Suiker

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Verschillende soorten suiker
Een paar suikerklontjes. Suikerklontjes worden ook gebruikt om op een eenvoudige manier te meten hoeveel suiker in een product is. Hierdoor wordt het zichtbaar hoe veel suikerklontjes er in een blikje frisdrank zit.

Suiker is een zoete stof die verschillende voedingsmiddelen zit. Er zijn verschillende soorten suiker. Je hebt kunstmatige of toegevoegde suiker, wat bijvoorbeeld in snoep, koekjes en chocola zit. Ook bestaan er natuurlijke suikers die van nature in fruit en honing voorkomen. Daarnaast zit het in verschillende andere producten, zoals melk. Suiker zelf wordt ook gekocht in pakken (losse suiker) en suikerklontjes, voor bijvoorbeeld in de thee en koffie. Deze suiker komt uit verschillende producten, zoals suikerbiet en suikerriet.

Sinds de 20e eeuw is suiker een stuk goedkoper geworden. Hierdoor eten mensen steeds meer suiker, wat gevolgen voor de gezondheid heeft. Dit heeft voor zaken als overgewicht, obesitas en suikerziekte gezorgd. Hoewel suiker zelf niet ongezond is, is het wel ongezond wanneer je te veel inneemt. Tegenwoordig zijn er daarom ook veel suikervervangers en producten met minder of geen suiker (light- en zero-producten).

Geschiedenis

Herkomst

Suiker ontstond in 600 v.Chr. in het westen van India. Het is mogelijk dat suiker al ouder is, maar de eerste bronnen van suikerteelt komen uit deze streek. Uit onderzoek blijkt dat suiker zelfs al 6.000 jaar oud is. Het is ontstaan op twee verschillende plaatsen, namelijk op Nieuw-Guinea en op Taiwan en het zuiden van China. Op Nieuw-Guinea werd suiker gemaakt door de Papoea's in het oosten van het eiland. In China en Taiwan waren het de Austronesiërs die suiker hebben ontdekt. Beide volkeren gebruikten suikerriet, wat in de regio groeide. Via Nieuw-Guinea verspreidde suiker zich naar de andere eilanden op de Grote Oceaan, zoals Polynesië en Micronesië. Via China werd het verspreid naar India en later naar Azië, Afrika en Europa.

Het woord voor suiker komt uit het Sankriet, een taal die in India gesproken werd. Hier gebruikte men het woord Sharkara, wat zand of griezels betekent.

Een kaart met de verspreiding van suiker

Oudheid en Middeleeuwen

Via de Chinezen kwam suiker ook in Europa terecht. Suiker was al bekend bij de Oude Grieken en Romeinen. Zij gebruikten het als medicijn en niet als voedsel. Zij geloofden dat suiker goed was voor de maag, de nieren en de blaas. De Romeinen maakten onderscheid tussen de suiker uit Arabië en uit India, waarbij de suiker uit India als kostbaarder gezien werd. De Arabieren maakten ook suiker op plantages, voornamelijk tijdens de middeleeuwen. Hiervoor werden plantages aangelegd met irrigatie. Later brachten de Arabieren de suikerproductie naar Sicilië, Cyprus en het zuiden van Spanje. Tijdens de Kruistochten kwamen meer Europeanen in contact met suiker en brachten het van hun tochten mee naar huis. De stad Venetië kocht zelfs land in Libanon om grote suikerplantages te maken in de 12e eeuw.

Ondertussen werd ook in Europa zelf suiker verbouwd, waaronder op de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden, Andalusië en de Algarve.

Suikerplantages in de Nieuwe Wereld

Een suikerplantage op het eiland Antigua

De Spanjaarden en Portugezen brachten de suikerproductie uiteindelijk naar Amerika in de 15e eeuw. Toen de twee volkeren kolonies in Amerika opzette, lieten zij o.a. grote suikerplantages maken. Deze suikerplantages waren te vinden in Brazilië, Cuba, Suriname, Jamaica, Hispaniola, Barbados en verschillende andere koloniën. Later zetten de Nederlanders, Fransen en Engelsen ook koloniën in deze regio op voor de suikerproductie. Op suikerplantages werden oorspronkelijk eerst indianen gebruikt, maar veel van hen overleden aan Europese ziektes (zoals pokken en malaria). Hierdoor ontstond de Trans-Atlantische slavenhandel, waarbij slaven uit Afrika naar Amerika werden gebracht om gedwongen op plantages te werken. Hoewel deze slaven niet enkel voor de suikerproductie gebruikt werden, werkten een groot deel van hen op deze plantages.

In de 18e eeuw steeg de vraag naar suiker, waardoor ook de productie van suiker steeg. De meeste suiker kwam toentertijd uit de Franse en Britse kolonies. In Europa stegen steeds meer mensen toegang tot suiker. Suiker werd gebruikt om producten langer goed te houden, zoals jam. Ook werden snoep en chocola steeds populairder.

