Mandaatgebied Palestina: verschil tussen versies
k (replaced: bank (financiële instelling) → Bank (geld)) |
|||
(56 tussenliggende versies door 5 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | {{werk}} |
||
− | {{neutraliteit|Dit artikel lijkt te veel op een [[beschouwing]] of een persoonlijke reflectie. Er wordt te veel geput uit stukken van belangenorganisaties, zoals het CIDI, het Palestinakomitee, Christenen voor Isräel en het ICAHD, stukken in opiniebladen en -weblogs, waaronder in Palestine Updates, Joop.nl en de opinierubriek van de Jerusalem Post, standpuntnota's van niet-gouvermentele organisaties en video's van informele YouTube-kanalen. WikiKids is geen tijdschrift waarin eigen, origineel onderzoek kan worden geplaatst, niet de plaats om minderheidsstandpunten uit te vergroten en niet de plaats om nieuwe inzichten, gedachten, analyses of interpretatie te publiceren. |
||
− | |||
− | Een kinderencyclopedie zoals WikiKids is een [[naslagwerk]] waarin een [[onderwerp]] op een begrijpelijke manier aan kinderen wordt uitgelegd. Artikelen moeten daarom zo veel mogelijk op een voor kinderen begrijpelijke, onpersoonlijke en kalme manier worden geschreven, en bestaan uit algemene informatie. Het gaat hier om al bestaande informatie die eerder is verschenen in betrouwbare bronnen, zoals wetenschappelijke onderzoeken en tijdschriften, leer- en studieboeken, krantenartikelen (behalve opiniestukken en eigen visies), wet- en regelgeving, rechterlijke uitspraken, of websites die door experts worden geschreven en als doel hebben om informatie op een duidelijke en begrijpelijke manier uit te leggen (zoals IsGeschiedenis, Landenweb, Andere Tijden, Historiek, NTR Schooltv Beeldbank). Zie verder ook: [[Wikikids:Bronnen#Betrouwbaarheid]] en [[Wikikids:Neutraal blijven bij lastige onderwerpen]].}} |
||
{{Mandaatgebied Palestina}} |
{{Mandaatgebied Palestina}} |
||
− | Het '''mandaatgebied Palestina''' was tussen 1920 en 1948 een [[Volkenbondmandaat voor Palestina|mandaat van de Volkenbond]]. Op 15 mei 1948 eindigde het mandaat over het gebied Palestina en daarmee ook het mandaatgebied zelf. |
+ | Het '''mandaatgebied Palestina''' was tussen 1920 en 1948 een [[Volkenbondmandaat voor Palestina|mandaat van de Volkenbond]]. Op 15 mei 1948 eindigde het mandaat over het gebied Palestina en daarmee ook het [[mandaatgebied]] zelf. |
− | |||
− | ==Totstandkoming== |
||
− | {{Zie hoofdartikel|Volkenbondmandaat voor Palestina}} |
||
− | Het mandaatgebied ontstond na de [[Eerste Wereldoorlog]] en omvatte het huidige [[Israël]] en [[Palestina]]. Ook Jordanië was er eerst onderdeel van. Het gebied werd door het [[Verenigd Koninkrijk]] bestuurd. Oorspronkelijk behoorden deze gebieden tot het [[Ottomaanse Rijk]], dat na de Eerste Wereldoorlog uiteenviel. De [[Volkenbond]], de voorloper van de [[Verenigde Naties]], gaf een [[mandaat]] over het het gebied toen aan de Britten. In dit mandaat stelde de Volkerenbond, dat de Engelsen er voor moesten zorgen dat Palestina een zelfstandige (Arabische) staat zou worden. Ook moest daarbinnen een woonplek voor Joden moeten worden opgezet. |
||
== Geschiedenis == |
== Geschiedenis == |
||
+ | Nadat het [[Ottomaanse Rijk]] op 24 augustus 1516 de slag bij Marj Dabiq had gewonnen, kwam er een einde aan het Mammelukkenrijk. Vanaf dit moment viel Palestina onder het Ottomaanse Rijk. In de eeuwen daarna viel Palestina onder de Ottomaanse provincie Damascus. Van 1830 tot 1887 hoorde het gebied eerst bij Sidon en daarna bij Akko. Tussen 1831 en 1842 voerden de Ottomaanse provincie Egypte en het Ottomaanse Rijk oorlog met elkaar. Egypte was in feite al vrij onafhankelijk en nam in 1832 Palestina in. Daarna werd ook Syrië veroverd. In deze oorlog grepen Europese landen twee keer in aan de kant van het Ottomaanse Rijk. Uiteindelijk sloot Egypte in 1842 vrede en kwamen Palestina en Syrië weer terug bij het Ottomaanse Rijk. |
||
− | === Joodse immigratie === |
||
− | === Volkenbondmandaat === |
||
− | === Arabisch-Palestijnse opstand === |
||
− | === Verdelingsplan VN-Palestinacomité === |
||
− | === Arabisch-Israëlische oorlog === |
||
+ | Vanaf de jaren 1840 werden er in het Ottomaanse Rijk veel [[hervorming]]en doorgevoerd. Zo kreeg het land een modern leger, werden [[religie]]uze [[wet]]ten vervangen door algemenere wetten en werden er [[modern]]ere [[Bank (geld)|banken]] en [[fabriek]]en opgezet. Dit leidde ertoe dat het veiliger werd op het Palestijnse platteland. In 1848 werd er een nieuwe wet aangenomen. In deze wet stond dat grondeigenaren hun grond als eigendom moesten registeren. Hierdoor kon er makkelijker [[belasting]] geheven worden en konden mensen uit het buitenland ook makkelijker land kopen in het Rijk. Dit werd toen met name gedaan door Russen, Fransen en Duitsers. |
||
− | == Overig/moet nog worden geverifieerd en verplaatst== |
||
− | In de laatste tijd van het Ottomaanse rijk konden de diverse volkeren goed met elkaar overweg. Joden, christenen en moslims respecteerden elkaars belangen. Europese bezoekers in de laatste periode van het [[Ottomaanse Rijk]] omschreven dat vreedzame en multiculturele als opvallend kenmerk. In Europa lukte dat samenleven niet zo goed als daar, vond men. Al waren er uitzonderingen, maar over het algemeen hadden de Joden het in de islamitische wereld beter dan in Europa. Joden werden lange tijd gezien als ‘Mensen van het Boek’, niet-islamitische gelovigen die bescherming verdienden. In de christelijke wereld waren Joden als Godsmoordenaars vaak vogelvrij. |
||
+ | Van 1842 tot 1887 hoorde Palestina eerst bij Sidon en daarna bij Akko. Tussen 1885 en 1888 werden de provincies van het Ottomaanse Rijk voor een laatste keer herzien. In de jaren 1886 en 1887 hoorde Palestina weer bij Damascus, maar in 1888 besloten de Ottomanen om de indeling te veranderen. Eerst zouden er drie districten opgezet worden: [[Nablus]], Akko en Jeruzalem. Samen zouden deze districten de provincie Jeruzalem vormen en het gebied dat nu Israël en Palestina is beslaan. Na twee maanden veranderde dit al, omdat het Ottomaanse bestuur meer grip wilde krijgen op Jeruzalem. Dit was omdat zowel Europese landen als Egypte interesse hadden in het gebied. (Egypte was toen wel onderdeel van het Ottomaanse Rijk, maar [[autonomie|autonoom]]. Dat wil zeggen dat het binnen het Rijk zelfstandig was en dus veel dingen zelf mocht beslissen.) Palestina werd toen opgedeeld in de districten Nablus en Akko, en Jeruzalem werd een speciaal district dat direct werd bestuurd vanuit de hoofdstad [[Istanboel|Kostantiniyye]]. |
||
− | In het Ottomaanse rijk vonden bestuurders van gebieden zichzelf eigenaar van de grond. Ze hieven pacht van de bewoners. Dit pachtsysteem was gegroeid uit belastingheffing. Belastingen werden verpacht aan bestuurders. Die konden dan in de gebieden belasting gaan heffen door pacht te heffen bij de bewoners. Daarvan konden ze dan de pacht aan de regering gaan betalen. Deze pacht werkte als soort erfpacht, zoals in Nederland nu ook nog gebruikelijk met huizen in steden: De eigenaar van een huis betaalt pacht voor de gebruikte grond. Zo ook in Palestina. De eigenaar/gebruiker van huizen, dorpen met voorzieningen als eeuwenoude begraafplaatsen, boerderijen, weidegebied en dergelijke, betaalde pacht aan de landheer. Families woonden er vaak al eeuwen en beschouwden zichzelf als eigenaar. Voor de Ottomanen het gebied overnamen, waren ze ook gewoon eigenaar geweest. |
||
+ | === Joodse immigratie === |
||
− | Eigenlijk was pacht als vorm van belasting bedoeld, die zou moeten worden afgedragen, maar de regering van het Ottomaanse rijk was zwak. Ze konden er maar weinig aan doen, dat bestuurders de pacht zelf hielden. Het land werd privé bezit van de bestuurders. |
||
+ | [[Bestand:PikiWiki Israel 3154 Gan-Shmuel zk19- 17.jpg|thumb|left|265px|Een postzegel van het Joods Nationaal Fonds uit 1915.]] |
||
+ | In 1880 waren er tussen de 20.000 en 25.000 Joden in Palestina. Door het einde van de [[pogrom]]s in het [[Keizerrijk Rusland|Russische Keizerrijk]] konden Joden het land verlaten. Tussen 1882 en 1903 [[immigratie|immigreerden]] ongeveer 35.000 Joden naar Palestina. Deze Joden kochten land in Palestina en richtten hun eigen [[landbouw]][[gemeenschap]]pen op. Ook immigreerden er Joden uit [[Jemen]] en Koerdische Joden naar Palestina. In 1896 kocht [[Theodor Herzl]], de grondlegger van het moderne zionisme, met behulp van de [[Duitse Keizerrijk|Duitse]] keizer land in Palestina. Herzl wilde in Palestina een Joodse staat oprichten. Met de oprichting van het Joods Nationaal Fonds, waaraan geld en stukken grond [[donatie|gedoneerd]] konden worden, nam het land dat het eigendom was van Joden, toe. Tussen 1904 en 1914 vond er een tweede migratiegolf plaats. 35.000 tot 40.000 Joden immigreerden vanuit Rusland naar Palestina. Dit waren vooral Joden uit de delen van Rusland waar tegenwoordig [[Letland]], [[Litouwen]], [[Moldavië]], [[Oekraïne]] en [[Wit-Rusland]] liggen. De immigratiegolf kwam op gang omdat er weer pogroms waren ingesteld. Ook immigreerden er Joden vanuit Argentinië, [[Iran]], [[Jemen]] en het [[Kaukasus]]gebergte. Een deel van hen vestigde zich in een [[buitenwijk]] van Jaffa die later uitgroeide tot [[Tel Aviv]]. Het Joods Nationaal Fonds had geholpen bij de aankoop van het land. |
||
+ | Veel van de grond die door de Joden werd gekocht, was eerst eigendom van rijke families in het Ottomaanse Rijk. Die families ver[[pachten|pachtten]] de grond vaak aan Palestijnse Arabieren. Nadat de Joden deze grond hadden gekocht, wilden zij zich hun eigen dorpen erop [[bouwen]]. Dit leidde tot onrust bij de Arabisch-Palestijnse [[boer]]en, omdat zij opeens weg moesten en dit niet wilden. Mede hierom richtten de Joden de Hashomer op, een organisatie die de nieuwe Joodse dorpen moest [[verdedigen]] en ook hielp als er Arabisch-Palestijnse boeren van het land moesten worden gezet. Ook werd er door de Oost-Europese Joden [[kibboets]]iem (meervoud van 'kibboets') opgezet. Dit waren [[collectief|collectieve]] [[landbouw]][[nederzetting]]en. Ook werd het [[Hebreeuws]] een nieuw leven ingeblazen als een gesproken taal. Door de [[hervorming]]en binnen het Ottomaanse Rijk vanaf 1839 (''Tanzimaat'') werd [[politiek]]e [[organisatie]] makkelijker werd en kwam er meer [[persvrijheid]]. Een belangrijk onderdeel van die hervorming was ook dat iedereen ongeacht [[religie]] en [[ras|etniciteit]] gelijk behandeld zou gaan worden als het ging om [[belasting]], [[bescherming]], de [[dienstplicht]], het [[onderwijs]] en [[rechtspraak]]. Hierdoor konden Joden Hebreeuwse kranten schrijven en hun eigen [[politieke partij]]en en [[vakbond]]en [[organisatie|organiseren]]. De wens om Joodse organisaties op te richten en aparte Joodse dorpen leidde tot een verdere scheiding van Arabieren en Joden. |
||
− | Als er land doorverkocht werd, werden er eigenlijk de pachtrechten doorverkocht. Het was niet de bedoeling, de bevolking te verdrijven en hun woon- en werkplekken te vernietigen. Net als de Gemeente Amsterdam bijvoorbeeld niet zomaar mensen met geweld uit hun huizen mag drijven en die vernietigen. |
||
+ | Door het uitbreken van de [[Eerste Wereldoorlog]] verliet ongeveer de helft van de Joden Palestina weer. |
||
− | De komst van de eerste zionisten naar Palestina. was vreedzaam. Palestijnen zag wel voordelen in hun komst. In de late Ottomaanse tijd, was Europees geld welkom. In Palestina hadden vooral de joden en christenen daar voordeel van. Toen de zionisten gebied opkochten. waren ze met hun geld welkom in de regio. De verschillende volkeren en religies konden toen nog goed met elkaar overweg. |
||
+ | === Arabisch-Palestijnse identiteit === |
||
− | '''Kibboetsbeweging''' |
||
+ | [[Bestand:Falastin newspaper editors and journalists, 1913.png|thumb|right|285px|Een groepsfoto uit 1913 van redacteurs en journalisten die werkten bij ''Filastin''.]] |
||
− | [Moet opgedeeld worden in aparte artikelen over de kibboetsbeweging. Een deel van deze sectie moet naar het artikel 'Israël en apartheid'.] |
||
+ | Tegelijkertijd begon er in Palestina een periode waarin Palestijnse Arabieren steeds meer op een andere manier gingen kijken naar hun [[identiteit]]. Zij begonnen zich, net zoals andere Arabische volkeren in het Ottomaanse Rijk, steeds meer Arabisch te voelen. Eerder voelden ze zich vooral verbonden aan het Ottomaanse Rijk. Onder andere door de oorlog tussen Egypte en het Ottomaanse Rijk tussen 1831 en 1842 ontstond er langzamerhand een gezamenlijk gevoel van 'Arabisch zijn': een Arabische identiteit. Door de ''Tanzimaat'', de [[hervorming]]en in het Ottomaanse Rijk waardoor mensen meer [[vrijheid (begrip)|vrijheid]] kregen en [[gelijkwaardig]] werden behandeld, werd deze [[ontwikkeling]] versneld. In Palestina werd die Arabische identiteit ook nog door iets anders versterkt; de toegenomen Joodse immigratie en met name de immigratie van [[zionisme|zionistische Joden]]. Door de immigratiegolven, de landaankopen van Joden nam het [[nationalisme]] en de [[antizionisme|tegenstand tegen het zionisme]] onder Arabieren toe. De wens van zionistische organisaties om zo veel mogelijk land op te kopen, boeren te ontzetten en daar kibboetsiem op te zetten, [[kwaad bloed zetten|zette kwaad bloed]] bij Palestijnse Arabieren. Deze onrust verergerde met de stichting van Tel Aviv. |
||
− | Er zijn wel zionisten, die zich inzetten voor mensenrechten in Israël en de bezette gebieden. Maar de bovengenoemde organisaties krijgen maar steun van een kleine groep Israëliërs. |
||
+ | Door de ''Tanzimaat'' konden Palestijnse Arabieren zich beter verenigen. Veel van de [[standpunt]]en en andere [[programma]]punten van deze verenigingen werden bekend gemaakt in de Arabisch-Palestijnse krant ''Falastin'' ([[Nederlands]]: Palestina). Deze krant werd op 15 januari 1911 opgericht door dichter en journalist Issa El-Issa. El-Issa was een [[christendom|christelijke]] Palestijn. De krant had [[kritiek]] op het zionisme en zag het vanwege de landopkoop en ontzettingen als een [[bedreigen|bedreiging]] voor de Arabisch-Palestijnse bevolking. ''Falastin'' heeft een [[belangrijk]]e rol gespeeld in de [[vormen|vorming]] van de Arabisch-Palestijnse identiteit. |
||
− | '''Ras van Meesters en het verdrijven van de "Untermenschen" naar Bijbelse regels''' |
||
+ | === Volkenbondmandaat === |
||
− | Het verdrijven en uitroeien van de Palestijnse "lagere mensensoort" is altijd een doel geweest. Ook de groei van het zionistisch gebied is duidelijk de doelstelling van het zionisme. De [[Thora]] wordt gebruikt als rechtvaardiging van gruwelijkheden en etnische zuiveringen. Zoals vaker gebeurt word religie gebruikt als rechtvaardiging voor gruwelijkheden. Er wordt beweert, dat `God´ zijn volgelingen als superieur ziet en van hen verlangt, dat anderen gruwelijk worden uitgeroeid of als slaaf gebruikt worden. ('ras van slaven') . |
||
+ | {{Zie hoofdartikel|Volkenbondmandaat voor Palestina}} |
||
+ | [[Bestand:CityJudgeJaffa1920s-Scholten.jpg|thumb|left|300px|Een moslimrechter uit Jaffa]] |
||
+ | Tijdens de [[Eerste Wereldoorlog]] vond de Arabische opstand plaats. Het [[Verenigd Koninkrijk]] beloofde in de [[Volkenbondmandaat voor Palestina#Voorgeschiedenis#Afspraken van het Verenigd Koninkrijk met de Arabieren en Frankrijk|Hoessein-McMahoncorrespondentie]] aan koning Hoessein van Hidjaz dat het de [[onafhankelijkheid]] van de Arabieren in de [[Levant]] zou steunen. In ruil daarvoor begon koning Hoessein de Arabische opstand tegen het Ottomaanse Rijk. Tegelijkertijd sloten het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk in het geheim het [[Volkenbondmandaat voor Palestina#Voorgeschiedenis#Afspraken van het Verenigd Koninkrijk met de Arabieren en Frankrijk|Sykes-Picotverdrag]], waarin ze bepaalden hoe ze onderling hoe ze de Levant zouden gaan opdelen. Dit werd als verraad gezien door de Arabieren. Daarnaast had het Verenigd Koninkrijk ook nog eens de [[Volkenbondmandaat voor Palestina#Voorgeschiedenis#Balfourverklaring|Balfourverklaring]] uitgevaardigd, waarin het land zijn steun uitsprak voor een Joods thuis in Palestina. |
||
+ | In de Eerste Wereldoorlog werd er door de [[gevecht]]en veel [[verwoesten|verwoest]] in Palestina. Ook kreeg het te maken met een [[ziekte]]golf (een [[epidemie]]) en een [[hongersnood]]. Het mandaatgebied Palestina ontstond na die oorlog en omvatte het huidige [[Israël]] en [[Staat Palestina|Palestina]]. Ook Jordanië was er eerst onderdeel van. De [[Volkenbond]], de voorloper van de [[Verenigde Naties]], gaf een [[mandaat]] over het het gebied toen aan de Britten. Hiermee kreeg het Verenigd Koninkrijk controle over Palestina en Transjordanië. Oorspronkelijk behoorden deze gebieden tot het [[Ottomaanse Rijk]], dat na de Eerste Wereldoorlog uiteenviel. In het mandaat voor Palestina legde de Volkenbond vast dat de Engelsen er voor moesten zorgen dat Palestina een zelfstandige (Arabische) staat zou worden. Ook moest daarbinnen een woonplek voor Joden moeten worden opgezet. Waar Palestina voor een groot deel van zijn [[geschiedenis]] deel was van een groter rijk, was het nu voor het eerst een apart land. Zowel zionistische Joden als Palestijnse Arabieren wilden zo veel mogelijk grond in Palestina behouden. Hierdoor ontstond er een [[conflict]] (een soort [[ruzie]]) over de aankoop van land door Joden en de immigratie van Joden naar Palestina. In 1918 besloot het Britse bestuur om de [[vrij]]e [[verkopen|verkoop]] en [[onteigenen|onteigening]] van land te verbieden. Alleen met [[toestemming]] van het bestuur mocht er nog land worden verkocht. Het bestuur stelde dit verbod in om te voorkomen dat de opkoop van land nog meer onrust zou veroorzaken. Dit voorkwam niet dat er in 1920 [[antizionisme|antizionistische]] [[rel]]len uitbraken. Palestijnse Arabieren waren boos, omdat de afspraken uit de Hoessein-McMahoncorrespondentie niet waren nagekomen. Daarnaast [[immigratie|immigreerden]] er in die periode erg veel Joden naar Palestina. |
