James Monroe
James Monroe | |
---|---|
![]() | |
James Monroe | |
Geboren | 28 april 1758 |
Geboren te | Westmoreland County, Virginia |
Overleden | 4 juli 1831 |
Overleden te | Albany, New York |
Gehuwd met | Elizabeth Monroe |
Partij | Democratisch-Republikeinse Partij |
Religie | Episcopalisme |
Functie | 5de president van de Verenigde Staten |
Aantreden | 4 maart 1817 |
Aftreden | 4 maart 1825 |
Voorganger | James Madison |
Opvolger | John Quincy Adams |
Functie(s) | |
5de president van de Verenigde Staten 7de minister van Buitenlandse Zaken 8ste minister van Oorlog Ambassadeur in het Verenigd Koninkrijk 12de & 16de gouverneur van Virginia Ambassadeur in Frankrijk Senator voor Virginia | |
Portaal ![]() |
James Monroe (Westmoreland, Virginia, Verenigde Staten, 28 april 1758 - Montpelier, Virginia, 4 juli 1831) was de vijfde president van Amerika.
Tijdens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog diende hij in het leger. Hierna werd ging hij de Senaat, werd hij gouverneur van Virginia en werd ook minister.
Jeugd en de Amerikaanse onafhankelijkheid
James Monroe's vader had een kleine plantage. Na de dood van zijn vader erfde hij het, inclusief een aantal slaven. In 1774 ging hij studeren aan het College of William and Mary. Hij was erg enthousiast over de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog. Toen was de oorlog nog maar een opstand, maar binnen twee veranderde de opstand in een heuse oorlog. Monroe ging in het leger dat vocht tegen de Engelse koning. Hij verliet het college en hij werd officier in het leger. Hij hielp bij een overval op het huis van de gouverneur in Williamsburg. Toch sloegen de Britten terug en verjoegen Monroe van Long Island. Tijdens de kerst van 1776 raakte Monroe gewond aan zijn schouder. Na zijn herstel ging hij rechten studeren en belandde hierdoor bij Thomas Jefferson. Jefferson was de gouverneur van Virginia en werd leider van het leger van North Carolina. In 1783 startte hij zijn eigen rechtenpraktijk in Fredericksburg.
Interesse in de politiek
Monroe was toch wel geïnteresseerd in de politiek en werd in 1782 lid van het Huis van Afgevaardigden. Ook was hij lid van het Continental Congress. Deze commissie zorgde ervoor dat er een grondwet kwam. Ook hielp Monroe hij het maken van de grondwet voor de staat Virginia. Opnieuw stelde Monroe zich verkiesbaar voor het Huis van Afgevaardigden, maar werd verslagen door James Madison. Toch werd hij in 1790 lid van de Senaat.
Ambassadeur en gouverneur
In 1794 werd Monroe ambassadeur naar Frankrijk. Hij zorgde ervoor dat Thomas Paine werd vrijgelaten, maar Paine moest dan wel meteen terug naar de Verenigde Staten. Ook de andere Amerikanen die gevangen zaten, kregen een Amerikaanse nationaliteit en vertrokken naar de Verenigde Staten. Ondertussen waren de Verenigde Staten neutraal en Frankrijk vond dat dit ten goede kwam voor Groot-Brittannië, waar Frankrijk in oorlog mee was. Monroe probeerde dit uit het hoofd van de Franse regering te praten, maar na de Jay Treaty lukte dit niet meer. Zowel de Franse regering als Monroe waren verbaasd. President George Washington riep hierna Monroe terug als ambassadeur.
In 1799 werd Monroe gouverneur van de staat Virginia. Toen in 1800 een aantal slaven in opstand kwamen, onder leiding van Gabriel Prosser, stuurde Monroe de politie er op af, die de opstand neersloeg.
