Energie
We hebben altijd energie nodig om iets te laten werken. Als we bijvoorbeeld willen zwemmen, hebben we energie nodig om ons door het water voort te bewegen. Dat doe je door te eten en te drinken. Het voedsel wordt in je lichaam omgezet in energie. Ook als je het licht aan doet heb je energie nodig, die energie komt in je huis door middel van elektriciteit. Elektriciteit is ook een vorm van energie. Dat wordt opgewekt in een elektriciteitscentrale. Energie kunnen we dus omzetten in elektriciteit en die elektriciteit zetten we weer om in andere energie, zoals het licht aan doen. Maar benzine of diesel is ook een voorbeeld van een brandstof. Dat hebben we nodig om onze auto's te laten rijden. Tegenwoordig zijn er steeds meer auto's die op elektriciteit rijden. Kerosine is een brandstof die we gebruiken om vliegtuigen te laten vliegen.
Energie is een reactie op verbranding. Om alle energie te produceren moeten we brandstoffen verbranden. Er zijn verschillende soorten brandstoffen.
Fosiele brandstoffen
Fosiele brandstoffen zijn brandstoffen die zijn opgeslagen in de aarde, zoals steenkool, aardolie en aardgas. Deze brandstoffen zijn miljoenen jaren geleden gevormd en kun je niet opnieuw gebruiken als we ze hebben opgebrand. Daarom zijn het niet-hernieuwbare brandstoffen.
Steenkool
Steenkool is ontstaan door bossen die in moerassen groeiden. Als de bomen afstierven kwam daar een laag zand en klei overheen. Deze resten zijn zo steeds dieper de grond in gezakt. Op een gegeven moment lag het zo diep dat alle resten heel hard werden samengeperst. Door de hoge druk is het in miljoenen jaren versteend geraakt. Dat noemen wij nu steenkool. Om bij steenkool te komen moet je een mijn graven.
Aardolie
In de zee leven hele kleine zeediertjes. Omdat je ze alleen met een microscoop kunt zien noemen we ze microscopische kleine zeediertjes. Deze diertjes zijn op de zeebodem van de oceaan beland en bedolven onder het zand. Als je miljarden van deze kleine beestjes bij elkaar hebt en ze samen bedolven zijn onder het zand worden ze langzaam samengeperst en kan er olie ontstaan. Hier zijn miljoenen jaren voor nodig. Als er onder de oceaanbodem rotsen liggen blijft de olie bij elkaar zitten. Om bij aardolie te komen gaan mensen boren in de zee. Dit noemen we een boorplatform. Ze pompen dan de olie omhoog. Als er een lek is in een boorplatform kan de olie in de zee terecht komen. Dit is schadelijk voor de natuur en de dieren die in de zee leven.
Aardgas
Aardgas ontstaat meestal boven aardolie. Bij de vorming van aardolie komen namelijk ook gassen vrij. Deze gassen zorgen ervoor dat de grond niet verder naar beneden kan zakken. Er ontstaat een holle ruimte in de aarde waar het gas zich in bevindt. Het gas drukt al het zand en steen dus een beetje aan de kant. Als mensen het aardgas uit de grond pompen kan de grond een beetje gaan verzakken. Omdat het gas het zand en gesteente niet meer wegdrukt zakt de grond omlaag en kunnen er (kleine) aarbevingen ontstaan. In de provincie Groningen is ook veel aardgas te vinden. Veel huizen hebben scheuren in hun muren door de aardbevingen die zijn ontstaan bij de winning van het aardgas.
Kernenergie
Kernenergie is een ingewikkeld proces. Voor het opwekken van kernenergie wordt uranium gebruikt. Een metaalsoort. Urianium is opgedeeld in hele kleine deeltjes die je zelfs met een gewone microscoop niet kan zien. Dat zijn atomen. Een atoom is zelf ook weer opgebouwd uit kleine deeltjes. Dat noemen we de atoomkern. Bij kernenergie splijten ze de atoomkern. De atoom wordt dan in meerdere deeltjes gehakt. Als dat gebeurt komt er energie vrij. Er komt geen CO2 vrij bij kernenergie, maar wel veel radioactieve straling. Dat is erg gevaarlijk voor de mens. Daarom wordt het afval dat vrij komt bij kernenergie op een veilige manier opgeslagen.
Hernieuwbare energie
In tegenstelling tot fossiele brandstoffen kun je deze energie wel opnieuw gebruiken. Denk hierbij aan energie van de wind, de zon, het water en aardwarmte.
Windenergie
Windenergie is een duurzame energie. Het waait tenslotte heel vaak en de wind raakt nooit op. Mensen bouwen daarom windparken. Dit zijn heel veel windmolens bij elkaar die met elkaar allemaal energie opwekken. Windenergie heeft ook nadelen. Veel vogels gaan dood omdat ze tegen de wieken aanvliegen van een windmolen. Mensen die vlak bij een windmolen wonen klagen vaak over het geluid van de windmolens. Ze maken namelijk een zoemend geluid. Windmolens zijn heel groot en er zit veel techniek in. Er is ook een discussie dat het bouwen van een windmolen meer energie kost dan de energie die een windmolen oplevert.
Zonne-energie
In Nederland maken we vooral gebruik van windenergie, maar er zijn ook steeds meer huizen met zonnepanelen. In andere delen van de wereld waar de zon heel veel schijnt zoals in de woestijnen in Marokko wordt meer gebruik gemaakt van zonne-energie. Als je de zon op je huid voelt dan voel je de warmte. Dat komt omdat de zon ook heel veel energie heeft. Dat is ook de reden dat de zon licht geeft. Dat betekent dat als een zonnestraal op de aarde terecht komt daar automatisch ook veel energie terecht komt. Zonnepanelen zijn zo gemaakt dat ze de energie van de zon kunnen omzetten in elekrticiteit en die elektriciteit wordt opgeslagen in een accu.
Biobrandstoffen en afval
We zijn ons er steeds meer van bewust dat fossiele brandstoffen schadelijk zijn voor het milieu omdat bij de verbranding veel CO2 vrij komt. Daarom is de mens opzoek naar nieuw technieken. Tegenwoordig kunnen we ook energie halen uit onze eigen etensresten. Dit noemen we biologische brandstoffen. Uit een sinnaassappel kun je met microstralen koolstof halen. Zo hebben we meer energie, en minder afval.
Biogas
Er zijn micro-organismen die etensresten afbreken tot mest en biogas. Ethanol is een biogas dat wordt gewonnen bij de afbreking van suikerriet. Ook uit bamboe, hout, sojabonen en zeewier kan biogas gewonnen worden. Bij de verbranding van biogas komt veel minder CO2 vrij dan bij de verbranding van fossiele brandstoffen. Daarom is het minder schadelijk voor het milieu.