Duitse Keizerrijk
Duitse Keizerrijk Deutsches Kaiserreich of Deutsches Reich Het Duitse Keizerrijk | |
---|---|
Hoofdstad | Berlijn |
Oppervlakte | 540.766 km² |
Aantal inwoners | 64.925.993 (in 1910) |
Talen | Duits, Pools |
Religie | Rooms-katholicisme, protestantisme, jodendom |
Nationale feestdagen | Sedantag (2 september) |
Adellijk huis | Huis Hohenzollern |
Volkslied | Heil dir im Siegerkranz |
Bestuursvorm | Parlementaire Monarchie |
Munteenheid | Mark, later de Reichsmark |
Portaal Duitsland en Geschiedenis |
Het Duitse Keizerrijk was van 1871 tot en met 1918 een land in Europa. Het Duitse Keizerrijk omvatte heel Duitsland en delen van het huidige Polen, Frankrijk (Elzas-Lotharingen), Rusland (vooral Koningsbergen), Litouwen (Klaipėda), Denemarken (Noord-Sleeswijk) en België (Duitstalige Gemeenschap). Het Duitse Keizerrijk was de opvolger van de Noord-Duitse Bond en de voorloper van de Weimarrepubliek.
Het keizerrijk werd geregeerd door het huis Hohenzollern. Officieel heette het land gewoon het Duitse Rijk, maar tegenwoordig wordt het het Duitse Keizerrijk genoemd om het niet te verwarren met het Heilige Roomse Rijk, de Weimarrepubliek en Nazi-Duitsland, die allemaal ook Duitse Rijk werden genoemd.
Geschiedenis
Voorgeschiedenis
Het Heilige Roomse Rijk, dat bijna duizend jaar heeft bestaan (van 962 tot 1806), was de belangrijkste voorloper van het Duitse Keizerrijk. Het was niet echt één staatkundig geheel maar bestond uit honderden vooral Duitstalige staatjes, waarvan Oostenrijk en Pruisen de belangrijkste waren. Maar ook Zwitserland, Noord-Italië, Oost-Frankrijk en zelfs Nederland en België (in die tijd de Nederlanden) hebben een tijdlang deel uitgemaakt van dit rijk.
In 1806 kwam er definitief een einde aan het Heilige Roomse Rijk. De eerste opvolger ervan werd de Rijnbond. Nadat Napoleon Bonaparte werd verslagen en verbannen naar Sint-Helena, werd het Congres van Wenen opgesteld. Bij dit congres werden de nieuwe Europese grenzen vastgelegd. Er werd besloten dat de Duitse staatjes meer als één geheel moesten samenwerken en daarom werd de Duitse Bond gesticht. Weer waren Oostenrijk en Pruisen de belangrijkste staten. Deze twee hadden constant ruzie.
Pruisen had, naast een koning, ook een premier. In 1862 werd Otto von Bismarck de nieuwe premier. Pruisen had een belangrijk gebied met de naam Rijnland en het had ook een groot leger. Hierdoor brak de Oostenrijks-Pruisische Oorlog uit. Oostenrijk verloor deze oorlog en verliet de bond. Later werd Oostenrijk samen met het Koninkrijk Hongarije een nieuw land (dubbelmonarchie), met de naam Oostenrijk-Hongarije. Hiermee werd de Noord-Duitse Bond gesticht. De Zuidelijk Duitse staatjes deden niet mee. Tijdens de Frans-Duitse Oorlog van 1870-1871 deden ze allemaal mee, behalve Oostenrijk. Otto von Bismarck zorgde ervoor dat de staatjes zich bij Pruisen aansloten en zo was de basis van het Duitse Keizerrijk gelegd.
De Reichsgründung
Tijdens de Frans-Duitse Oorlog wist Duitsland ook Parijs in te nemen, en hiermee ook het kasteel van Versailles. Ondertussen was Pruisen nog steeds een koninkrijk. De toenmalige Pruisische koning was Wilhelm I. In de Spiegelzaal van het kasteel van Versailles werd Wilhelm I uitgeroepen tot keizer, en zo ontstond het Duitse Keizerrijk. Dit nieuwe rijk bestond uit alle staten van de Noord-Duitse Bond, Beieren, Württemberg, Baden en Hessen-Darmstadt.
