Kabinet-Rutte II
Rutte II | |
---|---|
Land | Nederland |
Gekozen bij de | Tweede Kamerverkiezingen 2012 |
Begin termijn | 5 november 2012 |
Demissionair | 14 maart 2017 |
Einde termijn | 26 oktober 2017 |
Kabinet | |
Kabinet | Rutte II |
Partij(en) | VVD & PvdA |
Regeringsleider | premier Mark Rutte Volkspartij voor Vrijheid en Democratie |
Viceregeringsleider(s) | vicepremier Lodewijk Asscher (PvdA) |
Richting | Centrum |
Signatuur | Liberaal-sociaaldemocratisch Paars |
Parlement | |
Parlement | Tweede Kamer |
Regering | VVD & PvdA (79 van de 150 zetels) |
Oppositieleider | Geert Wilders Partij voor de Vrijheid |
Portaal Politiek |
Het kabinet-Rutte II of kabinet-Rutte-Asscher was het regerende kabinet van 6 november 2012 tot en met 26 oktober 2017. In het kabinet zaten twee politieke partijen, de VVD en de PvdA. De premier van het kabinet was Mark Rutte. Het kabinet-Rutte II is de opvolger van het kabinet-Rutte I
Verloop
Informatie
Portret | Informateur | Termijn | |
---|---|---|---|
H.G.J. (Henk) Kamp (VVD) |
20 september 2012 - 30 oktober 2012 | ||
drs. W.J. (Wouter) Bos (PvdA) |
In 2012 had de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) de meeste stemmen voor de verkiezingen van de Tweede Kamer. Toch had de VVD geen meerderheid, dit wil zeggen dat ze in de Tweede kamer meer dan 75 zetels hebben. Daarom moest(en) er een andere partij(en) worden gezocht. Dit was voor de Tweede Kamer, maar ook voor het vormen van een kabinet (een kabinetsformatie). Dit ging onder leiding van Henk Kamp. Hij was de verkenner, een soort van leider. Hij was ook, samen met Wouter Bos, informateur. Dit is iemand die een partij of meerdere partijen zoekt voor het vormen van een kabinet. Mark Rutte was de formateur, hij zorgde ervoor dat een plan wel of niet doorging. Mark Rutte gaf toestemming aan de Partij van de Arbeid (PvdA) om toe te treden tot het kabinet.
Formatie
Portret | Formateur | Termijn | |
---|---|---|---|
drs. M. (Mark) Rutte (VVD) |
31 oktober 2012 - 5 november 2012 |
Kabinet-Rutte II was het eerste kabinet waarbij toenmalig koningin Beatrix geen rol speelde bij de kabinetsformatie. Het vormen van een kabinet duurde in totaal 54 dagen, wat vrij snel is. Op 5 november 2012 werd het kabinet beëdigd door de toenmalige koningin. Dit was ook de eerste keer waarbij dit op radio en televisie te volgen was.
Het motto van het kabinet was Bruggen slaan. Ook werden een aantal ministers gewijzigd. Als eerste werd het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie vervangen door het Ministerie van Economische Zaken. Ook is er in kabinet-Rutte II geen minister voor Immigratie, Integratie en Asiel meer. Hiervoor in de plaats kwamen er twee nieuwe ministers. De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de minister voor Wonen en Rijksdienst.
Voordat er al het kabinet-Rutte II was beëdigd, was het al onduidelijk over de inkomensafhankelijke zorgpremie. De inkomensafhankelijke zorgpremie is een plan over de premie(geldbedrag wat je per maand betaald aan de zekering) van je zorgverzekering afhankelijk is van hetgeen je verdient (inkomen). Dus als je veel verdient moet je ook meer premie betalen dan iemand die minder verdient. De VVD en PvdA hadden geen minderheid in de Eerste Kamer en daarom zouden de plannen niet doorgaan. Het plan ging niet door en het hele regeerakkoord werd opnieuw besproken. De inkomensafhankelijke zorgpremie staat niet meer in het akkoord, maar er wordt wel aan gewerkt om het in een andere vorm terug te brengen.
Positie in de Eerste Kamer
In de Eerste Kamer heeft het kabinet een minderheid, dit wil zeggen dat zij niet meer dan 37 zetels hebben (75 zetels zijn er in totaal). Het kabinet heeft er slechts 30. Als het kabinet plannen maakt zouden ze wel de Tweede Kamer doorkomen (wat daar hebben ze 77 van de 150 zetels), maar dan zouden de plannen niet de Eerste kamer doorkomen. Daarom wordt er overlegt met andere partijen, al moeten hiervoor de plannen wel vaak aangepast worden. Er wordt vaak overlegd met het CDA, D66+ChristenUnie+SGP, D66+GroenLinks, PVV en de SP. Via deze partijen of combinaties heeft het kabinet dan een meerderheid voor één of meerdere plannen goed te keuren.
