Christendemocratie
De christendemocratie is een politieke stroming die sinds de 18e eeuw bestaat.
Christendemocraten vormen hun beleid aan de hand van Bijbelse principes zoals rentmeesterschap en subsidiariteit, en hechten veel waarde aan het zogeheten maatschappelijke middenveld (bijvoorbeeld verenigingen). Het verschil tussen christendemocratische partijen en christelijke partijen, is dat christendemocraten zich slechts baseren op Bijbelse principes, terwijl christelijke partijen de Bijbel zélf als leidraad voor hun beleid hebben.
In Nederland is het CDA veruit de grootste christendemocratische partij. Partijen zoals de ChristenUnie (christelijk-sociaal) en de SGP (christelijk-rechts) zijn wel christelijk, maar niet christendemocratisch. In België is CD&V een belangrijke christendemocratische partij. Op Europees niveau is de Europese Volkspartij (EVP) de voornaamste christendemocratische partij.
Ideologie
Een ideologie is een verzameling van ideeën over hoe de samenleving gevormd moet worden (welke regels er zouden moeten zijn en hoe de rangorde aan de hand van die regels bepaald wordt) en aan de hand van welke waarden en normen ze moet functioneren (wie welke taken krijgt en hoe deze taken uitgevoerd moeten worden). Aangezien een ideologie door heel veel ideeën gevormd wordt, is het niet mogelijk om alle punten behandelen. Hieronder zullen dus de belangrijkste zaken genoemd worden.
- Christendemocratie
afgeleid van de deugd fides (geloof)
- De samenleving moet naargelang christelijke waarden en normen gevormd worden. Christendemocraten zijn voorstander van de vrijheid van godsdienst, maar zijn van mening dat het christelijke karakter van Europese landen benadrukt moet worden. Het verschil tussen christendemocratisch confessionalisme en strengere vormen van confessionalisme (bijvoorbeeld het reformatorisch confessionalisme), is dat christendemocraten de Bijbel betrekken bij het bepalen van waarden en normen, terwijl strengere confessionelen de Bijbel als leidraad voor de samenleving zien.
- Solidariteit
afgeleid van de deugd caritas (naastenliefde)
- Mensen moeten een hechte samenleving vormen waarin ze zich bij elkaar betrokken voelen en verantwoordelijkheid nemen voor elkaars welzijn: mensen moeten niet naast elkaar, maar met elkaar leven. Sociale banden worden bij geboorte al met familie gevormd, maar het is ook van groot belang dat mensen in samenwerkingsverband dezelfde doelen nastreven. Hiermee zijn de christendemocraten tegen het individualisme.
- Christendemocraten geloven dat ieder mens beschikt over waardigheid, omdat de mens volgens het christendom in het evenbeeld van God geschapen is: de mens is gemaakt om op God te lijken. Dit vormt het onderscheid tussen mensen en dieren.
- Volgens de christendemocratie is de overheid de 'dienares' van God. Dit houdt in dat de overheid verplicht is om voor haar burgers te zorgen en het welzijn van iedere burger te bevorderen. Hoogwaardigheidsbekleders moeten hun belangrijke positie niet zien als een mogelijkheid om meer macht te verwerven en meer geld te verdienen, maar als een voorrecht om hun talenten te benutten en in te zetten voor de maatschappij. Daarnaast is het van belang dat de overheid voorspelbaar moet zijn en duidelijke grenzen stelt: burgers en organisaties moeten ervan kunnen uitgaan dat de overheid haar beloften nakomt en goed toeziet op de handhaving van geldende wetten. Bij het handhaven van deze wetten staan harmonie en het creëren van een breed draagvlak centraal: hoe meer mensen het eens zijn met plannen, des te groter de kans is dat plannen doorgevoerd worden en lang blijven bestaan.
- Gespreide verantwoordelijkheid
afgeleid van de deugden caritas (naastenliefde) en temperantia (matigheid)
- De oorsprong van het begrip 'gespreide verantwoordelijkheid' zit in het katholieke begrip 'subsidiariteit' en het protestantse begrip 'soevereiniteit'. Met gespreide verantwoordelijkheid wordt bedoeld dat onderlinge zaken door het maatschappelijke middenveld (ook wel de burgermaatschappij) geregeld moeten worden. Met dit maatschappelijke middenveld worden alle organisaties naast de overheid en bedrijven bedoeld: denk hierbij bijvoorbeeld aan kerken, vakbonden, woningbouwcorporaties en sportverenigingen. Het is dan wel de verantwoordelijkheid van de overheid om ervoor te zorgen dat het maatschappelijke middenveld over genoeg geld en middelen beschikt. Volgens de christendemocratie wordt hiermee solidariteit en een eerlijke verdeling van schaarse middelen bereikt. Door wederzijdse afhankelijkheid moeten mensen automatisch voorzichtig omgaan met hun middelen en ze herverdelen, zodat er een rechtvaardige samenleving ontstaat.
- Christendemocraten beschouwen de burgermaatschappij als de middenweg tussen het paternalisme en het autonomisme. In het paternalisme zorgt de overheid en regelt ze alles voor iedereen: ze fungeert als een 'vader' (Latijn: pater). In het autonomisme moet ieder mens autonoom, zelfbeschikkend leven en speelt de overheid een zo klein mogelijke rol. Het paternalisme wordt veelal gekoppeld aan het socialisme en het autonomisme aan het liberalisme.
- Liefdadigheid
afgeleid van de deugd caritas (naastenliefde)
- Liefdadigheid wordt binnen de christendemocratie gezien als een opdracht van God om voor de minderbedeelden en zwakkeren te zorgen. Vaak wordt deze liefdadigheid vanuit de kerk georganiseerd, die op haar beurt zou moeten zorgen voor degenen die slecht behandeld worden. Daarnaast roepen ook sommige groepen binnen de christendemocratie op tot genade tegenover gevangenen, waarbij een brief van Paulus in de Bijbel wordt aangehaald. In de brief staat dat mensen aan gevangenen moet denken alsof ze zelf gevangen zijn.