Bismarck
In 1871 werd Otto von Bismarck de eerste rijkskanselier van het nieuwe Duitse Keizerrijk. Direct na de keizer was hij de belangrijkste persoon in het keizerrijk. Otto werd ook als de ontwerper van het keizerrijk gezien.
In het keizerrijk wilde men een conservatieve staat met een monarchie. Men wilde geen liberalen hebben. Toch had Bismarck de hulp van de liberalen nodig. Bismarck wilde namelijk niet dat de Rooms-Katholieke Kerk zich te veel zou uitbreiden. Deze gebeurtenis werd de Kulturkampf genoemd. In de Kulturkampf werden katholieke scholen, ziekenhuizen en zelfs kloosters gesloten. Bismarck zorgde echter niet alleen voor de Kulturkampf. Ook dat er meer industrie in Duitsland kwam. Hiervoor was er namelijk erg veel landbouw in Duitsland. Ook mocht Bismarck de sociaaldemocraten niet. Toch kregen de solialdemocraten het voor elkaar er een aantal verzekeringen kwamen, zoals voor ziekte en pensioen. Bismarck wilde dat de welvaart in het land overal even groot was en dat er niet te grote verschillen tussen de staten zaten. Om dit te bereiken werd het Metriek stelsel ingevoerd voor overal dezelfde eenheden te hebben en het Bürgerliches Gesetzbuch zorgde dat er overal dezelfde rechten waren voor personen. In 1878 sloot Duitsland met Oostenrijk de Tweebond, later kwam Italië hier nog bij en werd het een Driebond.
Het Driekeizerjaar en Wilhelm II
In 1888 was het Driekeizerjaar. In dat jaar waren er wel drie keizers aan de macht geweest. Keizer Wilhelm I overleed en werd opgevolgd door zijn zoon Frederik III, maar deze overleed na een paar maanden ook. Toen werd hij opgevolgd door Wilhelm II.
Wilhelm II wilde zoveel mogelijk macht en daarom werd Bismarck ontslagen. Wilhelm II wilde alleen dat de zwakkere politici rijkskanselier werden, zo had hij zelf veel macht. Leo von Caprivi werd in maart 1890 de nieuwe rijkskanselier. Hiermee kwam er een "nieuwe koers". Von Caprivi was een generaal en trok minder dan Bismarck zijn eigen lijn. Wel bewonderde hij Bismarck en probeerde hij net zoals Bismarck dingen te hervormen. Zo voerde Von Caprivi een belasting op vermogen in waarbij rijkere mensen meer belasting gingen betalen. Wel werd er een overeenkomst met het Verenigd Koninkrijk gesloten: Duitsland zou het Britse eiland Helgoland krijgen dat boven Duitsland lag en in ruil daarvoor zou Duitsland het Britse Zanzibar niet meer lastigvallen, en ook niet al te veel uitbreiden in Oost-Afrika. Anders dan wat jaren later, ging het best goed tussen Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Ook werden er handelsverdragen gesloten, wat goed was voor de Duitse economie. Wilhelm II verlengde echter het Herverzekeringsverdrag met Rusland niet en Rusland ging samenwerken met Frankrijk, dat tevens een hekel had aan Duitsland. Dit was op advies van Von Caprivi: in het verdrag stond een geheime bepaling. In die bepaling stond dat Duitsland neutraal moest blijven als Rusland het Ottomaanse Rijk binnen zou vallen. Von Capivi vreesde dat het Verenigd Koninkrijk hier boos om zou worden, aangezien dat land niet wilde dat Rusland toegang zou krijgen tot de Zwarte Zee.
Door de hogere belasting en de handelsverdragen die Von Caprivi wel liet sluiten, kwam er bij de overheid veel geld binnen. Dit geld werd vooral besteed aan het moderner maken van het leger. Ook werd zo door Wilhelm II de Keizerlijke Marine langzamerhand weer opgebouwd. Aan het einde van de negentiende eeuw was het onrustig in Duitsland. Er was spraken van opkomend nationalisme en militairisme. Ook de arbeiders waren ontevreden. Zij werden vaak slecht betaald en moesten onder slechte omstandigheden werken. Tussen 1891 en 1894 voerde Von Caprivi dingen in die het leven van de arbeiders beter moest maken, zoals een tienurige werkdag, betere arbeidsomstandigheden, een vrije zondag en een rechter die kon optreden als arbeiders werden mishandeld door hun bazen. Caprivi had dus eigenlijk veel succes, maar toch besloot hij om in 1894 op te stappen. Veel politici vonden dat Von Caprivi te ver ging in zijn hervormingen en keizer Wilhelm II mocht hem ook niet. Waar de keizer vooral veel macht voor zichzelf wilde en tegen vooruitstrevende politici was, vond Von Caprivi het juist belangrijk om veel te hervormen. Uiteindelijk verloor Von Caprivi de steun van de conservatieven, de rechtse liberalen, de linkse liberalen en de katholieken in het parlement. Toen de Duitse keizer ook nog eens de sociaaldemocraten openlijk wilde gaan bestrijden en oud-rijkskanselier Bismarck kritiek had op Von Caprivi, trad Von Caprivi af.
