Koninkrijk Pruisen
Koninkrijk Pruisen Königreich Preußen Koninkrijk Pruisen in het Duitse Keizerrijk in 1871 | |
---|---|
Hoofdstad | Berlijn |
Oppervlakte | 348 779 87 km² |
Aantal inwoners | 34.472.509 (in 1910) |
Talen | Duits, Nederduits, Pools, Deens, Litouws, Nedersorbisch, Fries, Kasjoebisch |
Adellijk huis | Huis Hohenzollern |
Volkslied | Preußenlied (voor het volk) Heil dir im Siegerkranz (koninklijke volkslied) |
Bestuursvorm | Monarchie |
Munteenheid | Rijksdaalder (tot 1750) Pruisische daalder (1750-1857) Bondsdaalder (1857-1871) Goudmark (1871-1914) Papiermark (1914-1918) |
Portaal Duitsland en Geschiedenis |
Het Koninkrijk Pruisen was een koninkrijk en het belangrijkste bondsland van de Noord-Duitse Bond en later het Duitse Keizerrijk. Het koninkrijk bestond van 1701 tot en met 1918. De hoofdstad van Pruisen was Berlijn.
Geschiedenis
Ontstaan
Koninkrijk Pruisen is ontstaan uit twee landen. Dit waren het Markgraafschap Brandenburg en het Hertogdom Pruisen. Deze twee landen werden bestuurd door het Huis Hohenzollern. Samen werden ze een personele unie (twee landen met dezelfde vorst), onder de naam Brandenburg-Pruisen. Tijdens de Tweede Noordse Oorlog werden de twee landen één met de naam Pruisen. Frederik III kroonde zichzelf tot koning in Pruisen, later werd de titel veranderd naar koning van Pruisen. Frederik III heette vanaf nu Frederik I van Pruisen. Officieel werd Pruisen niet als koninkrijk beschouwd door het Heilige Roomse Rijk. Alleen het Koninkrijk Bohemen was een uitzondering. Pruisen vond dat het het volledige recht om zich een koninkrijk te noemen en deed dit dus. Zo is het Koninkrijk Pruisen ontstaan, maar wat gebeurde hierna?
Koninkrijk
In het begin was het Koninkrijk Pruisen erg arm. Dit kwam omdat het land nog niet hersteld was van de Dertigjarige Oorlog. Het koninkrijk wat van Brandenburg tot en met de Oostzee uitstrekte, had ook nog een aantal exclaves. Dit waren Kleef, Mark en Ravensberg. In 1708 was er een grote uitbraak van de builenpest in Pruisen. Een derde van de bevolking stierf er aan. De pest haalde niet de hoofdstad Berlijn. Tijdens de Grote Noordse Oorlog verloor Zweden van onder meer Rusland, Saksen en Pruisen. Zweden heerste nu niet meer rond de Oostzee en Pruisen kreeg een nieuw gebied erbij, Zweeds-Pommeren. De nieuwe naam werd het Hertogdom Pommeren en later werd het land een provincie van Pruisen. In 1717 werd de schoolplicht ingevoerd in Pruisen, dit was in die tijd bijzonder en bestond in niet erg veel landen.
Silezische Oorlogen
In 1740 werd Frederik II de nieuwe koning van Pruisen. Hij gebruikte een heel oud verdrag om het gebied Silezië in handen te krijgen. Hij viel toen Silezië binnen tijdens de Oostenrijkse Succesieoorlog. Na de bezetting wilde Pruisen ook Oostenrijk in handen krijgen. De aartshertogin van Oostenrijk weigerde en werd tegenstander van Pruisen. In 1742 mocht Pruisen Silezië bij Pruisen toevoegen volgens het verdrag van Berlijn. Toch ging de oorlog met Oostenrijk door en 1744 viel Pruisen opnieuw binnen en wilde Bohemen in handen krijgen, maar het plan mislukte. In 1748 kreeg Pruisen uiteindelijk Silezië van Groot-Brittanië. Dit kwam voor de steun in een oorlog en door het verdrag van Aken. Doordat Oostenrijk steun zocht bij Frankrijk en Rusland, Pruisen zocht steun bij Engeland. Deze gebeurtenis heette de Renversement des alliances. Later zou Pruisen tijdens de Zevenjarige Oorlog Bohemen en Saksen binnenvallen.
Poolse Delingen
De Pools-Litouwse Gemenebest was erg zwak. Omdat Oostenrijk, Pruisen en Rusland alle drie het gebied wilde, werd het eerlijk verdeeld. Deze gebeurtenis heette de Poolse Delingen. Pruisen kreeg het grootste deel, het kreeg namelijk Pools Pruisen met de streek Ermland. Doordat Pruisen nu veel meer gebied had, werd Pruisen verdeeld in provincies. In 1815 kreeg Pruisen tien provincies. Nadat Frederik II overleed in 1785, werd zijn neef Frederik Willem II de nieuwe koning van Pruisen. In 1793 lukte het hem om nog meer gebied van Polen te krijgen. Zelfs de hoofdstad Warschau was van Pruisen en het Koninkrijk Polen hield op met bestaan. Voor Pruisen was er een gunstige tijd aangebroken, maar hoelang nog?