Tegenwoordig

Suiker bleef een luxeproduct tot aan het begin van de 19e eeuw. Dit kwam doordat de suikerbiet in opkomst kwam die ook in Europa kon groeien. De suikerbiet had namelijk een minder warm klimaat nodig, waardoor Frankrijk en Duitsland veel suikerbieten groeiden. De opkomst van de suikerbiet kwam door de Britse blokkade tijdens de oorlogen tegen Napoleon Bonaparte. Hierdoor kon er geen suiker naar het vasteland van Europa vervoerd worden. De Duitsers hadden een paar jaar daarvoor de suikerbiet ontdekt en uitgevonden hoe men suiker hieruit kon halen. Hierdoor werd suiker ook steeds goedkoper.

Tijdens de 19e en 20e eeuw steeg de suikerinname van mensen. Zeker na de Tweede Wereldoorlog werd suiker een stuk goedkoper, waardoor mensen er steeds meer van aten. Dit heeft ook negatieve gevolgen gehad, aangezien het veel aandoeningen kan veroorzaken. Sindsdien zijn er ook steeds meer suikervervangers en suikerarme producten te koop.

Productie

Bronnen van suiker

Suiker kan uit verschillende producten gehaald worden, waaronder:

Voornamelijk suikerbiet en suikerriet worden gebruikt voor de suikerproductie.

Verwerking van suiker

Uit suikerriet en suikerbiet kan suiker gehaald worden. De suikerrietplant wordt fijn geperst, zodat de sap van het riet vrij komt. Dit sap wordt ingekookt, zodat het water verdampt en alleen de suiker overblijft, dit ziet er uit als stroop. De stroop wordt gekookt in water, zo ontstaan er suikerkristallen. Deze kristallen worden gedroogd en dan heb je suiker.

Bij de suikerbiet werkt het net iets anders. Rond april worden de zaadjes van de suikerbiet geplant en rond half september worden alle suikerbieten geoogst. Deze suikerbieten worden naar de fabriek gebracht, goed schoongemaakt en in kleine stukjes gesneden. Het snijdsel wat overblijft, wordt verwarmd en vervolgens in een grote ketel gestopt met water. Dit draait heel langzaam rondjes, zodat het suiker van de suikerbiet in het water kan worden opgenomen. Dit noem je diffusie. Het water met het suiker er in wordt ingekookt en er worden kleine kristalletjes aan toegevoegd. Zo gaat het suiker aan de kristallen vastkleven en worden de kristallen groter en groter, zo krijg je een dikke bruine stroop. De suikerstroop wordt daarna heel snel gecentrifugeerd, dit houdt in dat de ketel zo snel draait dat het vocht uit de stroop verdwijnt en er witte kristalsuiker ontstaat.

Soorten

Kristalsuiker

Zie Tafelsuiker voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De korreltjes van kristalsuiker van dichtbij

Kristalsuiker of tafelsuiker is een witte suiker. Het bestaat uit allerlei kleine kristalachtige stukjes. Hierdoor lijkt kristalsuiker erg op zout. Kristalsuiker wordt vaak verkocht in losse pakken in de supermarkt. Ook zijn suikerklontjes van kristalsuiker gemaakt. Snoep en gebakken producten worden ook vaak met deze suiker bestrooid. Kristalsuiker verdwijnt namelijk niet meteen door vocht of hitte.

Deze vorm van suiker wordt vaak gebruikt tijdens het bakken van producten, het maken van toetjes en ijs en om thee en koffie zoet te maken. Daarnaast wordt kristalsuiker gebruikt in jam en confituur. Dit komt doordat kristalsuiker fruit lang kan bewaren, omdat bacteriën er niet goed tegen kunnen.

Een speciale vorm van kristalsuiker is poedersuiker. Poedersuiker is nog fijner en wordt vaak gebruikt voor gebakken producten, zoals poffertjes, pannenkoeken en oliebollen.

Palmsuiker

Palmsuiker of Javaanse suiker komt van bepaalde palmbomen, zoals de sagopalm en de dadelpalm. Palmsuiker wordt gewonnen uit het sap dat door de palmboom heen stroomt. Deze suiker is minder zoet dan kristalsuiker. Ook heeft het de bijsmaak van karamel. Palmsuiker heeft een lichtbruine kleur. Het wordt vaak verkocht in brokken of als vloeistof.

Deze vorm van suiker wordt vooral in nagerechten en snoep gebruikt. In Zuidoost-Azië is palmsuiker erg populair. Vooral in Indonesië en Thailand wordt palmsuiker voor veel gerechten gebruikt.

