Europese Unie
Europese Unie De Europese Unie, ook wel afgekort tot EU (soms Europa genoemd), is een vereniging van samenwerkende Europese landen. De EU is niet hetzelfde als Europa, aangezien de Europese Unie niet gehele werelddeel Europa omvat. De Europese Unie is zelf geen land, maar heeft wel de kenmerken van een land (zoals een eigen munt, vlag en volkslied). De lidstaten van de Europese Unie nemen op een bepaald niveau eigen beslissingen, maar de Europese Unie neemt ook beslissingen voor hen. In principe kunnen de lidstaten zich ergens niet aan houden, als ze het er niet eens mee zijn.
De Europese Unie is na China en de Verenigde Staten de grootste economie ter wereld. Sinds 2020 bestaat de Europese Unie uit 27 lidstaten; dit zijn België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië en Zweden. Het Verenigd Koninkrijk was tussen 1973 en 2020 lid van de Europese Unie. Ook bepaalde overzeese gebieden van lidstaten zijn deel van de Europese Unie, maar niet allemaal.
De voorloper van de Europese Unie werd opgericht in 1951, toen er nog zes landen lid waren. In 1957 kwamen daar andere Europese gemeenschappen bij. Vanaf de jaren 70 steeg het aantal lidstaten en in 1992 werd besloten om de Europese Unie op te richten als overkoepeling van al deze organen. De gemeenschappen zijn echter pas in 2009 officieel opgeheven. Door de Europese Unie werd voor veel dingen op het gebied van handel en economie gezorgd. De belangrijkste dingen die de EU creëerde waren de munteenheid, de euro, en het verdrag van Schengen, dat de binnengrenzen ophief tussen de landen. De Europese Unie heeft ook gefaalde initiatieven gekend, zoals een militaire gemeenschap in de jaren 50 en de Europese grondwet begin 21e eeuw.
Naast lof voor de Europese Unie, is er ook veel kritiek op de Europese Unie. De organisatie zou niet democratisch en niet open zijn, bepaalde lidstaten zouden te veel invloed hebben en te veel macht zou bij de lidstaten worden weggepikt. Ook is er kritiek op de wijze waarop de Europese Unie zaken als klimaat en migratie aanpakt. Bepaalde politici en politieke partijen pleiten zelfs voor het opheffen van of uittreden uit de Europese Unie. Aan de andere kant staan ook veel nieuwe lidstaten klaar om de Europese Unie toe te treden of hebben een speciale band met de Europese Unie.
Geschiedenis
Europa na de oorlog
Europa was altijd al een continent dat verscheurd was door oorlogen en er leek altijd wel oorlog tussen landen te zijn. Na de Eerste Wereldoorlog had men al genoeg van oorlog, maar door Hitler zou het tot aan de Tweede Wereldoorlog duren totdat er echt gewerkt werd aan de EU. Door de bombardementen en veldslagen van de Tweede Wereldoorlog waren veel gebouwen en infrastructuur beschadigd of verwoest. Het kostte veel geld en mankracht om dit te repareren. Hoewel er genoeg mankracht was, was er amper geld. De Verenigde Staten steunden veel Europese landen door de Marshallhulp in 1948 uit angst dat het communisme anders te populair werd in Europa.
In 1941, tijdens de Tweede Wereldoorlog, schreef de Italiaan Altiero Spinelli een manifest om een Europees congres op te richten. Spinelli was communist en werd gevangengezet door Mussolini. Zijn werk werd door de Britse premier Winston Churchill gebruikt als voorstel om een samenwerkingsverband op te richten. In zijn speech uit 1946 stelde hij voor om de United States of Europe op te richten, die veel hechter zouden moeten samenwerken dan de Europese Unie nu samenwerkt. Voor veel landen ging dit echter te ver. Churchill vond zelf trouwens ook dat het VK niet mee zou moeten doen met deze United States of Europe.
Oprichting
In 1950 stelde de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Robert Schuman, voor om een gemeenschap voor kolen en staal tussen West-Duitsland en Frankrijk op te richten. Duitsland en Frankrijk waren toentertijd vijanden. Schuman had het idee van de Franse zakenman Jean Monnet. Een jaar later in 1951 werd de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) opgericht. Kolen en staal waren belangrijk bij de wederopbouw van Europa. Met kolen werden elektriciteit opgewerkt en fabrieken in gang gebracht. Staal werd in de nieuwe gebouwen en infrastructuur gebruikt. Naast Frankrijk en West-Duitsland behoorden ook België, Nederland, Luxemburg en Italië tot deze gemeenschap. In 1957 werd deze gemeenschap uitgebreid tot de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Naast kolen en staal werden allerlei producten verhandeld, aangezien de EGKS erg succesvol was. Brussel werd de onofficiële hoofdstad van de EEG, omdat alle instituten in Brussel gevestigd waren.
De EEG was erg succesvol en veel landen wilden toetreden. Het Verenigd Koninkrijk verzocht samen met Noorwegen, Denemarken, IJsland en Ierland toetreden midden jaren 50 (en opnieuw in 1963), maar werd door de Franse president Charles de Gaulle afgewezen (en opnieuw in 1963). Hij was bang dat Frankrijk haar invloed verloor, maar ook voor Amerikaanse invloed vanuit het VK. Hoewel alleen de VK werd afgewezen trokken de andere landen hun verzoek in; hun economie was te afhankelijk van het Verenigd Koninkrijk. In 1960 richtten deze landen de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) op, waartoe ook nog Zweden, Zwitserland, Oostenrijk, Portugal, Finland en Liechtenstein gingen behoren. De EVA bestaat nog steeds, maar veel leden zijn overgestapt naar de EU. Tegenwoordig zijn enkel Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland lid van de EVA en de EVA is met EU verbonden in de Europese Economische Ruimte (EER). Spanje verzocht tevens toe te treden, maar werd afgewezen. Spanje was toentertijd een dictatuur onder Francisco Franco en de EEG wilde dit niet toestaan.
Eerste uitbreidingen en kritieken
De Gaulle trad in 1969 af en dit maakte de weg vrij voor het Verenigd Koninkrijk om te treden. Het VK trad samen met Ierland en Denemarken in 1973 toe. Oorspronkelijk zou ook Noorwegen toetreden, maar de bevolking wees dit in een referendum af. In 1974 werd tevens het Europees Parlement opgericht, wat de regels ging bepalen voor de Europese Unie. Ondertussen werd ook een systeem ingevoerd, waardoor munten niet meer dan een bepaald procent van elkaar afweken.
