Lodewijk XVI van Frankrijk
Lodewijk XVI August of in het Frans Louis XVI August (Louis Seize, geboren in Versailles, Frankrijk, 23 augustus 1754 – onthoofd in Parijs, 21 januari 1793), was de zoon van dauphin Lodewijk van Frankrijk en Maria Josepha van Saksen (1731-1767). Hij volgde zijn opa, koning Lodewijk XV van Frankrijk in 1774 op als koning van Frankrijk en Navarra; zijn vader was al in 1765 gestorven. Hij werd in naam opgevolgd door Lodewijk XVII van Frankrijk, maar in werkelijkheid was Frankrijk bij zijn dood een republiek. Lodewijk kwam uit het Huis Bourbon en was de laatste koning van het Ancién Regime, de tijd van voor de Franse Revolutie.
Leven
Jeugd
Op 23 augustus 1754 werd prins Lodewijk-August geboren in het kasteel van Versailles. Op dat moment was zijn grootvader Lodewijk XV nog aan de macht. Toen hij nog klein was overleed zijn vader, kroonprins Lodewijk Ferdinand. Lodewijk-August werd nu dauphin van Frankrijk, want zijn broer was al dood. Lodewijk was erg onzeker, zijn ouders hadden altijd meer van z'n oudere broer gehouden en Lodewijk had altijd op de tweede plaats gestaan. Hij was wel goed in geschiedenis, Latijn, aardrijkskunde en astronomie. Daarnaast kon hij ook goed Italiaans en Engels spreken en hield hij van jagen met z'n grootvader de koning en spelen met zijn broertjes.
De opvoeding die Lodewijk kreeg was erg strak en geregeld, maar was eigenlijk niet zo goed. Lodewijk trouwde met Marie Antoinette van Oostenrijk en was 19 jaar oud, toen Lodewijk XV in 1774 plotseling ziek werd en stierf. Lodewijk besteeg de troon en was vanaf nu Lodewijk XVI (Louis Seize) van Frankrijk.
Begin koningschap
Koning Lodewijk XV was op een slecht moment gestorven, hij was net bezig zijn enorme schulden af te betalen en de schade van de Zevenjarige Oorlog te herstellen. Ook probeerde hij de Kerk, de Adel en de opstandige Parlementen te bedwingen. Hij wilde zelf z'n land besturen! Lodewijk XVI kwam aan de macht terwijl Lodewijk XV zijn werk nog niet had afgemaakt. Lodewijks eerste actie was niet erg slim: hij riep minister Maurepas op, die door zijn grootvader was verbannen. Maurepas ging meteen alle acties van zijn voorgangers terugdraaien, om wraak te nemen op zijn gehate, dode koning.
Maurepas gaf de adel meer macht en zorgde ervoor dat Lodewijk steeds minder macht had. Lodewijk werd hierdoor bij de adel populair, maar dat weinige gezag zou zijn dood worden.
Lodewijk stelde hierna Jacques Necker aan. Deze man verhoogde de belastingen niet, maar leende heel veel geld. Dit leek op het eerste gezicht slim, maar zorgde er wel voor dat Frankrijk nóg meer schulden kreeg, iets wat trouwens niet moeilijk was. Necker verdween en Charles de Calonne nam zijn plaats in. Hij en de koning bedachten plannen om van Frankrijk meer een democratie te maken. Het parlement van de edelen accepteerde dit niet en was woedend, de Calonne kon de schulden niet afbetalen en werd uitgescholden.
De revolutie komt eraan
Toch wilde Lodewijk het land moderniseren, hij verspreidde zijn ideeën onder het volk, maar dat leek weinig geïnteresseerd. Best raar, want alles wat hij voorstelde was in hun voordeel. Lodewijk begon nu met kleinere hervormingen, maar het Parlement werd toen zo boos dat het eiste om de Staten-Generaal samen te roepen. Dat gebeurde normaal gesproken alleen in donkere tijden en was al meer dan 150 jaar niet gebeurd, dus het is wel duidelijk dat er iets mis is met Frankrijk op dat moment. Als Lodewijks broer, de graaf van Artois, in het Parlement voorstander van Lodewijks ideeën blijkt wordt hij bedreigd.
De koning schrikt nu, het lijkt wel of er een revolutie aankomt. Hij laat zijn plannen maar voor wat ze zijn en neemt een nieuwe minister, de aartsbisschop van Toulouse, die nog meer macht aan het parlement geeft. Een tijdje later heeft de koning weer wat moed: koste wat het kost, hij zál zijn koninkrijk hervormen. Het lukt hem om het parlement van Parijs hun rechten te ontnemen, ze zijn nu alleen maar een rechtbank. Als Lodewijk godsdienstvrijheid, afschaffing van martelingen en meer rechten voor de burgerij voorstelt komt het volk zowat in opstand. Opgezweept door de adel zijn ze een blok aan het been van de koning.