Von Caprivi werd opgevolgd door Chlodwig zu Hohenlohe. Hohenlohe werd op 75-jarige rijkskanselier van Duitsland. Eerder was hij een politicus geweest van de Vrije Conservatieve Partij, een gematigd conservatieve politieke partij. Hohenlohe was zelf echter nooit echt een fel voorstander geweest van welke ideologie dan ook. Hij was tegen de opkomende sociaaldemocraten, maar weerhield keizer Wilhelm II er wel van om openlijk geweld tegen hen te gaan gebruiken. Verder bemoeide Hohenlohe zich weinig met de beslissingen van de keizer. Hij probeerde de banden tussen Duitsland en Rusland te verbeteren, maar dat lukte maar mondjesmaat. In de tussentijd kwamen de sociaaldemocraten steeds meer in opkomst.
Voor een lange tijd waren antikapitalistische boeken, films en theatervoorstellingen verboden in Duitsland. Aan het begin van de jaren 1890 kwam hier verandering in, toen het stuk Die Weber (Nederlands: 'De Wevers') van Gerhart Hauptmann gedraaid mocht worden. In het toneelstuk was te zien hoe slecht de arbeiders, in het bijzonder de wevers, het hadden in Duitsland. Het stuk eindigt met een oude arbeider die dood neervalt, omdat hij zijn hele leven lang heel hard heeft gewerkt. De boodschap is dat de arbeider van het werken is neergevallen, terwijl de rijke fabriekseigenaren (de kapitalisten) er met de winst vandoor gaan. Hierdoor nam het bewustzijn toe over de werkomstandigheden van arbeiders. Aan het einde van de jaren 1890 gaan arbeiders zich steeds beter organiseren. Ze staken tegen hun slechte arbeidsomstandigheden en verenigen zich in vakbonden. Ook wordt de Sociaaldemocatische Partij van Duitsland steeds groter. Keizer Wilhelm II vindt dat de sociaaldemocraten de samenleving aan het vernietigen zijn. Hij stelde voor aan het parlement om een wet aan te nemen waarin stond dat stakende arbeiders straf moesten krijgen. Er was in het parlement tot woede van de keizer geen meerderheid voor dit voorstel. Terwijl de keizer, de rijkskanselier en parlementariërs aan het ruziën waren, groeide de Sociaaldemocratische Partij van Duitsland uit tot een grote partij. In 1903 kreeg de partij 3 miljoen stemmen, meer stemmen dan elke andere partij. Door het Duitse kiessysteem bleef de katholieke Duitse Centrumpartij echter de grootste. De sociaaldemocraten werkten samen met de linkse liberalen. Ze konden nog weinig voor elkaar krijgen, maar zorgden er wel voor dat parlementsleden een inkomen gingen krijgen. De sociaaldemocratische parlementsleden waren namelijk vaak arm. In het parlement ontstonden ruzies tussen aan de ene kant nationalisten, conservatieven en rechtse liberalen, en aan de andere kant de sociaaldemocraten en linkse liberalen. Die laatste twee waren erg tegen keizer Wilhelm II en vonden dat hij te veel uit was op een oorlog.
De aanloop naar een wereldoorlog
Samen met het nationalisme, militairisme en de wapenwedloop was er een grote spanning. Deze spanning wordt vaak vergeleken met een kruitvat met een lot erin. Aan de ene kant van het kruitvat stonden Rusland, Frankrijk en Engeland. Aan de andere kant stonden Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk. Het was afwachten of er door een bepaalde gebeurtenis de lot in het kruitvat aangestoken zou worden en er een oorlog zou uitbreken.
