Materiaal
Materiaal is de stof waaruit iets bestaat. Van materialen worden producten gemaakt, vandaar dat het ook wel bouwstoffen worden genoemd. Elk materiaal is opgebouwd uit chemische elementen. Het onderzoeken van materialen wordt materiaalkunde genoemd.
De natuurlijke materialen (biologische materialen en mineralen) zijn de materialen die in de natuur te vinden zijn of met een betrekkelijke simpele bewerking te gebruiken zijn. Dit zijn over het algemeen de materialen die al door de vroege mens vanaf de prehistorie gebruikt zijn. De biologische materialen zijn over het algemeen in de natuur afbreekbaar. Zelfs metalen verdwijnen op den duur als gevolg van roesten (oxideren). Dat kan niet gezegd worden van de chemische of synthetische materialen. Deze zijn vrijwel allemaal slecht of niet afbreekbaar in de natuur en dus erg vervuilend.
Materialen kun je verdelen in groepen:
Biologische materialen
Veelal zijn dit materialen met een vezelstructuur, afkomstig uit planten en dieren. Veel van deze materialen worden verwerkt in stoffen (textiel) voor bijvoorbeeld kleding. Hout wordt vooral gebruikt in de bouw, meubels en houten schepen.
Plantaardige materialen
Hieronder vallen Arabische gom, bamboe, brandnetel, cellulose, hennep, hooi, hout, ivoor, jute, kapok, katoen, kokos, kurk, Latex, mycelium, papyrus, plantaardige olie, raffia, riet, rubber, Sisal, stro, vlas, wilgentenen
Dierlijke materialen
Zoals: been of bot, beenderlijm, bijenwas, chitine, delen van ingewanden zoals darmen, een pees (anatomie) en de blaas, haar, hars, keratine, leder, mest, reuzel, veren, vet, wol, zijde
Eetbare materialen
In eerste instantie zijn deze materialen bedoeld om te eten (voor consumptie), maar je kunt er ook dingen mee maken:
brood, boter, chocolade, drop, gelatine, glazuur, glucose, honing, ijs, koek, meel, pasta (deegwaar), suiker, zetmeel
Aardmaterialen of mineralen
Metalen
aluminium, goud, ijzer, koper, Lood, platina, tin en zilver. Enkele voorbeelden van legeringen zijn staal, brons en messing.
Keramiek
aardolie, aardewerk, baksteen, basalt, cement, Delfts blauw, diamant, edelsteen, Email (glazuur), glas, graniet, kalk, kalkzandsteen, klei, krijt, kristal, leem, leisteen, mergel, Minerale wol, mica, natuursteen, pek of teer, porselein, perliet, zand
Chemische of synthetische materialen
Chemische of synthetische materialen zijn vaak chemische verbindingen (van chemische elementen) die in een laboratorium zijn bedacht en gevormd. Later wordt dat dan zoals dat heet opgeschaald zodat het in een fabriek gemaakt kan worden. Op een soortgelijke manier heeft men natuurlijke materialen chemisch onderzocht en in het laboratorium kunnen namaken.
acryl, bakeliet, bioplastic of polymelkzuur (PLA), Dralon, Formica (kunststof), kunststoffen, nylon, perspex, piepschuim, plastics, PFAS, Polymeren, polyetheen, polystyreen, PVC, schuimrubber, synthetisch rubber, teflon
Composieten of samengestelde materialen
Composieten zijn vaak materialen waarbij bovenstaande materialen in poeder- of versnipperde vorm worden samengeperst met een lijmmiddel.
aramide (kevlar), beton, glare, glasvezel, Hout-kunststofcomposiet, koolstofvezel (carbon), multiplex, papier, karton, MDF, spaanplaat
Kleur-, geur- en smaakstoffen
Kleur-, geur- en smaakstoffen zijn materialen die een rol spelen bij het uiterlijk en het beleven van producten. Vooral voedingsstoffen. Ook hierbij kun je onderscheid maken in biologische en synthetische (kunstmatige) kleur-, geur- en smaakstoffen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert streng aan de hand van de warenwet wat er wel en niet in de handel mag komen. Speelgoed mag bijvoorbeeld geen giftige kleurstoffen bevatten. Ook cosmetica wordt daarop streng gecontroleerd.