In 1981 trad Griekenland tot de Europese Unie toe en in 1986 traden Portugal en Spanje beide toe. De Europese Unie telt hiermee 12 lidstaten. Tot dan toe werd voor elke nieuwe lidstaat een ster toegevoegd op de vlag. In dat jaar besloot men te stoppen hiermee en de sterren staan nu symbool voor alle lidstaten. Groenland, onderdeel van Denemarken, verlaat in 1985 de EU om kosten te besparen. Turkije vraagt in 1987 aan om EU-lidstaat te worden, maar Griekenland spreekt hierover een veto uit. In 1985 wordt tevens het Verdrag van Schengen getekend, om de binnengrenzen op te heffen en de buitengrenzen te versterken. Op 9 november 1989 valt de Berlijnse Muur en in het volgende jaar worden Oost- en West-Duitsland herenigd. Ondertussen zijn er afspraken over een gemeenschappelijke munt, de euro, waar het VK en Denemarken niet aan mee willen doen.
Ondertussen ontstonden ook de eerste kritieken, namelijk die van de Britse premier Margaret Thatcher. Zij vond dat het VK te veel geld betaalde en wist dit te verminderen. Thatcher was ook tegen het opheffen van de binnengrenzen, het Europees Parlement en de gemeenschappelijke munteenheid. In haar beroemde "No! No! No!"-speech in het Britse parlement somde ze alles op. Een paar dagen later trad ze zelf af. Twee jaar later kwamen de pro-Europese premier Tony Blair aan de macht, die het VK naar het centrum van de EU zou schuiven.
Verdrag van Maastricht: "Ever closer union"
Het Verdrag van Maastricht zorgde voor de oprichting van de Europese Unie in 1992. Datzelfde jaar werd de Europese Economische Ruimte opgericht. De landen besloten hechter samen te werken na de spanningen tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten. Hoewel de Sovjet-Unie in 1991 uiteenviel, was er nog steeds angst voor invloeden van buitenaf in Europa. Naast op economisch gebied werd er ook op politiek samengewerkt. Ook werd bepaald dat elke lidstaat die na het Verdrag van Maastricht toetrad, de euro moet invoeren.
In 1994 treden Oostenrijk, Zweden en Finland toe. Noorwegen ziet weer af van toetreding, omdat de bevolking opnieuw het via referendum heeft afgekeurd. Zwitserland ziet tevens af van toetreding. Wel wordt een vrijhandelsovereenkomst besloten met Noorwegen en ook met Zwitserland. Op 1 januari 2002 wordt de euro als munteenheid ingevoerd in alle EU-lidstaten, behalve in het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Zweden.
Het hechter samenwerken leidde tot veel positieve geluiden, maar ook kritiek.
Uitbreidingen in Oost-Europa
Op 1 mei 2004 treden tien nieuwe EU-lidstaten toe op hetzelfde moment. Binnen één dag wordt de Europese Unie daarmee haast twee keer zo groot. Deze landen zijn Estland, Letland, Litouwen, Polen, Slowakije, Hongarije, Tsjechië, Slovenië, Malta en Cyprus. Na jaren uitstel laat Griekenland de aanklacht tegen het Turkse lidmaatschap vallen en in 2005 starten de onderhandelingsgesprekken met Turkije.
In heel Europa duiken op hetzelfde moment politici op, die zich tegen de Europese Unie keren. In Nederland duiken zowel Pim Fortuyn als Geert Wilders op. Hun kritiek is dat de Europese Unie te groot wordt en te veel macht naar zich toe trekt. Een verzoek tot een Europese grondwet wordt in referenda in Nederland, Frankrijk en Ierland dan ook afgewezen. Dit is een klap voor de Europese Unie. Ondertussen worden in 2007 Roemenië en Bulgarije lid en tot slot treedt Kroatië in 2013 toe. Vanaf 2007 wordt ook de euro ingevoerd in Malta, Cyprus, Slovenië, Slowakije, Estland, Letland en Litouwen. In 2009 treedt het verdrag van Lissabon in werking, dat de vervanging is van de Europese grondwet en lidstaten de gelegenheid biedt uit de EU te treden.
De Eurocrisis en de migrantencrisis
De snelle uitbreiding van de Europese Unie en de steeds hechtere samenwerking leidde tot groei nationalistische en populistische bewegingen in veel Europese landen, zoals Nederland, België, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en ook Duitsland en Oostenrijk. Tijdens de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2009 wonnen deze partijen dan ook erg. Hierna nam de positiviteit over de EU weer toe in veel landen, waardoor door de christendemocratische en sociaaldemocratische partijen tijdens de verkiezingen van 2014 juist erg wonnen. De verkiezingen werden gehouden na de Europese staatsschuldencrisis, die begon in Griekenland en zich uitbreidde over heel Europa. Hoewel de crisis voor veel landen slechte economische gevolgen had, was er veel overleg. Er was kritiek op het geven van veel geld door Noord-Europese landen aan o.a. Griekenland, Portugal en Spanje voor het aflossen van hun schulden. In Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk werden de populisten echter wel de grootste.
De Europese staatsschuldencrisis had echter wel het vertrouwen van EU-burgers in de Europese Unie geschaad. In 2015 brak daarop nog eens de Europese migrantencrisis uit. Door de vele oorlogen in het Midden-Oosten en hongersnood en armoede in Afrika vluchtten veel migranten via bootjes over de Middellandse Zee naar vaak Italië en Griekenland (en in mindere mate Spanje en Malta). In de EU was echter de regel dat het land waar een migrant het eerst komt hem asiel moet verlenen. Aangezien Europa nog door een economische crisis ging, leidde tot woede onder sommige inwoners. Er waren geen goede afspraken tussen de EU-landen en veel mensen vonden dat de EU niet het voortouw nam (dit werd door de Duitse bondskanselier Angela Merkel genomen). Waar landen als Duitsland, Nederland en Zweden veel vluchtelingen opnamen, sloten onder andere Oostenrijk en Denemarken de grenzen. Polen en Hongarije weigerden migranten op te nemen, net als veel Oost-Europese landen.
De Europese migrantencrisis leidde tot minder vertrouwen in de Europese Unie en euroscepsis. In Hongarije en Polen wonnen extreemrechtse partijen grote meerderheden in de verkiezingen. In Polen was er een plan om rechters te kunnen ontslaan en Hongarije bouwde onder meer een hek aan de grens met Servië. De Europese migrantencrisis werd opgelost door een deal met Turkije, waar ook veel kritiek op was. Turkije had immers ook een extreemrechtse president. Daarnaast werd de band met Rusland slechter door de situatie op de Krim.