||
− | In het begin ging dit verdrijven en uitroeien langzaam. Voorvalletjes met geweld leken het. Het vergroten van het "alleen voor Joden" gebied ging ook onopvallend en langzaam. Lastig waren wel die dakloze Palestijnen, die ook wilden overleven en wilden eten. Onredelijk vonden zionisten dat. En noemden het antisemitisme. Ze beweerden, dat het Palestijnse volk altijd al antisemitisch was geweest en dat zionisten daarom hard moesten optreden. De geschiedenis laat iets anders zien. |
||
+ | In 1921 braken er [[rel]]len uit in [[Jaffa]]. De [[Communistische Partij van Palestina]], een partij van antizionistische Joden, had [[pamflet]]ten verspreid. Op deze pamfletten riep de partij op om van Palestina een [[sovjetrepubliek]] te maken. De partij deed dit op 1 mei, de [[Dag van de Arbeid]]. Op diezelfde dag hield de [[Verenigde Arbeiderspartij]] van David Ben-Gurion een [[marcheren|mars]]. Het Britse bestuur had de [[actie]]s van beide partijen verboden en probeerde de groepen [[uiteen]] te drijven. Toen de partijen elkaar tegenkwamen, begonnen ze te [[vechten]]. Bij de Communistische Partij zaten ook Palestijnse Arabieren. Het gevecht werd er uiteindelijk een tussen Palestijnse Arabieren en zionistische Joden. Hierbij [[omkomen|kwamen]] bijna 100 mensen [[omkomen|om]] en raakten meer dan 200 mensen gewond. Door de rellen in Jaffa stelde het Britse bestuur een [[witboek (document)|witboek]] op. In dit witboek stond het nieuwe [[beleid]] van het Britse bestuur voor Palestina. Het nieuwe beleid was dat er minder Joden mochten immigreren naar Palestina en dat Palestina geen Joodse staat zou worden. In plaats daarvan moest er één staat komen voor zowel Joden als Palestijnse Arabieren. |
||
− | Voor de komst van de Zionisten was Palestina een verdraagzame samenleving. Er waren geen rassenonrusten en men respecteerde elkaar. Reizigers beschrijven een multiculturele samenleving die in vrede met elkaar leefde. Daar willen zionisten niets van weten. |
||
+ | [[Bestand:Raghib al-Nashashibi22.jpg|thumb|left|200px|Raghieb al-Nasjaasjiebi, een van de Arabisch-Palestijnse leiders.]] |
||
− | Van de Arabieren werd een antisemitisch volk gemaakt. “Ze waren altijd al antisemitisch geweest” werd er plotseling beweerd. Arabieren moesten slecht gemaakt worden. Het moest logisch lijken, dat ze bestreden werden. |
||
+ | [[Bestand:DAVID BEN GURION SPEAKING AT THE CORNERSTONE LAYING CEREMONY FOR THE HISTADRUT BUILDING IN JERUSALEM. דוד בן גוריון נושא דברים בטקס הנחת אבן פינה לבני.jpg|thumb|right|325px|[[David Ben-Gurion]], secretaris-generaal (leider) van Histadroet, houdt een toespraak voor het hoofdkantoor van de vakbond. (1924)]] |
||
+ | Vanaf 1918 mocht er geen land meer opgekocht worden in Palestina. Aan dit opkoopverbod kwam in 1922 een einde met de Landoverdrachtsverordening. Deze verordening bepaalde dat land wel verkocht mocht worden, maar dat de oude bewoners niet mochten worden ontzet van het land. In 1923 werd Palestina [[officieel]] een [[Volkenbondmandaat voor Palestina|mandaatgebied]] van het Verenigd Koninkrijk. In het mandaat had het Britse bestuur de opdracht gekregen om ook de rechten van de Palestijnse Arabieren te beschermen. Het bestuur deed er echter niets aan om schendingen van de verordening te voorkomen. De schendingen van de verordeningen leidden tot [[nationalisme]] onder Palestijnse Arabieren. Zij hadden het vertrouwen in het Britse bestuur verloren en wilden van Palestina een eigen staat maken. Het [[verzet]] van de Palestijnse Arabieren kwam langzaam tot stand, omdat er binnen de gemeenschap twee groepen waren. Deze groepen dachten anders over de manier waarop er een eigen staat moest komen. De grootste groep werd geleid door de familie Hoesseini. Deze groep was sterk tegen het Britse bestuur. De andere groep werd geleid door de familie Nasjaasjiebi, die meer probeerde [[samenwerking|samen te werken]] met het Britse bestuur. |
||
+ | De Britten stelden voor om een apart Arabisch-Palestijnse parlement op te zetten met een Arabisch-Palestijns agentschap. De Palestijnse Arabieren werden toen nog deels geleid door Kamiel al-Hoesseini. Hij wilde dat toen niet, omdat hij het bestaan van een mandaatgebied in Palestina [[afwijzen|afwees]]. Om onrust weg te nemen benoemde het Britse bestuur Amien al-Hoesseini in 1921 tot grootmoefti (een van de belangrijkste [[islam]]itische rechtsgeleerden) van Jeruzalem. Amien al-Hoesseini was de opvolger van Kamiel al-Hoesseini, die eerder dat jaar was gestorven. Hij werd ook het hoofd van de Islamitische Opperraad, een nieuwe raad in het mandaatgebied die ging over islamitische [[goed doel|goede doelen]], [[rechtbank]]en en scholen. De samenwerking tussen Joden en Palestijnse Arabieren [[verlopen|verliep]] [[moeizaam]]. De Joden in Palestina richtten ook hun eigen [[organisatie]]s op, zoals een Joodse Raad, de [[vakbond]] Histadroet, scholen en rechtbanken. Daarnaast werd de Hagana opgericht, een organisatie die de nieuwe Joodse dorpen moest gaan [[verdedigen]]. In 1925 ontstond er een groep zionisten die vond dat de bestaande organisaties niet ver genoeg gingen. Die groep richtte later de Irgoen op, een militante organisatie die aanslagen [[plegen|pleegde]] op Arabisch-Palestijnse dorpen. |
||
− | Yitzak Shamier zegt daarover:<blockquote>"''Palestijnen verdedigen hun land . Wij willen dat land voor ons. We moeten de wereld laten denken, dat WIJ ons verdedigen en ZIJ de aanvaller zijn. Dan wordt veroveren en (Etnisch) zuiveren van het land een stuk gemakkelijker''." Jazeker,Yitzak Shamir gebruikte het woord zuiveren. Hij praatte heel openlijk over [[Etnische zuivering|etnisch zuiveren!]]</blockquote> Zionisten geven de slachtoffers vaak ook de schuld van het voortduren van de problemen. Ben Gurion vind dat de Ouderen gaan dood en de jongeren vergeten" al lang gebeurd had moeten zijn. De slachtoffers zijn de schuldigen voor Zionisten. |
||
+ | Tussen 1923 en 1929 nam de Joodse immigratie af. De Joden die naar Palestina gingen, kwamen vooral uit [[Oost-Europa]]. Daar was het [[antisemitisme]] namelijk toegenomen. Vanaf 1927 was er bijna geen immigratie meer. Hierdoor was het voor een aantal jaren [[betrekkelijk]] rustig. Dit [[veranderen|veranderde]] toen het Joods Agentschap [[aankondigen|aankondigde]] dat het zou gaan [[uitbreiden]]. Ook begonnen steeds meer Joden te [[bid]]den bij de [[Klaagmuur]] en sprak een aantal van hen uit dat het de muur als Joods [[eigendom]] zag. Deze muur is voor Joden heilig, omdat die ooit een deel was van de [[Tweede Tempel|Tweede Joodse tempel]]. Die plek was (en is nog steeds) ook heilig voor [[moslim]]s, omdat de Klaagmuur voor hen een deel is van de [[Al-Aqsamoskee]]. Die moskee is een heilige plek voor moslims. In 1929 braken er [[gevecht]]en uit rondom de [[Tempelberg]] en in andere steden in Palestina. Er vielen hierbij doden en de Arabisch-Palestijnse [[slachtoffer]]s waren voor een groot deel door de Britse [[oproerpolitie]] gedood. Door de onrusten werd in 1929 besloten om de Verordening ter bescherming van landbouwers aan te nemen. Toen de onrust bleef voortduren, besloot het mandaatbestuur in 1929 een onderzoek [[uitvoeren|uit te laten voeren]] door jurist Walter Shaw uit het [[Verenigd Koninkrijk]]. In het rapport was te lezen dat de nieuwe verordening uit 1929 nog minder rechten gaf aan Palestijnse Arabieren en er niets aan deed om onteigende Palestijns-Arabische families te helpen. [[Samenvatten|Samengevat]] hield de verordening volgens Shaw geen rekening met de rechten van Arabisch-Palestijnse [[landbouwer]]s. In 1930 werd daarom een nieuw witboek opgesteld. In dit witboek stond dat de Joodse immigratie sterk beperkt moest worden en dat Palestina een [[parlement]] moest krijgen. In dit parlement zou de meerderheid Arabisch-Palestijns zijn, omdat er meer Palestijnse Arabieren dan Joden in Palestina woonden. Van de plannen kwam weinig terecht, omdat de Britse [[regering]] het [[beleid]] uit het witboek binnen een jaar afzwakte. Door het [[toenemen]]de antisemitisme in Europa ging het mandaatbestuur juist helpen bij Joodse immigratie. Tussen 1929 en 1939 trokken er hierdoor 250.000 Joden naar Palestina. Met het [[Ha'avara-Abkommen]] vluchtten er tussen 1933 en 1939 ook Joden naar Palestina. Deze overeenkomst werd een aantal jaren vóór de [[Holocaust]] gesloten tussen Joodse organisaties en de nazi's. |
||
− | '''Collectieve bestraffing''' |
||
− | Collectieve bestraffing betekend het 'straffen van een groep voor de daden van een enkel persoon. Collectieve bestraffing werd gebruikt om huizen en soms hele dorpen en gemeenschappen te slopen. Vaak werd de bevolking vermoord en een aantal [[Deportatie|gedeporteerd]] Door het woord "bestraffing" lijkt het om een straf voor iets ernstigs te gaan. Een "Eigen schuld", zou je kunnen denken. |
||
+ | De grote immigratie van Joden naar Palestina zorgde opnieuw voor onrust in het mandaatgebied. Ook werd het [[politiek]]e [[bewustzijn]] van de Palestijnse Arabieren groter. Waar eerst vooral geleerden het [[protest]] organiseerden via de [[nationalisme|nationalistische]] organisaties en de krant ''Falastin'', kwam nu ook de [[arbeidersklasse]] bijeen. Dit gebeurde doordat veel Palestijnse Arabieren stopten met hun werk als [[landbouwer]] en gingen werken in [[fabriek]]en en in de [[Bouw (bedrijfstak)|bouw]]. Arabisch-Palestijnse [[arbeider]]s [[verenigen|verenigden]] zich in groepen en riepen op tot een [[boycot]] van zionistisch-Joodse en Britse [[Goed (bezit)|goed]]eren. In 1935 [[eis]]ten de [[nationalisme|nationalistische]] groepen (inmiddels [[politieke partij]]en) dat er een einde kwam aan de verkoop van land en dat er een Palestijns parlement zou komen. Het mandaatbestuur wilde dit geven, maar de Britse regering in het Verenigd Koninkrijk zelf wilde dit niet. De Palestijnse Arabieren richtten toen hun eigen [[politiek]]e bestuur op, het Arabisch Hoger Comité. |
||
− | David Ben-Gurion schreef hierover :<blockquote>"''Het gaat alleen om tijd en plaats. Een huis opblazen is niet genoeg. Wrede en sterke maatregelen zijn nodig. Op het juiste tijdstip, de juiste plaats en met nauwkeurig berekende slachtoffers. Ook als er vrouwen en kinderen bij zijn. Anders werkt het niet. Het maakt niet uit of mensen schuldig of onschuldig zijn.''"</blockquote> Door "collectieve bestraffing" wordt eigenlijk elke Palestijn wel schuldig aan iets gemaakt. Alle Palestijnen, schuldig of niet mogen aangevallen en vermoord worden. Zionisten lieten de wereld denken, dat zíj werden aangevallen, terwijl zíj juist de Palestijnen aan het uitroeien en verdrijven waren. Door het Collectieve bestraffing te noemen was er geen reden meer nodig om Palestijnen aan te vallen en te verdrijven en vermoorden. Door het collectieve bestraffing te noemen, leek het alsof er een soort "eigen schuld " van de Palestijnen was, en uitroeien en verdrijven terecht was.. |
||
+ | De Palestijnse Arabieren wilden dat er een einde kwam aan dit beleid en kwamen in [[opstand]]. |
||
− | Moshe Dayan zegt daar later over: " ''collectieve bestraffing werkt erg goed''”. |
||
+ | |||
+ | === Arabisch-Palestijnse opstand === |
||
+ | {{zie hoofdartikel|Arabisch-Palestijnse opstand}} |
||
+ | [[Bestand:Palest against british.gif|miniatuur|left|Palestijnse Arabieren vechten tegen de Britten. (1938)]] |
||
+ | In 1936 begon de [[Arabisch-Palestijnse opstand]]. De Palestijnse Arabieren wilden [[onafhankelijkheid]] en een eigen staat in Palestina. In 1935 hadden Britse officieren Izz ad-Din al-Qassam gedood. Al-Qassam was een [[prediker]] en wilde een einde maken aan het mandaatgebied. Het Britse bestuur verdacht hem van de moord op een Britse politieagent. Al-Qassam moest gearresteerd worden, maar werd in een [[gevecht]] door de Britten gedood. De dood van Al-Qassam leidde tot veel protesten onder Palestijnse Arabieren. Ook staakten er Arabisch-Palestijnse [[arbeider]]s in [[Jaffa]] en [[Nablus]]. Het Arabisch Hoger Comité riep op tot het stoppen van [[betalen]] van [[belasting]], [[staking]]en, een boycot en verzet. Het wilde daarnaast een einde maken aan de Joodse immigratie en het mandaatbestuur. De Arabisch-Palestijnse [[demonstrant]]en en [[staking|stakers]] werden gesteund door Arabische [[rebel]]len uit andere landen. Dit leidde tot gevechten om Joodse nederzettingen en aanvallen op Britse posten. Over en weer werd er [[brandstichting|brand gesticht]], werden er [[moord]]en gepleegd en [[bombardement]]en [[uitvoeren|uitgevoerd]]. Hierom wilde de Britse regering dat Robert Peel onderzoek ging doen naar de [[onrust]] in Palestina. Zijn commissie schreef dat de Palestijnse Arabieren een eigen staat wilden hebben en [[vrezen|vreesden]] voor de oprichting van een 'Joods thuis' (lees: een Joodse staat) in Palestina. Ze kwam tot de conclusie dat Palestina verdeeld moest worden in een Joodse staat en een Arabische staat. Ook [[adviseren|adviseerde]] ze om meer land dan de Joden toen hadden toe te kennen aan die Joodse staat. De Arabieren waren het hier niet mee eens en wilden één Arabische staat, waarin Joden dan wel burgerrechten en [[politiek]]e rechten zouden krijgen. Het commissierapport leidde ertoe dat de opstand [[hevig]]er werd. |
||
+ | Nadat er geen oplossing kon worden gevonden, besloot de Britse regering de opstand met harde hand neer te slaan. In 1939 gebeurde dit uiteindelijk. In totaal heeft het Verenigd Koninkrijk 50.000 soldaten gestuurd naar Palestina. |
||
− | Als een Palestijnse strijder ergens gevochten had, werd het huis van zijn familie aangevallen en opgeblazen. De overlevende familie werd [[Deportatie|gedeporteerd]]. Of als er word aangevallen vanuit een dorp. Dan werd dat dorp aangevallen en gesloopt en de meeste bewoners vermoord. |
||
+ | === Tweede Wereldoorlog === |
||
− | Later veranderde dat. Redenen werden vaak verzonnen of overdreven. Of uitgelokt. |
||
+ | Door het uitbreken van de [[Tweede Wereldoorlog]] hield de Britse regering weinig bezig met Palestina en werd het nieuwe witboek een [[dode letter]]. Tijdens de Tweede Wereldoorlog organiseerden Joden [[immigratie]] naar naar Palestina voor Joden in Europa. Dit was tegen de wil van de Britse regering, omdat niet nog meer [[geld]] en [[militair]]en kwijt wilde zijn in Palestina. Om toch iets tegen de immigratie te doen, bracht de regering twee schepen met Joodse immigranten per ongeluk tot [[zinken]]. Dit leidde ertoe dat [[Lechi]] en Irgoen aanslagen begonnen te plegen op Britten. Zo werd Walter Guinness, de [[Midden-Oosten]][[minister]] van het Verenigd Koninkrijk, in 1944 door twee Lechileden vermoord. Toch steunden de [[gematigd]]e zionistische Joden het Britse bestuur. De Joodse industrie hielp bij het maken van [[oorlog]]s[[materieel]]. Van het Arabisch-Palestijnse verzet was weinig overgebleven na het neerslaan van de opstand. Amien al-Hoesseini, die tot het uitbreken van de opstand grootmoefti was en leider van de Islamitische Operraad, was gevlucht naar [[nazi-Duitsland|Duitsland]]. Vanuit hier probeerde hij andere [[islam]]itische leiders ervan te overtuigen om zich aan te sluiten bij de [[Asmogendheden]]. Dit mislukte omdat zij niet wilden samenwerken met de nazi's. Ook steunden veel Arabieren het [[Arabisch Legioen]], het leger van [[Transjordanië]] dat aan de zijde van de [[Geallieerden (Tweede Wereldoorlog)|Geallieerden]] vocht. |
||
+ | [[Bestand:UN Palestine Partition Versions 1947.jpg|thumb|right|200px|Het verdelingsplan van het Bijzonder Comité. In het blauw is de Joodse staat aangegeven en in het oranje de Arabische staat.]] |
||
+ | Door de [[Holocaust]] veranderde de [[houding]] van het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Bij deze [[genocide]] werden onder andere zes miljoen Joden vermoord door het naziregime in [[nazi-Duitsland|Duitsland]]. Na de Tweede Wereldoorlog riepen de Verenigde Staten het Verenigd Koninkrijk op om 100.000 Holocaustoverlevenden naar Palestina te laten immigreren en een einde te maken aan het nieuwe witboek uit 1939. In 1945 richtten [[Egypte]], [[Irak]], Transjordanië, [[Libanon]], [[Saoedi-Arabië]] en [[Syrië]] de [[Arabische Liga]] op. De Arabische landen betreurden de Holocaust, maar vonden niet dat die ertoe moest leiden dat van Palestina een Joodse staat gemaakt zou worden. In december 1945 riep de Liga op tot een [[boycot]] van zionistisch-Joodse [[Goed (bezit)|goederen]]. Intussen liet het Verenigd Koninkrijk op verzoek van de Verenigde Staten immigranten toe in Palestina. Het land wilde echter niet dat er in Palestina een Joodse staat opgericht zou worden. Hierdoor pleegde Irgoen in 1946 een aanslag op het Koning Davidhotel in Jeruzalem, waarbij Britse [[bestuurder]]s en officieren werden gedood. Tegelijkertijd kwam het Arabisch-Palestijnse verzet in Palestina weer op. De Hoesseini's, de Arabisch-Palestijnse, [[nationalisme|nationalistische]] groep die achter de familie Hoesseini stond, kwamen weer bijeen. In het geheim sprak de Arabische Liga af om het [[buitenland]]s [[beleid]] van de de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk te [[sabotage|saboteren]] als de landen de [[mensenrechten]] van Palestijnse Arabieren niet zouden [[beschermen]]. |
