The Troubles

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
The Troubles
Na Trioblóidí

Map of Ireland's capitals.png

Datum Jaren 1960 - 1998
Locatie Voornamelijk: Vlag van Noord-Ierland Noord-Ierland
Ook in: Flag of the United Kingdom (3-5).svg Verenigd Koninkrijk , Vlag van Ierland Ierland en vasteland van Europa
Overwinning voor
Resultaat Goedevrijdagakkoord
Strijdende partijen
Unionisten Republikeinen Staatsmanschappen
Ulster Volunteer Force
Ulster Defence Association
Red Hand Commando
Gesteund door:
Vlag van Zuid-Afrika Zuid-Afrika
Irish Republican Army
Irish People's Liberation Organisation
Gesteund door:
Vlag van Libië Libië
Flag of the United Kingdom (3-5).svg Verenigd Koninkrijk
Vlag van Ierland Ierland
Leiders
Troepensterkte
Verliezen
Portaal Portal.svg Geschiedenis

The Troubles (Engels) of Na Trioblóidí (Iers) is de naam voor het conflict in Noord-Ierland tussen de jaren 1960 tot 1998. In het Nederlands betekent de naam De Problemen, maar vaak wordt de Engelse naam gebruikt. Het conflict vond plaats tussen de unionisten (de vooral protestants zijn) en de republikeinen (de vooral katholiek zijn). De unionisten zagen zich als Brits en wilden Noord-Ierland in het Verenigd Koninkrijk houden. De republikeinen wilden juist dat Noord-Ierland onderdeel werd van Ierland. De Republikeinen vormden een eigen leger, genaamd de Irish Republican Army (IRA).

Het conflict wordt soms een burgeroorlog genoemd. Toch was er tijdens The Troubles niet een constante strijd, maar waren het eerder allerlei losse gebeurtenissen met rustige tussenperiodes. De meeste van deze gebeurtenissen vonden plaats in Noord-Ierland, maar sommige ook in het Verenigd Koninkrijk en Ierland. De bekendste gebeurtenissen waren Bloody Sunday in 1972 en de bomaanslag in Brighton in 1984. Het conflict zorgde ervoor dat katholieke en protestantse Noord-Ieren apart van elkaar leefden. In Belfast was dit zichtbaar door de vredesmuren. Het conflict werd opgelost in 1998 met het Goedevrijdagakkoord.

Ondanks dat het conflict niet meer gewelddadig is, zijn er nog steeds spanningen in Noord-Ierland. Nog altijd is er groot wantrouwen tussen de unionisten en republikeinen.

Ontstaan

Voorgeschiedenis

Om The Troubles te begrijpen, is het belangrijk de geschiedenis van Ierland te kennen. Tot 1609 werd Ierland bewoond door bijna alleen Ieren. Dit veranderde in 1609 toen de eerste Engelse en Schotse kolonisten kwamen. Zij namen land van de Ierse bevolking in en Ierland kwam onder Engels bestuur te staan. In deze tijd was de koning van Ierland ook koning van Engeland en Schotland. Het koninkrijk Ierland was officieel een zelfstandig koninkrijk, maar werd bestuurd door de Engelsen en Schotten. Pas in 1801, toen het Verenigd Koninkrijk gesticht werd, werd Ierland een onderdeel van het land. Ierland werd voor die tijd als kolonie gezien en ook na deze tijd was Ierland technisch gezien een kolonie. Steeds meer protestantse Engelsen gingen naar Ierland toe, terwijl de katholieke Ierse bevolking verdrongen werd. Dit leidde tot veel conflicten tussen de twee groepen.

In de 19e eeuw ontstond de roep voor Home Rule (zelfbestuur). De Ieren wilden onderdeel blijven van het Verenigd Koninkrijk, maar meer dingen zelf beslissen. Het Britse parlement in Londen wilde dit niet. Tijdens de Paasopstand van 1916 kwam er meer roep voor onafhankelijkheid. Na een onafhankelijkheidsstrijd werd Ierland onafhankelijk van het Verenigd Koninkrijk in 1922. Toch werd besloten dat Noord-Ierland, waar veel protestanten woonden, onderdeel bleef van het Verenigd Koninkrijk. Het zuiden werd een onafhankelijke republiek. Hoewel in Noord-Ierland veel protestanten woonden, woonden er ook veel katholieken. De katholieken in Noord-Ierland wilden zich aansluiten bij Ierland en voelden zich Iers. De protestanten wilden Noord-Ierland in het Verenigd Koninkrijk houden en voelden zich Brits.

