Referendum

Uit Wikikids
(Doorverwezen vanaf Volksraadpleging)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
In 2015 legaliseerde Ierland het homohuwelijk na een referendum. Deze twee buttons (in Engels en Iers) roepen de bevolking op om "ja" te stemmen.
In 1972 hield Noorwegen een referendum om de Europese Economisch Gemeenschap (EEG), de voorloper van de Europese Unie (EU), toe te treden. De personen in deze foto voeren campagne om tegen de toetreding te stemmen. De tegencampagne won het referendum en Noorwegen werd geen onderdeel van de EEG.

Een referendum (meervoud: referenda) of een volksraadpleging is het voorleggen van een bepaalde wet aan de bevolking van een land of regio. Net als bij verkiezingen krijgen kiesgerechtigden de kans om te stemmen. In plaats van op politici en/of een politieke partij kan de stemmer zich direct uitspreken over een bepaalde kwestie. Het referendum is daarom een vorm van directe democratie.

Referenda worden vaak gehouden bij grote en belangrijke vraagstukken, zoals het goedkeuren van een nieuwe grondwet, het lidmaatschap van de Europese Unie, het adopteren van de euro, het invoeren van abortus of het homohuwelijk of het afschaffen van de monarchie. Overigens hoeft dit niet standaard te gebeuren en het verschilt per land hoe vaak en wanneer een referendum wordt gehouden. In België en Nederland komen (nationale) referenda vrij weinig voor. Zwitserland daarentegen heeft jaarlijks wel een stuk of tien referenda, aangezien het daar gebruikelijk is dat het volk zich mag uitspreken in kwesties.

Soorten

Referenda komen in allerlei soorten. De specifieke wetten voor referenda verschillen dan ook per land en per regio. Hieronder worden typen referenda besproken.

Bindend v. niet-bindend

Een ander voorbeeld van een bindend referendum is het Italiaans referendum over de monarchie in 1946. Italië was een monarchie en kiezers konden kiezen tussen het behoud van de monarchie of het worden van een republiek. 54% van de bevolking besloot dat Italië een republiek moest worden.

Er bestaat een verschil tussen bindende en niet-bindende referenda. Een bindend referendum heeft politieke consequenties. De regering moet zich aan de uitslag van het referendum houden als genoeg mensen stemmen. Dat gebeurt ook als de regering het niet eens is met de uitslag. Het bekendste voorbeeld van een bindend referendum is het Brexit-referendum in 2016. Het Verenigd Koninkrijk was oorspronkelijk een lidstaat van de Europese Unie (EU), maar veel Britten waren tegen het EU-lidmaatschap. Premier David Cameron beloofde om een referendum te houden als hij herkozen werd. Zijn eigen partij (de Conservative Party) was verdeeld over de kwestie. Cameron werd herkozen en enkele maanden later vond het referendum plaats. 51,9% van de Britten stemden toen vóór de Brexit (om de EU te verlaten). Aangezien het referendum bindend was, moest het Verenigd Koninkrijk de EU verlaten.

Een referendum kan ook niet-bindend zijn. Dat betekent dat de uitslag niet opgevolgd hoeft te worden, zelfs als genoeg mensen stemmen. Soms wordt dat ook wel een raadgevend referendum genoemd. De uitslag is slechts een advies aan de regering. De regering hoeft dat advies niet op te volgen, maar mag dat natuurlijk wel doen. Een voorbeeld hiervan is het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne uit 2016 in Nederland. 61,1% van de stemmers stemde tegen het associatieverdrag. Toch hoefde de uitslag niet opgevolgd te worden. Het referendum was namelijk niet-bindend. Het kabinet-Rutte II besloot daarom om de uitslag naast zich neer te leggen en het verdrag alsnog te tekenen.

Correctief referendum

Een correctief referendum is een referendum dat na het aannemen van een bepaalde wet gehouden wordt. Het kan voorkomen dat een wet wordt aangenomen, waarmee een deel van het volk niet blij is. Tijdens een correctief referendum hebben zij de mogelijkheid om zich hierover uit te spreken. Het referendum bepaalt of er genoeg steun is voor de wet. Het volk corrigeert als het ware de politiek.

Een correctief referendum is meestal bindend. De uitslag heeft dus politieke gevolgen.

Raadplegend referendum v. volksinitiatief

Een raadplegend referendum is een referendum dat door de politiek is bedacht. Het parlement of de regering komt het een idee voor een referendum. Het bekendste voorbeeld van een raadplegend referendum was het referendum over de Europese grondwet uit 2005. De Europese grondwet was een voorstel om de Europese Unie een grondwet te geven. De individuele lidstaten moesten wel allemaal akkoord gaan. De regeringen van Spanje, Luxemburg, Nederland en Frankrijk besloten een raadplegend referendum te houden. De Europese grondwet werd afgeblazen toen een meerderheid in Nederland en Frankrijk tegen de grondwet stemde.