||
+ | === Verdelingsplan=== |
||
− | bijvoorbeeld : de zionisten willen een joods dorp opzetten maar op die plek is er nu een Arabisch dorp. Ze gaan Palestijnen pesten. Dan wachten tot er in de buurt iets gebeurt. Duurt dat te lang, gebruiken ze geweld.tegen Palestijnen. Gebeurt er nog niets wordt er een reden verzonnen. Wraak voor dingen die nooit gebeurd zijn. Westerse regeringen waren vaak christenzionistisch. Ze vonden alles best, wat de zionisten deden. Maar ze wilden wel, dat Zionisten redenen opgaven voor hun wreedheden om aan hun eigen bevolking te verkopen. |
||
+ | Na de Tweede Wereldoorlog was het mandaatbestuur erg [[slap|verzwakt]]. Het Verenigd Koninkrijk wilde een einde maken aan het mandaat en wilde dat het Bijzonder Comité inzake Palestina van de [[Verenigde Naties]] (de opvolger van de [[Volkenbond]]) met een [[oplossing]] kwam. Het Bijzonder Comité stelde voor om Palestina in een Arabische en een Joodse staat op te richten. Deze staten moesten wel met elkaar gaan samenwerken als het ging om de [[economie]]. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties stemde in 1947 voor het voorstel. Dit gebeurde omdat de nieuwe [[grootmacht]]en van die tijd, de [[Verenigde Staten]] en de [[Sovjet-Unie]], het eens waren met het plan. De [[bondgenoot|bondgenoten]] van deze landen stemden hierom ook allemaal voor, waardoor er een [[meerderheid]] was. De zionistische Joden waren tevreden, omdat de nieuwe staat zou komen op meer dan de helft van het gebied van het mandaatgebied Palestina. De Palestijnse Arabieren waren tegen het plan en de hele Arabische Liga stemde ook tegen het plan. De landen waren echter in de minderheid. In 1947 werd een nieuw VN-Palestinacomité opgericht. Dit comité moest de nieuwe staten gaan organiseren en een einde maken aan het mandaat. Op 15 mei 1948 kwam er een einde aan het [[Volkenbondmandaat voor Palestina]]. Een dag eerder, op 14 mei 1918, hadden Joodse leiders onder leiding van [[David Ben-Gurion]] de staat [[Israël]] opgericht. Hierdoor brak de [[Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948]] uit, een [[burgeroorlog]] tussen [[Arabieren]] en [[Joden]] in het [[gebied]] van het mandaatgebied Palestina. |
||
+ | == Bevolking == |
||
− | Een goed voorbeeld van deze manier om land te pikken is de Golanhoogte. Moshe Dayan zegt daarover: <blockquote>"''Langs de grens met Syrië zagen we het Syrische leger ... De [[kibboets]] zagen de goede landbouwgrond ... en ze droomden ervan ... Ze probeerden niet eens hun hebzucht voor de land te verbergen... We stuurden een tractor over de grens om te gaan ploegen. We wisten van tevoren dat de Syriërs gingen schieten. Als ze niet zouden schieten, zouden we de tractor vertellen verder te rijden. Steeds verder en verder te gaan. Totdat de Syriërs uiteindelijk zouden schieten. En dan gebruikten we artillerie en later ook de luchtmacht, en zo was het ... Op de vierde dag vormden de Syriërs geen bedreiging meer voor ons.'' " Het land was ingenomen. de Arabische boeren hadden geen toegang meer en joodse boeren pikten het land in.</blockquote>Ook hier gaat het dus niet enkel om land veroveren, maar om landbouwgrond te '''stelen van de bewoners''' via [[etnische zuivering]]. |
||
+ | Aan het begin van het Britse stuur woonden er ongeveer 650.000 Palestijnse Arabieren, 100.000 [[bedoeïenen]] en bijna 84.000 Joden in het mandaatgebied. De rest van de [[bevolking]] bestond uit [[druzen]], [[Syrië]]rs, [[Somalië]]rs, [[Circassië]]rs, [[Egypte]]naren, [[Koptisch-Orthodoxe Kerk|koptische christenen]], [[Griekenland|Grieken]] en [[Arabieren]] uit [[Hidjaz]]. In 1942 woonden 76,2% van de Joden in de [[stad]], terwijl 68,3% van de Palestijnse Arabieren op het [[platteland]] woonden. |
||
+ | [[Bestand:Bevolkingsverdeling van Joden en Palestijnse Arabieren in Palestina (1947).jpg|right|thumb|250px|Op deze kaart uit 1947 is te zien hoeveel mensen uit welke groep op welke plek woonden. In de [[cirkeldiagram]]men is de verdeling te zien. De kleur groen staat voor Palestijnse Arabieren en de kleur oranje staat voor Joden.]] |
||
+ | Hieronder volgt een overzicht van de verschillende groepen die door de tijd in het mandaatgebied woonden. Daarbij staat ook het aantal mensen van die groep en welk deel die groep uitmaakte van de totale bevolking. |
||
+ | {| class="wikitable" |
||
− | Deze Collectieve bestraffing gold alleen voor Palestijnen. Het is een [[Racisme|racistisch]] middel. Als er een joods iemand een moord pleegde, werd het huis van zijn gezin niet opgeblazen, werden er geen mensen van zijn gemeenschap aangevallen, vermoord of [[Deportatie|gedeporteerd]]. En als een zionist een Palestijn had vermoord werd/wordt hij vaak niet eens vervolgd. |
||
+ | |- |
||
− | [[Bestand:Britten straffen.jpg|alt=|links]] |
||
+ | ! rowspan="2" | Jaar !! colspan="4" | Bevolkingsgroepen<br /><small>(percentage)</small> !! rowspan="2" | Totaal |
||
− | Als joodse [[kolonisten]] een Palestijns dorp aanvallen, wordt hun woongebied niet aangevallen. Wordt het niet gesloopt en worden er geen mensen vermoord. Maar als Palestijnen zich verdedigen tegen de Kolonisten worden Palestijnen gearresteerd. Een Palestijn mag zich niet verdedigen. als zionisten hem aanvallen. Dat wordt "geweld tegen joden" genoemd. |
||
+ | |- |
||
+ | ! moslims !! joden !! christenen !! overig |
||
+ | |- |
||
+ | | 1922 || 589.177<br /><small>(78%)</small> || 83.790<br /><small>(11%)</small> || 71.464<br /><small>(10%)</small> || 7.617<br /><small>(1%)</small> || 752.048<br /><small>(100%)</small> |
||
+ | |- |
||
+ | | 1931 || 761.922<br /><small>(74%)</small> || 175.138<br /><small>(17%)</small> || 89.134<br /><small>(9%)</small> || 10.145<br /><small>(1%)</small> || 1.036.339<br /><small>(100%) |
||
+ | |- |
||
+ | | 1945 || 1.061.270<br /><small>(60%)</small> || 553.600<br /><small>(31%)</small> || 135.550<br /><small>(8%)</small> || 14.100<br /><small>(1%)</small> || 1.764.520<br /><small>(100%) |
||
+ | |- |
||
+ | |} |
||
+ | Het mandaatgebied Palestina bestond uit zestien [[district]]en (een soort [[provincie]]s). Elk van die districten was weer opgedeeld in kleinere onderdistricten. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende groepen die in 1945 in elk district woonden. |
||
− | Volgens Israëlische joodse [[mensenrechten]]<nowiki/>groepering B’tselem verdwijnt bewijs nog steeds zomaar. De Zionisten, die zongen en dansten rond een in brand gestoken Palestijns kind van 14 in Jeruzalem zijn wel bekend. Ze zitten niet in de gevangenis.De onderdrukte bevolking wordt er ook altijd van beschuldigd zelf de schuld ervan te zijn, dat ze onderdrukt worden. Collectieve bestraffing lijkt daar ook voor gebruikt te zijn Het etnisch zuiveren werd zo de schuld van de Palestijnen zelf. Collectieve bestraffing wordt internationaal overal verafschuwd en veroordeeld. Behalve als die door de Zionisten wordt toegepast op Palestijnen. |
||
+ | '''#''' <small>''= Aantal inwoners''</small><br /> |
||
− | Christenzionisten steunden dit geweld. Het ging zelfs zover, dat de Engelsen meededen met de collectieve bestraffing. Zo zetten ze voor de Zionisten merktekens op Palestijnse huizen , die als collectieve bestraffing opgeblazen zouden worden. Ook hebben de Engelsen zelf een hele wijk opgeblazen bij de onrusten van 1936-1939. Ze noemden dit collectieve bestraffing. Collectieve bestraffing is maar één keer op zionisten toegepast, Toen die Engelsen hadden vermoord, werd er een huis opgeblazen.. |
||
+ | '''%''' <small>''= Percentage van het totaal inwoners''</small><br /> |
||
+ | {| class="sortable wikitable" style="text-align:right;" |
||
+ | |- style="background:#e9e9e9;" |
||
+ | ! rowspan="3" | District |
||
+ | ! rowspan="3" | Onderdistrict |
||
+ | ! colspan="7" | Bevolkingsgroepen |
||
+ | |- |
||
+ | ! colspan="2" | moslims |
||
+ | ! colspan="2" | joden |
||
+ | ! colspan="2" | christenen |
||
+ | ! rowspan="2" | Totaal |
||
+ | |- |
||
+ | ! # !! style="text-align:right;" | % |
||
+ | ! # !! style="text-align:right;" | % |
||
+ | ! # !! style="text-align:right;" | % |
||
+ | |- |
||
+ | | style="text-align:left;" | Haifa |
||
+ | | align="left" | [[Haifa]] |
||
+ | | {{formatnum:95970}} || 38% |
||
+ | | {{formatnum:119020}} || 47% |
||
+ | | {{formatnum:33710}} || 13% |
||
+ | | {{formatnum:253450}} |
||
+ | |- |
||
+ | | rowspan="5" style="text-align:left;" | Galilea |
||
+ | | align="left" | [[Akko]] |
||
+ | | {{formatnum:51130}} || 69% |
||
+ | | {{formatnum:3030}} || 4% |
||
+ | | {{formatnum:11800}} || 16% |
||
+ | | {{formatnum:73600}} |
||
+ | |- |
||
+ | | align="left" | [[Beet She'an|Beisan]] |
||
+ | | {{formatnum:16660}} || 67% |
||
+ | | {{formatnum:7590}} || 30% |
||
+ | | 680 || 3% |
||
+ | | {{formatnum:24950}} |
||
+ | |- |
||
+ | | align="left" | [[Nazareth]] |
||
+ | | {{formatnum:30160}} || 60% |
||
+ | | {{formatnum:7980}} || 16% |
||
+ | | {{formatnum:11770}} || 24% |
||
+ | | {{formatnum:49910}} |
||
+ | |- |
||
+ | | align="left" | [[Safad]] |
||
+ | | {{formatnum:47310}} || 83% |
||
+ | | {{formatnum:7170}} || 13% |
||
+ | | {{formatnum:1630}} || 3% |
||
+ | | {{formatnum:56970}} |
||
+ | |- |
||
+ | | align="left" | [[Tiberias]] |
||
+ | | {{formatnum:23940}} || 58% |
||
+ | | {{formatnum:13640}} || 33% |
||
+ | | {{formatnum:2470}} || 6% |
||
+ | | {{formatnum:41470}} |
||
+ | |- |
||
+ | | rowspan="2" style="text-align:left;" | Lydda |
||
+ | | align="left" | [[Jaffa]] |
||
+ | | {{formatnum:95980}} || 24% |
||
+ | | {{formatnum:295160}} || 72% |
||
+ | | {{formatnum:17790}} || 4% |
||
+ | | {{formatnum:409290}} |
||
+ | |- |
||
+ | | align="left" | [[Ramla]] |
||
+ | | {{formatnum:95590}} || 71% |
||
+ | | {{formatnum:31590}} || 24% |
||
+ | | {{formatnum:5840}} || 4% |
||
+ | | {{formatnum:134030}} |
||
+ | |- |
||
+ | | rowspan="3" style="text-align:left;" | Samaria |
||
+ | | align="left" | [[Jenin]] |
||
+ | | {{formatnum:60000}} || 98% |
||
+ | | - || - |
||
+ | | {{formatnum:1210}} || 2% |
||
+ | | {{formatnum:61210}} |
||
+ | |- |
||
+ | | align="left" | [[Nablus]] |
||
+ | | {{formatnum:92810}} || 98% |
||
+ | | - || - |
||
+ | | {{formatnum:1560}} || 2% |
||
+ | | {{formatnum:94600}} |
||
+ | |- |
||
+ | | align="left" | [[Toelkarem]] |
||
+ | | {{formatnum:76460}} || 82% |
||
+ | | {{formatnum:16180}} || 17% |
||
+ | | 380 || 1% |
||
+ | | {{formatnum:93220}} |
||
+ | |- |
||
+ | | rowspan="3" style="text-align:left;" | Jeruzalem |
||
+ | | align="left" | [[Hebron]] |
||
+ | | {{formatnum:92640}} || 99,5% |
||
+ | | 300 || 0,3% |
||
+ | | 170 || 0,2% |
||
+ | | {{formatnum:93120}} |
||
+ | |- |
||
+ | | align="left" | [[Jeruzalem]] |
||
+ | | {{formatnum:104460}} || 41% |
||
+ | | {{formatnum:102520}} || 40% |
||
+ | | {{formatnum:46130}} || 18% |
||
+ | | {{formatnum:253270}} |
||
+ | |- |
||
+ | | align="left" | [[Ramallah]] |
||
+ | | {{formatnum:40520}} || 83% |
||
+ | | - || - |
||
+ | | {{formatnum:8410}} || 17% |
||
+ | | {{formatnum:48930}} |
||
+ | |- |
||
+ | | rowspan="2" style="text-align:left;" | Gaza |
||
+ | | align="left" | [[Beër Sjeva|Be'er-sjawa]] |
||
+ | | {{formatnum:6270}} || 90% |
||
+ | | 510 || 7% |
||
+ | | 210 || 3% |
||
+ | | {{formatnum:7000}} |
||
+ | |- |
||
+ | | align="left" | [[Gaza]] |
||
+ | | {{formatnum:145700}} || 97% |
||
+ | | {{formatnum:3540}} || 2% |
||
+ | | {{formatnum:1300}} || 1% |
||
+ | | {{formatnum:150540}} |
||
+ | |- |
||
+ | | colspan="2" style="text-align:left;" | Totaal |
||
+ | | {{formatnum:1076780}} || 58% |
||
+ | | {{formatnum:608230}} || 33% |
||
+ | | {{formatnum:145060}} || 9% |
||
+ | | {{formatnum:1845560}} |
||
+ | |} |
||
+ | === Land === |
||
− | Net als ‘collectieve bestraffing’ was dit ook een vaak gebruikte tactiek. Deze werd en wordt erg vaak ingezet om kritiek op het zionisme in de kiem te smoren. "Het was maar een 1 persoon", of "een kleine groep", word er gezegd, als een zionist iets deed. |
||
+ | [[Bestand:Palestine Land ownership by sub-district (1945).jpg|thumb|right|250px|Een landkaart met daarop hoeveel land van welke groep is in 1945. In de [[cirkeldiagram]]men is de verdeling te zien. De kleur groen staat voor Palestijnse Arabieren, de kleur rood staat voor Joden en het overige deel is wit.]] |
||
+ | In het mandaatgebied Palestina werd er veel land van Palestijnse Arabieren gekocht door Joodse [[organisatie]]s. Hieronder volgt een overzicht van het land dat in 1945 [[eigendom]] was van verschillende [[groep]]en in het land. |
||
+ | '''%''' <small>''= Percentage van het land dat eigendom was van een bepaalde groep''</small><br /> |
||
− | Als één Palestijn of een enkele Palestijnse organisatie iets deed werden alle Palestijnen daders. Makkelijk te gebruiken om alle Palestijnen tot criminele en antisemitische terroristen te bestempelen,- “DE Palestijnen hebben dit gedaan. en beweren dit… “ Maar dit werd omgekeerd, als het om zionisten ging. Dan was het een eenling en niet "de Zionisten" |
||
+ | {| class="wikitable" |
||
+ | |- |
||
+ | ! rowspan="2" | District !! rowspan="2" | Onderdistrict || colspan="3" | Bevolkingsgroepen<br /><small>(percentage)</small> !! rowspan="2" | Totaal |
||
+ | |- |
||
+ | ! Palestijnse Arabieren !! Joden !! overig |
||
+ | |- |
||
+ | | Haifa || [[Haifa]] || 42% || 35% || 23% || rowspan="16" | 100% |
||
+ | |- |
||
+ | | rowspan="5" | Galilea || [[Akko]] || 87% || 3% || 10% |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Beet She'an|Beisan]] || 44% || 34% || 22% |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Nazareth]] || 52% || 28% || 20% |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Safad]] || 68% || 18% || 14% |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Tiberias]] || 51% || 38% || 11% |
||
+ | |- |
||
+ | | rowspan="2" | Lydda || [[Jaffa]] || 47% || 39% || 14% |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Ramla]] || 77% || 14% || 9% |
||
+ | |- |
||
+ | | rowspan="3" | Samaria || [[Jenin]] || 84% || - || 16% |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Nablus]] || 87% || - || 13% |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Toelkarem]] || 78% || 17% || 5% |
||
+ | |- |
||
+ | | rowspan="3" | Jeruzalem || [[Hebron]] || 96% || - || 4% |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Jeruzalem]] || 84% || 2% || 14% |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Ramallah]] || 99% || - || 1% |
||
+ | |- |
||
+ | | rowspan="2" | Gaza || [[Beër Sjeva|Be'er-sjawa]] || 15% || - || 85% |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Gaza]] || 75% || 4% || 21% |
||
+ | |- |
||
+ | |} |
||
+ | == Politiek == |
||
− | Net als die tactiek van de "collectieve bestraffing" is het wel heel duidelijk, dat de "enkele zionist" niet klopt. Het gaat om veel meer, dan een tactiek. Het verschil is etnisch bepaald. Zionisten worden anders behandeld dan Palestijnen. Zowel de "enkele zionist" als "collectieve bestraffing" zijn onderdeel van een racistisch beleid. |
||
+ | In het mandaatgebied hadden Palestijnse Arabieren en Joden een aparte [[politiek]]. |
||
+ | ===Palestijnse Arabieren=== |
||
− | '''Einde van het Brits mandaat''' |
||
+ | [[Bestand:Istiqlal.jpg|thumb|230px|left|Een foto uit 1932 met daarop de leden van de Onafhankelijkheidspartij.]] |
||
− | De macht van de Zionisten groeide. Er ontstonden steeds ergere onrusten tussen Palestijnen en Zionisten. |
||
+ | Voor de Palestijnse Arabieren was de grootmoefti van Palestina een belangrijke [[politiek]]e en [[religie]]uze leider. Amien al-Hoesseini was tot het uitbreken van de opstand grootmoefti was en leider van de Islamitische Operraad. Deze Opperraad werd [[erkenning|erkend]] door het Britse mandaatbestuur en ging over islamitische goede doelen, rechtbanken en scholen. Het contact tussen de Palestijnse Arabieren en het Britse bestuur verliep vooral via de Islamitische Opperraad en andere Arabisch-Palestijnse [[intellectueel|intellectuelen]]. |
||
+ | Binnen de Arabisch-Palestijnse politiek hadden twee families veel macht: de familie Hoesseini en de familie Nasjaasjiebi. De familie Hoesseini was tegen het Britse bestuur en wilde niet ermee samenwerken. De familie Nasjaasjibi wilde liever ook [[onafhankelijkheid]], maar [[samenwerking|werkte wel samen]] met het bestuur van het mandaatgebied. De families waren [[rivaal|rivalen]] van elkaar. In de Arabisch-Palestijnse krant maakten Arabisch-Palestijnse [[nationalisme|nationalisten]] vaak hun [[standpunt]]en bekend. De krant was op 15 januari 1911 opgericht door dichter en journalist Issa El-Issa. In de krant was ook te lezen over de [[rivaal|rivaliteit]] tussen de beide families. Deze families waren wel bekend, maar hadden weinig [[binding]] met het 'gewone volk'. Hierdoor was het vaak lastig voor de leiders om [[opstand]]en te organiseren. |