Unionisten en republikeinen

Tijdens het conflict waren er twee groepen met elkaar in strijd:

  • De (Ulster) unionisten of (Ulster) loyalisten: Zij vinden dat Noord-Ierland onderdeel is van het Verenigd Koninkrijk. De unionisten zagen zichzelf als Brits. In veel gevallen waren zij ook protestants (vaak lid van de Anglicaanse Kerk). De unionisten leefden vooral in de grote steden en in het oosten van Noord-Ierland. Het woord Ulster is de naam die zij aan Noord-Ierland geven.
  • De Ierse republikeinen: Zij vinden dat Noord-Ierland onderdeel zou moeten worden van Ierland. Volgens hen zou heel Ierland verenigd moeten worden onder Iers bestuur. Zij zagen zichzelf als Iers en waren in veel gevallen katholiek. De republikeinen leefden vooral op het platteland en in het westen van Noord-Ierland. Toch hadden de grote steden ook een grote Ierse bevolking.

Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zelf vochten niet direct in de oorlog. Zij werkten vooral om de vrede in Noord-Ierland te bewaren. Toch claimden beide landen Noord-Ierland als onderdeel van hun land. Ook waren ze in een bepaalde mate betrokken bij de strijdende partijen, maar vochten niet direct.

Verloop

Begin van The Troubles

Door middel van muurschilderingen werd propaganda verspreid door zowel unionisten als republikeinen.

Hoewel er spanningen waren na 1922 in Noord-Ierland, bleef het eerst vrij rustig. Tot aan de jaren 1960 was er ook niet echt een conflict. Dit veranderde in 1966. Dat jaar herdachten veel republikeinen de Paasopstand van 1916, die toen 50 jaar geleden begon. De Irish Republican Army (IRA) zag toen een opleving. De Ulster Volunteer Force (UVF) wilde de IRA bestrijden en voerde drie moorden uit. Hoewel de daders gepakt werden, bleef de UVF bestaan.

The Troubles liepen pas echt uit de hand in 1968. Na de moord op de Amerikaanse mensenrechtenactivist Martin Luther King Jr. waren er grote demonstraties in Noord-Ierland. Deze verliepen vreedzaam en werden door de republikeinen georganiseerd. Zij waren geïnspireerd door King en voelden zich gediscrimineerd ten opzichte van de unionisten. De unionisten, waaronder Ian Paisley, zagen deze demonstratie als een dekmantel voor de IRA. Veel unionisten wilden geen gelijkheid tussen katholieken en protestanten in Noord-Ierland. Tijdens de demonstratie braken er ook gevechten uit tussen republikeinen en unionisten. In de weken hierna braken er ook gevechten uit in Belfast en Derry, waar zowel veel protestanten als katholieken woonden. Tegen 1969 was het conflict uit de hand gelopen en de Noord-Ierse regering vroeg de hulp van het Britse leger.

Volgens de republikeinen en de unionisten waren er andere oorzaken. De unionisten zagen de burgerrechtenbeweging als oorzaak van het conflict. Zij waren ook bang dat Ierland Noord-Ierland zou binnenvallen. De republikeinen zagen de weerstand tegen de burgerrechtenbeweging als oorzaak van het conflict. Zij vonden dat het Britse leger niet naar Noord-Ierland moest komen, aangezien ze geen vertrouwen in het leger hadden.

Jaren 1970

Een herdenking voor Bloody Sunday in 2007

Tussen 1970 en 1972 nam het geweld in Noord-Ierland erg toe met moorden op burgers, IRA- en UVF- leden en politici. Zo werd in 1971 de café opgeblazen door unionisten waar veel republikeinen samenkwamen. In 1972 werden er maar liefst 500 moorden gepleegd door beide groepen, waarvan de helft op normale burgers. In 1971 kreeg de IRA de macht in handen in Ierse wijken in Derry. Zij zetten barricades neer, waardoor het onmogelijk was om de wijken in te komen zonder toestemming van de IRA. Zelfs het Britse leger lukte dit niet. Later dat jaar vonden er schietpartijen plaats in Belfast, waarbij 10 mensen om het leven kwamen.