Napoleontische Oorlogen
Napoleon Bonaparte werd keizer van het Eerst Franse Keizerrijk. De Eerste Coalitieoorlog eindigde bij met de Vrede van Bazel. Frankrijk en Pruisen waren het eens en Pruisen zorgde voor de neutraliteit van de landen van het Heilige Roomse Rijk. Dus ook moest Pruisen zorgen dat Keurvorstendom Hannover en Bremen-Verden. Zich aan de regels zouden houden. In de Tweede Coalitieoorlog wist het Frankrijk te lukken om Pruisen zover te krijgen om Hannover en Bremen-Verden te bezetten. Pruisen viel in april 1801 onverwachts Hannover binnen, dit gaf zich over zonder te vechten. Ook viel Pruisen de hoofdstad van Bremen-Verden binnen en pikte het in. Engeland wilde eerst niks doen, maar omdat Denemarken-Noorwegen en Rusland zich ermee bemoeiden sloeg Engeland terug. Engeland viel alle Pruisische schepen aan. Tijdens de Slag bij Kopenhagen op zee, gaf Pruisen zich over en trok zijn troepen terug. Frankrijk gaf aan dat Pruisen de twee landen weer moest innemen. In 1806 werd het Heilige Roomse Rijk opgeheven. Na 1806 kreeg Pruisen een nieuwe koning, Frederik Willem III. Nadat Pruisen tegen Frankrijk werd, werd de Slag bij Jena uitgevochten. De koning moest gedwongen naar Memel vertrekken. De Franse troepen trokken hierdoor Berlijn binnen. Door de Vrede van Tilsit werd Pruisen een heel stuk kleiner. Pruisen werd bondgenoot van de landen die tegen Napoleon waren. Tijdens de Slag bij Waterloo werd Napoleon verslagen. Hierna ging het beter met Pruisen, want na regen komt zonneschijn.
Napoleon verslagen
Napoleon was verslagen en het Congres van Wenen werd op gesteld. Het congres beloonde Pruisen. Pruisen kreeg veel grondgebied en ook nog eens 40% van het grondgebied van het Koninkrijk Saksen. Toch moest Pruisen een deel van de Poolse Delingen afstaan aan Hertogdom Warschau. Het koninkrijk had weer tien provincies. 7 van 10 van tien provincies behoorde tot de Duitse Bond. Tijdens het Revolutiejaar 1848 werden de vorstendommen Hohenzollern-Sigmaringen en Hohenzollern-Hechingen samengevoegd en werden één nieuwe provincie: Hohenzollernsche Lande.
Één Duitsland
Binnen de Duitse Bond waren er twee grote landen. Dit waren het Keizerrijk Oostenrijk en het Koninkrijk Pruisen. Pruisen wilde het liefste een klein Duitsland. Het kleine Duitsland zou alleen het noorden bevatten. Oostenrijk, wat in het zuiden lag, wilde graag een groot Duitsland. Oostenrijk en Pruisen waren het hierdoor nooit eens met elkaar en hadden weleens oorlog. Door een discussie om de 3 hertogdommen (de Sleeswijk-Holsteinse kwestie) werd de strijd weer opgevoerd. Pruisen en Oostenrijk wilden de hertogdommen alle twee erg graag besturen, maar wie moest het nou besturen? Veel Oostenrijkse aartshertogen waren keizer geweest van het Heilige Roomse Rijk, maar Pruisen was het grootste land van de bond. Allebei waren ze erg machtig, maar Pruisen had een moderner leger. Er kwam een oorlog, de Duitse Oorlog. Elke Duitse staat stond aan de kant van Oostenrijk of Pruisen. Alle noordelijke staten, op Saksen na, waren voor Pruisen. De drie onderste staten stonden aan de kant van Oostenrijk. Slechts een paar staatjes waren neutraal. Pruisen won de oorlog en Oostenrijk vertrok uit de bond. Er kwam een nieuwe bond, de Noord-Duitse Bond. Alle noordelijke staatjes behoorden daarbij en ook Saksen, wat aan de kant van Oostenrijk stond. Beieren, Württemberg en Hessen-Darmstadt werden onafhankelijk. Het nieuwe Duitsland was geboren, maar later werd het weer één groot Duitsland.
Van Keizerrijk naar de val
In Pruisen werd er een nieuwe premier gekozen. Dit was Otto von Bismarck. Bismarck voerde een oorlog tegen Frankrijk. Hierbij vroeg hij de hulp van andere Duitse staten. Beieren, Württemberg en Baden wilden meedoen. Ze wonnen de oorlog en de Pruisische koning kroonde zich tot Duits keizer. Beieren, Württemberg en Baden deden mee. Oostenrijk was inmiddels omgevormd naar een dubbelmonarchie, Oostenrijk-Hongarije. Het nieuwe keizerrijk wilde ook koloniën hebben en kreeg deze ook. Net als een leger, industrie en veel meer. Het Duitse Keizerrijk, Oostenrijk-Hongarije en Italië sloten een bondgenootschap, de Driebond. In Sarajevo werd in 1914 de Oostenrijks-Hongaarse troonopvolger vermoord. Hierna was Oostenrijk-Hongarije woest en eiste dat Servië zich overgaf, omdat de dader uit Servië kwam. Rusland vond dit erg en sloot een bondgenootschap met Servië. De bondgenoot van Oostenrijk-Hongarije, Duitsland, vond dat Oostenrijk-Hongarije een oorlog moest voeren en verklaarde de oorlog aan Rusland. Frankrijk vond dit niet kunnen en verklaarde de oorlog ook. Eerst viel Duitsland Frankrijk aan, door dwars door België te gaan. Het Verenigd Koninkrijk was woest en verklaarde ook de oorlog. Zo ontstond een oorlog die niet alleen in Europa werd uitgevochten, maar ook in de koloniën. