Europese Parlementsverkiezingen 2024: verschil tussen versies
Regel 13: | Regel 13: | ||
===Hoe werken de verkiezingen?=== |
===Hoe werken de verkiezingen?=== |
||
+ | [[File:EP-constituencies.svg|left|300px|thumb|De [[kieskring]]en voor de Europese Parlementsverkiezingen in 2024]] |
||
De regels voor de verkiezingen verschillen iets per lidstaat, maar komen grotendeels op hetzelfde neer. Na de verkiezingen zal het Europees Parlement 720 zetels hebben. Deze zetels worden als eerste verdeeld over de lidstaten op basis van inwonersaantal. Aangezien de inwonersaantallen iets wisselen ten opzichte van de vorige verkiezingen, krijgen sommige landen er zetels bij. [[Duitsland]] (de EU-lidstaat met de meeste inwoners) heeft hierdoor de meeste zetels; maar liefst 96 zetels. De lidstaten met de minste zetels zijn [[Malta]], [[Cyprus]] en [[Luxemburg (land)|Luxemburg]] die er elk 6 hebben. Nederland had voor de verkiezingen 29 zetels; maar dit groeit na de verkiezingen naar 31 zetels. België blijft stabiel op 21 zetels. |
De regels voor de verkiezingen verschillen iets per lidstaat, maar komen grotendeels op hetzelfde neer. Na de verkiezingen zal het Europees Parlement 720 zetels hebben. Deze zetels worden als eerste verdeeld over de lidstaten op basis van inwonersaantal. Aangezien de inwonersaantallen iets wisselen ten opzichte van de vorige verkiezingen, krijgen sommige landen er zetels bij. [[Duitsland]] (de EU-lidstaat met de meeste inwoners) heeft hierdoor de meeste zetels; maar liefst 96 zetels. De lidstaten met de minste zetels zijn [[Malta]], [[Cyprus]] en [[Luxemburg (land)|Luxemburg]] die er elk 6 hebben. Nederland had voor de verkiezingen 29 zetels; maar dit groeit na de verkiezingen naar 31 zetels. België blijft stabiel op 21 zetels. |
||
De meeste landen hebben een landelijke [[kieslijst]] waarop dezelfde kandidaten en partijen meedoen als in heel het land. Dit is het geval in Nederland. In [[Polen]], [[Ierland]], [[Italië]] en [[België]] worden de zetels nog eens verdeeld over de regio's. België is bijvoorbeeld verdeeld in drie kiescolleges voor elk van de drie taalgemeenschappen. Dit zijn het [[Nederlands kiescollege]] (met 12 zetels), het [[Frans kiescollege]] (met 8 zetels) en het [[Duitstalig kiescollege]] (met slechts 1 zetel). Ieder Belgische kiezer staat dan geregistreerd voor één kiescollege. Ieder kiescollege heeft zijn eigen kandidatenlijst met (vaak) andere partijen. Zo doen de Vlaamse partijen alleen mee in het Nederlands kiescollege en de Franstalige partijen alleen in het Frans kiescollege. |
De meeste landen hebben een landelijke [[kieslijst]] waarop dezelfde kandidaten en partijen meedoen als in heel het land. Dit is het geval in Nederland. In [[Polen]], [[Ierland]], [[Italië]] en [[België]] worden de zetels nog eens verdeeld over de regio's. België is bijvoorbeeld verdeeld in drie kiescolleges voor elk van de drie taalgemeenschappen. Dit zijn het [[Nederlands kiescollege]] (met 12 zetels), het [[Frans kiescollege]] (met 8 zetels) en het [[Duitstalig kiescollege]] (met slechts 1 zetel). Ieder Belgische kiezer staat dan geregistreerd voor één kiescollege. Ieder kiescollege heeft zijn eigen kandidatenlijst met (vaak) andere partijen. Zo doen de Vlaamse partijen alleen mee in het Nederlands kiescollege en de Franstalige partijen alleen in het Frans kiescollege. |
||