Een van de heftigste gebeurtenissen tijdens de oorlog vond plaats op 30 januari 1970. Tijdens een vreedzame demonstratie werden 14 mensen door het Britse leger vermoord en nog eens 15 verwond. Deze dag staat tegenwoordig bekend als Bloody Sunday. Veel Ierse inwoners van Noord-Ierland kregen hierdoor wantrouwen in de Britten. Dit leidde er ook toe dat de IRA veel aanslagen ging uitvoeren op unionisten, de Britse politie en het Britse leger. Dit waren o.a. schietpartijen en autobommen. De IRA was alleen bereid te stoppen als Noord-Ierland aan Ierland gegeven werd. De Britten weigerden dit te doen en besloten Noord-Ierland onder direct bestuur vanuit Londen te zetten. Het Noord-Ierse parlement, waar de unionisten de meerderheid hadden, stemde hiermee in.

Controles door Britse soldaten in 1974 in Belfast

Dit bestuur vanuit Londen was voor korte duur. In 1973 werd een nieuw parlement voor Noord-Ierland opgericht en er kwamen verkiezingen. De Britten en de Ieren gingen samenwerken om de situatie in Noord-Ierland op te lossen. Uiteindelijk werd besloten dat republikeinen als unionisten samen zouden werken. Veel gematigde republikeinen en gematigde unionisten vonden dit een goed plan. De radicalere unionisten en de IRA waren tegen dit plan. Veel unionisten gingen staken tegen dit akkoord. Zij wilden niet met de republikeinen samenwerken en werden gesteund door de Britse geheime dienst, de MI5. De MI5 geloofde namelijk namelijk dat de toenmalige Britse premier Harold Wilson een spion van de Sovjet-Unie was. De UVF voerde ook drie aanslagen uit. Hierdoor ging het akkoord niet door. Wilson probeerde eerst om een onafhankelijk Noord-Ierland te maken. Dit zou betekenen dat Noord-Ierland een zelfstandig land zou worden, maar ook dit plan werd niet uitgevoerd.

In de late jaren 70 bleven er meer aanslagen plaatsvinden door beide partijen. Ook vonden deze aanslagen buiten Noord-Ierland plaats, zoals de IRA-aanslag in het Engelse West Riding of Yorkshire. In Noord-Ierland wilden steeds meer mensen een einde aan het geweld. Hierdoor werden vredesorganisaties opgericht, zoals de Peace People die de Nobelprijs voor de Vrede in 1976 kregen. De IRA gingen ook door met aanslagen plegen, waaronder op Lord Mountbatten, de oom van prins Philip (de man van koningin Elizabeth II). Hij kwam daarbij om het leven.

Jaren 1980

Het Grand Brighton Hotel na de aanslag. Doordat de bom te licht was en het gebouw erg stevig was, stortte slechts voor een klein gedeelte in. Dit heeft voorkomen dat er meer slachtoffers vielen.

In 1980 en 1981 vonden verschillende hongerstakingen plaats voor Ierse republikeinen. Tijdens de bekendste hongerstaking van 1981 overleden 10 mensen van de honger, waaronder Bobby Sands. Deze gebeurtenis zorgde voor veel onrust in Noord-Ierland en 100.000 republikeinen woonden de begrafenissen bij. Na de hongerstakingen besloot de Ierse republikeinse partij Sinn Féin mee te doen aan de verkiezingen in Noord-Ierland. Sinn Féin was toentertijd de politiek tak van de IRA en behaalde ook zetels in Ierland. De IRA wilde een lange oorlog uitvoeren om zo het Britse leger uit te putten. De Britse premier Margaret Thatcher vond echter dat Noord-Ierland Brits moest blijven. De IRA werd gesteund door het Libië van Moammar al-Qadhafi. Qadhafi was namelijk boos op de Britten (en de Amerikanen) voor een luchtaanval op Libië, waarbij een familielid van hem stierf. Hij gaf wapens aan de IRA om Thatcher, die goede banden had met de Amerikaanse president Ronald Reagan, dwars te zitten. De IRA werd overigens ook gesteund met geld door Ierse Amerikanen.

