Pedagogiek
Pedagogiek of opvoedkunde is de wetenschap die zich bezighoudt met de vraag hoe kinderen leren en ontwikkelen. Meestal gaat het hierbij om het effect van het onderwijs. Wat is de theorie en praktijk van leren en hoe kun je dit proces beïnvloeden, en wordt het leren van kinderen beïnvloed door de sociale, politieke en psychologische ontwikkeling van die kinderen (leerlingen)?
Pedagogiek binnen het onderwijs is de studie van hoe kennis en vaardigheden worden bijgebracht in een lessituatie, en er moet rekening gehouden worden met de vragen en reacties van de leerlingen die plaatsvinden tijdens het leren.
Pedagogiek wordt vaak omschreven als het lesgeven of onderwijskunde. Dus dat wat een juf of meester doet en moet weten om leerlingen zo goed mogelijk les te geven op school. Maar ook ouders en andere volwassenen die iets proberen te leren aan kinderen hebben in feite met pedagogiek te maken.
Hoe een meester of juf (of docent) een les voorbereidt en de spullen die hij of zij daarbij gebruikt wordt didactiek genoemd.
Het woord pedagogiek komt uit het Latijn en betekent 'kinderbegeleiding'.
Bij het opvoeden en opleiden van kinderen komt ook een stuk (kinder)psychologie kijken. Een kleuter op de basisschool vraagt om een andere begeleiding dan een puber in het middelbaar onderwijs. Ze reageren heel verschillend op bepaalde situaties. Een kleuter is veel afhankelijker dan een jongvolwassen iemand. Als kind leg je een lange weg af naar zelfstandigheid. En daar moet je heel wat voor leren.
Pabo
Leerkrachten voor het basisonderwijs krijgen meestal hun opleiding op een Pedagogische Academie voor het Basisonderwijs. Studenten krijgen er pedagogiek en didactiek naast vakken als Nederlands, rekenen, muziek en handvaardigheid. Bij elk van deze vakken wordt er ook gekeken hoe je de vaardigheden op kinderen moet overbrengen. Daarom lopen de studenten ook stage, waarbij ze oefenen in het omgaan en lesgeven aan jonge en oudere kinderen (onderbouw en bovenbouw).
Docenten in het voortgezet onderwijs gaan naar een docentenopleiding, veelal voor een bepaald vak.
Specialisaties
Niet ieder kind is hetzelfde en kan bijvoorbeeld niet even goed leren. Soms heeft het kind een handicap die het leren bemoeilijkt. Bijvoorbeeld doordat het doof of blind is, of het heeft een verstandelijke handicap. Soms moet zo'n kind naar het speciaal basis onderwijs (SBO) of als de leermoeilijkheden nog groter zijn naar het speciaal onderwijs (SO).
Daar zal een leerkracht met meer pedagogische zaken rekening moeten houden. Bijvoorbeeld langzamer spreken, meer gebruikmaken van plaatjes of gebaren, meer kennis moeten hebben van gedragsproblemen zoals frustratie (omdat dingen minder makkelijk gaan).
Het maakt ook uit of je in een stad of dorp opgroeit. Ook kan het uitmaken of je als kind uit een rijk of arm gezin komt. Hier richt de sociale pedagogiek zich op.
Er is ook een studie naar de manier hoe kinderen vroeger werden opgevoed en opgeleid: de historische pedagogiek.
Een PABO-student kan zich verder verdiepen in de pedagogiek door specialisaties (post HBO) en nog verder gaan op universitair niveau (universiteit).
Bekende pedagogen
Veel scholen zijn naar pedagogen genoemd die van betekenis zijn geweest voor het onderwijs:
- Jan Amos Comenius (1592-1670)
- Johann Heinrich Pestalozzi (1746-1827)
- Maria Montessori (1870-1952)