Chester A. Arthur
Chester A. Arthur | |
---|---|
Chester A. Arthur | |
Naam voluit | Chester Alan Arthur |
Geboren | 5 oktober 1829 |
Geboren te | Fairfield, Vermont |
Overleden | 18 november 1886 |
Overleden te | New York City, New York |
Gehuwd met | Ellen Arthur |
Partij | Republikeinse Partij |
Religie | Episcopalisme |
Functie | 21e president van de Verenigde Staten |
Aantreden | 19 september 1881 |
Aftreden | 4 maart 1885 |
Voorganger | James A. Garfield |
Opvolger | Grover Cleveland |
Functie(s) | |
21e president van de Verenigde Staten 20e vicepresident van de Verenigde Staten | |
Portaal Politiek |
Chester Alan Arthur (5 oktober 1829 - 18 november 1886), was tussen 1881 en 1885 de eenentwintigste president van de Verenigde Staten. Arthur was aanvankelijk vicepresident onder James A. Garfield. Toen president Garfield vermoord werd in 1881, volgde Arthur hem op al president. Arthur was president namens de Republikeinse Partij.
Arthur had gediend in de Amerikaanse Burgeroorlog en was ambtenaar onder Ulysses S. Grant en Rutherford B. Hayes. Toen Garfield president werd, werd Arthur zijn vicepresident, en later werd Arthur president toen Garfield overleed. Arthur was in het begin erg onpopulair. Zijn belangrijkste beslissingen waren het heropbouwen van de Amerikaanse marine en het verbannen van immigranten uit China. Arthur was een corrupt politicus. Hierdoor dachten veel mensen dat hij zijn macht als president zou misbruiken. Deze mensen hadden het echter fout. Arthur wist hoe hij andere corrupte politici en bankiers kon ontmaskeren, aangezien hij veel goede contacten had. Hierdoor bestreed hij juist corruptie. Arthur werd hierdoor enorm populair, maar besloot zich niet voor een tweede termijn verkiesbar te stellen. Arthur werd opgevolgd door Grover Cleveland.
Levensloop
Jeugd en opleiding
Chester A. Arthur werd geboren op 5 oktober 1829 in Fairfield in de staat Vermont. Hij was de zoon van Malvina Stone en William Arthur. Zijn moeder kwam uit Vermont, terwijl zijn vader uit Ierland kwam. Zijn vader was een fel tegenstander van de slavernij, wat hem bij bepaalde mensen niet erg populair maakte. Hierdoor moest de familie vaak verhuizen en kwam uiteindelijk in Schenectady, New York terecht. Over Arthurs afkomst was tijdens zijn vicepresidentschap en presidentschap veel te doen. Er gingen geruchten dat Arthur niet geboren was in Vermont, maar net over de grens in Canada of in Ierland. Hiermee stelden mensen dat Arthur niet het recht had om (vice)president te zijn, aangezien hij niet in de Verenigde Staten geboren zou zijn. Dit is nooit bewezen, maar er zijn nog steeds mensen die beweren dat dit wel zo is.
Arthur ging naar school in verschillende steden in de staat New York. Tijdens zijn schooltijd raakte hij geïnteresseerd in de politiek. Arthur was aanhanger van de Whig Party; de tegenstanders van de Democratische Partij. Ook was hij lid van een organisatie die een onafhankelijk Ierland steunde. Hierdoor droeg hij vaak een groene jas. Ook was hij voorzitter van het debatteam. In 184 studeerde hij af en werd leraar. Daarnaast ging hij rechten leren, waar hij James A. Garfield ontmoette. Arthur verhuisde in 1852 naar het plaatsje Cohoes in New York en ging aan het werk als advocaat.
Arthur en de slavernij
Net als zijn vader was Arthur een tegenstander van de slavernij. In de staat New York werkte hij als advocaat. New York was een vrije staat, wat betekent dat de slavernij was afgeschaft. Jonathan Lemmon was een slavenhouder uit de staat Virginia en reed met acht slaven door de staat New York heen. De staat New York sleepte hem voor de rechter, aangezien slavernij in New York was afgeschaft. Arthur was aanklager namens New York en stelde dat de slaven bevrijd werden bij aankomst in New York. Arthur won de zaak en werd hierdoor erg bekend. Al eerder stond hij een Afro-Amerikaanse vrouw bij, die niet mocht zitten in een bus aangezien ze Afro-Amerikaans was. Ook deze zaak werd door Arthur gewonnen.