Op 12 oktober 1984 voerde de IRA zijn bekendste aanslag uit, namelijk op het Grand Brighton Hotel in het Engelse Brighton. In het hotel vond een partijcongres plaats van de Conservative Party van Thatcher. Thatcher bevond zich ook in het hotel toen een zware bom ontplofte. Hoewel een deel van de kamer van Thatcher ook opgeblazen werd (de badkamer) overleefde Thatcher de aanslag. Zij raakte niet gewond omdat zij in de suite zelf zat. Vijf mensen, waaronder een parlementslid, kwamen wel om het leven. In de jaren 80 vonden meerdere aanslagen in Noord-Ierland en Londen plaats door de IRA. In 1988 voerden ze zelfs een aanslag in Gibraltar uit.

Ondertussen kregen de unionisten wapens uit Zuid-Afrika.

Jaren 1990

In de jaren 1990 liep het conflict uit de hand bij het Noord-Ierse plaatsje Crossmaglen. Dit plaatsje was in handen van de IRA, maar het Britse leger besloot voedsel in het plaatsje te brengen. Dit leidde tot gevechten en spanningen tussen de IRA en het leger. In 1991 wilde de IRA de Britse premier John Major en zijn regering vermoorden met een aanslag op 10 Downing Street. Hoewel de bom afging, bleef Major en zijn regering ongedeerd. In 1992 en 1993 vonden nieuwe IRA-aanslagen plaats in Londen. Toch besloten beide groepen de wapens neer te leggen in 1994.

Deze wapenstilstand duurde slechts twee jaar. In 1996 voerde de IRA een nieuwe aanslag uit op een loods in de haven van Londen. Een paar maanden later ging ook in Manchester een bom af, waarbij een groot gedeelte van het centrum verwoest werd. In 1997 verklaarde IRA een nieuwe wapenstilstand, hoewel er nog een aanslag in 1998 plaatsvond. Deze aanslag werd gepleegd door leden die het niet eens waren met de wapenstilstand. Toch was dit ook meteen de laatste aanslag van de IRA.

Goedevrijdagakkoord: Het einde

Na de wapenstilstand werd onderhandeld over vrede. Op 10 april 1998 werd het zogeheten Goedevrijdagakkoord getekend in Belfast. Dit akkoord werd gesteund door alle grote politieke partijen in Noord-Ierland (behalve de DUP), de Britse en de Ierse regering. In het akkoord werd bepaald dat:

  • De toekomst van Noord-Ierland bepaald wordt door middel van een referendum. Mocht Noord-Ierland zich willen aansluiten bij Ierland, onafhankelijk worden of in het Verenigd Koninkrijk blijven dan zal er eerst een referendum plaatsvinden. De uitkomst van dit referendum bepaald dan wat er gaat gebeuren. Tot die tijd blijft de huidige situatie behouden.
  • De ondertekenaars zetten zich voor de vrede en democratie in Noord-Ierland.
  • Het Assemblee voor Noord-Ierland wordt opgericht. Noord-Ierland krijgt hierdoor een eigen parlement.
  • Er wordt meer samengewerkt tussen Ierland en Noord-Ierland.
  • De grens tussen Ierland en Noord-Ierland blijft open. Er vinden geen grenscontroles plaats.
  • Ierland zegt zijn aanspraak op Noord-Ierland op. Hiervoor werd de Ierse grondwet veranderd.
  • Vóór 2000 legden alle organisaties de wapens neer en leverden deze in. Dit geldt voor zowel de unionisten als de republikeinen.
  • De gevangenen van deze organisaties aan beide kanten werden ook tegen deze tijd vrijgelaten.

Het akkoord goedgekeurd door de bevolking van Noord-Ierland in een referendum met 71% voor. In Ierland werd het goedgekeurd in een referendum met 94% voor.

Hoewel 2000 als einddatum voor het inleveren van de wapens gold, gaf de IRA pas de laatste wapens af in 2005.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=The_Troubles&oldid=719531"