− | De [[kiesleeftijd]] verschilt ook per lidstaat. In de meeste landen moet je minstens 18 jaar zijn om te stemmen, zoals Nederland. In België is de kiesleeftijd voor de Europese verkiezingen verlaagd naar 16 jaar. Voor de andere Belgische verkiezingen geldt echter nog een kiesleeftijd van 18 jaar. |
+ | De [[kiesleeftijd]] verschilt ook per lidstaat. In de meeste landen moet je minstens 18 jaar zijn om te stemmen, zoals Nederland. In België is de kiesleeftijd voor de Europese verkiezingen verlaagd naar 16 jaar. Voor de andere Belgische verkiezingen geldt echter nog een kiesleeftijd van 18 jaar. |
===Politieke partijen=== |
===Politieke partijen=== |
Versie van 6 okt 2023 11:07
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
De Europese Parlementsverkiezingen 2024 vinden plaats tussen 6 en 9 juni 2024. Tijdens de verkiezingen wordt de nieuwe samenstelling van het Europees Parlement gekozen. Dit is de enige instantie van de Europese Unie die direct gekozen wordt door alle inwoners van de EU-lidstaten. In 2024 worden deze verkiezingen voor de 10e keer gehouden. Het is ook de eerste keer dat de verkiezingen na Brexit gehouden worden.
Tijdens de verkiezingen worden in totaal 720 zetels gekozen. Deze zetels worden als eerste verdeeld over de lidstaten. Iedere lidstaat krijgt een bepaald aantal zetels afhankelijk van hun inwonersaantal. Nederland heeft 31 zetels te verdelen; België heeft er 21. De inwoners van het land kunnen enkel op kandidaten uit het land waarin zij wonen (of geregistreerd staan) stemmen. Hierdoor verschillen de kieslijsten per land. Sommige landen (waaronder België) hebben hun land onderverdeeld kleinere kieskringen. De verkiezingen zullen in Nederland plaatsvinden op donderdag 6 juni. In België (en de meeste andere lidstaten) zal dit op 9 juni plaatsvinden.
Achtergrondinformatie
Wat is het Europees Parlement?
Het Europees Parlement is een van de belangrijkste instellingen van de Europese Unie. Het is vergelijkbaar met de Nederlandse Tweede Kamer of de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers. In het Europees Parlement stemmen leden over belangrijke wetten. Deze wetten kunnen over van alles gaan, zoals klimaat en natuur, immigratie, economie, veiligheid en justitie en tal van andere zaken.
Iedere vijf jaar wordt het Europees Parlement gekozen door inwoners van de lidstaten van de Europese Unie. Hierdoor is het Europees Parlement de enige instelling die direct door de bevolking gekozen wordt. Na de verkiezingen wordt er ook een nieuwe Europese Commissie gekozen. De Europese Commissie is een soort regering; het dagelijks bestuur van de EU.
Hoe werken de verkiezingen?
De regels voor de verkiezingen verschillen iets per lidstaat, maar komen grotendeels op hetzelfde neer. Na de verkiezingen zal het Europees Parlement 720 zetels hebben. Deze zetels worden als eerste verdeeld over de lidstaten op basis van inwonersaantal. Aangezien de inwonersaantallen iets wisselen ten opzichte van de vorige verkiezingen, krijgen sommige landen er zetels bij. Duitsland (de EU-lidstaat met de meeste inwoners) heeft hierdoor de meeste zetels; maar liefst 96 zetels. De lidstaten met de minste zetels zijn Malta, Cyprus en Luxemburg die er elk 6 hebben. Nederland had voor de verkiezingen 29 zetels; maar dit groeit na de verkiezingen naar 31 zetels. België blijft stabiel op 21 zetels.
