Speculaas
Speculaas is een typisch koekje van de lage landen (waaronder Nederland). In België wordt het ook speculoos genoemd, maar is dan niet helemaal hetzelfde.
Het is een met speculaaskruiden gebakken koeksoort. Speculaas is meestal plat in de vorm van een voorstelling en is vooral omstreeks het sinterklaasfeest en tijdens de adventstijd veel verkrijgbaar. De oudste bronnen die speculaas beschrijven spreken ook van bruiloften en kermis. De laatste tientallen jaren is het echter normaal geworden dat je het hele jaar door speculaas kunt kopen en eten, vooral bij de koffie of thee, of zelfs bij ijs of op brood. Speculaas wordt voornamelijk in België en Nederland gemaakt en gegeten, maar ook wel in het Duitse Westfalen en het Rijnland, Luxemburg en Noord-Frankrijk.
Bekend zijn ook de speculaaspoppen. Hiervoor wordt uit een houten plank een mensachtige vorm gesneden. Daarin wordt het kleiachtige speculaasdeeg geperst en krijgt het de koekvorm.
De kleine speculaasjes (koekjes) worden met metalen mallen gevormd in een machine. Vervolgens worden ze op bakpapier gelegd en in de oven gebakken.
Het speculaasdeeg lijkt erg op dat van de kruidnoten die kinderen ook zelf kunnen maken.
Kenmerkend voor Nederlandse speculaas zijn − behalve de bruine suiker (liefst bruine rietsuiker) − de speculaaskruiden die bestaan uit een mengsel van kaneel, nootmuskaat, kruidnagel, gemberpoeder, kardemom en witte peper. Verschillende variaties zijn echter mogelijk met bijvoorbeeld anijs, korianderzaad en foelie. Amandelschaafsel kan ter versiering worden toegevoegd.