Gerald Ford
Gerald Ford | |
---|---|
Gerald Ford | |
Naam voluit | Gerald Rudolph Ford |
Geboren | 14 juli 1913 |
Geboren te | Omaha, Nebraska |
Overleden | 26 december 2006 |
Overleden te | Rancho Mirage, Californië |
Gehuwd met | Betty Ford |
Partij | Republikeinse Partij |
Religie | Episcopalisme |
Functie | 38e president van de Verenigde Staten |
Aantreden | 9 augustus 1974 |
Aftreden | 20 januari 1977 |
Voorganger | Richard Nixon |
Opvolger | Jimmy Carter |
Functie(s) | |
38e president van de Verenigde Staten 40e vicepresident van de Verenigde Staten Afgevaardigde van Michigan | |
Portaal Politiek |
Gerald Ford was de 38ste president van de Verenigde Staten tussen 1974 en 1977. Ford was al eerder vicepresident onder president Richard Nixon. Nadat Nixon aftrad als president volgde Ford hem op. Eerder was hij al afgevaardigde namens de staat Michigan.
Ford werd vicepresident in 1973 nadat Spiro Agnew aftrad na een schandaal. Ford was hiermee de eerste vicepresident die door de Amerikaanse Senaat gekozen werd. Een jaar later brak het Watergateschandaal uit, waarbij president Nixon beschuldigt werd van het afluisteren van de Democraten om de verkiezingen van 1972 te winnen. Nixon trad hiervoor in 1974 af en werd opgevolgd door Gerald Ford. Ford verleende vervolgens amnestie aan Nixon, waardoor Nixon niet aangeklaagd kon worden en vrijgesteld werd van zijn misdaden. Ford was vrij kort president en was ook nog eens vrij onpopulair. Bij de verkiezingen van 1976 verloor hij van de Democraat Jimmy Carter, die hem een jaar later opvolgde als president.
Levensloop
Jeugd en opleiding
Gerald Ford werd geboren op 14 juli 1913 in Omaha, Nebraska. Hij was de zoon van Dorothy Ayer Gardner en Leslie Lynch King Sr. Kort na zijn geboorte gingen zijn vader en moeder uit elkaar. Ford woonde bij zijn moeder en zij nam hem mee naar Oak Park, Illinois. Later verhuisde het gezin naar Grand Rapids in Michigan, waar hij en zijn moeder in hetzelfde huis als zijn opa en oma woonde. Volgens Ford gingen zijn ouders uit elkaar vanwege huiselijk geweld. Zijn vader sloeg namelijk zijn moeder. Zijn vader dreigde zelfs zijn moeder te vermoorden. Zijn moeder zou later hertrouwen met een nieuwe man, Gerald Rudolff Ford. Ford is naar deze man vernoemd en hij was ook zijn vaderfiguur. Hierdoor kreeg hij ook drie broers.
Tijdens zijn jeugd was Ford erg goed in sport. Op de middelbare school zat hij in het voetbalteam en was hiervan zelfs aanvoerder. Later ging hij naar de universiteit van Michigan, waar hij ook aanvoerder werd van het voetbalteam. Onder zijn leiding won het team twee jaar achter elkaar. Ford studeerde in 1935 af met een diploma in economie. Hierna ging hij naar Yale, waar hij rechten ging studeren. Ford tekende hier een petitie om de Verenigde Staten neutraal te houden in de Tweede Wereldoorlog. Vanaf 1940 ging hij zich met de politiek bemoeien en werd lid van de Republikeinse Partij. In 1941 studeerde hij af.
Bij de marine
Na de aanval op Pearl Harbor schreef Ford zich in bij de Amerikaanse marine. Een jaar later werd hij opgeroepen om te dienen in de Tweede Wereldoorlog. Hij vertrok naar Annapolis, Maryland voor een training. Ford moest dienen op zee voor de bescherming van de Grote Oceaan. Hij zorgde voor veiligheid tijdens de landingen op de Noordelijke Marianen en vocht in de slag in de Filipijnse Zee. Hoewel het schip waarin hij zat niet beschadigt werd door de aanval van de Japanners, werd het wel getroffen door een orkaan. Hierdoor moest het schip gerepareerd worden en was de militaire dienst van Ford afgelopen.
Afgevaardigde en vicepresidentschap
In 1948 stelde Ford zich verkiesbaar om lid te worden van het Huis van Afgevaardigden. Ford wist de verkiezingen te winnen door werkers aan hun deur op te zoeken. Ook bezocht hij boerderijen en fabrieken. Tussen 1949 en 1973 zou afgevaardigde zijn namens het 5e kiesdistrict van Michigan. Ford was een redelijke progressieve Republikein. Zo stemde hij voor de Voting Rights Act of 1964. Ook zat hij in verschillende commissies, waaronder die voor defensie. Na de moord op John F. Kennedy was Ford een van de leden van de Warren-commissie. Deze commissie deed onderzoek naar de dood van Kennedy. Ford deed onderzoek naar het leven van Lee Harvey Oswald, de man die Kennedy vermoordde. Gedurende deze periode had hij veel contact met de FBI.