De strijd met de Parlement gaat verder
Het komt zover dat Lodewijk zijn minister Necker weer aan het hof roept. Het volk is blij en verbrandt op straat poppen die de ontslagen minister moeten voorstellen. Necker draait alle acties van zijn voorganger terug en in plaats van Frankrijks schulden af te betalen, zorgt hij er alleen maar voor dat hij meer salaris krijgt. Het volk vindt dit blijkbaar prima en juicht Necker toe, hij wordt populairder dan de koning.
Lodewijk is nu helemaal gedeprimeerd, iedereen is tegen hem. Hij trekt zich terug, maar is vastbesloten om zijn maatregelen door te voeren,
De adel en de geestelijkheid doen nu in alle parlementen die er zijn alles wat ze kunnen om 's konings macht te beperken en het volk onder de duim te houden, wat ze nog lukt ook. Lodewijk is nu de tegenstander van z'n adel en hof, maar het volk wil hem ook niet dus eigenlijk staat hij alleen. Toen zijn oudste zoon stierf was Lodewijk helemaal verdrietig en hij liet het parlement sluiten. De burgerij dacht dat Lodewijk het parlement wilde opheffen en nodigde de adel en de geestelijkheid uit om te overleggen. De Drie Standen zwoeren een dure Eed op de Kaatsbaan: ze zouden pas uit elkaar gaan als er een nieuwe grondwet was.
De koning bedreigd: revolutie!
Dit nieuwe parlement, de Assemblée, graait naar macht. Zij hebben vanaf nu de macht en hun regering slaat om in Terreur. De Uitvoerende (een soort politie) en Rechterlijke macht moesten nu luisteren naar de Wetgevende macht, de Assemblée. Het eeuwenoude systeem waarmee Frankrijk werd bestuurd stort in elkaar, de adel verliest langzaam zijn macht, maar merkt dat nog niet. Op 23 juni 1788 spreekt Lodewijk XVI tegen de Assemblée. Hij geeft toe dat hij fouten heeft gemaakt, maar intussen is hij afkeurend over de nieuwe situatie.
De Assemblée doet hier niks mee en Lodewijk komt in actie, híj is nog altijd de koning van Frankrijk. Het Franse leger wordt voor een deel gemobiliseerd en naar Versailles geroepen om de koning te beschermen. Minister Necker wordt bruut ontslagen en onder leiding van baron Le Tonnelier de Breteuil wordt er een nieuw kabinet ingesteld dat zich niks aantrekt van de opstandigheid van het volk. In een buitenwijk van Parijs waar bijna alleen maar arme mensen wonen wordt de bevolking opgezweept. Boze tongen beweren dat de koning met zijn leger Parijs wil onderdrukken, terwijl hij alleen maar zichzelf wil beschermen! Er breken rellen uit die niet meer bedaren, ze laaien op en de mensen bereiden zich voor om te vechten. Op 17 juli veroveren de burgers een wapenarsenaal en met wapens gaan ze richting de Bastille Saint-Antoine. Ze bestormen de gevangenis en vermoorden de gouverneur, markies de Launay. Zijn hoofd wordt gespietst en rondgedragen, de gevangenen bevrijdt. De Franse Revolutie is een feit.
Vlucht van de koning
Het is inmiddels winter in Frankrijk en het jaar 1791 breekt aan. Lodewijk heeft nu geen macht meer, maar probeert wanhopig om nog in het zadel te blijven, hij is zelfs bereid om van het Franse koninkrijk een constitutionele monarchie te maken. Graaf de Mirabeau, een revolutionair edelman, wil dit ook, maar in april 1791 overlijdt hij en de hoop op een gematigde revolutie verdwijnt. Vanaf nu zal het hard tegen hard gaan.
Lodewijk vlucht, maar bij Varennes-en-Argone (wat niet zo ver van de huidige Belgische grens ligt) wordt hij herkend. De koning wordt teruggevoerd naar Parijs. De Assemblée schrikt hiervan, bijna was de koning ontsnapt, had hij een leger verzameld en was de revolutie onderdrukt en stilgelegd! Vanaf nu accepteren ze Lodewijk als koning, maar dan zonder echte macht.