||
− | '''Onrusten''' |
||
− | De verdrijving van de Palestijnen van hun huis en haard, bezit en land zorgde voor veel armoede. Veel Palestijnen zaten plotseling zonder woning, werk en verdienden geen geld meer. Palestijnen verarmden meer en meer en hadden honger. Dit werd nog eens verergerd door de duidelijke Engelse en Europese steun aan de zionisten. De Joodse vakbond Histadroet wilde, dat er enkel joodse werkkrachten werden gehuurd. Er kwamen joodse banken, scholen en ziekenhuizen. Alleen voor joden bestemd. De situatie werd steeds moeilijker voor de Palestijnen. Ze snapten dit racisme niet. |
||
− | Tot de komst van de Zionisten hadden de volkeren in Palestina respect gehad voor elkaars belangen. Discriminatie racisme en apartheid waren nieuw voor de bevolking in dit gebied. Zionisten waren buitenlanders, met totaal geen kennis over Palestina en zijn bevolking. ze wilden het land moest joods maken en de mensen die er woonden moesten maar zien. Verzet en tegenstand werd gemakkelijk antisemitisme genoemd. Zionisten hadden geen enkele interesse om ook maar na te denken over wat ze te weeg brachten bij de oorspronkelijke bevolking! Minachting en onderdrukking leidt tot verzet. |
||
+ | In 1932 begon [[Izzat Darwaza]] één [[politieke partij]] voor Palestijnse Arabieren. Volgens Darwaza was de [[ruzie]] tussen de twee families een probleem, omdat de verschillende groepen niet met elkaar [[samenwerken|samenwerkten]]. Daarom richtte hij de [[Onafhankelijkheidspartij (Palestina)|Onafhankelijkheidspartij]] ([[Arabisch]]: حزب الاستقلال; ''Hizb al-Istiqlal'') op. De politieke partij wilde, zoals de naam aangeeft, een einde aan het Britse bestuur en [[onafhankelijkheid]] voor Palestijnse Arabieren. Volgens de Onafhankelijkheidspartij was het Verenigd Koninkrijk de oorzaak van alle [[ellende]] voor Palestijnse Arabieren. De Onafhankelijkheidspartij wilde dat er één Arabische staat zou komen voor alle Arabieren (dus ook buiten Palestina). Daarnaast had de partij een [[goed]]e band met het [[Hasjemieten|Hasjemitische]] [[dynastie|koningshuis]] van [[Transjordanië]] en [[Koninkrijk Irak|Irak]]. De Onafhankelijkheidspartij [[een rol spelen|speelde een]] [[belangrijk]]e [[een rol spelen|rol]] in het [[verenigen]] van Arabisch-Palestijnse [[arbeider]]s bij het uitroepen van een een [[boycot]] van zionistisch-Joodse en Britse [[Goed (bezit)|goed]]eren. De partij was in 1935 van de partijen die eiste dat er een einde moest komen aan de verkoop van land. Ook was de Onafhankelijkheidspartij voorstander van een Palestijns parlement. Toen dat er niet kwam, richtte de partij met andere Arabisch-Palestijnse groepen het Arabisch Hoger Comité op. Dit werd het eigen [[politiek]]e bestuur van de Palestijnse Arabieren. De Onafhankelijkheidspartij speelde een belangrijke rol in het organiseren van de Arabisch-Palestijnse opstand van 1936. |
||
− | De Engelsen steunden de Zionisten en hielpen bij het "wettelijk gerechtigd" verdrijven van Palestijnen. Uiteindelijk heeft dit alles tot diverse grote rellen geleid. |
||
+ | === Palestijnse Joden === |
||
− | De rellen van 1920-21, 1928-29 leidden tot wat halfslachtige Engelse maatregelen Ze wilden alleen maar onpartijdig líjken en niet echt iets oplossen. Je moet begrijpen, dat de [[Christenzionisme|Christenzionisten]] een joodse staat wilden, maar dat er ook niet-[[Christenzionisme|christenzionisten]] in de regering zaten. die niet racistisch waren. Die moesten dus voor de gek gehouden worden over wat er in Palestina gebeurde. |
||
+ | [[Bestand:Asefathanivharim.jpg|thumb|220px|right|Een zitting van de Vergadering van Afgevaardigden (1944).]] |
||
+ | De Palestijnse Joden hadden hun eigen [[organisatie]]s in Palestina. In het begin hadden de Joodse [[nederzetting]]en ([[kibboets]]iem) elk hun eigen bestuur. De Palestijnse Joden hadden, anders dan de Palestijnse Arabieren, wel een [[parlement]]. Dit parlement, de Vergadering van Afgevaardigden ([[Hebreeuws]]: אספת הנבחרים; ''Asefat HaNivharim'') werd in 1920 opgericht. Elke vier jaar konden Palestijnse Joden hun [[vertegenwoordiger]]s kiezen. De parlementsleden kozen weer een [[bestuur]], die de 'Joodse Nationale Raad' heette. Deze raad regelde het [[onderwijs]], de [[sociale zekerheid]] en [[defensie]] voor Palestijnse Joden. In het Joodse parlement was eerst de [[Verenigde Arbeiderspartij (Israël)|Verenigde Arbeiderspartij]] ([[Hebreeuws]]: אַחְדוּת הַעֲבוֹדָה; ''Ahdut HaAvoda'') en later de [[Arbeiderspartij van Israël]] ([[Hebreeuws]]: מִפְלֶגֶת פּוֹעֲלֵי אֶרֶץ יִשְׂרָאֵל; ''Mifleget Poalei Eretz Jisraël'') de [[machtig]]ste partij. Deze partijen waren beide [[zionisme|zionistisch]] en [[socialisme|socialistisch]]. De leider van deze partijen was in de tijd van het mandaatgebied [[David Ben-Gurion]]. Ben-Gurion was ook lang de leider van de vakbond Histadroet. Uit de Vergadering van Afgevaardigden is later de [[Knesset]] voortgekomen. |
||
+ | Daarnaast was er ook het 'Joods Agentschap'. Bij de [[oprichting]] van het mandaatgebied werd namelijk in het [[Volkenbondmandaat voor Palestina]] gezet dat er een 'Joods Agentschap' zou komen. Dit agentschap werd door het Britse bestuur [[erkenning|erkend]] als de [[vertegenwoordiging]] van Joden in Palestina. Dit agentschap regelde de Joodse [[immigratie]], de bouw van [[nederzetting]]en, [[onderwijs]] en [[gezondheidszorg]] voor Palestijnse Joden. In 1920 werd de Hagana opgericht, een organisatie die de Joodse nederzettingen moest [[verdedigen]]. |
||
− | De Engelsen gingen veel te ver bij de opstanden van ‘36-’39. ze trokken gezamenlijk met de Zionisten op om de Palestijnen te verslaan en deden mee met collectieve bestraffingen. |
||
+ | == Bestuur == |
||
− | De Engelse aanpak van de opstand was bruut. Het had veel moordpartijen tot gevolg. Daardoor verloren de Palestijnen hun leiders en bestuur. Palestijnen hadden geen leiders meer. Er was niemands over om overleg mee te hebben. Ook in Engeland vond het publiek dit te ver gaan. |
||
+ | Aan het hoofd van het bestuur van het mandaatgebied stond de Hogecommissaris van het mandaatgebied Palestina. Deze persoon [[besturen|bestuurde]] Palestina namens de Britse [[regering]]. Hieronder volgt een overzicht van alle Hogecommisarissen. |
||
+ | {| class="vatop" |
||
− | Hierna kregen de niet- Zionisten de overhand in de Engelse regering. Die namen geen genoegen met de rapporten van de bestuurders. Dat bestuur was gezuiverd en bestond uit enkel [[Christenzionisme|christenzionisten]]. Ze stuurden onderzoekers naar Palestina. Het onrecht van de [[apartheid]], het [[racisme]], de [[etnische zuivering]] en onderdrukking van de Palestijnen werd hun toen goed duidelijk. Daarom werd de samenwerking met de zionisten opgezegd en de Balfourverklaring ingetrokken.. |
||
+ | |- valign="top" |
||
+ | | |
||
+ | {| class="wikitable" |
||
+ | |- |
||
+ | ! Portret |
||
+ | ! Naam |
||
+ | ! Termijn |
||
+ | |-- |
||
+ | | [[Bestand:Gws samuel 01.jpg|75px]] || [[Herbert Samuel]] || 1 juli 1920 – 30 juni 1925 |
||
+ | |-- |
||
+ | | [[Bestand:Sir George Stewart Symes.png|75px]] || Stewart Symes || 2 juli 1925 – 25 augustus 1925 |
||
+ | |-- |
||
+ | | [[Bestand:Herbertplumer.jpg|75px]] || [[Herbert Plumer]] || 25 augustus 1925 – 31 juli 1928 |
||
+ | |-- |
||
+ | | [[Bestand:E. Caruana Dingli, Sir HC Luke.jpg|75px]] || Harry Luke || 31 juli 1928 – 6 december 1928 |
||
+ | |-- |
||
+ | | [[Bestand:John Chancellor portrait.jpg|75px]] || John Chancellor || 6 december 1928 – 2 september 1931 |
||
+ | |-- |
||
+ | | [[Bestand:Mark Aitchison Young, 1946 (cropped).jpg|75px]] || Mark Aitchison Young || 3 september 1931 – 20 november 1931 |
||
+ | |-- |
||
+ | |} |
||
+ | | |
||
+ | {| class="wikitable" |
||
+ | |- |
||
+ | ! Portret |
||
+ | ! Naam |
||
+ | ! Termijn |
||
+ | |-- |
||
+ | | [[Bestand:Arthur Grenfell Wauchope22.jpg|75px]] || Arthur Grenfell Wauchope || 20 november 1931 – 1 maart 1938 |
||
+ | |-- |
||
+ | | [[File:Pink - replace this image male.svg|75px]] || William Denis Battershill || 21 juni 1937 – 3 maart 1938 |
||
+ | |-- |
||
+ | | [[File:Harold MacMichael (cropped).jpg|75px]] || [[Harold MacMichael]] || 3 maart 1938 – 30 augustus 1944 |
||
+ | |-- |
||
+ | | [[File:Pink - replace this image male.svg|75px]] || John Valentine Wistar Shaw || 30 augustus 1944 – 31 oktober 1944 |
||
+ | |-- |
||
+ | | [[File:General the Viscount Gort Vc, Gcb, Cbe, Dso, Mvo, Mc Art.IWMARTLD730.jpg|75px]] || [[John Vereker]] || 31 oktober 1944 – 5 november 1945 |
||
+ | |-- |
||
+ | | [[File:Pink - replace this image male.svg|75px]] || John Valentine Wistar Shaw || 5 november 1945 – 21 november 1945 |
||
+ | |-- |
||
+ | | [[File:British Generals 1939-1945 E6661.jpg|75px]] || [[Alan Cunningham]] || 21 november 1945 – 14 mei 1948 |
||
+ | |-- |
||
+ | |} |
||
+ | |} |
||
+ | === Bestuurlijke indeling === |
||
+ | [[Bestand:Mandatory Palestine 1945 subdistricts and districts.png|thumb|right|225px|De bestuurlijke indeling tussen 1945 en 1948.]] |
||
+ | Het mandaatgebied Palestina was opgedeeld in districten (een soort [[provincie]]s) en onderdistricten (een soort grote [[gemeente (bestuur)|gemeenten]]). Tussen 1922 en 1945 bestond het mandaatgebied uit vier districten en 18 onderdistricten. In 1945 werd dit veranderd. Tussen 1945 en 1948 bestond het mandaatgebied uit zes districten en 16 subdistricten. |
||
+ | {| class="vatop" |
||
− | Een “ Witboek” werd geschreven. Daarin werd er gestreefd naar een meer rechtvaardige oplossing voor de Arabieren. |
||
+ | |- valign="top" |
||
+ | | |
||
+ | {| class="wikitable" |
||
+ | |- |
||
+ | ! colspan="2" | Bestuurlijke indeling tussen 1922 en 1945 |
||
+ | |- |
||
+ | ! District !! Onderdistricten |
||
+ | |- |
||
+ | | rowspan="5" | Noorderdistrict || [[Akko]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Haifa]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Nazareth]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Safad]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Tiberias]] |
||
+ | |- |
||
+ | | rowspan="6" | Jeruzalem-Jaffa || [[Bethlehem]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Jaffa]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Ramla]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Jericho]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Jeruzalem]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Ramallah]] |
||
+ | |- |
||
+ | | rowspan="4" | Samaria || [[Beet She'an|Beisan]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Jenin]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Nablus]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Toelkarem]] |
||
+ | |- |
||
+ | | rowspan="3" | Zuiderdistrict || [[Beër Sjeva|Be'er-sjawa]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Gaza]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Hebron]] |
||
+ | |- |
||
+ | |} |
||
+ | | |
||
+ | {| class="wikitable" |
||
+ | |- |
||
+ | ! colspan="2" | Bestuurlijke indeling tussen 1945 en 1948 |
||
+ | |- |
||
+ | ! District !! Onderdistricten |
||
+ | |- |
||
+ | | Haifa || [[Haifa]] |
||
+ | |- |
||
+ | | rowspan="5" | Galilea || [[Akko]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Beet She'an|Beisan]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Nazareth]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Safad]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Tiberias]] |
||
+ | |- |
||
+ | | rowspan="2" | Lydda || [[Jaffa]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Ramla]] |
||
+ | |- |
||
+ | | rowspan="3" | Samaria || [[Jenin]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Nablus]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Toelkarem]] |
||
+ | |- |
||
+ | | rowspan="3" | Jeruzalem || [[Hebron]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Jeruzalem]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Ramallah]] |
||
+ | |- |
||
+ | | rowspan="2" | Gaza || [[Beër Sjeva|Be'er-sjawa]] |
||
+ | |- |
||
+ | | [[Gaza]] |
||
+ | |- |
||
+ | |} |
||
+ | |} |
||
+ | == Economie == |
||
− | Het Witboek bevatte de volgende punten: |
||
+ | [[Bestand:Pobjoy Short Scion Palestine Airways 1934.jpg|miniatuur|links|Een vliegtuig van ''Palestine Airways'' uit 1934.]] |
||
+ | Er zijn weinig tot geen cijfers die iets vertellen over de [[economie]] van het hele mandaatgebied. Dit komt omdat de [[economie|economische]] [[vooruitgang boeken|vooruitgang]] van Palestijnse Arabieren en Palestijnse Joden apart werd gemeten. Hoe goed het gaat met een economie wordt bepaald door de [[hoeveelheid]] [[werk]], [[handel]], [[geld]] en [[inflatie]]. |
||
+ | De meeste [[industrie]] ([[fabriek]]en) stonden in Haifa. In die stad stond ook een [[olieraffinaderij]]. Naar Haifa liep namelijk een oliepijplijn vanuit [[Koninkrijk Irak|Irak]]. In de stad Jaffa stond de Palestijnse [[Elektriciteit]]s[[maatschappij]]. De maatschappij was opgericht door de Joodse Pinhas Rutenberg en [[leveren|leverde]] vooral [[energie]] aan de Joodse industrie in Haifa. In 1934 werd ''Palestine Airways'' opgericht, de eerste [[luchtvaartmaatschappij]] van Palestina. |
||
− | * Binnen 10 jaar een Arabisch-Joodse eenheidsstaat opzetten |
||
− | * Joodse immigratie beperken tot {{formatnum:25000}} in een keer en daarna {{formatnum:10000}} per jaar. |
||
− | * Verdere immigratie alleen met toestemming van de Arabische bevolking. |
||
+ | Tussen 1922 en 1947 groeiden zowel de Arabisch-Palestijnse als de Joods-Palestijnse economie. De Joods-Palestijnse economie groeide elk jaar met [[ongeveer]] 13,2% en de Arabisch-Palestijnse economie met gemiddeld 6,5%. Palestijnse Joden gingen steeds meer geld verdienen. In het jaar 1936 verdienden zij 2,6 keer zoveel als de Palestijnse Arabieren. Arabieren in Palestina verdienden wel meer geld in dan Arabieren in andere landen. In cijfers van de [[Volkenbond]] (later de [[Verenigde Naties]]) over de economische [[ontwikkeling]] van landen, stonden de Palestijnse Joden op de veertiende plaats en de Palestijnse Arabieren op de 35ste plaats. Beide [[gemeenschap]]pen deden het beter dan [[Egypte]] en [[Turkije]] in die tijd. |
||
− | Dat Witboek was het Officiële Engelse beleid tot 1948. |
||
+ | == Onderwijs == |
||
− | De breuk met het zionisme kwam echter te laat. De Zionistische [[judaïsatie]] van Palestina ging al veel te ver. Zionisten waren al veel te sterk. |
||
+ | [[Bestand:Keren Hayesod Album, Hebrew University01 (cropped).jpg|250px|right|thumb|De Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem in de jaren 1930.]] |
||
− | Palestijnen hadden geen leiders meer. Het duurde een tijdje voor er weer Palestijnse leiders waren om mee te praten of dingen te regelen. Het Witboek was te weinig en te laat om ook maar iets te veranderen. |
||
+ | Palestijnse Arabieren en Joden gingen naar [[apart]]e scholen. De scholen van Palestijnse Arabieren werden bestuurd door de Islamitische Operraad. In 1932 kon 22% van de Palestijnse Arabieren [[lezen]] en [[schrijven]]. De Joden hadden een apart [[school]][[systeem]]. Dit systeem werd in 1920 [[oprichten|opgericht]]. In 1924 werd de Joodse Technionuniversiteit opgericht en in 1925 de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. In 1932 kon 86% van de Palestijnse Joden [[lezen]] en [[schrijven]]. |
||
+ | == Zie ook == |
||
− | De Engelse aandacht verslapte hierna ook nog eens door de dreiging van de Tweede Wereldoorlog. Palestina werd minder belangrijk. |
||
+ | *[[Defensienoodverordeningen]] |
||
+ | *[[Ha'avara-Abkommen]] |
||
+ | *[[Zionisme]] |
||
+ | == Bronvermelding == |
||
− | De Engelsen probeerden het Witboek te handhaven. De [[Arabische Liga|Arabische liga]] bleef aanspraak maken op een Arabisch Palestina, zoals in het mandaat was afgesproken en verwierpen de Zionistische aanspraken op Palestina voor een joodse staat als [[Kolonie (staatkundig)|kolonialisme]] en [[imperialisme]]. Ze verwierpen het westers/zionistisch argument, dat de zionist een missie had om "de arme achtergebleven Palestijnse bewoners op een hoger plan te helpen" als een belachelijke voorstelling van zaken. Daar was ook duidelijk tot dan toe nog nooit sprake van geweest bij de zionisten! |
||
+ | *Anglo-Amerikaans Ondervragingscomité (1945-1946), Institute for Palestine Studies (1991, red.). ''A Survey of Palestine: Prepared in December, 1945 and January, 1946 for the Information of the Anglo-American Committee of Inquiry''. Libanon, Beiroet: Institute for Palestine Studies, ''1'', pp. 12–13 ([[ISBN]]: 9-780-8872-8211-9). [https://www.worldcat.org/nl/title/survey-of-palestine-prepared-in-december-1945-and-january-1946-for-the-information-of-the-anglo-american-committee-of-inquiry/oclc/23864723] |
||
+ | *Attali, J.J.M. (2002). ''Les Juifs, le monde et l'argent : histoire économique du peuple juif'' (''Livre de poche'', no. 15580). Frankrijk, Parijs: Librairie Arthème Fayard, pp. 1663-1664 ([[ISBN]]: 9-782-2531-5580-5, OCLC: 741377134). [https://ia802305.us.archive.org/21/items/liste-2-livres-de-geopolitique/les-juifs-Jacques-Attali.pdf] |
||
+ | *Barron, J.B. (1923). ''Palestine: Report and General Abstracts of the Census of 1922. Taken on the 23rd of October, 1922.'', Mandaatbestuur van Palestina. [https://users.cecs.anu.edu.au/~bdm/yabber/census/PalestineCensus1922.pdf] |
||