Ondertussen was Thomas Jefferson president geworden. Hij stuurde Monroe naar Frankrijk om de ambassadeur te helpen met de aankoop van Louisiana. Dit gebied omvatte toen niet alleen die staten, maar liep helemaal door naar Montana. Hierna werd hij ambassadeur naar Groot-Brittannië. Toentertijd waren de Britten bezig met het verslaan van Napoleon Bonaparte. In 1806 werd een verdrag ondertekend, waardoor de Verenigde Staten en Groot-Brittannië nog tien jaar vrede met elkaar hadden. Toch moesten een aantal Amerikaanse zeemannen helpen in de Britse marine. Jefferson wilde dit niet en hierdoor ontstond de Oorlog van 1812. Monroe was boos dat het verdrag niet verlengd werd. In 1808 vroeg de Democratisch-Republikeinse Partij of hij zich kandidaat wilde stellen voor het presidentschap. Van de ideeën van Jefferson wilde men weinig meer hebben. Monroe werd uiteindelijk verslagen door James Madison.
Minister
In 1811 werd Monroe opnieuw gouverneur van Virginia. Dit duurde maar vier maanden, want de nieuwe president vroeg of Monroe minister van Buitenlandse Zaken wilde worden. Monroe zei ja en Madison won maakte het een soort en met van goed met de mensen die op Monroe hadden gestemd. Monroe was een belangrijk figuur tijdens de Oorlog van 1812. De oorlog was alles behalve prettig voor de Verenigde Staten. Zowel het Witte Huis als het Capitool werden platgebrand. Monroe werd hierdoor ook minister van Oorlog. Monroe stapte eigenlijk op als minister van Buitenlandse Zaken, maar de president Madison wees geen vervanger aan. Monroe wilde eerst Canada binnenvallen, wat toen nog bij de Britten hoorde. In maart 1815 kwam er uiteindelijk vrede met de Britten en werd Canada niet binnengevallen.
President van de Verenigde Staten
In 1816 werd Monroe met gemak president van de Verenigde Staten. In 1819 kwam er een grote economische crisis. Europa lag door de oorlogen tegen Napoleon in puin. Alleen de Britten konden nog genoeg produceren, maar kregen hun producten in Europa niet verkocht. Hierdoor werden de producten verkocht voor lage prijzen in de Verenigde Staten. Hierdoor konden de Amerikaanse bedrijven niet meer op tegen de Britse producten. Tot 1821 zou de crisis duren, maar Monroe bleef populair.
De grootste uitdraging voor de president was de toetreding van Missouri tot de Verenigde Staten. Dit had allemaal te maken met de slavernij. Toentertijd waren in sommige staten de slavernij verboden, maar in andere niet. Het aantal was toen precies in balans. Er waren evenveel staten waarin slavernij verboden was als in waar slavernij toegestaan was. In Missouri was slavernij toegestaan, waardoor de balans niet meer klopte. Dit werd opgelost door Massachusetts op te splitsen. Toen hoorde Maine namelijk ook nog bij die staat. Door de splitsing kon Missouri worden toegevoegd en was er nog een balans.
Ondertussen werden veel koloniën in Zuid-Amerika onafhankelijk. Monroe vond dat Europa zich niet moest bemoeien met het westelijk halfrond, waar Zuid-Amerika en de Verenigde Staten op lagen. Hierdoor zorgde hij dat de Verenigde Staten deze nieuwe landen herkenden. Deze vorm van politiek heette Monroedoctrine en bleef lang onderdeel van de Amerikaanse politiek.
De president hielp een aantal vrijgelaten slaven om zich te vestigen in Liberia. Ook gaf hij de slaven geld, waardoor Liberia één van de weinige onafhankelijke landen was in Afrika. Uit dank vernoemden de Liberianen de hoofdstad van de president, Monrovia. Monroe werd in 1825 opgevolgd door John Quincy Adams.
Latere leven
Na zijn presidentschap keerde hij terug naar Virginia. Toen zijn vrouw overleed verhuisde hij naar New York City. Op 4 juli (de Amerikaanse Onafhankelijkheidsdag) 1831 overleed hij. Bijzonder genoeg overleden president Thomas Jefferson en president John Adams op dezelfde dag.