Vorstendom Waldeck-Pyrmont
Vorstendom Waldeck-Pyrmont Fürstentum Waldeck-Pyrmont Waldeck-Pyrmont in het Duitse Keizerrijk. | |
---|---|
Hoofdstad | Waldeck (tot 1655) Arolsen (vanaf 1655) |
Oppervlakte | 1.055 km² |
Aantal inwoners | 61.707 (in 1910) |
Talen | Duits |
Religie | protestantisme |
Adellijk huis | Huis Waldeck |
Volkslied | Waldecker Lied |
Bestuursvorm | Monarchie |
Munteenheid | Duitse mark |
Portaal Duitsland en Geschiedenis |
Het vorstendom Waldeck-Pyrmont was een vorstendom, dat bestond tussen 1180 en 1918. Vaak werd het vorstendom gewoon Waldeck genoemd. Waldeck-Pyrmont is onderdeel geweest van het Heilige Roomse Rijk, de Rijnbond, de Noord-Duitse Bond, de Duitse Bond en het Duitse Keizerrijk.
Waldeck-Pyrmont had als hoofdstad Waldeck en later Arolsen.
Geschiedenis
Alle graven van Waldeck stammen af van een zoon van Widukind III van Schwalenberg. Hij was degene die het Slot Waldeck in bezit kreeg en uiteindelijk noemde hij het land zich zo. In 1189 stond hij samen met zijn broer vermeld als graaf van Waldeck. Sinds 1438 was het land eigendom van landgraaschap Hessen, maar de graven van Waldeck mochten het gebruiken. Tussen 1397 en 1495 werd het land voor het eerst verdeeld. Toen ontstonden Waldeck-Bergheim en Waldeck-Waldeck. In 1507, 1539 en 1607 werd Waldeck opnieuw verdeeld, toen in Waldeck-Wilderungen, Waldeck-Eisenberg en Waldeck-Bergheim. Uiteindelijk werden deze in 1692 pas weer allemaal verenigd. De graven van Waldeck kregen tussen 1625 en 1631 het graafschap Pyrmont in handen. In 1639 werden het graafschap Culemborg en rijksgraafschap Wittem geërfd. In 1640 kreeg de graaf de heerlijkheid Tonna, maar in 1677 verkocht hij dit aan hertogdom Saksen-Gotha. In 1648 kreeg Waldeck-Pyrmont, volgens de vrede van Osnabrück de dorpen Nordernau, Lichtenschied, Deifield, Niederschleidern en de heerlijkheid Düdinghausen. In 1665 kreeg Waldeck-Pyrmont de heerlijkheid Schauen, maar in 1689 moest deze weer weggeven worden aan Brunswijk-Lüneburg. In 1668 werd het graafschap Pyrmont in tweeën gedeeld, een deel hiervan kwam in handen van prinsbisdom Paderborn.
In 1682 werd graaf van Waldeck een rijksvorst. Vervolgens werd Waldeck-Pyrmont meer een land en in 1685 werd gezorgd dat het land niet meer gedeeld was. Arolsen werd nu de hoofdstad van het vorstendom en verving hiermee Waldeck. In 1712 werd Frederik Anton Ulrih de eerste vorst die zich vorst van Waldeck en Pyrmont noemde. In 1803 kreeg Waldeck-Pyrmont een stem in de Rijksdag. In 1805 gaf de graaf van Waldeck-Pyrmont het graafschap Pyrmont aan zijn broer, waardoor het land gescheiden werd. In 1806 kwam het vorstendom los te staan van Hessen, maar officieel werd dit pas in 1847 gemaakt. In 1807 trad het vorstendom toe tot de Rijnbond. In 1812 werd Waldeck-Pyrmont weer één land. In 1815 trad het vorstendom toe tot de Duitse Bond. In 1816 kwam er een nieuwe grondwet en tijdens de Maartrevolutie in 1848 nog eens een nieuwe grondwet. In 1862 werd besloten dat Pruisen Waldeck-Pyrmont militair zou beschermen. Daarom stond Waldeck-Pyrmont ook tijdens de Duitse Oorlog aan de kant van Pruisen en trad daarna toe tot de Noord-Duitse Bond, en later in 1871 tot het Duitse Keizerrijk. De Nederlandse koning Willem III kwam zelfs naar Waldeck-Pyrmont om een vrouw te zoeken, wat Emma van Waldeck-Pyrmont werd (de moeder van koningin Wilhelmina en ze was een tijdje koningin-regentes van Nederland). In 1918 werd uiteindelijk de monarchie afgeschaft vanwege de Novemberrevolutie. Waldeck-Pyrmont ging verder als Vrijstaat Waldeck-Pyrmont.
Vorsten
Pas sinds 1712 werd de titel vorst van Waldeck (en) Pyrmont gebruikt. Daarom worden alleen de graven sinds 1712 vermeld.
- Frederik Anton Ulrich (1712-1728)
- Christiaan Philips (1728-1728)
- Karel August (1728-1763)
- Frederik Karel August (1763-1812)
- George I (1812-1813)
- George II Frederik Hendrik (1813-1845)
- George Victor (1845-1893)
- Frederik Adolf Herman (1893-1918)
Staten van de Noord-Duitse Bond (1866-1871) | |||
---|---|---|---|
Anhalt · Bremen · Brunswijk · Hamburg · Hessen · Lippe · Lübeck · Mecklenburg-Schwerin · Mecklenburg-Strelitz · Oldenburg · Pruisen · Reuss jongere linie · Reuss oudere linie · Saksen · Saksen-Altenburg · Saksen-Coburg en Gotha · Saksen-Meiningen · Saksen-Weimar-Eisenach · Schaumburg-Lippe · Schwarzburg-Rudolstadt · Schwarzburg-Sondershausen · Waldeck-Pyrmont |
Staten van het Duitse Keizerrijk (1871 - 1918) | |||
---|---|---|---|
Anhalt · Baden · Beieren · Bremen · Brunswijk · Elzas-Lotharingen · Hamburg · Hessen · Lippe · Lübeck · Mecklenburg-Schwerin · Mecklenburg-Strelitz · Oldenburg · Pruisen · Reuss jongere linie · Reuss oudere linie · Saksen · Saksen-Altenburg · Saksen-Coburg en Gotha · Saksen-Lauenburg (tot 1876) · Saksen-Meiningen · Saksen-Weimar-Eisenach - Schaumburg-Lippe · Schwarzburg-Rudolstadt · Schwarzburg-Sondershausen · Waldeck-Pyrmont · Württemberg |