+ | *Caplan, N. (1978). ''Palestine Jewry and the Arab Question, 1917–1925''. Verenigd Koninkrijk, London & Verenigde Staten, New Jersey, Totowa: F. Cass, pp. 161–165 (ISBN 0-7146-3110-8). [https://books.google.nl/books?id=NDAGA5Q2oAEC&printsec=frontcover&source=gbs_atb&redir_esc=y#v=onepage&q&f=false] |
||
+ | *Doumani, B.B. (1992). Rediscovering Ottoman Palestine: Writing Palestinians into History. ''Journal of Palestine Studies'', ''21''(2), pp. 5–28. [https://www.jstor.org/stable/2537216] |
||
+ | *Engel, D. (2013). ''Zionism''. Verenigd Koninkrijk, Abingdon-on-Thames: Routledge, pp. 32–35 ([[ISBN]]: 9-781-3178-6548-3). |
||
+ | *''Grondbezitswet van het Ottomaanse Rijk van 7 ramadan 1274'' (1858). Vertaald door Ongley, F. (1892) & Miller, H.E. (red.). ''The Ottoman Land Code''. Verenigd Koninkrijk, Londen: W. Clowes. [https://archive.org/details/ottomanlandcode00turkuoft/page/n3/mode/2up] |
||
+ | *Eyal, G. (2006). ''The Disenchantment of the Orient - Expertise in Arab Affairs and the Israeli State''. Verenigde Staten, Californië, Redwood City: Stanford University Press, ([[ISBN]]: 978-0-8047-5403-3). |
||
+ | *Heller, J. (1995). ''The Stern Gang: Ideology, Politics, and Terror, 1940-1949''. Verenigd Koninkrijk, Abingdon-on-Thames: Psychology Press ([[ISBN]]: 978-0714641065). [https://books.google.nl/books?id=f3P5kO0s7l8C] |
||
+ | *Hoff, R.H. (1991). ''De ondergang van het Ottomaanse Rijk en de verdeling van het Midden-Oosten''. IsGeschiedenis. [https://isgeschiedenis.nl/longreads/de-ondergang-van-het-ottomaanse-rijk-en-de-deling-van-het-midden-oosten] |
||
+ | *Huneidi, S. (2001). ''A Broken Trust: Sir Herbert Samuel, Zionism and the Palestinians''. Londen, Verenigd Koninkrijk: I.B. Tauris - Bloomsbury Academic Publishing. ([[ISBN]]: 9-781-8606-4172-5). |
||
+ | *Huneidi, S. (1998). Was Balfour Policy Reversible? The Colonial Office and Palestine, 1921-23. ''Journal of Palestine Studies'', ''27''(2), pp. 23–41. [https://www.jstor.org/stable/2538282] |
||
+ | *Joods Telegrafisch Agentschap (1945). ''Palestine Airways Expects to Resume Service Shortly Throughout Middle East''. JTA. [http://pdfs.jta.org/1945/1945-07-27_171.pdf?_ga=2.198019119.1886210105.1663960840-690716731.1662231985] |
||
+ | *Khalaf, I. (1991). ''Politics in Palestine: Arab Factionalism and Social Disintegration, 1939-1948''. Verenigde Staten, New York, Albany: State University of New York Press ([[ISBN]]: 9-780-7914-0708-0). |
||
+ | *Khalidi, R. (2006). ''The Iron Cage: The Story of the Palestinian Struggle for Statehood''. Verenigde Staten, Massachusetts, Boston: Beacon Press ([[ISBN]]: 9-780-8070-0308-4). [https://archive.org/details/ironcagestoryofp00khal] |
||
+ | *Korkus, S. (2008). Het ontstaan van de staat Israël. ''Historisch Nieuwsblad'', ''1''. [https://www.historischnieuwsblad.nl/het-ontstaan-van-de-staat-israel/] |
||
+ | *Mandaatbestuur van Palestina (7 juni 1945). ''The Palestine Gazette'', ''1945''(1415), bijlage 2a. [https://findit.library.yale.edu/images_layout/fullviewnoocr?parentoid=15537526] |
||
+ | *Macgregor, J. (1850). '' Commercial statistics: A digest of the productive resources, commercial legislation, customs tariffs, of all nations.'' Verenigd Koninkrijk, Londen: Whittaker & Co, p. 12. [https://books.google.nl/books?id=-70sAQAAIAAJ&pg=PA12&redir_esc=y#v=onepage&q&f=false] |
||
+ | *Mathew, W.M. (2013). The Balfour Declaration and the Palestine Mandate, 1917—1923: British Imperialist Imperatives. ''British Journal of Middle Eastern Studies'', ''40''(3), pp. 231–250. [http://www.jstor.org/stable/23525764] |
||
+ | *McLeod, W. (1858). ''The Geography of Palestine''. Verenigd Koninkrijk, Londen: Longman, Brown, Green, Longmans & Roberts. [https://books.google.nl/books?id=A6ICAAAAQAAJ&pg=PA52&redir_esc=y#v=onepage&q&f=false] |
||
+ | *NTR/VPRO (2013). ''Al-Naqba: de Palestijnse catastrofe 1948''. Andere Tijden. [https://anderetijden.nl/aflevering/634/Al-Naqba-de-Palestijnse-catastrofe-1948] |
||
+ | *Occupied Enemy Territory Administration (OETA)/Territoires ennemis occupés (TEO) (1 juli 1922). ''Official Gazette of the Government of Palestine'', ''1922''(70). [https://findit.library.yale.edu/images_layout/fullviewnoocr?parentoid=15537411] |
||
+ | *Palestine Post (21 mei 1948), p. 3. [https://www.nli.org.il/en/newspapers/pls/1948/05/21/01/page/3/?e=-------en-20--1--img-txIN%7ctxTI--------------1] |
||
+ | *Pappé, I. (2007). ''The Ethnic Cleansing of Palestine''. Verenigd Koninkrijk, Londen: Oneworld Publications Limited ([[ISBN]]: 9-781-7807-4056-0). [https://yplus.ps/wp-content/uploads/2021/01/Pappe-Ilan-The-Ethnic-Cleansing-of-Palestine.pdf] |
||
+ | *Perlinger, A. & Eubank, W.L. (2006). ''Middle Eastern Terrorism''. Verenigde Staten, New York, New York: Infobase Publishing ([[ISBN]]: 9-780-7910-8309-3). [https://books.google.com/books?id=rTZhyGadxD4C&pg=PA37] |
||
+ | *Rosenfeld, J.E. (2010). ''Terrorism, Identity, and Legitimacy: The Four Waves Theory and Political Violence''. Verenigd Koninkrijk, Abingdon-on-Thames: Routledge, p. 161 ([[ISBN]]: 9-780-4155-7857-8). [https://books.google.com/books?id=gM-sAgAAQBAJ&pg=PA161] |
||
+ | *Shams El-Din, O. (2007). ''A Military History of Modern Egypt from the Ottoman Conquest to the Ramadan War''. Verenigde Staten, Kansas, Fort Leavenworth: United States Army Command and General Staff College, pp. 7–13, 22–29. [https://apps.dtic.mil/sti/pdfs/ADA479427.pdf] |
||
+ | *Shapira, A. (2014). ''Ben-Gurion - Father of Modern Israel''. Verenigde Staten, Connecticut, New Haven: Yale University Press, pp. 80–89. [https://archive.org/details/bengurionfathero0000shap] |
||
+ | *Shapira, A. (1992). Templer, W. (red.). ''Land and Power: The Zionist Resort to Force, 1881–1948''. Verenigd Koninkrijk, Oxford: Oxford University Press. [https://books.google.nl/books?id=h4K06WBjCrAC&pg=PA42&dq=%22a+land+without+a+people%22++anita+shapira&redir_esc=y#v=onepage&q=%22a%20land%20without%20a%20people%22%20%20anita%20shapira&f=false] |
||
+ | *Tute, P.C. (1927). ''The Ottoman Land Laws''. Mandaatgebied Palestina, Jeruzalem: Greek Convent Press. [http://www.ra.smixx.de/media/files/Ottoman-Land-Code-1858-(1927).pdf] |
||
+ | [[Categorie:Israël]] |
||
− | De Palestijns leider '''Azzam''' verklaarde : <blockquote>"''Wat de afloop ook is, de Arabieren zullen zich houden aan hun aanbod van gelijkwaardig burgerschap voor de Joden in Arabische Palestina en hen zo Joods laten zijn als zij willen''." </blockquote>De Palestijnen riepen op tot een eenheidsstaat van Alle inwoners, joods, christen, moslim. Één staat voor iedereen. |
||
+ | [[Categorie:Geschiedenis van Israël]] |
||
− | |||
+ | [[Categorie:Geschiedenis van Palestina]] |
||
− | Dat wilden zionisten, christenzionisten en de [[VN]] niet. Die wilden enkel een joodse staat, met zo weinig mogelijk Arabische inwoners. Ze willen geen gelijkwaardig burgerschap voor Palestijnen. |
||
− | |||
− | De Zionisten voerden hun terroristische aanslagen en oorlogsvoering flink op. |
||
− | |||
− | '''verovering van Haifa''' |
||
− | Bij de verovering en [[Etnische zuivering|zuivering]] van Haifa is Operatie Bi'ur Hametz bekend geworden, omdat de Zionisten erg trots waren op hun psychologische oorlogsvoering daar. Ze maakten gebruik van luidsprekers en radio uitzendingen om in het Arabisch o.a. te verkondigen, dat de strijd verloren was e.d. en dat de Arabieren de stad moesten verlaten, wilden ze overleven. Het hielp daarbij dat de zionisten van Carmeli’s 22<sup>e</sup> Bataljon de opdracht hadden om “van huis tot huis te gaan en alle arabieren te vermoorden” Ook moest alles dat wilde branden in brand gestoken worden, zodat het er zeer ernstig uit zag. |
||
− | |||
− | Door de ontstane onzekerheid, angst en onrust kon de stad gemakkelijk van zijn bevolking ontdaan worden. Velen vluchtten ook in Paniek en lieten al hun bezit achter. Sieraden, geld, kleding, huisraad. Moshe Dayan werd benoemd om daar toezicht op te houden. Hij besloot ze massaal te '''stelen''' en onder de joods kolonisten verdelen of voor het leger in beslag te nemen. Op 21 april werd er rapport opgemaakt, dat Haifa ingenomen was. Op 22 april 1948 hadden de Britten enkel nog de macht in het havengebied. De rest was in handen van de Hagana en de Carmeli Brigade. Er was een restant Arabische bevolking van zo’n 4000 personen over, samengedreven in een paar wijken, terwijl de vernietiging van Arabische huizen op gang kwam. Volgens zionisten, hadden ze de Arabieren gevraagd te blijven. maar dat klopt duidelijk niet, want dan gooi je geen bommen, tussen de vluchtende mensen, schiet je niet op ze vanuit vliegtuigen en geef je geen opdracht om alle arabieren te vermoorden. |
||
− | |||
− | '''Palestina opgedeeld''' |
||
− | Als de Engelsen echt hadden gewild, was er een Arabisch-Joodse staat ontstaan in Palestina, maar ze waren oorlogsmoe. Ze gaven bij de [[VN]] aan het [[mandaat]] te willen beëindigen. De Palestijnen wilden een eenheidsstaat voor alle inwoners. Dat wilde de VN, de christenzionisten en de zionisten niet. |
||
− | |||
− | De [[VN]] wilde geen eenheidstaal Palestina voor alle inwoners. Ondanks hun mandaat, vergaten ze hun verantwoordelijkheid direct. Ze vonden, dat er een staat, alleen voor joden moest komen op Palestijns gebied. Ze hadden nooit iets voor de Palestijnen en de onafhankelijke Palestijnse staat gedaan. Ze vonden nu de tijd rijp voor een ruim Joods land. Ze kwamen met het plan om Palestina te verdelen in een joods- en een Arabisch gebied. De Arabische bevolking was 2 x zo groot als de joodse bevolking. Toch wilden ze de zionisten meer dan de helft van het gebied geven. {{formatnum:498000}} Arabieren woonden in gebied, dat de VN aan zionisten gaf. Die moesten dan maar verhuizen. en {{formatnum:10000}} joodse bewoners uit het aan de arabieren toegewezen gebied. De belangrijke havenstad Haifa werd ook aan de Zionisten toegewezen. Een belachelijk onrechtvaardig plan, vonden de Palestijnen daarom. De Palestijnen wilden hun land niet opdelen.. Ze reageerden weer met een aanbod voor één staat Palestina voor iedereen. Arabieren, Druzen, Bedouïnes en Joden samen. Dat wilden de zionisten niet. |
||
− | Op 14 mei 1948, 8 uur voor de officiële beëindiging van het Britse [[mandaat]], riep de "Jewish Agency for Israël " onder leiding van David Ben Gurion de onafhankelijke staat Israël uit. |
||
− | |||
− | '''Lechi et al.''' |
||
− | Dit was niet eens de start van de grootschalige verdere moord en verdrijving. Al op 19 april werd het dorp Deir Yassin gruwelijk uitgeroeid. Dit was onderdeel van het plan Dalet. |
||
− | |||
− | Als start van deze "opruimactie" werd al eerder het dorp Deir Yassin overvallen. De moordenaars kwamen ongemerkt binnen. Het dorp had een vredesverdrag met de zionisten en verwachte niks. Men dacht dat het er veilig was. Er woonden daarom veel ouderen, vrouwen en kinderen. De bevolking werd gruwelijk vermoord. Er zijn veel onthoofdingen geweest en mensen, waar de ingewanden uit gehaald waren. Veel vrouwen bleken verkracht. Veel vrouwen en kinderen gruwelijk vermoord, Hun bruikbare bezit, geld en sieraden gestolen. Een aantal overlevende moest spitsroede lopen door de straten van joodse wijken in Jeruzalem en werd daarna met stenen doodgegooid door een juichende menigte. Een andere groep werd daarna doodgeschoten buiten Jeruzalem. Volgens velen was de slachtpartij bedoelt om paniek te zaaien en dat er juist daarom doelbewust veel vrouwen en kinderen slachtoffer werden van gruwelijkheden. Want voor Palestijnen was de veiligheid van de familie erg belangriijk. |
||
− | |||
− | Operatie Makkab. Op 11 mei 1948, is er een rapport over de sloop van het dorp Beit Mashir ; "al 60-70 huizen gesloopt" De bevolking werd in opdracht van Ben Gurion (met handgebaar hand langs keel) gruwelijk verdreven. |
||
− | |||
− | De Palestijnen spreken van |
||
− | |||
− | '''Al-Nakba : de Ramp''' |
||
− | Op 14 mei 1948 riep het Joods Agentschap de staat Israël uit. Tsjecho-Slowakije had in april 1948 grootscheeps wapens aan de zionistische troepen geleverd. Die waren beslissend in het gevecht. |
||
− | |||
− | Israel begon zijn oprichtingsoorlog met een aantal doelen: |
||
− | # Overleven |
||
− | # Zo ruim mogelijke veilige grenzen |
||
− | # Zo min mogelijk Arabieren binnen de grenzen. Ze wilden een democratie, maar met een overgrote Joodse meerderheid. |
||
− | Ben Gurion daarover<blockquote> |
||
− | “''Wat Galilea betreft, heeft de heer [Moshe] Sharett u al verteld dat er nu nog ongeveer {{formatnum:100000}} Arabieren in Galilea wonen. Laten we aannemen dat er een oorlog uitbreekt. Dan zullen we in staat zijn om het hele gebied van Centraal Galilea, inclusief al zijn vluchtelingen, in één keer te [[Etnische zuivering|zuiveren]]( = etnisch zuiveren). In dit verband wil ik enkele bemiddelaars noemen die aanboden om ons Galilea zonder oorlog te geven. Wat ze bedoelden was het bevolkte Galilea. Ze boden ons niet het lege Galilea aan, dat we alleen konden krijgen door middel van een oorlog. Daarom, als een oorlog zich uitstrekt tot heel Palestina, zal onze grootste winst Galilea zijn. Het is omdat zonder enige speciale militaire inspanning die andere fronten in gevaar zou kunnen brengen, alleen door de troepen te gebruiken die al voor de taak waren toegewezen, we ons doel, de zuivering van Galilea, konden bereiken.'' " |
||
− | </blockquote>en<blockquote>"''we moeten terreur, moord, intimidatie, inbeslagname van land en het afsnijden van alle sociale voorzieningen gebruiken om Galilea te verlossen van zijn Arabische bevolking''".</blockquote>Ben Gurion laat duidelijk zien, dat hij als leider van het zionisme op dat moment etnische zuiveringen wil en bevelen gaf voor gruwelijkheden daarbij. |
||
− | |||
− | Het officiële zionistische verhaal is, dat de Arabische leiders opdracht aan de Palestijnen gaven om Palestina te verlaten. Maar dat past niet bij de Palestijnse samenleving. die was niet dictatoriaal. Niet de leiders, maar de familie kwam op de eerste plaats. Leiders werden niet blind gevolgd. |
||
− | |||
− | '''[https://nl.wikipedia.org/wiki/Erskine_B._Childers Erskin Childers]''' is de eerste, die bewezen had, dat er nooit zo'n oproep is geweest. Hij heeft weergaven van berichten en alle radio-uitzendingen onderzocht en uitgeschreven. Er is geen enkel oproep tot vertrek gevonden. Eerder andersom. Er werd opgeroepen te blijven! |
||
− | |||
− | 11 juli 1948 als onderdeel van operatie Dani werden de dorpen Lydda en Ramla overvallen. Volgens latere premier Yitzak Rabin, gaf Ben Gurion de opdracht de bevolking te verdrijven. Meer dan 440 en volgens sommigen meer dan 500 dorpen werden zo gesloopt en de bevolking verdreven of vermoord. |
||
− | |||
− | Latere onderzoeken zeggen, dat deze eerste acties precies goed waren om angst te zaaien. Het eergevoel van de familie was in het geding. Vrouwen en kinderen diende door de familie beschermd te worden. De opdracht van de zionistische top was daarom om het zo gruwelijk mogelijk te maken. Dan zou het op de vlucht jagen en verdrijven van de Palestijnen veel makkelijker worden. Het zou onderdeel zijn van [https://nl.wikipedia.org/wiki/Plan_Dalet Plan Dalet]. Dat Plan was van te voren gemaakt om "joodse grenzen" veilig te stellen. Sommigen zeggen, dat het geheel verdrijven van de Niet-joodse bevolking niet het plan was. Maar de soldaten zelf vertellen, dat het duidelijke bevelen waren tot uitroeien en verdrijven. De eenheden van de Palmach ontvingen hun orders voor Nachson op 1 april 1948. Die waren duidelijk: ''"het voornaamste doel van de operatie is de vernietiging van Arabische dorpen...(en) de verdrijving van de dorpelingen".'' |
||
− | |||
− | Wat er ook voor een geplande schoonmaakactie spreekt, is het "'''[https://en.wikipedia.org/wiki/Village_files Dorpenplan]'''". Daarin werden lang van tevoren alle dorpen in kaart gebracht. Alle mogelijke informatie werd verzameld. Van luchtfoto's, bevolkingssamenstelling, het belang van de grond en de mogelijkheden, tot strategische belangen en hoe het te veroveren. |
||
− | |||
− | Er was ook al langer een "[https://en.wikipedia.org/wiki/Transfer_Committee Transfer Comité]" actief, dat plannen maakte voor de etnische zuivering van alle Palestijnen in het door zionisten gewenste gebied. En zelfs plannen hoe hun terugkeer te voorkomen. |
||
− | |||
− | Er is erg veel gemoord. |
||
− | |||
− | In het Fries dagblad van 29 februari 2012 verteld een uit Roemenië afkomstige Joodse immigrante over deze periode:\<blockquote> |
||
− | ''"Ik heb veel gedood. Ik vocht voor mijn land. Dat deden we allemaal. De oorlog heeft ons zo gemaakt, we konden niet anders, begrijp je. Ja, het is fout, een gat in onze ziel. Maar dat land, dat was van ons. Eindelijk. Niet weer delen met vreemdelingen. Weg ermee!"'' |
||
− | </blockquote>Ze was lid van de Palmach en verteld hoe ze de huizen van de Palestijnen afpakten en Palestijnen vermoorde als die terugkwamen om bezittingen op te halen. |
||
− | |||
− | Zoals zo veel zionisten, dacht ze, dat er eindelijk een 100% joodse staat Israël was en dat het klaar was met deze laatste moordpartij. "Een vlek op haar ziel", maar dan was het klaar. |
||
− | |||
− | Ook toen werd er geloofd, dat het snel en kort zou zijn. Ze geloofden, dat de verdreven Palestijnen in de buurlanden maar weer een goed leven moesten gaan opbouwen. Die zouden Palestina dan snel weer vergeten, dachten ze. |