In 1965 werd Ford gekozen tot de leider van de Republikeinse minderheid in het Huis van Afgevaardigden. Dit kwam na het grote verlies dat de Republikeinen leden in 1964. Ford was een fel tegenstander van de Vietnamoorlog. In 1966 wonnen de Republikeinen veel zetels. Volgens Ford kostte de Vietnamoorlog te veel geld en was het vechten het niet waard. Nadat Richard Nixon president werd speelde Ford een grote rol in het aannemen van wetten over natuurbescherming. Ford was een geliefde fractievoorzitter, mede doordat hij niet van aanvallen hield.
In 1973 moest de vicepresident van Nixon, Spiro Agnew, opstappen. Agnew werd verdacht van belastingontduiking en corruptie. Tegelijkertijd begon het Watergateschandaal aan het licht te komen, maar Nixon ontkende hier schuldig aan te zijn. Nadat Agnew opstapte werd voorgesteld dat Ford de nieuwe vicepresident werd. Ford werd namelijk als neutraal persoon gezien. De Senaat ging hiermee akkoord en Ford werd vicepresident op 6 december 1973. Toch zou zijn vicepresident niet lang duren. In het jaar daarna werd steeds meer over het Watergateschandaal duidelijk. Steeds meer leek het erop dat Nixon schuldig was en zijn positie leek onhoudbaar. Men was een afzettingsprocedure aan het starten tegen Nixon en het was duidelijk dat Nixon het niet zou overleven. Hierop besloot Nixon om op te stappen op 9 augustus 1974. Ford werd hierover een paar dagen eerder op de hoogte gebracht. In anderhalve week tijd werd hij klaargestoomd voor het presidentschap. Een paar maanden nadat hij vicepresident werd, werd hij president van de Verenigde Staten.
Presidentschap (1974-1977)
Nog dezelfde dag dat Nixon aftrad werd Ford beëdigd als president. Ford gaf direct een televisiespeech aan het land over de gebeurtenissen. De Verenigde Staten waren door het Watergateschandaal in rep en roer en het vertrouwen in de politiek was erg gezakt. Ford koos Nelson Rockefeller als zijn nieuwe vicepresident. Een maand na zijn beëdiging gaf hij een presidentieel pardon aan Nixon. Hierdoor kon Nixon niet vervolgd worden voor het Watergateschandaal. Ford legde uit dat het tijd was om door te gaan en het Watergateschandaal in het verleden te laten. Toch viel dit besluit niet goed bij het Amerikaanse volk. Bij de verkiezingen voor het Amerikaans Congres verloren de Republikeinen dan ook veel zetels.
Ford wilde in principe afmaken wat Nixon begonnen was. Het land had te maken met een hoge staatsschuld en inflatie. Hoewel Ford dit probeerde op te lossen, waren zijn maatregelen niet effectief. Ook had de overheid nog steeds grote tekorten. Onder Ford werd een wet aangekomen, dat gehandicapte kinderen door de gehele Verenigde Staten onderwijs gaf. Tegelijkertijd kregen de Verenigde Staten te maken met een uitbraak van een varkensgriep aan het einde van zijn president. Ford zette zich in voor het aannemen van het zogeheten Equal Rights Amendement. Dit was een voorgestelde toevoeging aan de Amerikaanse grondwet. Hierdoor zou in de grondwet komen te staan dat vrouwen en mannen gelijk zijn. Uiteindelijk is dit amendement er nooit gekomen. Ford kreeg ook kritiek van zowel Democraten als Republikeinen, aangezien niet duidelijk was of wel of niet voorstander van abortus was. Dit kwam doordat zijn vrouw - die voorstander was - erover openlijk over praatte op televisie. Ook praatte zij over drugsgebruik en wat ze zou doen als haar kinderen drugs zouden gebruiken. Hoewel dit nu niet heel vreemd zou zijn, was dat voor die tijd vrij controversieel. Op buitenlands gebied wilde Ford ook verder met het beleid van Nixon. Hij wilde vrede met de Sovjet-Unie en verbeterde ook de banden met China. Onder Ford was de eerste vergadering van de G7. Daarnaast wilde hij meer samenwerking om wereldwijd milieuvervuiling te verminderen. Ford kreeg te maken met de Turkse invasie van Cyprus, wat tot spanningen tussen Griekenland en Turkije leidde. Ford weigerde Noord-Cyprus als land te erkennen en riep op andere landen dit ook niet te doen. Ook probeerde Ford om vrede in het Midden-Oosten te sluiten, als ook op Oost-Timor. Op Ford werden twee moordaanslagen gepleegd, die allebei mislukten.