Biet- en rietsuiker

Lees ook suikerbiet en suikerriet voor meer informatie.

Bietsuiker is suiker uit de suikerbiet. Rietsuiker is het suiker dat uit suikerriet komt. Hoewel de twee soorten suiker uit verschillende gewassen komen, zijn de twee soorten suiker vrijwel hetzelfde. Deze soorten suiker zijn vaak wit van kleur, maar kunnen ook een bruine kleur hebben. Voor de winning van de suiker wordt het riet of de biet in stukken gesneden en gekookt. Vervolgens wordt het gekristalliseerd en vermalen. Hierdoor ontstaat de suiker.

Ook deze soort suiker wordt voor vrijwel alles gebruikt.

Basterdsuiker

Basterdsuiker is een bruine, fijne suiker. Tegenwoordig bestaat er ook gele en witte basterdsuiker, maar vaak wordt het als bruin verkocht. Het verschil is dat er karamel aan de bruine variant is toegevoegd, terwijl dit bij de witte niet het geval is. Basterdsuiker is een stuk fijner als kristalsuiker. Hierdoor zijn de korreltjes minder goed zichtbaar.

Deze soort suiker wordt vaak gebruikt voor gebak en taart, aangezien het beter voor de structuur is. Hierdoor krijgt het gebak ook een bruine kleur. Bij speculaas wordt basterdsuiker gebruikt.

Chemische samenstelling

In de biologie en scheikunde spreekt men ook van "suikers". Deze suikers worden ook wel koolhydraten genoemd. Koolhydraten zitten in vrijwel al het eten. Het is een brandstof voor de cellen in het lichaam. De cellen hebben koolhydraten nodig om te kunnen blijven leven. Het lichaam heeft het nodig om te kunnen bewegen, te groeien en voor allerlei andere zaken. Koolhydraten zijn daardoor ook erg belangrijk voor het lichaam.

Er zijn verschillende soorten suikers in het lichaam. Een belangrijke suiker is glucagon. Glucagon (druivensuiker) is een belangrijke bron van energie voor het lichaam. Het is namelijk belangrijk voor de ademhaling van cellen. Je hebt ook fructose (fruitsuiker), lactose (melksuiker) en maltose (moutsuiker). Fructose zit in veel verschillende soorten fruit, zoals appels, peren en aardbeien. Melksuiker is suiker wat in de melk van zoogdieren zit. Sommige mensen hebben een intolerantie tegen lactose. Maltose is een suiker die in eerste instantie niet zoet proeft. Het zit in zoete aardappel, graanproducten en bier.

Suiker en gezondheid

Suiker is niets anders dan een zoet smakend koolhydraat, maar wat we in de volksmond met suiker bedoelen, is tafelsuiker.

Goede en slechte suikers

Aardbeien hebben natuurlijke suikers.

Je hebt ‘goede’ en ‘slechte’ suikers. Goede suikers zijn ongeraffineerde(onbewerkte), lange koolhydraten zoals in groente, fruit en granen. Ze zijn onbewerkt en bevatten alle vitaminen, mineralen en vezels die je nodig hebt. Slechte suikers zijn geraffineerde suikers. Ze zijn zo bewerkt dat zij hun voedingswaarde verliezen. De van oorsprong aanwezige vitamines, mineralen en vezels zijn in geraffineerde suikers niet meer terug te vinden en deze stoffen zijn nodig om de suikers af te breken. Bij overmatig suikergebruik ontstaat er dus een tekort aan vitamine en mineralen. Deze ‘’slechte suikers zitten in heel veel producten verborgen zoals: beschuit, brood, crackers, ontbijtgranen, frisdranken, gerookte zalm, kant-en-klaarproducten, ketchup, mayonaise, chips, muesli, pindakaas, vleeswaren, vruchtensappen en zuivelproducten.

Door het consumeren(eten) van snelle suikers, krijg je een energie boost. Veel mensen eten een Mars, Bounty of frisdrank waar veel suiker in zit om energie te krijgen. Je bloedsuikerspiegel stijgt en het geeft je een goed gevoel. De energiepiek komt al snel naar een dal, dat betekend dat je nog vermoeiender bent dan voor je het suiker consumeerde. Dit is een vervelend gevoel, hierdoor gaan veel mensen nog meer suiker eten om hun energielevel weer in balans te houden. Na het eten van geraffineerde suiker raakt je lichaam vermoeid. Hoe minder geraffineerde suiker je neemt des ter meer energie je overhoudt. Suikermoleculen hebben de eigenschap aan witte bloedcellen te plakken, waardoor witte bloedcellen minder goed hun werk kunnen doen, hierdoor wordt het moeilijker voor je immuunsysteem om bacteriën en virussen te bestrijden. Je lichaam moet harder werken en hierdoor raakt je energie ook op.