Euroscepsis en Brexit
De Euroscepsis was vooral merkbaar in het Verenigd Koninkrijk. Nadat de UK Independence Party de Europese Parlementsverkiezingen voor dat land gewonnen had, hield premier David Cameron een referendum over het verlaten van de Europese Unie in 2016. Met een kleine meerderheid wonnen de vertrek-stemmers, waarmee de Brexit een feit was. Er zou tot begin 2019 worden onderhandelt, maar door problemen in de Britse politiek werd dit verlengt tot 2020. Nog steeds wordt er onderhandelt over de toekomstige relatie tussen de EU en het VK.
In Nederland, Frankrijk, Denemarken, Zweden, Finland, Oostenrijk en Griekenland doken er initiatieven op om ook zo'n stemming te houden. Hoewel in het begin een groot deel van de bevolking dit wilde, bleek het toch lastiger te zijn om de EU zo maar te verlaten. Na een aantal maanden waren de inwoners van veel landen positiever over de EU dan ooit tevoren. In Denemarken werd zelfs het grootste percentage dat in EU wilde blijven bereikt. Dit had deels met de moeizame politieke besluitvorming en de grote verdeeldheid onder de Britse bevolking te maken. Premier Theresa May kreeg vaak geen steun voor beslissingen en zelfs niet voor de compromissen. In Frankrijk werd mede hierdoor Emmanuel Macron verkozen over Marine Le Pen in de presidentsverkiezingen. Macron wilde EU veranderen en moderniseren, maar kreeg verzet van diverse landen. Daarnaast ging ook de democratische situatie in Polen en Hongarije achteruit en ontstonden economische problemen in Italië.
Bij de Europese Parlementsverkiezingen van 2019 wonnen veel populistische partijen, terwijl de christendemocratische en sociaaldemocratische verloren. Echter, de pro-Europese partijen, zoals de Groenen en de Liberalen, wonnen ook veel zetels. Een vraag die tijdens de verkiezingen opdook was hoe de EU na de Brexit zou verdergaan.
Toekomst?
Het beantwoorden van de vraag hoe de EU verder moet gaan is moeilijk te beantwoorden. Per politieke partij en zelfs per politicus verscheelt die vraag. Wel wordt vaak rekening gehouden met verschillende zaken, zoals:
- Uitbreiding van de Europese Unie; zowel nieuwe lidstaten als nieuwe taken.
- Nieuwe politieke thema's, zoals klimaat en migratie.
- Het ingrijpen in landen waar de democratie achteruitgaat, zoals Polen en Hongarije.
- De relatie met onder meer Rusland, China en de Verenigde Staten.
- Het uitbreiden van de Europese Unie tot een militaire samenwerking.
Lidstaten
Huidige lidstaten
De Europese Unie bestaat uit 27 lidstaten. Hieronder zie je een overzicht:
- 1 Enkel het Griekse (erkende) deel van Cyprus hoort bij de EU. De Turkse Republiek Noord-Cyprus is geen onderdeel.
- 2 Zonder Groenland en de Faeroër.
- 3 Met de Ålandseilanden.
- 4 Inclusief alle overzeese gebieden, zoals Nieuw-Caledonië en Frans-Guyana.
- 5 Zonder Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- 6 Inclusief Madeira en de Azoren.
- 7 Inclusief de Canarische Eilanden.
Kandidaat-lidstaten
Momenteel zijn er 5 kandidaat-lidstaten. Om deze lid te laten worden van de Europese Unie moet elk land daarmee instemmen. Hieronder zie je een klein overzicht:
- Albanië (sinds 2014), onderhandelingsgesprekken sinds 2020
- Montenegro (sinds 2010), onderhandelingsgesprekken sinds 2014.
- Noord-Macedonië (sinds 2005), onderhandelingsgesprekken sinds 2020.
- Servië (sinds 2010), onderhandelingsgesprekken sinds 2014.
- Turkije (sinds 1999), onderhandelingsgesprekken sinds 2005 (zijn inmiddels stilgelegd vanwege de politieke situatie in Turkije).
Daarnaast hebben Bosnië en Herzegovina en Kosovo nog interesse om toe te treden.
Voormalige lidstaten
- Verenigd Koninkrijk (1973-2020) inclusief Akrotiri en Dhekelia en Gibraltar.
- Groenland (1973-1985) als onderdeel van Denemarken.
Structuur en werking
Europees Parlement
Het Europees Parlement bestaat uit 705 zetels en is hiermee, na het parlement van India, het grootste orgaan dat door het volk gekozen wordt. Het Europees Parlement is opgericht in 1979 en de huidige voorzitter is de Italiaan David Sassoli. Het Europees Parlement reist heen en weer tussen Straatsburg en Brussel om te vergaderen. Het Europees Parlement stemt over wetten. Sommige leden zitten in een bepaalde comités, zoals over landbouw.
De 705 zetels zijn verdeeld over de 27 lidstaten. Iedere lidstaat heeft een bepaald aantal zetels dat in verhouding staat met het aantal inwoners van dat land. Duitsland heeft als grootste land de meeste zetels en Malta als kleinste land de minste. Ieder land houdt verkiezingen eens in de vijf jaar gehouden worden. De voorwaarden voor de verkiezingen verschillen echter per land; in Zweden kan men vanaf 16 jaar stemmen, maar in Nederland vanaf 18 jaar. De uitslag van de verkiezingen zorgt ervoor dat het aantal zetels van het land over de zetels van dat land verdeeld wordt. Politieke partijen met ongeveer dezelfde ideeën en standpunten hebben zich in zogeheten Europese politieke partijen verzameld. De grootste Europese politieke partij is de Europese Volkspartij, waar alle christendemocratische partijen in zijn verenigd. Deze Europese Volkspartij vormt traditioneel met de sociaaldemocratische Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten de grote coalitie. Sinds de verkiezingen van 2019 zit ook het liberale Renew Europe hierin. Naast deze drie Europese politieke partijen zijn er nog vier andere Europese politieke partijen. Daarnaast zijn er ook nog politieke partijen die niet in een Europese politieke partij verenigd zijn.
Europese Commissie
De regering van de Europese Unie wordt de Europese Commissie genoemd. Deze bestaat uit 27 eurocommissarissen; één voor iedere lidstaat. Eén van de eurocommissarissen is de voorzitter van de Europese Commissie, die traditioneel lid is van de grootste Europese partij. De huidige voorzitter is de Duitse Ursula von der Leyen; die tevens de eerste vrouwelijke voorzitter is. In 2014 werd besloten dat iedere Europese partij één of meerdere kandidaten naar voren moest schuiven voor het voorzitterschap. Dit werd als oneerlijk gezien, aangezien de Europese Volkspartij altijd de grootste is door de trouwe aanhang in veel lidstaten. Sinds 2019 is men van dit idee afgestapt, aangezien er geen steun van de partijen was voor iedere kandidaat.