De meeste landen hebben een landelijke kieslijst waarop dezelfde kandidaten en partijen meedoen als in heel het land. Dit is het geval in Nederland. In Polen, Ierland, Italië en België worden de zetels nog eens verdeeld over de regio's. België is bijvoorbeeld verdeeld in drie kiescolleges voor elk van de drie taalgemeenschappen. Dit zijn het Nederlands kiescollege (met 12 zetels), het Frans kiescollege (met 8 zetels) en het Duitstalig kiescollege (met slechts 1 zetel). Ieder Belgische kiezer staat dan geregistreerd voor één kiescollege. Ieder kiescollege heeft zijn eigen kandidatenlijst met (vaak) andere partijen. Zo doen de Vlaamse partijen alleen mee in het Nederlands kiescollege en de Franstalige partijen alleen in het Frans kiescollege.
De kiesleeftijd verschilt ook per lidstaat. In de meeste landen moet je minstens 18 jaar zijn om te stemmen, zoals Nederland. In België is de kiesleeftijd voor de Europese verkiezingen verlaagd naar 16 jaar. Voor de andere Belgische verkiezingen geldt echter nog een kiesleeftijd van 18 jaar.
Politieke partijen
In iedere lidstaat zijn er andere kieslijsten met andere politieke partijen. In België zijn er zelfs verschillende kieslijsten met andere partijen per kiescollege. Na de verkiezingen zal het Europees Parlement dus uit honderden verschillende politieke partijen bestaan. Ook kunnen er zelfs nog losse kandidaten gekozen worden.
Je zou denken dat het hierdoor heel moeilijk is om een nieuwe Europese Commissie te vormen. Daarom is hierop iets bedacht. De nationale politieke partijen zijn meestal verbonden in Europese partijen. Deze Europese partijen bestaan uit een verzameling politieke partijen uit verschillende lidstaten met min of meer dezelfde ideologie en standpunten. De christendemocratische partijen zijn bijvoorbeeld verenigd in de Europese Volkspartij. Hieronder vallen o.a. het Nederlandse CDA, het Vlaamse CD&V, het Duitse CDU en de Franse partij Les Républicains. Deze groepen bestaan er ook voor de sociaaldemocratische, radicaallinkse, liberale, conservatieve, groene en eurosceptische partijen.
Meestal zijn partijen voor de verkiezingen al aangesloten bij een groep. Toch kunnen partijen zich ook na de verkiezingen aansluiten bij een groep of van groep wisselen. Er zijn overigens ook partijen die niet aangesloten zijn bij een bepaalde groep. Binnen groepen kunnen er overigens ook verschillen zitten tussen de partijen en partijen kunnen zelfs afwijken van het groepsstandpunt. De kiezer kan niet rechtstreeks op een groep kiezen, maar juist op een partij die mogelijk bij een groep is aangesloten.
Voorbereidingen
Verkiezingsdata
De exacte data van de Europese verkiezingen worden bepaald door de Europese Raad. De verkiezingen vinden meestal plaats verspreid over meerdere dagen. Iedere lidstaat mag binnen deze dagen zijn eigen verkiezingsdag kiezen. Dit komt doordat landen allemaal hun eigen gewoontes hebben. In België worden verkiezingen meestal op een zondag gehouden. In Nederland worden verkiezingen juist traditioneel door de weeks gehouden (aangezien zondag de christelijke rustdag is).
Niet ieder land heeft zijn verkiezingsdag al bekend gemaakt, maar de meeste lidstaten zullen op zondag 9 juni de verkiezingen houden. Nederland zal als eerste lidstaat de verkiezingen houden op donderdag 6 juni. Letland houdt de verkiezingen op zaterdag 8 juni. In Tsjechië zullen de verkiezingen over twee dagen gehouden worden, namelijk 7 en 8 juni.
Spitzenkandidaten
Tijdens de verkiezingen van 2014 en 2019 schoof iedere Europese kandidaat een of meerdere spitzenkandidaten naar voren. Een spitzenkandidaat is een kandidaat voor het voorzitterschap van de Europese Commissie. De spitzenkandidaat van de grootste groep wordt traditioneel de voorzitter van deze commissie. In 2019 ging het spitzenkandidaten echter mis. Manfred Weber van de Europese Volkspartij was de spitzenkandidaat van de partij met de meeste stemmen. Zijn benoeming werd echter tegengehouden door de andere groepen. Hierdoor werd uiteindelijk Ursula von der Leyen gekozen, hoewel zij geen spitzenkandidaat voor een partij was.