Door de belastinghervorming en verdragen van Von Caprivi had Duitsland meer geld te besteden. Waar Hohenlohe vooral stilzat, ging zijn opvolger hard aan de slag. Bernhard von Bülow volgde in 1900 Hohenlohe op als rijkskanselier. Von Bülow was het eens met keizer Wilhelm II en wilde een grote vloot bouwen, om zo sterker te worden dan het Verenigd Koninkrijk. Op datzelfde moment was Alfred von Tirpitz de minister van de marine. Von Tirpitz was al in 1897 aan de slag gegaan met het bedenken van een marineplan. Met het advies van economen en historici bedacht hij zijn vlootpolitiek. In 1899 werd door Von Tirpitz een grote vlootvereniging opgericht en Von Tirpitz wilde ook dat er grootschalig schepen gemaakt gingen worden. Tussen 1898 en 1912 kreeg hij vier vlootwetten door het parlement heen, waardoor een grote Duitse vloot werd opgebouwd. Von Tirpitz dacht hiermee de Britten af te kunnen schrikken. Niets was minder waar: de Britten gingen zelf ook massaal hun vloot vergroten en hadden in 1912 zo nog steeds te grootste vloot ter wereld.
Daily Telegraphaffaire
Op 28 oktober 1908 verschijnt een 'interview' van Wilhelm II in de Britse krant de Daily Telepgraph. Het interview was geen normaal interview, maar eerder een overzicht van een gesprek dat Wilhelm had met de Britse officier Edward Montagu-Stuart-Wortley. Het doel van dit interview was om de band tussen Duitsland en het Verenigd Koninkrijk te verbeteren. Keizer Wilhelm II vertelde aan interviewer Edward James Stuart Wortley dat hijzelf wel hield van de Britten, maar dat Duitsers een hekel hadden aan de Britten. Daarnaast beweerde hij dat Duitsland tijdens de Boerenoorlogen de Britten had gesteund en dat hij zelf een plan voor het Britse leger had bedacht. De keizer zei ook dat Frankrijk en Rusland – op dat moment de bondgenoten van het Verenigd Koninkrijk – hadden geprobeerd om het Verenigd Koninkrijk tegen te werken, maar dat Duitsland dat had voorkomen. Volgens Wilhelm II hadden de Britten niet voorzichtig hoeven zijn in de Boerenoorlogen, omdat Duitsland anders was komen helpen. Ook zei hij dat de grote Duitse vloot helemaal niet bedoeld was voor een oorlog met het Verenigd Koninkrijk, maar voor een oorlog tegen Japan.
Het interview werd echt slecht ontvangen. De keizer had in één interview praktisch Frankrijk, Rusland, de Boeren en Japan beledigd. Ook de Britten kwamen er niet goed af:
Het interview zorgde ook voor onrust in het Duitse parlement. Zowel de conservatieven als sociaaldemocraten wilden tekst en uitleg van rijkskanselier Von Bülow, die verantwoordelijk was voor deze keizerlijk uitspattingen. De krant had interview namelijk naar de keizer voor goedkeuring gestuurd. Von Bülow had het artikel gelezen en goedgekeurd, omdat hij niet had nagedacht over de gevolgen. Dat gaf hij echter niet toe en in plaats daarvan zei hij aan het parlement dat hij het interview nooit gelezen had. Von Bülow had namelijk zelf bij de keizer aangedrongen op een betere relatie met het Verenigd Koninkrijk. Von Bülow overleefde het debat en mocht aanblijven. Wel was hij boos op de keizer. In 1909 trad hij af nadat hij geen meerderheid kreeg in het parlement voor zijn plan om een erfbelasting in te voeren.
Twee blokken tegenover elkaar
Met de vorming van de Triple Entente in 1904, een samenwerking tussen het Verenigd Koninkrijk, de Derde Franse Republiek en het Keizerrijk Rusland, nam de spanning toe. Eerder hadden Frankrijk en Rusland, en het Verenigd Koninkrijk en Rusland apart al samenwerkingsverdragen gesloten. In 1882 hadden Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië ook al een bondgenootschap gesloten: de Driebond. Als een van de twee kanten elkaar zou aanvallen, zouden heel Europa en alle koloniën van de Europese landen in een oorlog met elkaar zijn. Dat zou een wereldoorlog betekenen. De Europese landen, waaronder ook Duitsland, hielden er rekening mee dat er een wereldoorlog kon uitbreken. In Duitsland verzon generaal Von Schlieffen het Von Schlieffenplan. Het plan was om in Elzas-Lotharingen de Fransen aan te vallen, zodat Frankrijk al zijn troepen naar daar zou verplaatsen. In de tussentijd moest een veel sterker leger dan via Nederland en België Frankrijk in het noorden aanvallen. Als alle Franse troepen in Elzas-Lotharingen zouden zitten, kon Duitsland via het noorden snel Parijs bereiken, was de gedachte.