Gevolgen voor de gezondheid

In snoepgoed zit vaak een hoop suiker.

Suikers zijn belangrijk voor de gezondheid en iedereen heeft dagelijks suiker nodig. Toch is het belangrijk om niet te veel suiker te eten. Te veel suiker kan namelijk slecht zijn voor de gezondheid. Naast overgewicht kan men ook suikerziekte krijgen. Hierdoor wordt vaak gezegd: "snoepen mag, maar met mate". In andere woorden, af en toe snoepje is niet erg, maar veel en vaak snoepen wel.

Als je te veel suiker eet, kan de alvleesklier overbelast raken. De alvleesklier maakt insuline aan, wat belangrijk is voor het op peil houden van de bloedsuikerspiegel. Wanneer de alvleesklier overbelast raakt, kan deze kapotgaan. Hierdoor kun je diabetes type 2 krijgen. In dit geval maakt je alvleesklier minder insuline aan, waardoor je op je voeding moet letten en insuline moet spuiten. Ook krijg je veel energie binnen als je suiker eet. Deze energie wordt opgeslagen als vet in het lichaam. Als je vaak veel suiker eet, kan dit leiden tot overgewicht en uiteindelijk tot obesitas. Hierdoor kun je allerlei aandoeningen krijgen. Overmatig suikergebruik kan ook zorgen voor leverkwalen, lagere levensverwachting, verschillende vormen van kanker en andere zaken.

Suiker beïnvloed ook de hersenen. Wanneer je iets zoets eet, maken de hersenen het stofje dopamine aan. Hierdoor krijg je zin in voor meer zoet eten, waardoor suiker verslavend kan zijn. Psychologen zijn er verdeeld over of suiker echt verslavend is. Er zijn mensen die zeggen dat er een "suikerverslaving" bestaat, terwijl andere zeggen dat dit niet bestaat. Suiker is bijvoorbeeld makkelijker om te minderen dan roken.

Volgens het voedingscentrum is suiker ook slecht voor je tanden. Bacteriën in je mond zetten suikers uit koolhydraten om in zuur. Dit zuur is slecht voor je tandglazuur en tandweefsel en het leidt tot gaatjes.

Dagelijks aanbevolen hoeveelheid

Hieronder staat hoeveel een persoon per dag mag.

  • Een kind 4 tot 8 jaar mag 35 gram (bijna 9 suikerklontjes) per dag
  • Een kind 9 tot 13 jaar mag 51 gram (bijna 13 suikerklontjes) per dag
  • Een volwassen man mag 60 gram (15 suikerklontjes) per dag
  • Een volwassen vrouw mag 50 gram (12,5 suikerklontjes) per dag

Suikervervangers

Zoetjes worden door sommige mensen in de thee of koffie gedaan in plaats van suiker. Eén zoetje is gelijk aan één suikerklontje. Zoetjes zijn een stuk zoeter, maar hebben haast geen calorieën.

Doordat de suikerinname is toegenomen sinds de vorige eeuw, nemen veel mensen vandaag de dag te veel suiker in. Hierdoor zijn er inmiddels allerlei verschillende suikerarme producten ontstaan, zoals light- en zero-producten. In lightproducten zitten minder suiker, terwijl in zeroproducten helemaal geen suiker zit. Vaak wordt in plaats van suiker een kunstmatige zoetstof gebruikt. Deze kunstmatige zoetstoffen worden ook wel suikervervangers genoemd.

Het voordeel van suikervervangers is dat ze minder tandbederf veroorzaken en ze geen tot weinig calorieën hebben. Ook worden deze suikervervangers gebruikt door mensen met suikerziekte, aangezien dit beter voor hen is. Een bekende kunstmatige zoetstof is aspartaam. Aspartaam is veel zoeter dan suiker, maar heeft veel minder calorieën. Aspartaam wordt vaak in light- en zeroproducten gebruikt. Een andere zoetstof is sacharine. Ook dit heeft vrijwel geen calorieën en is veel zoeter dan suiker. Sacharine wordt gebruikt in zoetjes (voor in de koffie of thee) en in sommige soorten tandpasta.

Daarnaast zijn er nog natuurlijke suikers die in vruchten voorkomen, zoals aardbeien en perziken. Het kruid stevia wordt soms gezien als "natuurlijke suikervervanger", aangezien stevia van nature al veel zoeter is dan suiker. Wanneer stevia in producten gebruikt wordt, wordt alsnog vaak suiker of een andere suikervervanger gebruikt. Stevia heeft namelijk een dropachtige nasmaak.

Weetjes

  • Vroeger werd gezegd dat iemand "suiker had" als hij of zij diabetes mellitus (oftewel suikerziekte) had.

Bronnen

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Suiker&oldid=785453"