||
− | |||
− | Nog spreekt Israël de buurlanden er op aan, dat ze niet voldoende voor de Palestijnse vluchtelingen zorgen. De gedachte van veel zionisten, dat het klaar was met de Nakba klopte niet. Dat "de Ouden zouden sterven en de Jongeren zouden vergeten" is niet waar gebleken. Ben Gurion heeft ongelijk gekregen. Twee Israëlische wetenschappers, Pappe en Morris doorzochten later de zionistische archieven. Ze vonden veel stukken, die lieten zien, dat het verdrijven en vermoorden niet zomaar toevallig gebeurden bij het veroveren. Het bleken helemaal geplande acties te zijn. Helemaal precies bevolen aan de soldaten door de leiders. Er waren lijsten met mensen, die vermoord dienden worden. Pappe en Morris werd daarna de toegang tot de archieven verboden. Ze mochten niet laten zien, wat er in de archieven zat. Israël ruimde direct zijn archieven op om sporen te verwijderen. Ook werden documenten en documentaires verboden verklaard. Toch blijven er nog steeds getuigenverslagen en bewijzen opduiken, dat het allemaal geplande zionistische acties betreft. |
||
− | |||
− | De zionist Israel Shahak schreef ook veel rapporten en boeken over wat er gebeurde. Hij was een bekende joodse mensenrechtenactivist, Hij was tegenstander van religieuze dwang. Ook was hij fel gekant tegen het massaal verbranden van christelijke boeken als het nieuwe testament, die bij rooftochten op Palestijnen waren buitgemaakt. Hij protesteerde steeds meer tegen onrechtvaardige behandeling van Palestijnen, zoals administratieve detentie. Dat is het gevangen zetten van mensen zonder enige vorm van proces of bewijs. |
||
− | |||
− | Een aantal Israëlische soldaten nam een film op. Ze vertelden elkaar wat ze meemaakten en haalden daar andere filmbeelden bij. De documentaire heet : "Censored Voices", > verboden stemmen, omdat de documentaire verboden werd door Israël. Daarin werd verteld hoe ze Palestijnen bedrogen; Ze vertelden de Palestijnen, dat het gevaarlijk zou worden en ze weg moesten uit hun dorpen. Ze zouden dan na de gevechten terug konden komen. Als ze dan nog niet gingen, werd geweld gebruikt. Onderweg zagen ze veel zionistische soldaten Palestijnse jongens en mannen doodschieten. Ze werden uit de groepen vluchtelingen gehaald en langs de kant van de weg vermoord. Hun families werden gedwongen door te lopen. Ze moesten wel erg denken aan de colonnes Joden tijdens de Jodenvervolgingen door de nazi's. |
||
− | |||
− | Ook deze film verteld een gruwelijk verhaal van [[Etnische zuivering|etnisch zuiveren]] en misschien wel genocide (volkerenmoord). |
||
− | |||
− | Later ontstond op dezelfde manier de beweging Breaking The Silence. Israëlische soldaten, die mee hadden gedaan met acties, waar ze zich later over schaamden, of die dingen hadden gezien van andere soldaten. Ze vertellen over de opgedragen gruwelijkheden en schendingen van mensenrechten, zoals het expres bombarderen van ziekenhuizen of opdrachten daartoe. |
||
− | |||
− | Het einde van de mandaat periode en begin van Israël was gruwelijk en bloedig voor de oorspronkelijke bevolking van Palestina. |
||
− | |||
− | == Bronnen == |
||
− | * Tekst en artikelen van het mandaat aan Engeland |
||
− | https://www.mtholyoke.edu/acad/intrel/britman.htm |
||
− | |||
− | * Eerste gebiedsuitbreiding Zionisten |
||
− | https://lib.ugent.be/nl/catalog/rug01:001457770 |
||
− | https://en.wikipedia.org/wiki/Lehi_(militant_group) |
||
− | https://rightsforum.org/achtergronden/dossiers/de-kwestie-palestinaisrael/de-kwestie/ |
||
− | https://rightsforum.org/achtergronden/dossiers/de-kwestie-palestinaisrael/ |
||
− | https://israelpalestina.nl/ottomaanse-rijk |
||
− | https://en.wikipedia.org/wiki/Zionism |
||
− | https://al-shabaka.org/briefs/drying-palestine-israels-systemic-water-war<nowiki/>/ |
||
− | https://en.wikipedia.org/wiki/The_Ethnic_Cleansing_of_Palestine |
||
− | https://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_Isra%C3%ABl |
||
− | https://jalta.nl/geschiedenis/antisemitisme-een-beknopt-historisch-overzicht-1/ |
||
− | https://palestina-komitee.nl/kwestie-palestina/ |
||
− | https://docplayer.nl/10313291-Dossier-geschiedenis-van-het-israelisch-palestijns-conflict.html |
||
− | https://www.yesh-din.org/en/the-occupation-of-the-west-bank-and-the-crime-of-apartheid-legal-opinion/ |
||
− | https://www.mo.be/analyse/isra-lische-apartheid-en-de-kolonisatie-van-palestina |
||
− | https://www.historischnieuwsblad.nl/het-ontstaan-van-de-staat-israel/ |
||
− | https://www.english.acri.org.il/faq1 |
||
− | https://www.businessinsider.nl/i-joined-israeli-army-and-witnessed-the-occupation-morally-wrong-2020-7?international=true&r=US |
||
− | https://web.archive.org/web/20091115105816/http://www.mepc.org/journal_shahak/shahakmain.asp |
||
− | https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_human_rights_organisations#Israel |
||
− | https://icahd.org/ |
||
− | https://www.english.acri.org.il |
||
− | https://www.btselem.org/ |
||
− | https://jij.org/ |
||
− | https://machsomwatch.org/en |
||
− | https://rhr.org.il/eng/ |
||
− | https://www.phr.org.il/en/ |
||
− | https://www.yesh-din.org/en/ |
||
− | https://www.breakingthesilence.org.il/ |
||
− | https://nl.wikipedia.org/wiki/Zionisme |
||
− | * Zionistisch gedachtegoed |
||
− | https://jewishvoiceforpeace.org/the-ben-gurion-letter/ |
||
− | [https://www.haaretz.com/1.5158152 Lebensraum as a justification for Israëli settlements <nowiki>https://www.haaretz.com/1.5158152</nowiki> Lebensraum as a justification for Israëli settlements] |
||
− | https://www.amnesty.nl/content/uploads/2017/06/Public-Rationale-English.pdf?x41591 |
||
− | https://www.amnesty.org/en/latest/campaigns/2017/11/the-occupation-of-water/ |
||
− | [https://www.imdb.com/title/tt1857772/ Videoverslag 'Louis Theroux '': "The Ultra Zionists (2011)" <nowiki>https://www.imdb.com/title/tt1857772/</nowiki> Videoverslag 'Louis Theroux<nowiki>''</nowiki>: "The Ultra Zionists (2011)"''] |
||
− | https://www.bbc.com/news/magazine-12347050 |
||
− | https://www.independent.co.uk/news/world/middle-east/holocaust-survivors-and-their-descendants-accuse-israel-of-genocide-9687994.html |
||
− | https://latimesblogs.latimes.com/babylonbeyond/2010/01/israel-gaza-holocaust-survivor-hedy-epstein-explains-why-she-became-palestinian-rights-activist.html%20 |
||
− | https://www.youtube.com/watch?v=bU0ZANiKu28 |
||
− | https://www.youtube.com/watch?v=6vm1Byr7eS0 |
||
− | https://www.youtube.com/watch?v=XhBefHrzgqk&feature=emb_rel_end |
||
− | https://labourbriefing.org/blog/2019/7/30/six-holocaust-survivors-compare-zionist-policy-to-that-of-the-nazis |
||
− | https://www.nrc.nl/nieuws/2016/07/21/hatelijke-uitspraken-achtervolgen-beoogde-opperrabijn-israelisch-leger-3337907-a1512695 |
||
− | * Collectieve bestraffing |
||
− | https://interactive.aljazeera.com/aje/Palestineremix/collective_punishment.html |
||
− | https://en.wikipedia.org/wiki/House_demolition_in_the_Israeli%E2%80%93Palestinian_conflict |
||
− | https://www.standaard.be/cnt/dmf20141127_01400352 |
||
− | https://en.wikipedia.org/wiki/House_demolition_in_the_Israeli%E2%80%93Palestinian_conflict |
||
− | * Israel als onderdeel van het Duitse rijk |
||
− | https://www.stelling.nl/kleintje/edities/1999/januari-328/petere-29 |
||
− | https://en.wikipedia.org/wiki/Lehi_(militant_group) |
||
− | https://en.wikipedia.org/wiki/Haavara_Agreement |
||
− | https://www.euppublishing.com/doi/pdfplus/10.3366/hlps.2015.0123 |
||
− | https://networks.h-net.org/node/28655/reviews/30706/patt-nicosia-zionism-and-anti-semitism-nazi-germany |
||
− | * Onrusten |
||
− | https://en.wikipedia.org/wiki/Battle_of_Haifa_(1948) |
||
− | https://icahd.org/2020/05/15/one-democratic-state/ |
||
− | * Einde van het Brits mandaat |
||
− | https://www.wrmea.org/1999-september/behind-the-myths-what-israeli-historians-say-about-1948-ethnic-cleansing.html |
||
− | [https://en.wikipedia.org/wiki/The_Ethnic_Cleansing_of_Palestine boek pappe behandeld. <nowiki>https://en.wikipedia.org/wiki/The_Ethnic_Cleansing_of_Palestine</nowiki> boek pappe behandeld.] |
||
− | https://www.dekrantvantoen.nl/vw/article.do?v2=true&id=FRD-20140712-01006004&vw=org&lm=ruth%2Cjong%2Chotz |
||
− | https://nl.wikipedia.org/wiki/Arabisch-Isra%C3%ABlische_Oorlog_van_1948 |
||
− | http://www.israel-palestina.info/actueel/2012/03/01/de-verovering-van-israel/ |
||
− | https://www.middleeastmonitor.com/20180409-remembering-the-massacre-at-deir-yassin/ |
||
− | https://nl.wikipedia.org/wiki/Yitzhak_Rabin |
||
− | https://www.wrmea.org/1999-september/behind-the-myths-what-israeli-historians-say-about-1948-ethnic-cleansing.html |
||
− | https://rightsforum.org/nieuws/joden-plunderden-in-1948-de-bezittingen-van-600-duizend-palestijnen/ |
||
− | https://www.yesh-din.org/en/high-court-of-justice-petition-filed-by-yesh-din-together-with-landowners-from-the-palestinian-villages-of-tell-immatin-and-farata-demanding-the-reopening-of-investigations-against-invaders-2/ |
||
− | https://nl.wikipedia.org/wiki/Arabisch-Isra%C3%ABlische_Oorlog_van_1948 |
||
− | http://folk.ntnu.no/tronda/kk-f/fra110699/0226.html |
||
− | https://www.quotetab.com/quotes/by-david-ben-gurion |
||
− | https://en.wikiquote.org/wiki/David_Ben-Gurion |
||
− | https://jewishvoiceforpeace.org/the-ben-gurion-letter/ |
||
− | https://www.quotetab.com/quotes/by-david-ben-gurion |
||
− | https://www.historischnieuwsblad.nl/het-ontstaan-van-de-staat-israel/ |
||
− | https://www.nrc.nl/nieuws/2019/01/22/nu-ik-mijn-huis-uit-word-gezet-is-mijn-vertrouwen-in-het-recht-weg-a3651173 |
||
− | https://en.wikipedia.org/wiki/Plan_Dalet |
||
− | https://en.wikipedia.org/wiki/Transfer_Committee |
||
− | https://nl.wikipedia.org/wiki/Joods_Nationaal_Fonds |
||
− | https://en.wikipedia.org/wiki/Village_files |
||
− | https://mens-en-samenleving.infonu.nl/politiek/15049-zionistisch-terrorisme-tussen-1946-en-mei-1948.html |
||
− | https://rightsforum.org/achtergronden/dossiers/internationaal-recht/het-recht-van-terugkeer |
||
− | https://palestina-komitee.nl/100-jaar-kolonisatie-van-palestina-2/ |
||
− | https://nl.wikipedia.org/wiki/Controverses_over_de_Zesdaagse_Oorlog |
||
− | https://nl.wikipedia.org/wiki/Yitzhak_Rabin |
||
− | https://palestina-komitee.nl/palestijnse-vluchtelingen/ |
||
− | https://rightsforum.org/nieuws/eu-veroordeelt-huisuitzettingen-palestijnse-gezinnen-in-oost-jeruzalem/ |
||
− | https://english.palinfo.com/news/2020/6/3/Wadi-al-Seiq-New-Nakba |
||
− | * Wat is Joods. WIE zijn joden? |
||
− | https://www.dekennisvannu.nl/site/artikel/Verwantschap-Joden-uitgeplozen/4821 |
||
− | https://nl.wikipedia.org/wiki/David_Ben-Gurion |
||
− | * Algemeen/ meerdere hoofdstukken |
||
− | https://en.wikipedia.org/wiki/Lehi_(militant_group) |
||
− | https://en.m.wikipedia.org/wiki/Travelogues_of_Palestine |
||
− | https://www.trouw.nl/nieuws/houdbaarheidsdatum-huidige-israel-overschreden~b8f1bc51/?referer=https%3A%2F%2Fcse.google.com%2Fcse%3Fcx%3Dpartner-pub-2698861478625135%3A8178709643%26ie%3DUTF-8%26q%3Dsamenwerking%2520zionisten%2520en%2520duitsland |
||
− | https://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_de_staat_Palestina |
||
− | https://jewishvoiceforpeace.org/the-ben-gurion-letter/ |
||
− | https://docplayer.nl/10313291-Dossier-geschiedenis-van-het-israelisch-palestijns-conflict.html |
||
− | https://www.mo.be/analyse/isra-lische-apartheid-en-de-kolonisatie-van-palestina |
||
− | https://palestina-komitee.nl/100-jaar-kolonisatie-van-palestina-2/ |
||
− | https://www.vrede.be/nieuws/vijftig-jaar-straffeloze-israelische-kolonisatie |
||
− | https://interactive.aljazeera.com/aje/palestineremix/ |
||
− | https://www.palestineremembered.com/MissionStatement.htm |
||
− | https://www.palestineremembered.com/Acre/Palestine-Remembered/Story725.html |
||
− | https://www.palestineremembered.com/Articles/A-Survey-of-Palestine/Story6457.html |
||
− | https://rightsforum.org/achtergronden/dossiers/de-kwestie-palestinaisrael/de-kwestie |
||
− | https://www.btselem.org/maale_adumim_area |
||
− | https://www.middleeastmonitor.com/20200516-israel-expropriates-palestinian-land-to-expand-illegal-settlement/ |
||
− | https://www.yesh-din.org/en/yitzhar-a-case-study-settler-violence-as-a-vehicle-for-taking-over-palestinian-land-with-state-and-military-backing/ |
||
− | https://www.yesh-din.org/en/the-occupation-of-the-west-bank-and-the-crime-of-apartheid-legal-opinion/ |
||
− | https://www.amnesty.nl/actueel/onwettige-annexatieplannen-israel-zorgen-voor-een-wet-van-de-jungle |
||
− | https://en.wikiquote.org/wiki/Moshe_Dayan |
||
− | https://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_Isra%C3%ABl |
||
− | https://docplayer.nl/10313291-Dossier-geschiedenis-van-het-israelisch-palestijns-conflict.html |
||
− | https://docplayer.nl/10313291-Dossier-geschiedenis-van-het-israelisch-palestijns-conflict.html |
||
− | [https://nl.wikipedia.org/wiki/Arabisch-Isra%C3%ABlische_Oorlog_van_1948] <nowiki>https://nl.wikipedia.org/wiki/Arabisch-Isra%C3%ABlische_Oorlog_van_1948</nowiki><nowiki>]</nowiki>] |
||
− | https://jewishvoiceforpeace.org |
||
− | https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2014/07/30/israel-wereldkampioen-schendingen-vn-resoluties/ |
||
− | https://joop.bnnvara.nl/opinies/palestina-nooit-gehoord |
||
− | http://staatvanbeleg.com |
||
− | https://en.wikiquote.org/wiki/Moshe_Dayan |
||
− | http://www.israeltoday.nl/NewsItem/tabid/381/nid/38537/language/nl-NL/Default.aspx |
||
− | https://www.yesh-din.org/en/high-court-of-justice-petition-filed-by-yesh-din-together-with-landowners-from-the-palestinian-villages-of-tell-immatin-and-farata-demanding-the-reopening-of-investigations-against-invaders-2/ |
||
− | https://al-shabaka.org/briefs/drying-palestine-israels-systemic-water-war |
||
− | https://www.ad.nl/buitenland/israel-sloopt-nederlands-ontwikkelingsproject~abb0682c/?referrer=https://cse.google.com/cse?cx=partner-pub-2698861478625135:8178709643&ie=UTF-8&q=Gedeporteerd/ |
||
− | http://abu-pessoptimist.blogspot.com/2020/03/israel-breekt-palestijnse-kliniek-tegen.html |
||
− | https://joop.bnnvara.nl/nieuws/israel-vernietigt-nederlands-hulpproject |
||
− | |||
− | |||
− | [[Categorie:Israël]] |
||
− | |||
− | |||
− | [[Categorie:Geschiedenis van Israël]] |
||
− | |||
− | |||
− | [[Categorie:Geschiedenis van Palestina]] |
Huidige versie van 18 dec 2024 om 18:04
Mandaatgebied Palestina | |
---|---|
Hoofdstad | Jeruzalem |
Oppervlakte | 26.990 km² |
Aantal inwoners | 1.912.112 (in 1946) |
Talen | Arabisch, Hebreeuws en Engels |
Religie | Christendom, islam en jodendom |
Munteenheid | Palestijnse pond |
Portaal Geschiedenis |
Het mandaatgebied Palestina was tussen 1920 en 1948 een mandaat van de Volkenbond. Op 15 mei 1948 eindigde het mandaat over het gebied Palestina en daarmee ook het mandaatgebied zelf.
Geschiedenis
Nadat het Ottomaanse Rijk op 24 augustus 1516 de slag bij Marj Dabiq had gewonnen, kwam er een einde aan het Mammelukkenrijk. Vanaf dit moment viel Palestina onder het Ottomaanse Rijk. In de eeuwen daarna viel Palestina onder de Ottomaanse provincie Damascus. Van 1830 tot 1887 hoorde het gebied eerst bij Sidon en daarna bij Akko. Tussen 1831 en 1842 voerden de Ottomaanse provincie Egypte en het Ottomaanse Rijk oorlog met elkaar. Egypte was in feite al vrij onafhankelijk en nam in 1832 Palestina in. Daarna werd ook Syrië veroverd. In deze oorlog grepen Europese landen twee keer in aan de kant van het Ottomaanse Rijk. Uiteindelijk sloot Egypte in 1842 vrede en kwamen Palestina en Syrië weer terug bij het Ottomaanse Rijk.
Vanaf de jaren 1840 werden er in het Ottomaanse Rijk veel hervormingen doorgevoerd. Zo kreeg het land een modern leger, werden religieuze wetten vervangen door algemenere wetten en werden er modernere banken en fabrieken opgezet. Dit leidde ertoe dat het veiliger werd op het Palestijnse platteland. In 1848 werd er een nieuwe wet aangenomen. In deze wet stond dat grondeigenaren hun grond als eigendom moesten registeren. Hierdoor kon er makkelijker belasting geheven worden en konden mensen uit het buitenland ook makkelijker land kopen in het Rijk. Dit werd toen met name gedaan door Russen, Fransen en Duitsers.
Van 1842 tot 1887 hoorde Palestina eerst bij Sidon en daarna bij Akko. Tussen 1885 en 1888 werden de provincies van het Ottomaanse Rijk voor een laatste keer herzien. In de jaren 1886 en 1887 hoorde Palestina weer bij Damascus, maar in 1888 besloten de Ottomanen om de indeling te veranderen. Eerst zouden er drie districten opgezet worden: Nablus, Akko en Jeruzalem. Samen zouden deze districten de provincie Jeruzalem vormen en het gebied dat nu Israël en Palestina is beslaan. Na twee maanden veranderde dit al, omdat het Ottomaanse bestuur meer grip wilde krijgen op Jeruzalem. Dit was omdat zowel Europese landen als Egypte interesse hadden in het gebied. (Egypte was toen wel onderdeel van het Ottomaanse Rijk, maar autonoom. Dat wil zeggen dat het binnen het Rijk zelfstandig was en dus veel dingen zelf mocht beslissen.) Palestina werd toen opgedeeld in de districten Nablus en Akko, en Jeruzalem werd een speciaal district dat direct werd bestuurd vanuit de hoofdstad Kostantiniyye.