Elke eurocommissaris heeft een eigen taak. De belangrijkste landen in de Europese Unie krijgen de belangrijkste taken; de Franse eurocommissaris zal hierdoor sneller een belangrijke taak krijgen dan die van Malta. De eurocommissarissen worden door de regeringen van de lidstaten zelf gekozen en moeten aan het Europees Parlement verantwoording afleggen en uitleggen wat ze willen doen en hoe. De huidige Nederlandse eurocommissaris is Frans Timmermans, die tevens de vicevoorzitter is en over de Green Deal en klimaat gaat. De huidige Belgische eurocommissaris is Didier Reynders, die over justitie gaat. De Commissie-Von der Leyen zou de eerste commissie moeten worden waarin even veel mannen als vrouwen zaten; echter zijn 12 leden vrouw en 15 man.
Europese Raad
In de Europese Raad zitten alle 27 gekozen staatshoofden of regeringsleiders van de lidstaten. Aangezien België, Nederland, Luxemburg, Spanje, Zweden en Denemarken monarchieën zijn, sturen zij de regeringsleider. Ook Bulgarije, Estland, Finland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Malta, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije, Tsjechië en Duitsland zenden hun regeringsleider, aangezien deze in die landen meer macht heeft. Frankrijk, Cyprus, Litouwen en Roemenië zenden hierdoor als enige een staatshoofd, namelijk de president. Naast de staatshoofden zit ook de voorzitter van de Europese Commissie en de voorzitter van de Europese Raad in de Europese Raad. De huidige voorzitter van de Europese Raad is de Belg Charles Michel.
In de Europese Raad praten de regeringsleiders met elkaar over belangrijke punten, zoals het gezamenlijk buitenlands beleid, handelsverdragen en uitbreidingen van de Europese Unie. De Europese Raad is een overleg voor de hoofden van de regeringen van de lidstaten. De Europese Raad komt minstens twee keer halfjaar bijeen, maar soms wordt dit vaker gedaan. Tijdens het overleg over de Brexit werden soms kort van tevoren overleggen ingelast, net als tijdens de eurocrisis. Vaak wordt zo'n overleg een Europese top of EU-top genoemd.
Overige instellingen
Naast deze instellingen zijn er nog een paar andere instellingen die van belang zijn:
- Raad van de Europese Unie; hierin zitten de ministers van buitenlandse zaken van iedere lidstaat. Het idee is hetzelfde als de Europese Raad, maar de Raad van de Europese Unie komt vaker bij elkaar. Hij wordt vaak voor minder belangrijk overleg gebruikt.
- Europese Centrale Bank (ECB); dit is de centrale bank van de Europese Unie. Hij houdt toezicht op de eurolanden, de banken in deze landen en de euro. De ECB mag als enige de euro drukken en bepaald het beleid. De ECB kan ook toezichthouden op andere EU-lidstaten, maar alleen als zij dit willen.
- Europese Rekenkamer; controleert de uitgaven van de Europese Commissie en kijkt of de uitgaven effectief waren. De Europese Rekenkamer schrijft hiervoor rapporten, zodat het Europees Parlement, de parlementen en regeringen van de lidstaten en de Europese Raad toezicht houden op de commissie.
- Hof van Justitie van de Europese Unie; geldt als het hoogste hof binnen de Europese Unie. Het hof zit in Luxemburg gevestigd. Het Hof controleert of de Europese instellingen en lidstaten zich aan de regels houden en dat het Europese recht wordt uitgevoerd. Het Hof lost ook geschillen tussen lidstaten zelf op.
Europese integratie
Met Europese integratie wordt het samenwerken van Europese landen op verschillende vlakken bedoeld. Europese integratie vindt niet alleen plaats binnen de Europese Unie, maar ook met landen buiten de Europese Unie. Sommige EU-lidstaten, zoals de Benelux of de Eurolanden, werken sterker samen dan andere EU-lidstaten. Hieronder wordt uitgelegd hoe de EU op de belangrijkste vlakken samenwerkt.
Handel en economie
Het belangrijkste doel van de Europese Unie is een economische samenwerking. De Europese Unie wil de binnengrenzen, tussen de EU-lidstaten, opheffen. Dit gebeurd o.a. door het verdrag van Schengen en hierdoor zijn de grenzen tussen bijvoorbeeld België en Frankrijk nauwelijks zichtbaar. Vroeger was op de grens een grenscontrole, maar tegenwoordig is dit niet meer zo. Waar men vroeger bij de grenscontrole ook invoerrechten moest betalen als men meer dan een bepaald aantal goederen meenam, is dit nu niet meer zo. Hierdoor is het mogelijk voor iemand in Spanje om producten in Hongarije te bestellen zonder invoerrechten te betalen. Hoewel er nog wel grenscontroles zijn op vliegvelden en aan de grenzen van Kroatië, Cyprus, Bulgarije en Roemenië, gelden hier geen invoerrechten. Ierland (en vroeger het Verenigd Koninkrijk) heeft speciale rechten.
Door de economische samenwerking kunnen bedrijven hun producten makkelijker en sneller exporteren naar het buitenland. Waar vrachtwagens vroeger in files aan de grens stonden vanwege de grenscontrole, komt dit nu nauwelijks meer voor. Vrachtschepen en vliegtuigen kunnen zich ook makkelijker bewegen. Naast vrij verkeer van goederen is er ook vrij verkeer van diensten (beroepen), kapitaal (geld) en personen. Een EU-burger mag in een ander EU-land een bankrekening openen of in een ander EU-land werken en wonen. Voor dit alles gelden geen extra kosten of papieren. Wel kan een burger buiten de voorwaarden van dat land vallen. Wie een bankrekening in Oostenrijk heeft en de bank valt daar om, valt buiten de regeling van de Nederlandse overheid om een gedeelte van het spaargeld te betalen.