Een volksinitiatief is een referendum dat van buiten de politiek komt. Volksinitiatieven worden bedacht door belangenorganisaties of andere groepen. Zij verzamelen handtekeningen en proberen op deze manier ervoor te zorgen dat er een referendum wordt gehouden. Het referendum over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (ook wel bekend als het Sleepwetreferendum) in Nederland is een voorbeeld van een volksinitiatief.

Keuzereferendum

Vaak is een referendum een gesloten vraag. Je kunt dan alleen ja of nee (of "geen mening/blanco") aanduiden.

Bij een keuzereferendum zijn er meerdere keuzes. Een voorbeeld hiervan is het burgemeestersreferendum in Nederland, wat bestond tussen 2001 en 2008. In Nederland worden burgemeesters benoemd door de Kroon (regering + Koning), terwijl andere landen burgemeesters (in)direct door de bevolking laten kiezen. Om de bevolking van een gemeente inspraak te geven bestond het burgemeestersreferendum. Inwoners konden uit twee of meerdere kandidaten kiezen.

Ledenreferendum

Soms houden politieke partijen ook referenda. In deze referenda stellen ze aan hun leden een bepaalde een vraag. Soms vragen politieke partijen aan hun leden om de lijsttrekker voor de volgende verkiezingen te kiezen (lijsttrekkersverkiezingen), of vragen ze aan hun leden of ze vóór of tégen iets zijn (ledenreferendum of ledenraadpleging).

Voor- en tegenstanders

Het referendum is een politieke kwestie met zowel voor- als tegenstanders. Dit kopje gaat over argumenten die voor- en tegenstanders vaak gebruiken om hun standpunt te verdedigen.[1][2]

Voorstanders

Enkele argumenten vóór een referendum zijn:

In Zwitserland zijn referendum een belangrijk onderdeel van de democratie. Per jaar vinden er meerdere (nationale) referenda plaats. Zwitserland staat tevens bekend als een van de meest democratische landen ter wereld.
  • Een referendum kan een noodrem zijn op de regering. Een regering kan een maatregel nemen die (diep) onpopulair is in het land. Desondanks kan de regering in zo'n geval genoeg zetels hebben om deze maatregel uit te voeren. Een (correctief) referendum kan de mogelijkheid bieden om de maatregel alsnog tegen te houden. Een referendum is dus een controlevraag aan de bevolking: "Wil het volk echt dat...?"
  • Een referendum zorgt voor maatschappelijk debat. Referenda kunnen burgers bij de politiek betrekken door hen rechtstreeks over wetten na te laten denken. Voor referenda wordt er campagne gevoerd. Ook vinden er debatten plaats en kunnen inwoners met elkaar argumenten uitwisselen. Dat kan helpen om de mensen meer bij de politiek te betrekken.
  • Een referendum vergroot de democratie. Referenda zijn een vorm van directe democratie. In plaats van anderen te kiezen die stemmen, stemt een inwoner direct voor beleid. De tussenpersoon verdwijnt. Volgens voorstanders is dat democratischer, aangezien er altijd verschillen zijn tussen de standpunten van kiezers en politici.
  • Een referendum heeft een meerderheid nodig. Referenda zorgen er dus voor dat beleid een meerderheid van de bevolking achter zich krijgt. Een referendum kan dus als bevestiging worden gezien van het hebben van een meerderheid.

Tegenstanders

Enkele argumenten tegen een referendum zijn:

