David Ben-Gurion
David Ben-Gurion (Hebreeuws: דוד בן גוריון; David Ben-Goerion, geboren te Płońsk in het Wijselland op 16 oktober 1886, overleden te Tel Aviv in Israël op 1 december 1973) was de oprichter en de eerste premier van de staat Israël.
Leven
Ben-Gurion werd geboren als David Grün te Płońsk in het Wijsselland van het Keizerrijk Rusland en immigreerde als zionist naar Palestina in de herfst van 1906. Daar werkte hij in als journalist. Toen Ben-Gurion de politiek inging, veranderde hij zijn naam van 'Grün' naar 'Ben-Gurion'.
Hij werd geboren als David Grün te Płońsk in Polen en verhuisde—als gedreven zionist—naar Palestina in 1906. Daar werkte hij eerst als journalist en nam zijn Hebreeuwse naam aan toen hij de politiek in ging. Ben-Gurion was nauw betrokken en speelde een belangrijke rol bij de Zionistische Arbeidersorganisatie en de kibboetsiem. In 1930 richtte hij met Yosef Sprinzak de zionistisch-sociaaldemocratische partij Mapai op. Die partij zou leter opgaan in de Israëlische Arbeiderspartij, die Israël nog tot 1973 zou blijven leiden. Tussen 1948 en 1954 en van 1955 tot 1963 was hij de premier van de staat Israël. In 1953 wilde Ben-Gurion met pensioen gaan, maar uiteindelijk bleef hij toch langer premier. Voor de stichting van de staat Israël was Ben-Gurion de leider van het zionistische Joods Agentschap voor Israël. In die rol onderhandelde hij veel tussen de Hagana en het Britse bewind in Palestina.
Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948
Tijdens de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948 was Ben-Gurion de leider van Israël. In die rol overlegdde hij geregeld met Hagana, een organisatie die de bestaande Joodse nederzettingen moest verdedigen. Hagana pleegde echter ook aanslagen en werkte samen met de militante organisatie Irgun, die op haar beurt weer samenwerkte met de Lechi. Deze organisaties waren ondergronds, hadden contact met Ben-Gurion en werkten zo indirect met elkaar samen. Een van de bekendste aanslagen is het Bloedbad van Deir Yassin, waarbij de drie organisaties samenwerkten om een Palestijns dorp uit te moorden.
Op 21 oktober 1948 werd Ezra Danin, tot dan toe nog een kopstuk van Hagana, de speciale Midden-Oostenadviseur bij het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken. Historicus Ilan Pappé benoemt in zijn boek dat Danin zich nog zou kunnen hebben herinneren dat Ben-Gurion aangaf dat elke aanval in de oorlog moest eindigen met bezetting, vernietiging en uitdrijving. Deze bevoegdheden waren vastgelegd in de Recht-en-Administratieverordening van 1948. Historicus Benny Morris schrijft dat Danin aan Ben-Gurion voorstelde om een Palestijnse vazalstaat in de Westelijke Jordaanover op te richten om zo te kunnen voorkomen dat Jordanië het gebied in handen zou krijgen. Ben-Gurion wees dit voorstel van de hand en zei dat er voor de Arabieren in Israël nog maar een rol was weggelegd, namelijk wegrennen. Volgens Morris verwachtte Ben-Gurion waarschijnlijk dat het Israëlische leger de Westelijke Jordaanover snel zouden kunnen veroveren, waardoor de bewoners vanzelf zouden gaan vluchten. Hierdoor had Ben-Gurion geen interesse in vredesbesprekingen of het oprichten van een vazalstaat. Morris schrijft dat Ben-Gurion in zijn dagboeken en werken veel zelfcensuur toegepast om te voorkomen dat Israël en zijn geschiedenis in een slecht daglicht zou komen te staan.
Tijdens de oorlog gaf Ben-Gurion een interview aan TIME Magazine. Hierin reageert hij op het verdeelplan dat door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties was aangenomen, waarin stond dat Palestina verdeeld ging worden in een Arabische staat, een Joodse staat en een apart Jeruzalem. Ben-Gurion geeft aan dat hij de oorlog niet is begonnen voor een 'kleine staat'. Volgens hem hebben er maar twee grootste volkeren bestaan: de oude Grieken en de Joden. Ben-Gurion vertelt daarna dat lijden een volk sterker maakt en dat het Joodse volk erg heeft geleden. Hij vervolgt dat de Joden een boodschap hadden om aan de wereld uit te dragen, maar daarbij overweldigd zijn en halverwege zijn verhinderd. Volgens Ben-Gurion zullen er miljoenen Joden zijn die steeds sterker zullen worden en de boodschap zullen uitspreken. Hij zegt dat die boodschap is dat het beleid de mensheid moet verenigen, omdat de wereld verdeeld is in twee blokken. Ben-Gurion spreekt uit dat dat ideaal van de Verenigde Naties ook het Joodse ideaal is. Dit zwakt hij af door er 'misschien' aan toe te voegen, omdat het volgens hem anders chauvinistisch zou kunnen klinken.
Na zijn dood werd Ben-Gurion door TIME Magazine uitgeroepen tot een van de honderd mensen die het meest vorm hebben gegeven aan de twintigste eeuw.
Bronvermelding
- Bar-Zohar, M. (1977). Kidron, P. (1978, red.). Ben-Gurion. Verenigd Koninkrijk, Londen: Weidenfeld and Nicolson (ISBN: 0-297-77401-8).
- Leaders & Revolutionaries: David Ben-Gurion (1998). TIME Magazine. [1]
- ISRAEL: The Watchman (1948). TIME Magazine. [2]
- Morris, B. (1995). Falsifying the Record: A Fresh Look at Zionist Documentation of 1948. Journal of Palestine Studies, 24(3), pp. 42–62. [3]
- Pappé, I. (2007). The Ethnic Cleansing of Palestine. Verenigd Koninkrijk, Londen: Oneworld Publications Limited, p. 92 (ISBN: 9-781–7807-4056–0). [4]