zit een kind tussen twee clusters in. Er kan dan gekeken worden waar het kind het beste geholpen kan worden. Er wordt dus gezocht naar maatwerk.
Een kind dat zeer moeilijk leert (ZMLK) en tegelijkertijd (zeer) moeilijk opvoedbaar gedrag vertoont wordt wel eens een ZMOLK-er genoemd. Het zit tussen cluster 3 en 4. Ook dan moet er gekeken worden waar het kind het beste te plaatsen is.
Kinderen die 12 jaar of ouder zijn, kunnen tot hun 20e naar het Voortgezet Speciaal Onderwijs (Voortgezet Gespecialiseerd Onderwijs).