De Brexit-campagne van de UK Independence Party werd van misinformatie beschuldigd. De partij zou de kosten van het Britse EU-lidmaatschap hebben overdreven.
  • Een referendum past niet in een representatieve democratie. Nederland en België zijn representatieve democratieën, waarbij de bevolking politici kiest die voor hen stemmen over wetgeving. Een referendum is juist directe democratie. Volgens tegenstanders ondermijnt het referendum de representatieve democratie.
  • Bij een referendum kan "linking" een rol spelen. Dat betekent dat een inwoner dingen meeweegt in zijn/haar beslissing die helemaal niets met het onderwerp te maken hebben. Zo kan een inwoner tegen of voor stemmen, omdat de regeringspartijen een andere mening hebben. De mening van de persoon speelt geen rol, maar juist de haat tegenover de regerende partijen.
  • Een referendum is vertragend. Referenda hebben veel planning nodig; veel meer dan een stemming in het parlement. Wetgeving kan hierdoor met maanden of jaren worden uitgesteld. In sommige gevallen is het juist belangrijk dat er snel nieuwe wetgeving komt.
  • Een referendum is duur. Het organiseren van referenda brengt een hoop kosten met zich mee. Het is goedkoper om een stemming in het parlement te houden.
  • Een referendum kan de rechten van minderheden aantasten. Minderheden worden vaak slecht vertegenwoordigd in de samenleving. Hierdoor is er weinig aandacht voor hun standpunt. Een referendum kan ervoor zorgen dat de rechten verdwijnen of hun kwesties fout gerepresenteerd worden. Dit kan ook deels door foute informatie of vooroordelen komen.
  • De uitslag van een referendum kan door fake news (misinformatie) beïnvloedt worden. Hierdoor nemen inwoners een keuze gebaseerd op verkeerde informatie.

Alternatieven voor het referendum

Een referendum is een vorm van burgerparticipatie. Burgerparticipatie is het betrekken van burgers bij de politiek. Het referendum is hier een bekend voorbeeld van, maar niet enige voorbeeld. Er bestaan dus ook alternatieven voor het referendum.

Een voorbeeld is een burgerforum of burgerberaad. Dat is een groep van inwoners die via loten (dus willekeurig) gekozen worden. Zij vormen een afspiegeling van de samenleving. Een burgerforum is dus net zo divers als de samenleving. De verschillende groepen in de samenleving (gender, opleidingsniveau, culturele achtergrond, leeftijd, etc.) komen ook het burgerforum voor. Het burgerforum geeft vervolgens de regering advies over bepaalde onderwerpen. Het burgerforum kan eventueel ook met eigen ideeën over dat onderwerp komen. Deze ideeën kunnen weer door de regering worden overgenomen.[3]

Een ander voorbeeld is een internetconsultatie. Burgers, bedrijven en (belangen)organisaties komen samen in een online vergadering. Ze leren over wetgeving, geven hun mening en wisselen ideeën uit. Het idee is om wetgeving transparanter te maken.[4]

In verschillende landen

België

De uitslag van het referendum over de Koningskwestie.

Tijdens de gehele Belgische geschiedenis is er slechts één nationaal referendum gehouden. Op 12 maart 1950 moesten alle stemgerechtigde Belgen stemmen over de koningskwestie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog has de Belgische koning Leopold III samengewerkt met de Nazi's. Terwijl de Belgische regering naar Londen gevlucht was, bleef de koning achter in zijn land. Leopold III toonde geen respect voor de Belgische regering in ballingschap. Ook weigerde hij de goede daden van het Belgische verzet en de regering te erkennen. Toen België in 1944 bevrijd werd, was de koning niet welkom. Hij verbleef in Zwitserland, terwijl zijn broer (als regent) zijn taken overnam.

In Belgische politiek was er discussie over de terugkeer van Leopold III. De Christelijke Volkspartij (CVP) was van mening dat Leopold III moest terugkeren naar België. De andere politieke partijen waren echter tegen zijn terugkeer. De discussie over de Koningskwestie laaide in 1950 zo erg op dat de Christelijke Volkspartij een absolute meerderheid kreeg. De regering besloot vervolgens een referendum te houden over de Koningskwestie. 57% van de stemmers stemde voor de terugkeer van Leopold III. Overigens trad Leopold III één jaar af na grote protesten en gaf de troon aan zijn zoon Boudewijn.[5]

Sindsdien heeft België geen nationale referenda meer gehad. Op gemeentelijk niveau zijn er soms wel referenda, maar deze zijn niet-bindend. Ze geven slechts een advies aan het gemeentebestuur.

Nederland

In de Nederlandse geschiedenis zijn er enkele referenda geweest. In de tijd van de Bataafse Republiek werden experimenten gehouden met het referendum. In 1797 en 1798 vonden er twee referenda plaats over de grondwet.[6] Het zou tot 1952 duren voordat er nieuwe experimenten werden gehouden. In dat jaar vond het Proefreferendum Europese Eenwording plaats. In Delft en Bolsward mochten mensen zich uitspreken over een verenigd Europa met democratie en grondwet. De opkomst was hoog, maar het referendum was niet-bindend en had ook geen directe gevolgen.[7] In Nederland hadden christelijke partijen (zoals de ARP, de KVP en later het CDA) tijdens de 20e eeuw vrijwel altijd een meerderheid of waren onderdeel van de regering. Deze partijen waren tegenstander van het referendum, waardoor de na 1952 geen nieuwe proeven gehouden werden.