In 1908 ontstaat er bijna een breuk in de Driebond. In 1898 verklaart keizer Wilhelm II het Ottomaanse Rijk tot vriend, maar tien jaar later bezet Oostenrijk de Ottomaanse provincie Bosnië en Herzegovina in. Rijkskanselier Von Bülow zegt aan Wilhelm II om Oostenrijk te steunen, omdat Oostenrijk belangrijker is voor Duitsland dan het Ottomaanse Rijk. De keizer luistert. De steun van de keizer zorgt voor onrust in het Verenigd Koninkrijk en Rusland, maar vooral in Servië. In Bosnië en Herzegovina wonen namelijk veel Serviërs. De Serven vrezen dat Oostenrijk-Hongarije ook Servië zou innemen, omdat Duitsland vrij spel heeft gegeven aan Oostenrijk-Hongarije. Het Ottomaanse Rijk is te zwak geworden om iets tegen Oostenrijk-Hongarije te beginnen en het Verenigd Koninkrijk en Rusland liggen te ver weg om iets daartegen te beginnen. Nu ook Servië op zijn hoede is, neemt de spanning erg toe.
In 1909 volgt Theobald von Bethman-Hollweg Von Bülow op. Von Bethman-Hollweg was een conservatieve man, maar niet tegen de liberalen en niet zo erg tegen de sociaaldemocraten zoals keizer Wilhelm II. Daarnaast Von Bethman-Hollweg veel ervaring in de politiek en wist hij veel van Duitsland. Keizer Wilhelm II kon dit slecht hebben. Von Bethman-Hollweg stelde aan het parlement voor om meer mensen te laten stemmen en het Duitse leger sterker te maken. Dat laatste lukte wel, maar het eerste voorstel werd door andere conservatieven afgeschoten. Ook wilde Von Bethman-Hollweg de relatie met het Verenigd Koninkrijk verbeteren, maar keizer Wilhelm II vond – ondanks zijn flater in de Daily Telegraph – dat hij dat prima zelf kon.
De Eerste Wereldoorlog
Nadat Prins Frans Ferdinand van Oostenrijk-Este werd vermoord, begon de Eerste Wereldoorlog. De Driebond verklaarde de oorlog aan Triple Entente (Frankrijk, Engeland en Rusland). In het begin dacht men dat de oorlog snel afgelopen zou zijn, zoals elke oorlog in Europa. Vele landen zeiden dat de oorlog voorbij was voordat het kerst was. Echter bleek dit niet zo te zijn. Er vielen miljoenen doden en de oorlog duurde wel vier jaar lang, van 1914 tot en met 1918. In 1917, na de Russische Revolutie, stopte Rusland met de oorlog. Maar de Verenigde Staten begonnen zich ermee te bemoeien. In 1918 was de oorlog afgelopen. Oostenrijk-Hongarije viel uit elkaar en de Duitse keizer vluchtte naar Nederland.
Ondergang
In september 1918 werd de prins Max van Baden rijkskanselier. Deze werd later afgezet op 9 november dat jaar. Diezelfde dag werd Duitsland een republiek. Het republiek heette de Weimarrepubliek. In heel Duitsland werd de monarchie afgeschaft. In andere landen mochten de koningshuizen geen naam meer dragen die verwees naar een Duitse staat. Het koningshuis van Engeland kreeg de naam Windsor en die van België kreeg de naam Huis van België. Alleen in Nederland bleef het behouden, want Nassau ligt in Duitsland. In 1919 kwam de Vrede van Versailles, dat in Duitsland het verraad van Versailles werd genoemd. Het enige positieve voor Duitsland was namelijk dat het een land kon blijven. Men wist één ding, er mocht nooit meer oorlog komen. Uiteindelijk kwam er nog een Tweede Wereldoorlog.
