Wederopbouw
Over dit artikel en/of onderwerp bestaat er ook een portaal! Klik hier om het portaal te bekijken! |
Met wederopbouw wordt meestal de periode van 10 à 15 jaar na de Tweede Wereldoorlog bedoeld, waarin Nederland de schade herstelde, die de oorlog aan het land had toegebracht. Het betrof voornamelijk materiële schade. Schade dus aan gebouwen, wegen, installaties enzovoorts. Het zwaarst getroffen was de binnenstad van Rotterdam, die in 1940 bij een bombardement door de Duitsers was verwoest. Den Haag had ook zwaar geleden. Daar waren door de Duitsers hele wijken, parallel aan de zee, met de grond gelijk gemaakt voor de zogeheten Atlantikwall, die een eventuele geallieerde invasie moest verhinderen. Alsof dit nog niet genoeg was, kreeg Den Haag in maart 1945 ook nog een geallieerd bombardement te verduren, dat de wijk Bezuidenhout grotendeels in puin legde. Ook Arnhem werd zwaar getroffen tijdens de Slag om Arnhem tussen Duitsers en geallieerden in 1944.
Materiële omvang van de schade
De schade aan het huurwoningenbestand was zodanig, dat er na de oorlog een woningnood ontstond (die in feite tot op de huidige dag voortduurt), terwijl vóór de oorlog hele straten leeg stonden! Eigenlijk was er nauwelijks een plek in Nederland te vinden, die de oorlog schadevrij was doorgekomen. Alleen al het aantal verwoeste of beschadigde woningen op een bestand van ca. 2 miljoen (1940) bedroeg (1945) ruim 500.000, een kwart dus. Kortom, de schade was enorm.
40% van de productiecapaciteit was verloren gegaan, tientallen fabrieken en duizenden machines waren naar Duitsland afgevoerd. Van de totale oppervlakte landbouwgrond was bijna 10% door de geallieerden onder water gezet om de Duitsers te verjagen. De zwaarst getroffen provincie als geheel was Zeeland.
Kosten van de schade
De totale oorlogsschade bedroeg ca. 25 miljard gulden. Bij het herstel van die schade was de Amerikaanse Marshallhulp, totaal meer dan 1 miljard dollar, indertijd 3,80 miljard gulden, natuurlijk meer dan welkom. Aan schadevergoeding van Duitsland werd, na lang onderhandelen, 275 miljoen mark ontvangen. Ook kreeg Nederland Duits grondgebied, bij Tudderen in Limburg en Elten in Gelderland in bezit, dat echter later weer aan Duitsland is teruggegeven.