Homoseksualiteit
Homoseksualiteit betekent dat een persoon op iemand met dezelfde gender valt. Voorbeelden hiervan zijn jongens die op andere jongens vallen, of meisjes die op andere andere meisjes vallen. Een jongen die alleen op jongens valt noem je meestal homo. Een meisje dat alleen op meisjes valt noem je meestal lesbisch.
Verder bestaat er ook nog biseksualiteit. Iemand die biseksueel is, valt zowel op mannen als vrouwen.
Uit de kast komen
De meeste jongeren komen er in de puberteit achter of ze hetero, homo of bi zijn, maar er zijn ook mensen die het pas veel later ontdekken of het pas veel later zelf accepteren. Als iemand vertelt dat hij of zij niet heteroseksueel is, maar homo- of biseksueel heet dat uit de kast komen. Sommige mensen komen al heel vroeg uit de kast, als ze nog maar tiener zijn, anderen wachten tot ze het huis uit zijn of een partner hebben. Er zijn zelfs mensen die het nooit vertellen en het altijd geheim houden. Ze kunnen het dan van zichzelf bijvoorbeeld niet accepteren of het is gevaarlijk om uit de kast te komen. In sommige landen is homoseksualiteit namelijk strafbaar, of ze weten dat hun ouders tegen homoseksualiteit zijn bijvoorbeeld. Uit de kast komen kan dus heel stressvol zijn.
Acceptatie
Homoseksuelen en lesbiennes worden door sommige mensen gezien als niet-normaal, omdat alleen een jongen en meisje zich samen kunnen voortplanten. Ook verbieden veel religieuze boeken, zoals de bijbel en de koran homoseksualiteit. In een aantal streng-islamitische landen zoals Mauritanië, Saoedi-Arabië, Iran en Soedan staat er zelfs de doodstraf op homoseksualiteit. Toch wordt homoseksualiteit steeds meer geaccepteerd. Dat komt ook doordat veel mensen, vooral in Europa en Amerika, niet meer zo strenggelovig zijn, of zelfs helemaal niet meer geloven.
Iemand kan verschillende redenen hebben om homoseksualiteit niet te accepteren. Bijvoorbeeld omdat in de bijbel staat dat het niet mag, omdat ze het onnatuurlijk vinden, of omdat ze het gewoon vies vinden. Deze mensen noem je homofoob. Het woord foob komt van het Griekse woord φόβος (phóbos), wat angst betekent. Homofobie betekent letterlijk angst voor homo's dus. In Nederland en België komt homofobie maar weinig voor, vergeleken met andere landen, maar het is er wel. Zo worden homo of gay (Engels voor homo) vaak gebruikt als scheldwoord. 92% van de Nederlanders en 87% van de Belgen vindt dat homo's mogen leven zoals ze willen.
Emancipatie
Emancipatie is een moeilijk woord. Het is nog een stapje verder dan acceptatie. Emancipatie betekent dat mensen die het eerst slecht hadden, het net zo goed willen hebben als de rest van de bevolking. Misschien is het makkelijker om het met een voorbeeld te laten zien: In 1900 hadden de meeste vrouwen nog geen onderwijs en mochten ze ook niet stemmen. Vervolgens gingen veel vrouwen protesteren. Zij wilden net zo goed onderwijs krijgen als de mannen en wilden ook stemmen! Uiteindelijk is dat gelukt. Dit noem je vrouwenemancipatie. Je wilt dus eigenlijk gelijke rechten.
Ook homoseksuelen wilden en willen homo-emancipatie. Een bekend voorbeeld is het homohuwelijk: In Nederland en België kunnen mannen al met mannen trouwen en vrouwen al met vrouwen. Nederland was zelfs het eerste land ter wereld waar dit kon. In veel landen is dit (nog) verboden. Andere belangrijke onderwerpen zijn adoptie (zodat homoseksuele mensen ook gezinnen kunnen beginnen), anti-discriminatie-wetten (om te beschermen tegen homofobe mensen, die bijvoorbeeld mensen ontslaan omdat ze homo zijn of ze uitschelden) en of homo's bloed mogen doneren.
Tijdlijn
Nederland & België
- 1795 - homoseksualiteit is legaal in België
- 1811 - homoseksualiteit is legaal in Nederland
- 1983 - anti-discriminatiewetten in Nederland
- 2001 - huwelijk en adoptie voor homoseksuele koppels legaal in Nederland; eerste land ter wereld waar dit kan
- 2003 - anti-discriminatiewetten, huwelijk en adoptie voor homoseksuele koppels in België
Homohuwelijk
- 2001: Nederland
- 2002: -
- 2003: België
- 2004: -
- 2005: Spanje, Canada
- 2006: Zuid-Afrika
- 2007: -
- 2008: -
- 2009: Noorwegen, Zweden
- 2010: Portugal, IJsland, Argentinië
- 2011: -
- 2012: Denemarken
- 2013: Brazilië, Frankrijk, Uruguay, Nieuw-Zeeland
- 2014: Engeland, Wales, Schotland
- 2015: Luxemburg, Verenigde Staten, Ierland
- 2016: Colombia
- 2017: Finland, Malta, Duitsland, Australië
- 2018:
- 2019: Oostenrijk, Taiwan, Ecuador
- 2020: Costa Rica