Ondanks dat Ford vrij onpopulair was, besloten de Republikeinen hem toch als kandidaat voor te stellen voor de verkiezingen van 1976. Ford nam het op tegen de Democraat Jimmy Carter, een vrij onbekend politicus. Dit werkte in Carters voordeel, aangezien de Amerikanen toe waren aan iemand die ze konden vertrouwen. Mensen wisten weinig over Carter, waardoor men niet wist of hij slechte dingen gedaan had. Ford maakte ook een blunder tijdens de televisiedebatten met Carter. Hij zij:
Echter, Oost-Europa stond weldegelijk onder de overheersing van de Sovjet-Unie. Wat Ford waarschijnlijk bedoelde is dat deze zich niet moest uitbreiden naar andere landen. Ford versprak zich waarschijnlijk, maar de schade was al gemaakt. Tijdens de verkiezingen won Carter met 297 van de 538 van Ford. Na twee jaar was het presidentschap van Ford hiermee afgelopen.
Latere leven
Ford vertrok na zijn presidentschap naar huis en maakte zo nu en dan een optreden bij bijeenkomsten en evenementen. Ford probeerde in 1980 de running mate van Ronald Reagan te worden. Reagan wilde dit eerst doen, maar zag hier uiteindelijk van af. Ford stelde namelijk te veel eisen en uiteindelijk koos Reagan voor George H.W. Bush. Fords politieke carrière was hierdoor over. In 1977 richtte Ford een school op, waar mensen onderwijs konden volgen voor baantjes bij de overheid. Tegelijkertijd zamelde hij geld in voor zijn eigen museum en bibliotheek. Ford publiceerde in 1987 zijn biografie. In 1991 riep hij het Amerikaans Congres op om aanvalswapens te verbieden.
In zijn latere leven werd Ford goede vrienden met Jimmy Carter, de man die hem in 1976 versloeg. Ford werd in zijn latere leven progressiever en keurde veel beleid van de Republikeinse Partij af. In 2001 verklaarde hij dat lhbt'ers gelijke rechten moesten hebben. Hij wilde dat discriminatie verboden werd, lhbt'ers in het leger moesten kunnen dienen en zich vrij moesten kunnen uiten. Volgens Ford moesten de Republikeinen deze standpunten overnemen om stemmen onder lhbt'ers te winnen. Ook werd Ford voorstander van abortus. In 2004 sprak Ford zich uit tegen de Irakoorlog. Ford keurde het beleid van George W. Bush af. Ford kreeg vanaf de jaren 90 te maken met gezondheidsproblemen. In 2000 had hij twee kleine beroertes gekregen en in 2006 kreeg hij een longontsteking. Later dat jaar werd hij opnieuw opgenomen tijdens zijn vakantie en kreeg een pacemaker. Op 26 december 2006 overleed Gerald Ford, na tot twee keer toe een beroerte te hebben gehad. Ford werd 93 jaar oud. Op 3 januari 2007 werd hij begraven.
Nagedachtenis
Imago
Gerald Ford was de enige president en vicepresident, die niet door middel van verkiezingen gekozen werd. Ford had de status als open en betrouwbaar politicus en werd daardoor door de Senaat tot vicepresident gekozen. Slechts enkele maanden later werd hij president doordat Nixon opstapte. Ford wordt het best herinnert voor zijn beslissing om Nixon een pardon te geven. Historici zijn verdeeld of dit een goede beslissing is geweest. Tegenstanders van zijn beslissing vinden dat Nixon vervolgd had moeten worden. Voorstanders vinden het goede beslissing, aangezien het land door moest. Het Watergateschandaal zorgde voor minder vertrouwen in de politiek en zorgde voor veel spanningen. Ford wilde het land stabiliseren. Ford was slechts twee jaar president en heeft tijdens deze twee jaar vrij weinig gedaan. Hierdoor is het moeilijk een oordeel te geven over Ford.
Het beeld van Ford is ook beïnvloed door comedy-shows, waaronder Saturday Night Live. Dit programma beeldde Ford vaak af als goedgelovig en dom. Een bekend incident waar Ford bekend om staat is dat hij uitgleed op de trap van een vliegtuig in Oostenrijk. Dit werd gefilmd en gepersifleerd door Chevy Chase. Hierdoor kwam Ford ook als onhandig over, hoewel hij een vrij goed atleet was.
Vernoemingen en monumenten
- Een standbeeld in het Capitool in Washington D.C..
- Gerald R. Ford Airport in Michigan.
- Gerald R. Ford Presidential Museum in Michigan.
Zie ook