In het begin werd vaak overlegt met het CDA en GroenLinks. Dit ging vaak over de verbetering van het onderwijs en geld voor de kinderopvang. Daarnaast hadden het pensioen nog een belangrijke rol. Na Prinsjesdag in 2013 werd er onderhandeld over de begroting. De SP en PVV waren niet geïnteresseerd, de Partij voor de Dieren, 50plus, CDA en GroenLinks haakte af. Toen werd er onderhandeld met D66, ChristenUnie en SGP. De onderhandelingen gingen over de plannen die door de Eerste Kamer gekregen moesten. De drie partijen steunden het kabinet en er ontstond een kleine meerderheid van 38 zetels.
Het woonakkoord, een plan om de koop en verkoop van huizen aantrekkelijker te maken, moest ook goedgekeurd worden door de Eerste Kamer. Adri Duivensteijn wilde tegen het akkoord stemmen, maar zijn stem was heel belangrijk (want anders was er geen meerderheid). Uiteindelijk paste Stef Blok het plan aan en Duivensteijn stemde voor. Op 16 december 2014 werd het wetsvoorstel ter beperking van de vrije artsenkeuze afgekeurd. Dit was een voorstel voor een wet bij je niet in elk ziekenhuis behandeld zou kunnen worden, dit zou afhankelijk zijn bij welke verzekeraar en welke verzekering je hebt. Twee leden van de Eerste Kamer stemde tegen.
Positie in de Tweede Kamer
Dan was er nog het woonakkoord, een plan om de koop en verkoop van huizen aantrekkelijker te maken. Eerst werd onderhandeld met het CDA, dit mislukte. Hierna werd onderhandeld met de SGP, ChristenUnie en D66. Deze onderhandelingen gingen goed en het woonakkoord ging door. Toch noemde Adri Duivesteijn de plannen ondoordacht (er was niet goed over nagedacht). Ook wilde het kabinet de huur van huizen verhogen, wat met de hakken over de sloot door de Eerste Kamer werd goedgekeurd.
Daarnaast kreeg het kabinet nog een aantal tegenslagen te verduren. Zo kregen Fred Teevens en Frans Weekers bijna een motie van wantrouwen, dit betekend dat het niet zeker is je als minister of staatssecretaris(onderminister) volgens de Tweede Kamer te vertrouwen bent. Fred Teevens kreeg bijna een motie van wantrouwen vanwege de zelfmoord van de Russische asielzoeker Aleksandr Dolmatov. Frans Weekers kreeg bijna een motie van wantrouwen omdat hij Bulgaren die fraude pleegde zou hebben geholpen. Later diende Geert Wilders opnieuw een motie van wantrouwen in tegen Weekers.
Op 15 februari 2014 was er een brief van de ministers Ronald Plasterk en Jeanine Hennis-Plasschaert. In de brief stond dat de Nederlandse inlichtingendienst (de AIVD) 1,8 miljoen gesprekken had afgeluisterd. Veel partijen waren boos, waaronder de VVD. Ronald Plasterk had immers in oktober 2013 gezegd dat de AIVD de gesprekken niet had afgeluisterd, maar de Amerikaanse NSA. Daarom kwam er een motie van wantrouwen tegen Plasterk, maar deze ging uiteindelijk niet door.
Op 25 februari 2014 gaf de ChristenUnie aan dat het het kabinet niet meer zou steunen als illegaliteit (in een land zijn zonder toestemming te hebben) strafbaar zou worden. Halbe Zijlstra van de VVD zei dat de partij mag tegenstemmen, maar er wel wordt verwacht de partij zich aan de afspraken zou houden. In augustus 2014 stemde de ChristenUnie, SGP en D66 voor de begroting (verwachte inkomsten en uitgaven van de staat) van 2015. Op 13 november 2014 zijn de Tweede Kamerleden Tunahan Kuzu en Selçuk Öztürk uit de PvdA gezet, toch mochten zij lid blijven van de Tweede Kamer en de PvdA en de VVD hadden toch nog een meerderheid. Op 19 maart keerde Johan Houwers terug in de Tweede Kamer. Hij zou in de Tweede Kamer zitten voor de VVD, maar de VVD wilde dit niet omdat Houwers fraude had gepleegd met hypotheken. Toch bleef hij in de kamer zitten, als lid dat bij géén partij hoort.
Op 28 oktober 2015 trad staatssecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur en Milieu af. Ze had de Tweede Kamer in de kwestie rond de Fyratrein niet goed geïnformeerd, wat als onacceptabel wordt gezien. Op 3 oktober 2015 werd Sharon Dijksma de nieuwe staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. Zij was daarvoor staatssecretaris van Economische Zaken. In die functie werd zij opgevolgd door Martijn van Dam.
Bewindspersonen
Zie ook