Keizers
- Wilhelm I (1871-1888)
- Frederik III (1888-1888)
- Wilhelm II (1888-1918)
Geografie
Bondslanden
Het Duitse Keizerrijk was onderverdeeld in bondslanden. In totaal waren 25 bondslanden. Hieronder staan ze met hoofdstad:
- Koninkrijk Beieren, met als hoofdstad München.
- Koninkrijk Saksen, met als hoofdstad Dresden.
- Koninkrijk Pruisen, met als hoofdstad Berlijn.
- Koninkrijk Württemberg, met als hoofdstad Stuttgart.
- Groothertogdom Baden, met als hoofdstad Karlsruhe.
- Groothertogdom Hessen, met als hoofdstad Darmstadt.
- Groothertogdom Mecklenburg-Schwerin, met als hoofdstad Schwerin.
- Groothertogdom Mecklenburg-Strelitz, met als hoofdstad Neustrelitz.
- Groothertogdom Oldenburg, met als hoofdstad Oldenburg.
- Groothertogdom Saksen-Weimar-Eisenach, met als hoofdstad Weimar.
- Hertogdom Anhalt, met als hoofdstad Dessau.
- Hertogdom Brunswijk, met als hoofdstad Brunswijk.
- Hertogdom Saksen-Altenburg, met als hoofdstad Altenburg.
- Hertogdom Saksen-Coburg en Gotha, met als hoofdstad Coburg en Gotha.
- Hertogdom Saksen-Meiningen, met als hoofdstad Meiningen.
- Vorstendom Lippe, met als hoofdstad Detmold.
- Vorstendom Reuss jongere linie, met als hoofdstad Gera.
- Vorstendom Reuss oudere linie, met als hoofdstad Greiz.
- Vorstendom Schaumburg-Lippe, met als hoofdstad Bückeburg.
- Vorstendom Schwarzburg-Rudolstadt, met als hoofdstad Rudolstadt.
- Vorstendom Schwarzburg-Sondershausen, met als hoofdstad Sondershausen.
- Vorstendom Waldeck-Pyrmont, met als hoofdstad Arolsen.
- Vrije en Hanzestad Bremen, met als hoofdstad Bremen.
- Vrije en Hanzestad Hamburg, met als hoofdstad Hamburg.
- Vrije en Hanzestad Lübeck, met als hoofdstad Lübeck.
- Elzas-Lotharingen, met als hoofdstad Straatsburg.
Grenzen
Het Duitse Keizerrijk had een grens van 540.766 km². Hiermee grensde het keizerrijk aan Denemarken, Rusland, Oostenrijk-Hongarije, Zwitserland, Frankrijk, Luxemburg, België, Neutraal Moresnet en Nederland. Rondom de grenzen waren vele drielandenpunten. Ook was er een vierlandenpunt. Dit was een het punt tussen Nederland, België, Neutraal Moresnet en Duitsland. Verder was er nog het Driekeizerpunt. Dit was een drielandenpunt tussen Rusland, Oostenrijk-Hongarije en Duitsland.
Koloniën
Duitsland had verschillende koloniën:
- Duits-Oost-Afrika
- Duits-Zuidwest-Afrika
- Duits-Witu
- Duits-Kameroen, later Neukamerun.
- Togoland
- Duits-Nieuw-Guinea
- Duits-Samoa
- Nieuw-Zwabenland
Bijnaam
Het Duitse Keizerrijk werd ook wel het Tweede Rijk genoemd. Deze naam komt uit de tijd van Nazi-Duitsland. Volgens Arthur Moeller van den Bruck was het Heilige Roomse Rijk het Eerste rijk, het Tweede Rijk was het Duitse Keizerrijk en het Derde Rijk was Nazi-Duitsland zelf.
Staten van het Duitse Keizerrijk (1871 - 1918) | |||
---|---|---|---|
Anhalt · Baden · Beieren · Bremen · Brunswijk · Elzas-Lotharingen · Hamburg · Hessen · Lippe · Lübeck · Mecklenburg-Schwerin · Mecklenburg-Strelitz · Oldenburg · Pruisen · Reuss jongere linie · Reuss oudere linie · Saksen · Saksen-Altenburg · Saksen-Coburg en Gotha · Saksen-Lauenburg (tot 1876) · Saksen-Meiningen · Saksen-Weimar-Eisenach - Schaumburg-Lippe · Schwarzburg-Rudolstadt · Schwarzburg-Sondershausen · Waldeck-Pyrmont · Württemberg |