Dit kan niet goed gaan, de Assemblée splitst zich in verschillende groepen die allemaal de koning willen afzetten. Als de Oostenrijkers onder Leopold II Frankrijk binnenvallen wordt het een chaos, maar Lodewijk probeert er niks tegen te doen. Stiekem hoopt hij dat de Fransen zullen worden verslagen en dat daarna hij, de koning van Frankrijk, écht als leider wordt erkend. Op 9 augustus 1792 plegen de sansculotten, een van de vele groepjes revolutionairen, een staatsgreep. Het stadsbestuur wordt afgezet en de dag daarna worden de Tuilerieën bestormd, de Bestorming van de Bastille 2.0 is een feit.
De Temple
De Assemblée probeert hierna de koning af te zetten, iets wat eigenlijk niet mag. De koning wordt nu opgesloten in een middeleeuwse gevangenis, de Tour du Temple. De Assemblée kan hem verder niks doen en besluit om zich te ontbinden. Hierna wordt de Nationale Conventie opgericht.
De jakobijnen, een soort opvolgers van de sansculotten, bundelen hun krachten en tijdens oneerlijke verkiezingen worden veel kleine groeperingen uit de Nationale Conventie gewerkt. Alleen de Girondijnen en de Jakobijnen blijven over.
Intussen zijn in de Temple de koninklijke familieleden opgesloten. Ze zijn bang voor de toekomst, en hun leven wordt tot een hel gemaakt. Ze mogen geen kranten lezen of iets schrijven en worden gepest en gekweld. Contact met vrienden of met hun familieleden is verboden en de mensen zitten vast zonder dat er überhaupt een beschuldiging tegen hen is uitgesproken.
Proces
December 1792 - Op dit moment wordt koning Lodewijk XVI aangeklaagd door de Nationale Conventie. Dit proces schaadt bijna alle regels van het Recht. Een lijstje van de belangrijkste regels die worden overtreden:
- De rechter is naast rechter óók aanklager en onderzoekt de zaak.
- Wat er gebeurt tijdens het proces is niet geheim.
- De reden van de uitspraak wordt niet genoemd.
- Het is voor de koning verboden om in hoger beroep te gaan.
- Er worden geen getuigen verhoord.
- De advocaten van de koning hebben maar kort de tijd om hem te verdedigen.
- Voor de doodstraf is driekwart van de stemmen nodig, bij het proces van de Lodewijk is dit maar de helft +1.
- De koning is constitutioneel, dat betekent dat zijn ministers verantwoordelijk voor hem zijn. Hij kan in principe dus niet eens aangeklaagd worden.
Maar weinigen durven het op te nemen tegen de Jakobijnen, hun wil is wet. Eén van de mensen die het wel durft is Jean-Denis Lanjuinais. Hij schreeuwt in het publiek: 'Ik zie hier slechts gezworen vijanden van de koning, tegelijkertijd aanklager, getuige, jurylid en rechter, voor misdaden die jullie zélf begaan hebben' . Jean-Paul Marat, een van de grootste tegenstanders van de koning, zorgt ervoor dat als de Conventie stemt over de straf van de koning, iedereen publiekelijk moet stemmen. Dit doet hij zodat de twijfelaars voor de Jakobijnen stemmen, want wie durft in het openbaar de Jakobijnen nou tegen te spreken?
Net voordat de Conventie uitspraak zal doen, spreekt de advocaat van de Koning, Raymond de Sèze. Zijn woorden maken indruk: Ik zoek rechters in uw midden, ik zie slechts aanklagers.. Omdat na deze woorden de Conventie misschien tegen de doodstraf zal stemmen, wordt de uitspraak verplaatst.
Op 16 en 17 januari 1793 wordt er uitspraak gedaan, het is duidelijk, Lodewijk moet dood. Met een kleine meerderheid van 10 stemmen stemt de Conventie voor de doodstraf. Frankrijk schrikt als Lodewijk Filips II van Orléans, edelman en zelf familie van de koning, voor de dood van Lodewijk stemt. Hij verraadt z'n eigen familie. Misschien is dat de reden dat hij kort daarna óók wordt gedood.
Dood
Op 21 januari wordt Lodewijk XVI van Frankrijk onthoofd. Hij is geen koning meer, men noemt hem Citoyen Louis Capet (Burger Louis Capet). s'Ochtends om negen uur wordt hij in een kar gehesen om op weg te gaan naar de guillotine op het Place de Concorde (toen nog Place de la Revolution). De koning is 39 jaar. Aangekomen bij het schavot, bewaakt door 50.000 soldaten, vraagt de koning toestemming om nog één toespraak te houden. Dat mag niet. Er wordt geroffeld op de trommels en hij neemt plaats onder de guillotine. Het mes suist naar beneden en hakt zijn hoofd af. De menigte begint te juichen en de beul raapt het hoofd op en laat het de mensen zien. Nog één keer kijkt Lodewijk naar zijn volk, dan breken zijn ogen. De koning is dood.