Het is onduidelijk of de spitzenkandidaten terug zullen komen in 2024. De Europese Volkspartij heeft het systeem wel opgenomen in de statuten, maar mogelijk zullen zij dit veranderingen. Er bestaat ook een grote mogelijkheid dat Von der Leyen spitzenkandidaat zal worden voor de Europese Volkspartij. De andere Europese groepen hebben nog geen beslissing genomen. Alleen de Europese Groene Partij heeft aangegeven een spitzenkandidaat naar voren te schuiven.
Veranderingen
Voor de verkiezingen van 2024 zal er een kiesdrempel van 2% komen voor landen met meer dan 35 zetels. Ook komen er regels die voorkomen dat kiezers twee keer kunnen stemmen in verschillende landen. Deze regels werden voorgesteld in 2018 en aangenomen in 2019. Enkel Duitsland, Spanje en Cyprus moeten de regels nog officieel ratificeren.
In 2022 stelde het Europees Parlement voor om een Europese kieskring te maken. Kiezers zouden hiervoor twee stemmen hebben. De eerste stem zou zijn voor de nationale of regionale kieslijst. De tweede stem zou zijn voor een Europese kieslijst, waarbij de kiezer direct op een Europese groep kon stemmen. Deze kieskring zou 28 zetels bestaan. Dit voorstel is nog niet goedgekeurd door de Europese Raad, waardoor het onduidelijk is of deze kieskring er gaat komen.
Partijen
Europese groepen
Hieronder vindt je een klein overzicht van de Europese politieke partijen. Iedere partij heeft een partijleider, maar het is onduidelijk of dit ook de spitzenkandidaat gaat worden. Bij de Europese partijen zijn ook nationale partijen aangesloten. De Nederlandse en Belgische partijen zijn daarbij vermeldt.
Nederlandse partijen
In Nederland is er nog geen definitieve lijst van welke partijen willen meedoen aan de verkiezingen. Toch hebben de volgende partijen aangegeven dat zij mee willen doen aan de verkiezingen van 2024. Het is nog onbekend of PvdA en GroenLinks onder één fractie zullen deelnemen. Wel is bekend dat ChristenUnie en SGP dit voor het eerst niet zullen doen.
Vlaamse partijen
Ook in België zijn er nog geen definitieve kieslijsten. Naar alle waarschijnlijkheid doen alle grote partijen mee die op nationaal level vertegenwoordigd worden. Met uitzondering van DéFI hebben deze partijen allemaal al een zetel in het Europees Parlement. In België zijn er aparte kieslijsten voor het Nederlands kiescollege (Vlaamse Gemeenschap), het Frans kiescollege (Franstalige Gemeenschap) en het Duitstalig kiescollege (Duitstalige Gemeenschap).
Om de lijst niet te lang te maken zijn alle Vlaamse partijen in de tabel hieronder opgenomen.
Partij | Ideologie | Lijsttrekker | Groep | |
---|---|---|---|---|
Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) | Vlaams-nationalisme Liberaal conservatisme |
Onbekend | ECH | |
Vlaams Belang | Vlaams-nationalisme Rechts-populisme Sociaal-conservatisme |
Onbekend | ID | |
Christen-Democratisch en Vlaams (CD&V) | Christendemocratie | Onbekend | EVP | |
Open Vlaamse Liberalen en Democraten (Open Vld) | Liberalisme | Onbekend | Renew Europe | |
Vooruit | Sociaaldemocratie Progressivisme |
Onbekend | S&D | |
Groen | Groene politiek Progressivisme |
Onbekend | Groenen/EVA | |
Partij van de Arbeid (PVDA) | Communisme Socialisme |
Onbekend | GUE/NGL |