Joodse immigratie
In 1880 waren er tussen de 20.000 en 25.000 Joden in Palestina. Door het einde van de pogroms in het Russische Keizerrijk konden Joden het land verlaten. Tussen 1882 en 1903 immigreerden ongeveer 35.000 Joden naar Palestina. Deze Joden kochten land in Palestina en richtten hun eigen landbouwgemeenschappen op. Ook immigreerden er Joden uit Jemen en Koerdische Joden naar Palestina. In 1896 kocht Theodor Herzl, de grondlegger van het moderne zionisme, met behulp van de Duitse keizer land in Palestina. Herzl wilde in Palestina een Joodse staat oprichten. Met de oprichting van het Joods Nationaal Fonds, waaraan geld en stukken grond gedoneerd konden worden, nam het land dat het eigendom was van Joden, toe. Tussen 1904 en 1914 vond er een tweede migratiegolf plaats. 35.000 tot 40.000 Joden immigreerden vanuit Rusland naar Palestina. Dit waren vooral Joden uit de delen van Rusland waar tegenwoordig Letland, Litouwen, Moldavië, Oekraïne en Wit-Rusland liggen. De immigratiegolf kwam op gang omdat er weer pogroms waren ingesteld. Ook immigreerden er Joden vanuit Argentinië, Iran, Jemen en het Kaukasusgebergte. Een deel van hen vestigde zich in een buitenwijk van Jaffa die later uitgroeide tot Tel Aviv. Het Joods Nationaal Fonds had geholpen bij de aankoop van het land.
Veel van de grond die door de Joden werd gekocht, was eerst eigendom van rijke families in het Ottomaanse Rijk. Die families verpachtten de grond vaak aan Palestijnse Arabieren. Nadat de Joden deze grond hadden gekocht, wilden zij zich hun eigen dorpen erop bouwen. Dit leidde tot onrust bij de Arabisch-Palestijnse boeren, omdat zij opeens weg moesten en dit niet wilden. Mede hierom richtten de Joden de Hashomer op, een organisatie die de nieuwe Joodse dorpen moest verdedigen en ook hielp als er Arabisch-Palestijnse boeren van het land moesten worden gezet. Ook werd er door de Oost-Europese Joden kibboetsiem (meervoud van 'kibboets') opgezet. Dit waren collectieve landbouwnederzettingen. Ook werd het Hebreeuws een nieuw leven ingeblazen als een gesproken taal. Door de hervormingen binnen het Ottomaanse Rijk vanaf 1839 (Tanzimaat) werd politieke organisatie makkelijker werd en kwam er meer persvrijheid. Een belangrijk onderdeel van die hervorming was ook dat iedereen ongeacht religie en etniciteit gelijk behandeld zou gaan worden als het ging om belasting, bescherming, de dienstplicht, het onderwijs en rechtspraak. Hierdoor konden Joden Hebreeuwse kranten schrijven en hun eigen politieke partijen en vakbonden organiseren. De wens om Joodse organisaties op te richten en aparte Joodse dorpen leidde tot een verdere scheiding van Arabieren en Joden.
Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog verliet ongeveer de helft van de Joden Palestina weer.
Arabisch-Palestijnse identiteit
Tegelijkertijd begon er in Palestina een periode waarin Palestijnse Arabieren steeds meer op een andere manier gingen kijken naar hun identiteit. Zij begonnen zich, net zoals andere Arabische volkeren in het Ottomaanse Rijk, steeds meer Arabisch te voelen. Eerder voelden ze zich vooral verbonden aan het Ottomaanse Rijk. Onder andere door de oorlog tussen Egypte en het Ottomaanse Rijk tussen 1831 en 1842 ontstond er langzamerhand een gezamenlijk gevoel van 'Arabisch zijn': een Arabische identiteit. Door de Tanzimaat, de hervormingen in het Ottomaanse Rijk waardoor mensen meer vrijheid kregen en gelijkwaardig werden behandeld, werd deze ontwikkeling versneld. In Palestina werd die Arabische identiteit ook nog door iets anders versterkt; de toegenomen Joodse immigratie en met name de immigratie van zionistische Joden. Door de immigratiegolven, de landaankopen van Joden nam het nationalisme en de tegenstand tegen het zionisme onder Arabieren toe. De wens van zionistische organisaties om zo veel mogelijk land op te kopen, boeren te ontzetten en daar kibboetsiem op te zetten, zette kwaad bloed bij Palestijnse Arabieren. Deze onrust verergerde met de stichting van Tel Aviv.
Door de Tanzimaat konden Palestijnse Arabieren zich beter verenigen. Veel van de standpunten en andere programmapunten van deze verenigingen werden bekend gemaakt in de Arabisch-Palestijnse krant Falastin (Nederlands: Palestina). Deze krant werd op 15 januari 1911 opgericht door dichter en journalist Issa El-Issa. El-Issa was een christelijke Palestijn. De krant had kritiek op het zionisme en zag het vanwege de landopkoop en ontzettingen als een bedreiging voor de Arabisch-Palestijnse bevolking. Falastin heeft een belangrijke rol gespeeld in de vorming van de Arabisch-Palestijnse identiteit.
Volkenbondmandaat
Tijdens de Eerste Wereldoorlog vond de Arabische opstand plaats. Het Verenigd Koninkrijk beloofde in de Hoessein-McMahoncorrespondentie aan koning Hoessein van Hidjaz dat het de onafhankelijkheid van de Arabieren in de Levant zou steunen. In ruil daarvoor begon koning Hoessein de Arabische opstand tegen het Ottomaanse Rijk. Tegelijkertijd sloten het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk in het geheim het Sykes-Picotverdrag, waarin ze bepaalden hoe ze onderling hoe ze de Levant zouden gaan opdelen. Dit werd als verraad gezien door de Arabieren. Daarnaast had het Verenigd Koninkrijk ook nog eens de Balfourverklaring uitgevaardigd, waarin het land zijn steun uitsprak voor een Joods thuis in Palestina.
In de Eerste Wereldoorlog werd er door de gevechten veel verwoest in Palestina. Ook kreeg het te maken met een ziektegolf (een epidemie) en een hongersnood. Het mandaatgebied Palestina ontstond na die oorlog en omvatte het huidige Israël en Palestina. Ook Jordanië was er eerst onderdeel van. De Volkenbond, de voorloper van de Verenigde Naties, gaf een mandaat over het het gebied toen aan de Britten. Hiermee kreeg het Verenigd Koninkrijk controle over Palestina en Transjordanië. Oorspronkelijk behoorden deze gebieden tot het Ottomaanse Rijk, dat na de Eerste Wereldoorlog uiteenviel. In het mandaat voor Palestina legde de Volkenbond vast dat de Engelsen er voor moesten zorgen dat Palestina een zelfstandige (Arabische) staat zou worden. Ook moest daarbinnen een woonplek voor Joden moeten worden opgezet. Waar Palestina voor een groot deel van zijn geschiedenis deel was van een groter rijk, was het nu voor het eerst een apart land. Zowel zionistische Joden als Palestijnse Arabieren wilden zo veel mogelijk grond in Palestina behouden. Hierdoor ontstond er een conflict (een soort ruzie) over de aankoop van land door Joden en de immigratie van Joden naar Palestina. In 1918 besloot het Britse bestuur om de vrije verkoop en onteigening van land te verbieden. Alleen met toestemming van het bestuur mocht er nog land worden verkocht. Het bestuur stelde dit verbod in om te voorkomen dat de opkoop van land nog meer onrust zou veroorzaken. Dit voorkwam niet dat er in 1920 antizionistische rellen uitbraken. Palestijnse Arabieren waren boos, omdat de afspraken uit de Hoessein-McMahoncorrespondentie niet waren nagekomen. Daarnaast immigreerden er in die periode erg veel Joden naar Palestina.
In 1921 braken er rellen uit in Jaffa. De Communistische Partij van Palestina, een partij van antizionistische Joden, had pamfletten verspreid. Op deze pamfletten riep de partij op om van Palestina een sovjetrepubliek te maken. De partij deed dit op 1 mei, de Dag van de Arbeid. Op diezelfde dag hield de Verenigde Arbeiderspartij van David Ben-Gurion een mars. Het Britse bestuur had de acties van beide partijen verboden en probeerde de groepen uiteen te drijven. Toen de partijen elkaar tegenkwamen, begonnen ze te vechten. Bij de Communistische Partij zaten ook Palestijnse Arabieren. Het gevecht werd er uiteindelijk een tussen Palestijnse Arabieren en zionistische Joden. Hierbij kwamen bijna 100 mensen om en raakten meer dan 200 mensen gewond. Door de rellen in Jaffa stelde het Britse bestuur een witboek op. In dit witboek stond het nieuwe beleid van het Britse bestuur voor Palestina. Het nieuwe beleid was dat er minder Joden mochten immigreren naar Palestina en dat Palestina geen Joodse staat zou worden. In plaats daarvan moest er één staat komen voor zowel Joden als Palestijnse Arabieren.
Vanaf 1918 mocht er geen land meer opgekocht worden in Palestina. Aan dit opkoopverbod kwam in 1922 een einde met de Landoverdrachtsverordening. Deze verordening bepaalde dat land wel verkocht mocht worden, maar dat de oude bewoners niet mochten worden ontzet van het land. In 1923 werd Palestina officieel een mandaatgebied van het Verenigd Koninkrijk. In het mandaat had het Britse bestuur de opdracht gekregen om ook de rechten van de Palestijnse Arabieren te beschermen. Het bestuur deed er echter niets aan om schendingen van de verordening te voorkomen. De schendingen van de verordeningen leidden tot nationalisme onder Palestijnse Arabieren. Zij hadden het vertrouwen in het Britse bestuur verloren en wilden van Palestina een eigen staat maken. Het verzet van de Palestijnse Arabieren kwam langzaam tot stand, omdat er binnen de gemeenschap twee groepen waren. Deze groepen dachten anders over de manier waarop er een eigen staat moest komen. De grootste groep werd geleid door de familie Hoesseini. Deze groep was sterk tegen het Britse bestuur. De andere groep werd geleid door de familie Nasjaasjiebi, die meer probeerde samen te werken met het Britse bestuur.
De Britten stelden voor om een apart Arabisch-Palestijnse parlement op te zetten met een Arabisch-Palestijns agentschap. De Palestijnse Arabieren werden toen nog deels geleid door Kamiel al-Hoesseini. Hij wilde dat toen niet, omdat hij het bestaan van een mandaatgebied in Palestina afwees. Om onrust weg te nemen benoemde het Britse bestuur Amien al-Hoesseini in 1921 tot grootmoefti (een van de belangrijkste islamitische rechtsgeleerden) van Jeruzalem. Amien al-Hoesseini was de opvolger van Kamiel al-Hoesseini, die eerder dat jaar was gestorven. Hij werd ook het hoofd van de Islamitische Opperraad, een nieuwe raad in het mandaatgebied die ging over islamitische goede doelen, rechtbanken en scholen. De samenwerking tussen Joden en Palestijnse Arabieren verliep moeizaam. De Joden in Palestina richtten ook hun eigen organisaties op, zoals een Joodse Raad, de vakbond Histadroet, scholen en rechtbanken. Daarnaast werd de Hagana opgericht, een organisatie die de nieuwe Joodse dorpen moest gaan verdedigen. In 1925 ontstond er een groep zionisten die vond dat de bestaande organisaties niet ver genoeg gingen. Die groep richtte later de Irgoen op, een militante organisatie die aanslagen pleegde op Arabisch-Palestijnse dorpen.
Tussen 1923 en 1929 nam de Joodse immigratie af. De Joden die naar Palestina gingen, kwamen vooral uit Oost-Europa. Daar was het antisemitisme namelijk toegenomen. Vanaf 1927 was er bijna geen immigratie meer. Hierdoor was het voor een aantal jaren betrekkelijk rustig. Dit veranderde toen het Joods Agentschap aankondigde dat het zou gaan uitbreiden. Ook begonnen steeds meer Joden te bidden bij de Klaagmuur en sprak een aantal van hen uit dat het de muur als Joods eigendom zag. Deze muur is voor Joden heilig, omdat die ooit een deel was van de Tweede Joodse tempel. Die plek was (en is nog steeds) ook heilig voor moslims, omdat de Klaagmuur voor hen een deel is van de Al-Aqsamoskee. Die moskee is een heilige plek voor moslims. In 1929 braken er gevechten uit rondom de Tempelberg en in andere steden in Palestina. Er vielen hierbij doden en de Arabisch-Palestijnse slachtoffers waren voor een groot deel door de Britse oproerpolitie gedood. Door de onrusten werd in 1929 besloten om de Verordening ter bescherming van landbouwers aan te nemen. Toen de onrust bleef voortduren, besloot het mandaatbestuur in 1929 een onderzoek uit te laten voeren door jurist Walter Shaw uit het Verenigd Koninkrijk. In het rapport was te lezen dat de nieuwe verordening uit 1929 nog minder rechten gaf aan Palestijnse Arabieren en er niets aan deed om onteigende Palestijns-Arabische families te helpen. Samengevat hield de verordening volgens Shaw geen rekening met de rechten van Arabisch-Palestijnse landbouwers. In 1930 werd daarom een nieuw witboek opgesteld. In dit witboek stond dat de Joodse immigratie sterk beperkt moest worden en dat Palestina een parlement moest krijgen. In dit parlement zou de meerderheid Arabisch-Palestijns zijn, omdat er meer Palestijnse Arabieren dan Joden in Palestina woonden. Van de plannen kwam weinig terecht, omdat de Britse regering het beleid uit het witboek binnen een jaar afzwakte. Door het toenemende antisemitisme in Europa ging het mandaatbestuur juist helpen bij Joodse immigratie. Tussen 1929 en 1939 trokken er hierdoor 250.000 Joden naar Palestina. Met het Ha'avara-Abkommen vluchtten er tussen 1933 en 1939 ook Joden naar Palestina. Deze overeenkomst werd een aantal jaren vóór de Holocaust gesloten tussen Joodse organisaties en de nazi's.
De grote immigratie van Joden naar Palestina zorgde opnieuw voor onrust in het mandaatgebied. Ook werd het politieke bewustzijn van de Palestijnse Arabieren groter. Waar eerst vooral geleerden het protest organiseerden via de nationalistische organisaties en de krant Falastin, kwam nu ook de arbeidersklasse bijeen. Dit gebeurde doordat veel Palestijnse Arabieren stopten met hun werk als landbouwer en gingen werken in fabrieken en in de bouw. Arabisch-Palestijnse arbeiders verenigden zich in groepen en riepen op tot een boycot van zionistisch-Joodse en Britse goederen. In 1935 eisten de nationalistische groepen (inmiddels politieke partijen) dat er een einde kwam aan de verkoop van land en dat er een Palestijns parlement zou komen. Het mandaatbestuur wilde dit geven, maar de Britse regering in het Verenigd Koninkrijk zelf wilde dit niet. De Palestijnse Arabieren richtten toen hun eigen politieke bestuur op, het Arabisch Hoger Comité.
De Palestijnse Arabieren wilden dat er een einde kwam aan dit beleid en kwamen in opstand.
Arabisch-Palestijnse opstand
In 1936 begon de Arabisch-Palestijnse opstand. De Palestijnse Arabieren wilden onafhankelijkheid en een eigen staat in Palestina. In 1935 hadden Britse officieren Izz ad-Din al-Qassam gedood. Al-Qassam was een prediker en wilde een einde maken aan het mandaatgebied. Het Britse bestuur verdacht hem van de moord op een Britse politieagent. Al-Qassam moest gearresteerd worden, maar werd in een gevecht door de Britten gedood. De dood van Al-Qassam leidde tot veel protesten onder Palestijnse Arabieren. Ook staakten er Arabisch-Palestijnse arbeiders in Jaffa en Nablus. Het Arabisch Hoger Comité riep op tot het stoppen van betalen van belasting, stakingen, een boycot en verzet. Het wilde daarnaast een einde maken aan de Joodse immigratie en het mandaatbestuur. De Arabisch-Palestijnse demonstranten en stakers werden gesteund door Arabische rebellen uit andere landen. Dit leidde tot gevechten om Joodse nederzettingen en aanvallen op Britse posten. Over en weer werd er brand gesticht, werden er moorden gepleegd en bombardementen uitgevoerd. Hierom wilde de Britse regering dat Robert Peel onderzoek ging doen naar de onrust in Palestina. Zijn commissie schreef dat de Palestijnse Arabieren een eigen staat wilden hebben en vreesden voor de oprichting van een 'Joods thuis' (lees: een Joodse staat) in Palestina. Ze kwam tot de conclusie dat Palestina verdeeld moest worden in een Joodse staat en een Arabische staat. Ook adviseerde ze om meer land dan de Joden toen hadden toe te kennen aan die Joodse staat. De Arabieren waren het hier niet mee eens en wilden één Arabische staat, waarin Joden dan wel burgerrechten en politieke rechten zouden krijgen. Het commissierapport leidde ertoe dat de opstand heviger werd.
Nadat er geen oplossing kon worden gevonden, besloot de Britse regering de opstand met harde hand neer te slaan. In 1939 gebeurde dit uiteindelijk. In totaal heeft het Verenigd Koninkrijk 50.000 soldaten gestuurd naar Palestina.
Tweede Wereldoorlog
Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog hield de Britse regering weinig bezig met Palestina en werd het nieuwe witboek een dode letter. Tijdens de Tweede Wereldoorlog organiseerden Joden immigratie naar naar Palestina voor Joden in Europa. Dit was tegen de wil van de Britse regering, omdat niet nog meer geld en militairen kwijt wilde zijn in Palestina. Om toch iets tegen de immigratie te doen, bracht de regering twee schepen met Joodse immigranten per ongeluk tot zinken. Dit leidde ertoe dat Lechi en Irgoen aanslagen begonnen te plegen op Britten. Zo werd Walter Guinness, de Midden-Oostenminister van het Verenigd Koninkrijk, in 1944 door twee Lechileden vermoord. Toch steunden de gematigde zionistische Joden het Britse bestuur. De Joodse industrie hielp bij het maken van oorlogsmaterieel. Van het Arabisch-Palestijnse verzet was weinig overgebleven na het neerslaan van de opstand. Amien al-Hoesseini, die tot het uitbreken van de opstand grootmoefti was en leider van de Islamitische Operraad, was gevlucht naar Duitsland. Vanuit hier probeerde hij andere islamitische leiders ervan te overtuigen om zich aan te sluiten bij de Asmogendheden. Dit mislukte omdat zij niet wilden samenwerken met de nazi's. Ook steunden veel Arabieren het Arabisch Legioen, het leger van Transjordanië dat aan de zijde van de Geallieerden vocht.
Door de Holocaust veranderde de houding van het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Bij deze genocide werden onder andere zes miljoen Joden vermoord door het naziregime in Duitsland. Na de Tweede Wereldoorlog riepen de Verenigde Staten het Verenigd Koninkrijk op om 100.000 Holocaustoverlevenden naar Palestina te laten immigreren en een einde te maken aan het nieuwe witboek uit 1939. In 1945 richtten Egypte, Irak, Transjordanië, Libanon, Saoedi-Arabië en Syrië de Arabische Liga op. De Arabische landen betreurden de Holocaust, maar vonden niet dat die ertoe moest leiden dat van Palestina een Joodse staat gemaakt zou worden. In december 1945 riep de Liga op tot een boycot van zionistisch-Joodse goederen. Intussen liet het Verenigd Koninkrijk op verzoek van de Verenigde Staten immigranten toe in Palestina. Het land wilde echter niet dat er in Palestina een Joodse staat opgericht zou worden. Hierdoor pleegde Irgoen in 1946 een aanslag op het Koning Davidhotel in Jeruzalem, waarbij Britse bestuurders en officieren werden gedood. Tegelijkertijd kwam het Arabisch-Palestijnse verzet in Palestina weer op. De Hoesseini's, de Arabisch-Palestijnse, nationalistische groep die achter de familie Hoesseini stond, kwamen weer bijeen. In het geheim sprak de Arabische Liga af om het buitenlands beleid van de de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk te saboteren als de landen de mensenrechten van Palestijnse Arabieren niet zouden beschermen.