Buitenlandse politiek en leger
Voor de hele Europese Unie gelden dezelfde invoerrechten voor niet-EU-landen (zonder Noorwegen, Zwitserland, IJsland en de Europese ministaten). Als een Amerikaans bedrijf handel wil drijven met een Europees land betaalt het in ieder landen even veel invoerrechten (of dit nou Denemarken, Portugal of Bulgarije is). Ook gelden economische sancties, bijvoorbeeld met Rusland en Noord-Korea, voor alle Europese landen. De Europese Unie spreekt zich ook uit over buitenlandse politiek en lidstaten kunnen zich hierbij aansluiten. In 2019 tijdens de politieke crisis in Venezuela gaf de Europese Commissie een oordeel dat Juan Guaidó de rechtmatige president van Venezuela is. EU-lidstaten kunnen zich vervolgens bij dit oordeel aansluiten. Overigens kunnen EU-lidstaten dit ook zelfstandig doen. De Europese Unie bepaald niet alles op buitenlandse politiekgebied, enkel de internationale handel. Dit wordt duidelijk als je kijkt naar de erkenning van Kosovo als land. Niet alle EU-lidstaten erkennen Kosovo. Spanje, Slowakije en Roemenië erkennen Kosovo niet, terwijl Nederland, België en Frankrijk dit wel doen.
De laatste jaren wordt er gedebatteerd over het oprichten van een Europees leger. De Europese Unie werkt nog niet samen op militair vlak. Wel wordt samen getraind en wordt samen materiaal aangekocht voor de legers van de landen. Niet iedere lidstaat doet hieraan mee. De reden waarom er geen Europees leger is, heeft te maken met het feit dat de NAVO al bestaat. Sommige landen willen een Europees leger, omdat de Verenigde Staten onder president Trump zeiden dat ze de Europese landen niet meer zullen beschermen koste wat het kost en de gespannen relatie met Rusland.
Gezamenlijke munteenheid?
De Europese Unie heeft ook een gezamenlijke munteenheid, de euro. De euro wordt echter niet in alle EU-lidstaten gebruikt. Op dit moment wordt de euro gebruikt in 19 lidstaten, namelijk Nederland, België, Luxemburg, Duitsland, Finland, Estland, Letland, Litouwen, Slowakije, Griekenland, Cyprus, Slovenië, Oostenrijk, Italië, Portugal, Spanje, Frankrijk en Ierland. Dit betekent dat de euro niet gebruikt wordt in Denemarken, Zweden, Polen, Tsjechië, Hongarije, Roemenië, Kroatië en Bulgarije. Denemarken hoeft officieel de euro niet in te voeren. Kroatië en Bulgarije zijn sinds 2020 bezig met het invoeren van de euro.
De euro werd voor het eerst geïntroduceerd op 1 januari 2002. Landen moeten zich aan bepaalde voorwaarden houden, maar soms gebeurd dit niet. De populariteit van euro nam af na de eurocrisis in 2010, die veroorzaakt werd door de staatsschulden van Griekenland. Naast lidstaten van de Europese Unie wordt de euro ook gebruikt in Andorra, Vaticaanstad, San Marino, Monaco, Montenegro en Kosovo.
Europese vlag
De EU-landen hebben een gezamenlijke vlag: een blauw veld met 12 gouden sterren. De vlag is sinds 26 mei 1986 in gebruik. De kring met de 12 sterren is een symbool van eenheid en stellen de Europese lidstaten voor. Oorspronkelijk werd voor elke nieuwe lidstaat een ster toegevoegd, maar in 1986 is men hiermee gestopt. Sinds dien staan de 12 sterren voor alle Europese lidstaten.
De vlag van Europese Unie is terug te vinden in onder meer de kentekens van auto's en elementen zijn terug te vinden in de euro. Sommige lidstaten, zoals België, hijsen de Europese vlag naast hun nationale vlag, maar in andere landen, zoals Nederland, wordt dit niet gedaan.
Relaties binnen de EU
Relaties tussen de lidstaten
Tussen de EU-lidstaten vind soms ook spanning plaats. Er zijn twee scheidingslijn tussen de lidstaten:
- Noord en zuid - De Noord-Europese landen worden vaak als zuiniger gezien dan de Zuid-Europese landen. In het verleden hadden vooral de Zuid-Europese landen hoge schulden, zoals Griekenland en Italië. De Noord-Europese landen hebben echter een kleinere staatsschuld, maar kennen ook hogere belastingen. Landen met een kleine staatsschuld zijn Finland, Zweden, Nederland, Duitsland en Denemarken. Dit levert op financieel gebied veel spanningen op. De Zuid-Europese landen hebben baadt bij een lage rente, zodat zij goedkoop geld kunnen lenen, terwijl de Noord-Europese landen een hoge rente willen hebben, zodat pensioenen veel geld opleveren.
- Oost en west - De Oost-Europese landen zijn vaak conservatiever en religieuzer dan de West-Europese landen. In de Oost-Europese landen staat men conservatiever tegenover zaken als migratie van buiten de EU, abortus en het homohuwelijk dan in het westen. Voor 2018 was het zo dat een homohuwelijk dat bijvoorbeeld in Denemarken gesloten werd, niet in Roemenië erkend werd. Ook op het gebied van klimaat en milieu ontstaan soms spanningen.
Op het gebied van handel en economische afspraken ontstaan weinig spanningen.
Samenwerkingen binnen de EU
Binnen de Europese Unie zijn er nog verschillende kleinere groepen. Sommige van deze groepen liggen volledig binnen de EU, maar anderen liggen er ook deels buiten:
- Benelux; dit is een kleinere groep bestaande uit België, Nederland en Luxemburg. Deze landen werken op bepaalde gebieden nog sterker samen. Zo vertegenwoordigt een ambassade van één land in het buitenland ook de andere landen en mag deze ook paspoorten uitgeven aan de burgers van deze landen. De inwoners van de landen mogen ook met een rijbewijs zich identificeren en de politie van één land mag criminelen ook in de landen arresteren.
- België en Luxemburg werken nog dichter samen in de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie.
- Visegrádgroep; dit is een groep dit bestaat uit Polen, Tsjechië, Slowakije en Hongarije. De groep was oorspronkelijk ontstaan om de landen voor te breiden op de toetreding tot de EU. Tegenwoordig werken de landen nog steeds samen.
- Oostzeeraad; bestaat uit Duitsland, Denemarken, Polen, Litouwen, Letland, Estland, Finland en Zweden. Ook IJsland, Rusland en Noorwegen vallen hierover, maar deze behoren niet tot de EU.
- Baltische Assemblee; samenwerking tussen Estland, Letland en Litouwen.
- Centrale Commissie voor de Rijnvaart; bestaat uit België, Nederland, Duitsland, Frankrijk en Zwitserland. Zwitserland is geen lid van de EU.
- MED7; bestaat uit Griekenland, Cyprus, Italië, Malta, Frankrijk, Spanje en Portugal.
- Noordse Raad; bestaat uit Denemarken, Zweden, Finland, Noorwegen en IJsland. Noorwegen en IJsland liggen niet in de EU.