In 1856 ontmoette hij Ellen Herndon, waarmee hij later zou trouwen. Het paar kreeg drie kinderen:
- William Lewis Arthur
- Chester Alan Arthur II
- Ellen Hansbrough Herndon "Nell" Arthur Pinkerton
Rond deze tijd werd hij ook lid van de Republikeinse Partij. Arthur diende in de Amerikaanse Burgeroorlog en voerde oorlog in de schiereilandcampagne. Na de oorlog trok hij terug naar New York en deed pogingen om senator te worden. Arthur werd echter niet gekozen en ging verder met zijn werk als advocaat. Arthur voerde campagne voor Abraham Lincoln in de verkiezingen van 1864 en woonde ook zijn tweede inauguratie bij.
Politieke carrière in New York
Na de Amerikaanse Burgeroorlog was de Republikeinse Partij erg populair. In New York was de partij erg gematigd. Arthur was politicus namens de Republikeinen in New York. Hij was erg trouw aan de partij en kwam zelden uit voor zijn eigen mening. Arthur vertegenwoordigde Ulysses S. Grant tijdens de verkiezingen van 1868. Na de verkiezingen hield Arthur zich meer met de politiek bezig. Arthur werd aangewezen tot een positie in de commissie voor belastingen in New York, wat hij bleef tot aan 1870. In 1871 werd hij lid van de belastingcommissie van de gehele Verenigde Staten, wat hij bleef tot aan 1876. Hij stopte na een clash met andere belangrijke Republikein. President Grant werd opgevolgd door president Rutherford B. Hayes, die het belastingstelsel wilde veranderen. Hayes besloot het aantal mensen in de commissies te verminderen. Dit leidde tot een breuk met Arthur.
Vicepresidentschap
Arthur wilde zich verkiesbaar stellen voor de verkiezingen van 1880 namens de Republikeinen. De Republikeinse Partij koos echter James A. Garfield als hun kandidaat. Garfield koos vervolgens Arthur als zijn running mate. Garfield koos Arthur, aangezien Arthur een populaire naam was in New York. Hiermee hoopte hij New York te winnen, aangezien New York toentertijd de meeste kiesmannen had. Tegen de verwachtingen in won Garfield het presidentschap. Arthur werd hierdoor zijn vicepresident. Doordat er in de Amerikaanse Senaat evenveel Republikeinen als Democraten waren, had Arthur de beslissende stem. Dit was belangrijk om wetten van de Republikeinen door de Senaat heen te krijgen. Arthur hield zich daardoor tijdens zijn vicepresidentschap vooral met de Senaat bezig.
Zijn vicepresidentschap duurde niet lang. Op 2 juli datzelfde jaar werd Garfield beschoten door Charles J. Guiteau. Garfield overleefde de aanslag, maar was zwaargewond. Zijn wonden heelden echter niet en Garfield overleed een maand later aan zijn verwondingen. Garfield was hierdoor slechts negen maanden president. Wanneer een president overlijdt, volgt zijn vicepresident hem op. Chester A. Arthur werd hierdoor de nieuwe president van de Verenigde Staten.
Presidentschap
Op 22 september 1881 werd Arthur officieel de nieuwe president van de Verenigde Staten. Doordat zijn vrouw was overleden, diende zijn zus als first lady. Arthur werd hierdoor de bekendste vrijgezel in Washington D.C. Arthur kwam al vrij snel in conflict met zijn ministers. Bepaalde ministers stapten zelfs op. Arthur had een slechte reputatie in Washington D.C. Veel politici daar zagen hem als een man uit de grote steden, die enkel geïnteresseerd was in geld. Arthur werd echter populair nadat hij de ambtenaren hervormden. Veel ambtenaren verdienden te veel geld en veel Amerikanen waren daartegen. Arthur besloot de uitgaven van de overheid te verminderen door de ambtenaren minder geld te geven. Veel Amerikanen verwachtten dit niet. Arthur werd gezien als corrupt, maar dit veranderde wanneer hij besloot corruptie te bestrijden. Volgens Arthur moesten ambtenaren functies krijgen op basis van verdienste en niet of ze bij een bepaalde politieke partij hoorden. Arthur werd populair door zijn harde aanpak van corruptie; iets wat een groot probleem was toentertijd. Arthur kon dit heel makkelijk, aangezien hij wist waar de corruptie te vinden was en wie erbij betrokken was.