Verdelingsplan
Na de Tweede Wereldoorlog was het mandaatbestuur erg verzwakt. Het Verenigd Koninkrijk wilde een einde maken aan het mandaat en wilde dat het Bijzonder Comité inzake Palestina van de Verenigde Naties (de opvolger van de Volkenbond) met een oplossing kwam. Het Bijzonder Comité stelde voor om Palestina in een Arabische en een Joodse staat op te richten. Deze staten moesten wel met elkaar gaan samenwerken als het ging om de economie. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties stemde in 1947 voor het voorstel. Dit gebeurde omdat de nieuwe grootmachten van die tijd, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, het eens waren met het plan. De bondgenoten van deze landen stemden hierom ook allemaal voor, waardoor er een meerderheid was. De zionistische Joden waren tevreden, omdat de nieuwe staat zou komen op meer dan de helft van het gebied van het mandaatgebied Palestina. De Palestijnse Arabieren waren tegen het plan en de hele Arabische Liga stemde ook tegen het plan. De landen waren echter in de minderheid. In 1947 werd een nieuw VN-Palestinacomité opgericht. Dit comité moest de nieuwe staten gaan organiseren en een einde maken aan het mandaat. Op 15 mei 1948 kwam er een einde aan het Volkenbondmandaat voor Palestina. Een dag eerder, op 14 mei 1918, hadden Joodse leiders onder leiding van David Ben-Gurion de staat Israël opgericht. Hierdoor brak de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948 uit, een burgeroorlog tussen Arabieren en Joden in het gebied van het mandaatgebied Palestina.
Bevolking
Aan het begin van het Britse stuur woonden er ongeveer 650.000 Palestijnse Arabieren, 100.000 bedoeïenen en bijna 84.000 Joden in het mandaatgebied. De rest van de bevolking bestond uit druzen, Syriërs, Somaliërs, Circassiërs, Egyptenaren, koptische christenen, Grieken en Arabieren uit Hidjaz. In 1942 woonden 76,2% van de Joden in de stad, terwijl 68,3% van de Palestijnse Arabieren op het platteland woonden.
Hieronder volgt een overzicht van de verschillende groepen die door de tijd in het mandaatgebied woonden. Daarbij staat ook het aantal mensen van die groep en welk deel die groep uitmaakte van de totale bevolking.
Jaar | Bevolkingsgroepen (percentage) |
Totaal | |||
---|---|---|---|---|---|
moslims | joden | christenen | overig | ||
1922 | 589.177 (78%) |
83.790 (11%) |
71.464 (10%) |
7.617 (1%) |
752.048 (100%) |
1931 | 761.922 (74%) |
175.138 (17%) |
89.134 (9%) |
10.145 (1%) |
1.036.339 (100%) |
1945 | 1.061.270 (60%) |
553.600 (31%) |
135.550 (8%) |
14.100 (1%) |
1.764.520 (100%) |
Het mandaatgebied Palestina bestond uit zestien districten (een soort provincies). Elk van die districten was weer opgedeeld in kleinere onderdistricten. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende groepen die in 1945 in elk district woonden.
# = Aantal inwoners
% = Percentage van het totaal inwoners
District | Onderdistrict | Bevolkingsgroepen | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
moslims | joden | christenen | Totaal | |||||
# | % | # | % | # | % | |||
Haifa | Haifa | 95.970 | 38% | 119.020 | 47% | 33.710 | 13% | 253.450 |
Galilea | Akko | 51.130 | 69% | 3.030 | 4% | 11.800 | 16% | 73.600 |
Beisan | 16.660 | 67% | 7.590 | 30% | 680 | 3% | 24.950 | |
Nazareth | 30.160 | 60% | 7.980 | 16% | 11.770 | 24% | 49.910 | |
Safad | 47.310 | 83% | 7.170 | 13% | 1.630 | 3% | 56.970 | |
Tiberias | 23.940 | 58% | 13.640 | 33% | 2.470 | 6% | 41.470 | |
Lydda | Jaffa | 95.980 | 24% | 295.160 | 72% | 17.790 | 4% | 409.290 |
Ramla | 95.590 | 71% | 31.590 | 24% | 5.840 | 4% | 134.030 | |
Samaria | Jenin | 60.000 | 98% | - | - | 1.210 | 2% | 61.210 |
Nablus | 92.810 | 98% | - | - | 1.560 | 2% | 94.600 | |
Toelkarem | 76.460 | 82% | 16.180 | 17% | 380 | 1% | 93.220 | |
Jeruzalem | Hebron | 92.640 | 99,5% | 300 | 0,3% | 170 | 0,2% | 93.120 |
Jeruzalem | 104.460 | 41% | 102.520 | 40% | 46.130 | 18% | 253.270 | |
Ramallah | 40.520 | 83% | - | - | 8.410 | 17% | 48.930 | |
Gaza | Be'er-sjawa | 6.270 | 90% | 510 | 7% | 210 | 3% | 7.000 |
Gaza | 145.700 | 97% | 3.540 | 2% | 1.300 | 1% | 150.540 | |
Totaal | 1.076.780 | 58% | 608.230 | 33% | 145.060 | 9% | 1.845.560 |
Land
In het mandaatgebied Palestina werd er veel land van Palestijnse Arabieren gekocht door Joodse organisaties. Hieronder volgt een overzicht van het land dat in 1945 eigendom was van verschillende groepen in het land.
% = Percentage van het land dat eigendom was van een bepaalde groep
District | Onderdistrict | Bevolkingsgroepen (percentage) |
Totaal | ||
---|---|---|---|---|---|
Palestijnse Arabieren | Joden | overig | |||
Haifa | Haifa | 42% | 35% | 23% | 100% |
Galilea | Akko | 87% | 3% | 10% | |
Beisan | 44% | 34% | 22% | ||
Nazareth | 52% | 28% | 20% | ||
Safad | 68% | 18% | 14% | ||
Tiberias | 51% | 38% | 11% | ||
Lydda | Jaffa | 47% | 39% | 14% | |
Ramla | 77% | 14% | 9% | ||
Samaria | Jenin | 84% | - | 16% | |
Nablus | 87% | - | 13% | ||
Toelkarem | 78% | 17% | 5% | ||
Jeruzalem | Hebron | 96% | - | 4% | |
Jeruzalem | 84% | 2% | 14% | ||
Ramallah | 99% | - | 1% | ||
Gaza | Be'er-sjawa | 15% | - | 85% | |
Gaza | 75% | 4% | 21% |
Politiek
In het mandaatgebied hadden Palestijnse Arabieren en Joden een aparte politiek.
Palestijnse Arabieren
Voor de Palestijnse Arabieren was de grootmoefti van Palestina een belangrijke politieke en religieuze leider. Amien al-Hoesseini was tot het uitbreken van de opstand grootmoefti was en leider van de Islamitische Operraad. Deze Opperraad werd erkend door het Britse mandaatbestuur en ging over islamitische goede doelen, rechtbanken en scholen. Het contact tussen de Palestijnse Arabieren en het Britse bestuur verliep vooral via de Islamitische Opperraad en andere Arabisch-Palestijnse intellectuelen.
Binnen de Arabisch-Palestijnse politiek hadden twee families veel macht: de familie Hoesseini en de familie Nasjaasjiebi. De familie Hoesseini was tegen het Britse bestuur en wilde niet ermee samenwerken. De familie Nasjaasjibi wilde liever ook onafhankelijkheid, maar werkte wel samen met het bestuur van het mandaatgebied. De families waren rivalen van elkaar. In de Arabisch-Palestijnse krant maakten Arabisch-Palestijnse nationalisten vaak hun standpunten bekend. De krant was op 15 januari 1911 opgericht door dichter en journalist Issa El-Issa. In de krant was ook te lezen over de rivaliteit tussen de beide families. Deze families waren wel bekend, maar hadden weinig binding met het 'gewone volk'. Hierdoor was het vaak lastig voor de leiders om opstanden te organiseren.
In 1932 begon Izzat Darwaza één politieke partij voor Palestijnse Arabieren. Volgens Darwaza was de ruzie tussen de twee families een probleem, omdat de verschillende groepen niet met elkaar samenwerkten. Daarom richtte hij de Onafhankelijkheidspartij (Arabisch: حزب الاستقلال; Hizb al-Istiqlal) op. De politieke partij wilde, zoals de naam aangeeft, een einde aan het Britse bestuur en onafhankelijkheid voor Palestijnse Arabieren. Volgens de Onafhankelijkheidspartij was het Verenigd Koninkrijk de oorzaak van alle ellende voor Palestijnse Arabieren. De Onafhankelijkheidspartij wilde dat er één Arabische staat zou komen voor alle Arabieren (dus ook buiten Palestina). Daarnaast had de partij een goede band met het Hasjemitische koningshuis van Transjordanië en Irak. De Onafhankelijkheidspartij speelde een belangrijke rol in het verenigen van Arabisch-Palestijnse arbeiders bij het uitroepen van een een boycot van zionistisch-Joodse en Britse goederen. De partij was in 1935 van de partijen die eiste dat er een einde moest komen aan de verkoop van land. Ook was de Onafhankelijkheidspartij voorstander van een Palestijns parlement. Toen dat er niet kwam, richtte de partij met andere Arabisch-Palestijnse groepen het Arabisch Hoger Comité op. Dit werd het eigen politieke bestuur van de Palestijnse Arabieren. De Onafhankelijkheidspartij speelde een belangrijke rol in het organiseren van de Arabisch-Palestijnse opstand van 1936.
Palestijnse Joden
De Palestijnse Joden hadden hun eigen organisaties in Palestina. In het begin hadden de Joodse nederzettingen (kibboetsiem) elk hun eigen bestuur. De Palestijnse Joden hadden, anders dan de Palestijnse Arabieren, wel een parlement. Dit parlement, de Vergadering van Afgevaardigden (Hebreeuws: אספת הנבחרים; Asefat HaNivharim) werd in 1920 opgericht. Elke vier jaar konden Palestijnse Joden hun vertegenwoordigers kiezen. De parlementsleden kozen weer een bestuur, die de 'Joodse Nationale Raad' heette. Deze raad regelde het onderwijs, de sociale zekerheid en defensie voor Palestijnse Joden. In het Joodse parlement was eerst de Verenigde Arbeiderspartij (Hebreeuws: אַחְדוּת הַעֲבוֹדָה; Ahdut HaAvoda) en later de Arbeiderspartij van Israël (Hebreeuws: מִפְלֶגֶת פּוֹעֲלֵי אֶרֶץ יִשְׂרָאֵל; Mifleget Poalei Eretz Jisraël) de machtigste partij. Deze partijen waren beide zionistisch en socialistisch. De leider van deze partijen was in de tijd van het mandaatgebied David Ben-Gurion. Ben-Gurion was ook lang de leider van de vakbond Histadroet. Uit de Vergadering van Afgevaardigden is later de Knesset voortgekomen.
Daarnaast was er ook het 'Joods Agentschap'. Bij de oprichting van het mandaatgebied werd namelijk in het Volkenbondmandaat voor Palestina gezet dat er een 'Joods Agentschap' zou komen. Dit agentschap werd door het Britse bestuur erkend als de vertegenwoordiging van Joden in Palestina. Dit agentschap regelde de Joodse immigratie, de bouw van nederzettingen, onderwijs en gezondheidszorg voor Palestijnse Joden. In 1920 werd de Hagana opgericht, een organisatie die de Joodse nederzettingen moest verdedigen.
Bestuur
Aan het hoofd van het bestuur van het mandaatgebied stond de Hogecommissaris van het mandaatgebied Palestina. Deze persoon bestuurde Palestina namens de Britse regering. Hieronder volgt een overzicht van alle Hogecommisarissen.
|
|
Bestuurlijke indeling
Het mandaatgebied Palestina was opgedeeld in districten (een soort provincies) en onderdistricten (een soort grote gemeenten). Tussen 1922 en 1945 bestond het mandaatgebied uit vier districten en 18 onderdistricten. In 1945 werd dit veranderd. Tussen 1945 en 1948 bestond het mandaatgebied uit zes districten en 16 subdistricten.
|
|
Economie
Er zijn weinig tot geen cijfers die iets vertellen over de economie van het hele mandaatgebied. Dit komt omdat de economische vooruitgang van Palestijnse Arabieren en Palestijnse Joden apart werd gemeten. Hoe goed het gaat met een economie wordt bepaald door de hoeveelheid werk, handel, geld en inflatie.
De meeste industrie (fabrieken) stonden in Haifa. In die stad stond ook een olieraffinaderij. Naar Haifa liep namelijk een oliepijplijn vanuit Irak. In de stad Jaffa stond de Palestijnse Elektriciteitsmaatschappij. De maatschappij was opgericht door de Joodse Pinhas Rutenberg en leverde vooral energie aan de Joodse industrie in Haifa. In 1934 werd Palestine Airways opgericht, de eerste luchtvaartmaatschappij van Palestina.
Tussen 1922 en 1947 groeiden zowel de Arabisch-Palestijnse als de Joods-Palestijnse economie. De Joods-Palestijnse economie groeide elk jaar met ongeveer 13,2% en de Arabisch-Palestijnse economie met gemiddeld 6,5%. Palestijnse Joden gingen steeds meer geld verdienen. In het jaar 1936 verdienden zij 2,6 keer zoveel als de Palestijnse Arabieren. Arabieren in Palestina verdienden wel meer geld in dan Arabieren in andere landen. In cijfers van de Volkenbond (later de Verenigde Naties) over de economische ontwikkeling van landen, stonden de Palestijnse Joden op de veertiende plaats en de Palestijnse Arabieren op de 35ste plaats. Beide gemeenschappen deden het beter dan Egypte en Turkije in die tijd.
Onderwijs
Palestijnse Arabieren en Joden gingen naar aparte scholen. De scholen van Palestijnse Arabieren werden bestuurd door de Islamitische Operraad. In 1932 kon 22% van de Palestijnse Arabieren lezen en schrijven. De Joden hadden een apart schoolsysteem. Dit systeem werd in 1920 opgericht. In 1924 werd de Joodse Technionuniversiteit opgericht en in 1925 de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. In 1932 kon 86% van de Palestijnse Joden lezen en schrijven.
Zie ook
Bronvermelding
- Anglo-Amerikaans Ondervragingscomité (1945-1946), Institute for Palestine Studies (1991, red.). A Survey of Palestine: Prepared in December, 1945 and January, 1946 for the Information of the Anglo-American Committee of Inquiry. Libanon, Beiroet: Institute for Palestine Studies, 1, pp. 12–13 (ISBN: 9-780-8872-8211-9). [1]
- Attali, J.J.M. (2002). Les Juifs, le monde et l'argent : histoire économique du peuple juif (Livre de poche, no. 15580). Frankrijk, Parijs: Librairie Arthème Fayard, pp. 1663-1664 (ISBN: 9-782-2531-5580-5, OCLC: 741377134). [2]
- Barron, J.B. (1923). Palestine: Report and General Abstracts of the Census of 1922. Taken on the 23rd of October, 1922., Mandaatbestuur van Palestina. [3]
- Caplan, N. (1978). Palestine Jewry and the Arab Question, 1917–1925. Verenigd Koninkrijk, London & Verenigde Staten, New Jersey, Totowa: F. Cass, pp. 161–165 (ISBN 0-7146-3110-8). [4]
- Doumani, B.B. (1992). Rediscovering Ottoman Palestine: Writing Palestinians into History. Journal of Palestine Studies, 21(2), pp. 5–28. [5]
- Engel, D. (2013). Zionism. Verenigd Koninkrijk, Abingdon-on-Thames: Routledge, pp. 32–35 (ISBN: 9-781-3178-6548-3).
- Grondbezitswet van het Ottomaanse Rijk van 7 ramadan 1274 (1858). Vertaald door Ongley, F. (1892) & Miller, H.E. (red.). The Ottoman Land Code. Verenigd Koninkrijk, Londen: W. Clowes. [6]
- Eyal, G. (2006). The Disenchantment of the Orient - Expertise in Arab Affairs and the Israeli State. Verenigde Staten, Californië, Redwood City: Stanford University Press, (ISBN: 978-0-8047-5403-3).
- Heller, J. (1995). The Stern Gang: Ideology, Politics, and Terror, 1940-1949. Verenigd Koninkrijk, Abingdon-on-Thames: Psychology Press (ISBN: 978-0714641065). [7]
- Hoff, R.H. (1991). De ondergang van het Ottomaanse Rijk en de verdeling van het Midden-Oosten. IsGeschiedenis. [8]
- Huneidi, S. (2001). A Broken Trust: Sir Herbert Samuel, Zionism and the Palestinians. Londen, Verenigd Koninkrijk: I.B. Tauris - Bloomsbury Academic Publishing. (ISBN: 9-781-8606-4172-5).
- Huneidi, S. (1998). Was Balfour Policy Reversible? The Colonial Office and Palestine, 1921-23. Journal of Palestine Studies, 27(2), pp. 23–41. [9]
- Joods Telegrafisch Agentschap (1945). Palestine Airways Expects to Resume Service Shortly Throughout Middle East. JTA. [10]
- Khalaf, I. (1991). Politics in Palestine: Arab Factionalism and Social Disintegration, 1939-1948. Verenigde Staten, New York, Albany: State University of New York Press (ISBN: 9-780-7914-0708-0).
- Khalidi, R. (2006). The Iron Cage: The Story of the Palestinian Struggle for Statehood. Verenigde Staten, Massachusetts, Boston: Beacon Press (ISBN: 9-780-8070-0308-4). [11]
- Korkus, S. (2008). Het ontstaan van de staat Israël. Historisch Nieuwsblad, 1. [12]
- Mandaatbestuur van Palestina (7 juni 1945). The Palestine Gazette, 1945(1415), bijlage 2a. [13]
- Macgregor, J. (1850). Commercial statistics: A digest of the productive resources, commercial legislation, customs tariffs, of all nations. Verenigd Koninkrijk, Londen: Whittaker & Co, p. 12. [14]
- Mathew, W.M. (2013). The Balfour Declaration and the Palestine Mandate, 1917—1923: British Imperialist Imperatives. British Journal of Middle Eastern Studies, 40(3), pp. 231–250. [15]
- McLeod, W. (1858). The Geography of Palestine. Verenigd Koninkrijk, Londen: Longman, Brown, Green, Longmans & Roberts. [16]
- NTR/VPRO (2013). Al-Naqba: de Palestijnse catastrofe 1948. Andere Tijden. [17]
- Occupied Enemy Territory Administration (OETA)/Territoires ennemis occupés (TEO) (1 juli 1922). Official Gazette of the Government of Palestine, 1922(70). [18]
- Palestine Post (21 mei 1948), p. 3. [19]
- Pappé, I. (2007). The Ethnic Cleansing of Palestine. Verenigd Koninkrijk, Londen: Oneworld Publications Limited (ISBN: 9-781-7807-4056-0). [20]
- Perlinger, A. & Eubank, W.L. (2006). Middle Eastern Terrorism. Verenigde Staten, New York, New York: Infobase Publishing (ISBN: 9-780-7910-8309-3). [21]
- Rosenfeld, J.E. (2010). Terrorism, Identity, and Legitimacy: The Four Waves Theory and Political Violence. Verenigd Koninkrijk, Abingdon-on-Thames: Routledge, p. 161 (ISBN: 9-780-4155-7857-8). [22]
- Shams El-Din, O. (2007). A Military History of Modern Egypt from the Ottoman Conquest to the Ramadan War. Verenigde Staten, Kansas, Fort Leavenworth: United States Army Command and General Staff College, pp. 7–13, 22–29. [23]
- Shapira, A. (2014). Ben-Gurion - Father of Modern Israel. Verenigde Staten, Connecticut, New Haven: Yale University Press, pp. 80–89. [24]
- Shapira, A. (1992). Templer, W. (red.). Land and Power: The Zionist Resort to Force, 1881–1948. Verenigd Koninkrijk, Oxford: Oxford University Press. [25]
- Tute, P.C. (1927). The Ottoman Land Laws. Mandaatgebied Palestina, Jeruzalem: Greek Convent Press. [26]