Andere groepen binnen de Europese Unie zijn de Eurozone en de Schengenzone. Alle landen van de EU behoren ook tot de Raad van Europa; waartoe haast alle Europese landen toebehoren. Alle EU-lidstaten zijn lid van de NAVO, behalve Ierland, Oostenrijk, Zweden, Finland, Cyprus en Malta. De eerste vier landen zijn immers neutraal, Cyprus heeft geen volledige controle over het grondgebied en Malta wordt als te klein gezien. De vijf landen worden wel door de NAVO beschermd en er zijn samenwerkingen tussen de NAVO en de regeringen van de staten.
Relatie met de Europese microstaten
Andorra, San Marino, Monaco en Vaticaanstad worden volledig omsloten door één EU-land of meerdere EU-landen. De landen gebruiken de euro en (veel) EU-wetgeving geldt ook in deze landen. Geen van de landen heeft het verdrag van Schengen getekend. Tussen Vaticaanstad, San Marino en Italië bestond al een verdrag dat er geen grenzen waren. Dit bestond ook tussen Frankrijk en Monaco. Andorra heeft echter nog steeds gesloten grenzen met grensbewaking, maar men hoeft geen paspoort te hebben om het land binnen te komen. Enkel mensen die Frankrijk en Spanje staat geregistreerd mogen hebben het recht om in Andorra te wonen zonder de Andorrese nationaliteit aan te nemen. Alle reizigers uit de EU, Schengenzone en Zwitserland mogen door Andorra reizen en ook omgekeerd mag dit.
Liechtenstein en Malta zijn ook Europese microstaten. Malta is echter wel volledig lid van de Europese Unie en is ook vertegenwoordigt in de instellingen van de Europese Unie. Liechtenstein valt onder dezelfde regeling als Noorwegen en IJsland. Alle andere microstaten dan Malta zijn niet vertegenwoordigt in de EU en beslissen ook niet mee over wetgeving.
Relatie met Noorwegen, IJsland en Liechtenstein
Noorwegen, IJsland en Liechtenstein zijn alle lid van de Schengenzone. EU-wetgeving geldt ook in deze landen, maar ze mogen er niet over meebeslissen. Ze betalen hiervoor een lagere prijs dan de EU-lidstaten. Inwoners van de landen mogen zich vrij bewegen door de Europese Unie. Ze mogen in elk land werken, wonen, een rekening openen en goederen kopen. Voor Kroatië, Roemenië, Bulgarije en Cyprus zijn er echter maxima, aangezien deze landen nog geen lid zijn van de Schengenzone. Zo mag een IJslander in Kroatië slechts drie maanden aaneengesloten verblijven.
IJsland wilde oorspronkelijk lid worden van de Europese Unie. IJsland tekende in 1972 een vrijhandelsovereenkomst en werd in 1994 lid van de Europese Economische Ruimte. Tussen 1995 en 2015 deed het land pogingen om tot de EU toe te treden, maar dit heeft deze stop gezet. IJsland was erg ver gekomen om een EU-lidstaat te worden en was al haast in de laatste fase. Noorwegen deed in 1962 en 1967 een poging om tot de EU toe te treden, maar werd door Frankrijk tegengehouden. In 1972 en 1994 deed het land beide keren een referendum, maar de bevolking sprak zich tegen het toetreden uit. In principe is Noorwegen volledig geïntegreerd in de EU en zou vrij makkelijk een EU-lidstaat kunnen worden. Noorwegen wil dit niet, aangezien het land dan veel geld zou moeten betalen voor andere EU-lidstaten (Noorwegen is één van de rijkste landen ter wereld) en zou ook bepaalde visserijrechten op eigen zeebodem kwijtraken. Liechtenstein heeft tevens een geprobeerd toe te treden, maar wacht Zwitserland af.
Relatie met het Verenigd Koninkrijk
De relatie met het Verenigd Koninkrijk is op dit moment (2020) nog erg onduidelijk. Het Verenigd Koninkrijk stapte begin 2020 uit de Europese Unie, maar waarschijnlijk komt er een of andere relatie met de Europese Unie. Stemmen gaan op voor een relatie zoals Noorwegen of Zwitserland hebben, maar een echte meerderheid voor één voorstel is er niet. De Britten vinden vrije handel erg belangrijk, maar zijn minder te spreken over vrijheid verkeer van personen uit angst voor golven van migranten. In de bespreking over hoe deze relatie eruit moet zien, zijn de EU en het VK wel over bepaalde dingen eens, bijvoorbeeld:
- Er moet een soort van vrijhandel komen. Het Verenigd Koninkrijk was na Duitsland de belangrijkste economie in het land. EU-lidstaten zoals Denemarken, Ierland, Nederland, België en Frankrijk handelden erg veel met het VK. Daartegenover staat dat zo'n 50% van de Britse export naar EU-lidstaten is. Hoe de vrijehandel eruit moet zien is echter onduidelijk
- Britten in EU-lidstaten en EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk moeten hun rechten kunnen behouden. Ze moeten kunnen blijven wonen en werken waar ze zijn en zonder problemen de grens kunnen oversteken. De Europese Unie pleit ervoor dat EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk en Britten in EU-lidstaten een tweede paspoort kunnen aanvragen (sommige landen, zoals Nederland, verbieden een dubbele nationaliteit).
- Britse studenten moeten tevens hun studie kunnen afmaken in het EU-land waar ze zich bevinden. Dat geldt ook voor EU-studenten in het Verenigd Koninkrijk. Overigens gaan er ook stemmen op om een vrij verkeer voor studeren te behouden. Aangezien onderwijs in het VK duurder is dan in andere EU-lidstaten gaan veel Britse studenten studeren in landen met veel Engelstalige opleidingen, zoals Nederland, Zweden, Finland en Denemarken.
Bij de onderhandelingen speelt Noord-Ierland een belangrijke rol. In het plan van de Britse premier Boris Johnson blijft Noord-Ierland namelijk wel onderdeel van de EU (en het VK). Hierdoor kan de Ierse grens opblijven, wat ervoor moet zorgen dat de situatie in Noord-Ierland niet verder escaleert (the Troubles). Bepaalde EU-wetgeving geldt hierdoor in Noord-Ierland. Tot aan het einde van 2020 blijven alle EU-regels in het VK gelden en blijft ook de vrije handel in stand. Noord-Ierland krijgt tevens elke vijf jaar de kans om te stemmen om in de EU te blijven of eruit te stappen.