Opvolging, nagedachtenis en vervolg
Na de dood van Lodewijk XVI is er eigenlijk geen koning. Zijn zoontje Lodewijk Karel zit nog steeds in de gevangenis en wordt door Lodewijks broer Lodewijk Stanislaus Xaverius uitgeroepen tot koning Lodewijk XVII. Lodewijks vrouw Marie-Antoinette is nog in leven, maar op 6 oktober wordt ook zij geëxecuteerd. In 1795 sterft Lodewijk (XVII) Karel en wordt Lodewijk Stanislaus Xaverius uitgeroepen tot koning. Pas in 1813 zal hij daadwerkelijk koning worden.
In de tijd na Lodewijks dood worden vrijwel alle tegenstanders van de Jacobijnen ook onthoofd. Als uiteindelijk zij worden verdreven en voor een groot deel ook gedood bloedt de revolutie dood. Een nieuwe man staat op, korporaal Napoleon Bonaparte. Hij verovert zowat heel Europa, tot hij in 1815 voor het laatst wordt verslagen. Hierna wordt Lodewijk Stanislaus Xaverius pas koning.
Lodewijks lichaam is begraven op het kerkhof van Madeleine, waar al zijn voorvaderen ook waren gedumpt door rebellen. Elk jaar wordt nog steeds op 21 januari in de kathedraal van Saint-Denis de executie van Lodewijk XVI August van Frankrijk herdacht.
Familie
Op 19 april 1770 trouwde hij met Aartshertogin Maria Antonia van Oostenrijk. Lodewijk was toen 15 jaar en zijn bruid was slechts 14 jaar oud. Zelf was hij er niet bij, hij werd vervangen door Maria Antonia's broer Ferdinand. Het huwelijk was bedoeld om een verbond te sluiten tussen de twee grote machten; Oostenrijk en Frankrijk. De naam en titel van zijn bruid werden met hun huwelijk ook officieel veranderd naar Marie Antoinette, Dauphine de France (kroonprinses van Frankrijk).
Pas op 7 mei 1770 betrad ze Frankrijk officieel voor het eerst. De ceremoniële bruiloft van de Dauphin en Dauphine was op 16 mei 1770 in het Kasteel van Versailles. Het huwelijk tussen Louis-Auguste en Marie Antoinette werd niet goed ontvangen door het Franse volk, zij hielden niet van buitenlanders. De eerste jaren van hun huwelijk verliepen erg moeilijk en het duurde acht volle jaren tot hun eerste dochter werd geboren. Ze kregen vier kinderen:
- Prinses Marie-Thérèse-Charlotte (19 december 1778 – 19 oktober 1851), later koningin van Frankrijk.
- Prins Lodewijk Jozef Frans Xavier (22 oktober 1781 – 4 juni 1789)
- Prins Lodewijk Karel (27 maart 1785 – 8 juni 1795), later koning van Frankrijk.
- Prinses Sophie Béatrix Hélène (9 juli 1786 - 19 juni 1787)
Galerij
Hugo Capet (987-996) · Robert II (996-1031) · Hugo II (1017-1025, medekoning) · Hendrik I (1031-1060) · Filips I (1060-1108) · Lodewijk VI (1108-1137) · Lodewijk VII (1137-1180) · Filips II (1180-1223) · Lodewijk VIII (1223-1226) · Lodewijk IX (1226-1270) · Filips III (1270-1285) · Filips IV (1285-1314) · Lodewijk X (1314-1316) · Jan I (1316) · Filips V (1316-1322) · Karel IV (1322-1328) · Filips VI (1328-1350) · Jan II (1350-1364) · Karel V (1364-1380) · Karel VI (1380-1422) · Karel VII (1422-1461) · Lodewijk XI (1461-1483) · Karel VIII (1483-1498) · Lodewijk XII (1498-1515) Frans I (1515-1547) · Hendrik II (1547-1559) · Frans II (1559-1560) · Karel IX (1560-1574) · Hendrik III (1574-1589) · Hendrik IV (1589-1610) · Lodewijk XIII (1610-1643) · Lodewijk XIV (1643-1715) · Lodewijk XV (1715-1774) · Lodewijk XVI (1774-1792) · Lodewijk XVII (1792-1795; claim, nooit gekroond) Eerste Franse Republiek (1792-1804) Napoleon I (1804-1814/1815) · Napoleon II (1815) · Lodewijk XVIII (1814-1824) · Karel X (1824-1830) · Lodewijk XIX (1830) · Hendrik V (1830) · Lodewijk Filips I (1830-1848) Tweede Franse Republiek (1848-1851): Liberté, Égalité, Fraternité Napoleon III (1851-1870) Derde Franse Republiek (1870-1940) |