Tijdens Arthurs presidentschap ontstond ook een begrotingsoverschot; dit betekent dat de overheid meer inkomsten had dan uitgaven. Arthur gebruikte dit om de belastingen te verlagen en besloot ook het belastingstelsel te versimpelen. Onder zijn presidentschap kwam er ook een wet om de rivieren in de Verenigde Staten bevaarbaarder te maken. Vooral in de Ohio en Mississippi werden zandbanken verwijderd. Arthur was hier niet tegen, maar vond dat het plan te groots was. Hierdoor diende hij een veto in, maar het Amerikaans Congres nam de wet opnieuw aan. Doordat er veel immigranten kwamen naar de Verenigde Staten pleitte Arthur voor een wet die immigratie zou regelen. Deze wet zorgde ervoor dat immigranten 50 cent belasting moesten betalen en criminelen, gehandicapten en armen de toegang tot de VS werden ontzegt. Ook kwam er een speciale wet waardoor alle Chinese immigranten de toegang tot de Verenigde Staten werden ontzegt voor een periode van 10 jaar. Arthur breidde daarnaast de Amerikaanse marine uit.
Op het gebied van burgerrechten heeft Arthur weinig bereikt. Onder zijn presidentschap zijn de rechten voor Afro-Amerikanen zelfs achteruitgegaan. Afro-Amerikanen hadden toentertijd als stemrecht, maar in het zuiden hadden Afro-Amerikanen te maken met allerlei belemmeringen om te kunnen stemmen. Het Amerikaans Hooggerechtshof stelde dat de Amerikaanse overheid hier niets tegen kon doen. Arthur was het hier niet mee eens en wilde dat het Amerikaans Congres een nieuwe kieswet maakte, wat niet gebeurde. Arthur probeerde samen te werken met onafhankelijke kiezers in de Zuidelijke Staten om de levensomstandigheden van Afro-Amerikanen te verbeteren. Ook dit faalde. Onder Arthur werd polygamie officieel verboden en opende een reservaat voor inheemse inwoners. Hoewel Arthur ervoor wilde zorgen dat inheemse inwoners land konden bezitten, zag het Amerikaans Congres hier niets in. Aan het einde van zijn presidentschap begon Arthur last te krijgen van zijn nieren en er ontstonden geruchten dat de president ziek was. Arthur had last van nefritis. Dit zijn ontstekingen in de nieren, waardoor deze niet goed kunnen functioneren. Hierdoor besloot Arthur zich niet verkiesbaar te stellen voor een tweede termijn. Hij steunde de Republikeinse kandidaat James G. Blaine, die de verkiezingen verloor van de Democraat Grover Cleveland.
Laatste jaren
Na zijn presidentschap ging Arthur terug naar New York. Arthur werd benaderd om senator te worden, maar weigerde. Zijn gezondheid verslechterde en vanaf het einde van 1885 kon hij vaak niet meer zijn huis uitkomen. Arthur besloot de zomer van 1886 in New London, Connecticut te spenderen. Toen hij terugkwam werd hij nog zieker. Op 16 november 1886 gaf hij de opdracht om al zijn papieren te laten verbranden, de volgende morgen kreeg hij een hersenbloeding. Arthur verloor toen het bewustzijn en overleed op 18 november op 57-jarige leeftijd. Arthur werd begraven in Menands, New York. In 1889 werd er een monument op zijn graf geplaatst.
Reputatie en nagedachtenis
Imago
Chester A. Arthur is een van de onbekendste presidenten van de Verenigde Staten. Net als veel presidenten uit het einde van de 19e eeuw is Arthur tegenwoordig vergeten. Hoewel Arthur tijdens zijn presidentschap erg populair was, verdween zijn reputatie na zijn dood. Arthurs strijd tegen corruptie is hierdoor ook vergeten, net als zijn daden voor de Amerikaanse marine. Arthur wordt door historici als een gemiddelde president gezien.
Monumenten en vernoemingen
De volgens monumenten en vernoemingen zijn opgedragen aan Chester A. Arthur:
- Verschillende posten van het Amerikaanse leger met de naam Arthur.
- Een standbeeld in Madison Square Park in New York City.
- Chester A. Arthur Home in New York City.