Relatie met Zwitserland
Zwitserland begon in 1992 een toetredingsprocedure aan om tot de Europese Unie toe te treden. Zwitserland is een directe democratie, waarin het volk kan beslissen om wetten in referenda. In zowel 1992 als 2001 werd er een referendum over het toetreden gehouden, maar de bevolking wees dit beide keren af. De Zwitsers zijn bang dat een toetreding tot de Europese Unie een einde maakt aan de directe democratie. Ook zijn ze bang dat de neutraliteit van Zwitserland in gevaar komt.
Toch is Zwitserland (na het VK) de belangrijkste handelspartner van de Europese Unie. In verdragen uit 1999 en 2004 werden regelingen getroffen. In 2008 trad Zwitserland toe tot de Schengenzone, nadat de bevolking toe had gestemd in een referendum. Zwitserland wordt gezien als een sterke economie en er vindt steeds meer handel tussen twee landen plaats. Als Zwitserland bij de Europese Unie zou willen, zou dit vrij gemakkelijk gaan. Sinds 2018 wordt er gediscussieerd over een Rahmenvertrag; een verdrag die automatisch EU-wetgeving doorvoert zoals bij Noorwegen het geval is. Tegenwoordig is het zo dat de Zwitsers over elk ding dat de EU beslist een referendum moet houden, wat een heel gedoe is. De Zwitserse regering is tegen dit verdrag, vanwege de democratische traditie en neutraliteit in het land. Echter, de Zwitserse bevolking is voor het verdrag.
Oostelijk Partnerschap en Rusland
De Europese Unie heeft banden met Wit-Rusland, Oekraïne, Moldavië, Georgië, Armenië en Azerbeidzjan. Deze landen vormen het zogeheten Oostelijk Partnerschap. De Europese Unie heeft op deze manier politieke en economische banden met deze landen. Op deze manier zorgt de EU voor meer vrijheid, veiligheid, stabiliteit en welvaart in Oost-Europa. De band per land met de EU is erg verschillend. De banden zijn het sterkst met Oekraïne en Georgië. Met Wit-Rusland zijn de banden het slechts, aangezien Wit-Rusland een dictatuur is.
De band met Rusland is erg slecht. Rusland vreest de verdere groei van de Europese Unie (en NAVO) en wil een eigen economische unie stichten waarin alle voormalige Sovjetstaten zitten. Toch zijn er handelsovereenkomsten tussen de twee landen. In de jaren negentig wilde de Russische president Boris Jeltsin zelfs dat Rusland zou toetreden tot de Europese Unie. De band met de EU is in recente jaren vooral slecht geworden door de Euromaidan en Krimcrisis Oekraïne, vele antidemocratische maatregels van Vladimir Poetin, de ramp met MH17, het afluisteren van Europese politici en het digitaal inbreken bij veel Europese instituten.
Relaties met andere landen
De Europese Unie heeft handelsovereenkomsten met de meeste grote economieën ter wereld, zoals Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Japan, Zuid-Korea en Zuid-Afrika. Er zijn echter geen of verouderde handelsdeals met China, de Verenigde Staten, India en de Mercosur (Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay). De laatste jaren werkt de EU hard aan deze deals om vrijhandel te promoten.
De Europese Unie heeft een wisselende relatie met de Verenigde Staten. Zowel de VS als de EU worden gezien als brengers van vrede, democratie, vrijheid, gelijkheid en welvaart. De twee hebben veel bijgedragen aan de situatie in veel landen, zoals Bosnië en Herzegovina. Sinds het benoemen van de Amerikaanse president Donald Trump is de relatie echter verslechterd. De EU zou volgens Trump de VS dwarsbomen in een handelsakkoord tussen de twee. Dit leidde zelfs tot enkele handelsoorlogen, waarbij de twee steeds de importheffingen op specifieke goederen hoger maakten.
Houdingen tegenover de Europese Unie
Euroscepsis
Euroscepsis betekent het kritiek hebben op de Europese Unie of tegen de Europese Unie in zijn geheel zijn. Het kritiek op de EU hebben wordt vaak zachte euroscepsis genoemd. Politici en politieke partijen vinden dan dat de EU op zich dingen goed doet, maar op sommige vlakken moet verbeteren of minder moet doen. Voorbeelden van partijen die aan zachte euroscepsis doen zijn de Socialistische Partij, ChristenUnie en SGP in Nederland en de Nieuw-Vlaamse Alliantie in België. Harde eurosceptici vinden echter dat de Europese Unie niets goeds brengt en dat deze moet worden afgeschaft of dat men uit de EU moet stappen. Voorbeelden van deze partijen zijn de Partij voor de Vrijheid in Nederland en Vlaams Belang in België. Veel bekende eurosceptici, zoals Nigel Farage, Marine Le Pen en Matteo Salvini, zijn ook harde eurosceptici.
Maar wat is dan de kritiek op de Europese Unie? Hier staan een aantal standpunten:
- Ondemocratisch - de Europese Unie zou ondemocratisch zijn, aangezien de meeste instellingen niet door de bevolking gekozen worden. Ook worden er geen Europees wijde referenda gehouden. Volgens de eurosceptici is dit vooral vreemd, omdat de Europese Unie wereldwijd als één van de grootste vertegenwoordigers van democratie gezien wordt.
- Onvoorzichtig - de Europese Unie is niet open genoeg. Veel eurosceptici en ook burgers hebben het idee dat de Europese Unie niet genoeg zaken geeft in wat het eigenlijk doet en het soms onduidelijk is waar de Europese Unie geld aan besteed. Ook vind veel overleg binnen gesloten deuren plaats.
- Machtzuchtig - de Europese Unie wordt ook vaak verweten, dat het zijn macht te veel wil uitbreiden. Vooral in kleinere landen is daar kritiek op, aangezien ze minder zetels hebben. Ze zijn bang dat grote landen hun mening doordrukken. Ook zijn veel landen bang dat steeds meer taken aan de Europese Unie worden overgedragen.
- Passief - de Europese Unie wordt als passief gezien, aangezien het soms niet hard genoeg optreedt tegen de lidstaten. Voorbeelden zijn Polen, waar de regering kwam met het idee om rechters te ontslaan, en Hongarije, waar de regering tijdens de uitbraak van covid-2019 onbeperkte macht kreeg. Daarnaast was er kritiek tegen het optreden van de EU tegen de corruptie in Roemenië en de staatsschulden van Griekenland, Frankrijk en Italië.
- Geldverslindend - de Europese Unie wordt ook soms als geldverslindend gezien, aangezien het kosten maakt die voorkomen hadden kunnen worden. Voorbeelden zijn het onterecht krijgen van reiskostenvergoeding van de Europese Parlementsleden en de wekelijkse dure verhuizing van het Europees Parlement tussen Brussel en Straatsburg.