Het laatste Nederlandse referendum (Referendum over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten) vond plaats op 21 maart 2018.

In 1983 waren er plannen om het referendum in te voeren als onderdeel van de herziening van de grondwet. Hiermee is nooit iets gebeurd. Het referendum kreeg tijdens de jaren 1990 opnieuw aandacht. Met het aantreden van kabinet-Kok I en -Kok II (PvdA, VVD en D66) had Nederland een regering zonder christelijke partijen. Voornamelijk D66 wilde graag het referendum invoeren. De regering was van plan om een bindend correctief referendum in te voeren, maar hiervoor was een grondwetswijziging nodig. De regeringspartijen hadden voldoende zetels in het parlement, maar het wetsvoorstel strandde onverwachts in de Eerste Kamer tijdens de Nacht van Wiegel in 1999. Toen stemde Eerste Kamerlid Hans Wiegel (VVD) onverwachts tegen het wetsvoorstel, waardoor er net niet genoeg stemmen waren. De grondwetswijziging en het referendum gingen niet door.[8]

Na 1999 verdween de roep om het referendum niet. In 2005 werd er een referendum over de Europese grondwet gehouden. Dat was het eerste nationale referendum sinds de Bataafse Republiek.[9] Tussen 2015 en 2018 maakte de wet raadgevend referendum het mogelijk om volksinitiatieven te houden. Van deze wet is tweemaal gebruik gemaakt:

Beide referenda waren niet-bindend, waardoor de regering de uitslag niet hoefde op te volgen. De wet raadgevende referendum verdween op 10 juli 2018.[10]

In 2017 diende de SP een wetsvoorstel in om een bindend correctief referendum in te voeren. Dat voorstel had niet genoeg steun. In 2019 diende de SP opnieuw een voorstel in, wat opnieuw niet genoeg steun had. Een derde poging in 2022 lukte wel. Beide kamers van het Nederlandse parlement gingen akkoord. Voor het referendum is echter een grondwetswijziging nodig. Hierdoor moet de wet tweemaal goedgekeurd worden door beide kamers met tussentijdse verkiezingen. Momenteel is er een mogelijke meerderheid in de Eerste en Tweede Kamer voor het wetsvoorstel.

In Nederland zijn de volgende partijen voorstander van het referendum: PVV[11][12], GroenLinks-PvdA[13][14], NSC [15], D66[16], BBB[17], FvD[18], JA21[19], Partij voor de Dieren (PvdD)[20], 50PLUS[21] en SP[22]. Tegenstanders van het referendum zijn VVD[23], CDA[24], SGP[25], ChristenUnie[26] en Volt. DENK heeft geen duidelijk standpunt over het referendum.

Zwitserland

Een poster om "ja" te stemmen voor toetreding tot de Volkenbond (de voorloper van de Verenigde Naties). Het referendum werd in 1920 gehouden en een meerderheid stemde voor.

In Zwitserland komen referenda redelijk vaak voor. Per jaar vinden meerdere (nationale) referenda plaats. Naast nationale referenda vinden er ook op kanton- en gemeenteniveau referenda plaats. In Zwitserland zijn er twee soorten referenda:

  • Optionele referenda: Dat zijn correctieve referenda. Als het Zwitsers parlement iets besloten heeft, kunnen inwoners een referendum aanvragen. Hiervoor moeten zij binnen 100 dagen 50.000 geldige handtekeningen aanvragen. Als zij aan deze voorwaarde voldoen, moet er een referendum plaatsvinden. De uitslag van het referendum is bindend. Enkel als een meerderheid van de stemmers akkoord gaat, wordt de wet ook daadwerkelijk een wet. Ook is het mogelijk om een referendum over internationale verdragen te houden. Op gemeente- en kantonniveau is dit ook mogelijk, maar met andere voorwaarden.
  • Verplichte referenda: Op landelijk niveau zijn er ook verplichte referenda. Als de Zwitserse regering de grondwet wil veranderen, moet er een referendum plaatsvinden. Voor grondwettelijke wijzigingen is niet alleen een meerderheid van de kiezers nodig. Ook moet een meerderheid van de kantons voorstemmen. Op kanton- en gemeenteniveau zijn er ook verplichte referenda.[27]

In Zwitserland worden er meestal meerdere referenda op één dag gehouden. In aanloop naar de referenda nemen politieke partijen en organisaties een standpunt in. In Zwitserland wordt campagne gevoerd voor referenda als voor verkiezingen. Naast een stempas ontvangen kiezers thuis ook extra informatie over het onderwerp en de standpunten van politieke partijen.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Referendum&oldid=897221"