- Inefficiënt - de EU wordt inefficiënt genoemd, aangezien het bepaalde Europese problemen niet wist te regelen. Het bekendste voorbeeld is de Europese migrantencrisis van 2015, waarin de EU het voortouw zou moeten nemen. Dit gebeurde echter niet en elk land nam een ander beleid aan.
- Immigratie - door het openen van de binnengrenzen mag iedere EU-burger in ieder land werken. Aangezien de lonen in Oost-Europa lager liggen dan West-Europa, werken veel Oost-Europeanen in het westen. Zij bieden zich aan voor een lagere prijs, vaak onder het minimumloon, dan de West-Europese arbeiders. De West-Europeanen raken werkeloos, maar veel Oost-Europeanen worden tevens uitgebuit. Daarnaast is er nog kritiek dat criminelen, terroristen en vluchtelingen zich vrij door de EU kunnen bewegen.
Door deze problemen is ook kritiek op de uitbreiding van de Europese Unie. Vaak zijn het relatief arme landen, die soms ook nog interne problemen hebben, die de EU willen toetreden. Voornamelijk is kritiek op de mogelijk toetreding van Turkije. Daarnaast is er nog kritiek dat de Europese Unie te veel voor bedrijven zou zijn en kleine ondernemers en burgers hieronder lijden, dat de EU zich met de interne zaken van landen bemoeit en bestaat er een angst voor een Europese superstaat.
Pro-Europeanisme
Tegenover de euroscepsis staat Pro-Europeanisme of Europeanisme. Dit zijn politici en politieke partijen die wel voorstander van de EU zijn, al hebben ze vaak verbeterpunten. Sommige van deze politieke partijen en politici pleiten voor een Europese superstaat, maar het grootste deel wil enkel samenwerking. Voorbeelden van Pro-Europese partijen zijn de PvdA, VVD, GroenLinks, CDA en D66 in Nederland en Open VLD, CD&V, Sp.a en Groen in Vlaanderen. Bekende Pro-Europese politici zijn Emmanuel Macron en Angela Merkel.
Wat zijn dan hun argumenten voor de Europese Unie? Hieronder staan een aantal:
- Stabiliteit - de Europese Unie zorgt voor stabiliteit. Sinds het oprichten van de EU zijn er tussen de EU-lidstaten geen oorlogen meer geweest. Hoewel er conflicten waren, zijn deze opgelost. Een voorbeeld is de situatie in Noord-Ierland, die enorm verbeterde. Ook zorgde de EU voor stabiliteit in nieuwe democratieën als Spanje, Portugal en Griekenland.
- Voedsel- en productveiligheid - de producten die in de EU verkocht worden zijn van uitzonderlijke kwaliteit in vergelijking met andere landen. Etenswaren en producten bevatten hierdoor geen giftige of schadelijke stoffen. Elk product in de EU moet de CE-markering hebben. Hierdoor heeft speelgoed bijvoorbeeld geen onderdelen die een kind kan inslikken en kunnen kasten niet zomaar omvallen.
- Milieubewust - de Europese Unie is erg milieubewust bezig. Door het verbieden van milieuonvriendelijke gloeilampen, het maken van een Europese Green Deal en het geven van subsidie aan landen die overschakelen op groene stroom wordt aan het milieu gedacht. Ook werd het gebruik van plastic wegwerpproducten verboden, mogen boeren bepaalde gifstoffen niet meer gebruiken en wordt in de handelsovereenkomsten rekening gehouden met het klimaatakkoord van Parijs. Daarnaast zijn er initiatieven voor het planten van bomen, het benoemen van natuurgebieden en het uitzetten van bedreigde diersoorten.
- Welvaart - de EU zorgt voor welvaart in veel landen. Veel landen die tot de Europese Unie toetreden zagen hun economie groeien in de jaren erna. Bepaalde lidstaten wordt hierdoor volgens het IMF niet meer als ontwikkelingsland gezien, zoals Tsjechië, Hongarije, Malta en Cyprus. Ook zorgt de EU voor meer handel en daardoor meer werkgelegenheid.
- Onafhankelijkheid - de EU zorgt ervoor dat de lidstaten onafhankelijk blijven, aangezien het een machtsevenwicht tegenover grote landen als Rusland, de VS en China kan vormen. Door samen te werken kunnen deze landen minder invloed uitoefenen op Europese landen en kunnen de Europese landen ook hun markt beschermen.
- Arme regio's - de EU investeert in veel armere regio's door infrastructuur te vernieuwen, voorzieningen te bouwen en kleine bedrijven financieel te steunen. Het beste voorbeeld is Ierland, dat ooit het armste land van West-Europa was. Ierland is nu één van de 10 meest ontwikkelde landen ter wereld.
- Vrij verkeer - de EU zorgt voor vrij verkeer van goederen, personen en kapitaal. Dit kan als voordeel worden gezien, omdat geen visa, grensbewaking en invoerrechten nodig zijn. Goederen kunnen goedkoop verplaatst worden, files aan de grenzen komen haast niet meer voor en een paspoort is niet meer nodig.
Ook het kunnen studeren in het buitenland, het kunnen reizen zonder geld te wisselen (binnen de Eurolanden), het brengen van democratie en stabiliteit in conflictregio's, het beschermen van minderheden en rechtsstaat en het steunen van gezondheidszorg, wetenschap, onderwijs en cultuur worden gezien als de voordelen van de Europese Unie.
Verenigde Staten van Europa?
De Europese Unie is gesticht onder het motto Ever closer union (Alsmaar hechtere unie), oftewel er wordt steeds hechter samengewerkt. Zowel Eurosceptici als Europeanisten stellen over dit zou leidden tot de Verenigde Staten van Europa; een Europa dat verenigd is tot één land. Al eeuwen wordt er nagedacht over vereniging van het continent, waar altijd oorlogen waren. De Franse schrijver Victor Hugo en de Britse premier Winston Churchill waren voorstanders van een Verenigde Staten van Europa. Churchill benadrukte wel dat het VK (en ook Ierland) geen onderdeel werden van deze unie. De Belgische oud-premier Guy Verhofstadt is tegenwoordig één van de grootste vertegenwoordigers van de Verenigde Staten van Europa. Het is onwaarschijnlijk dat de Verenigde Staten van Europa op de korte termijn (en zelfs lange termijn) gesticht worden en de Europese Unie is dit ook niet van plan.
Externe links:
Spelletje
Europese Unie | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Intergouvernementele organisaties | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|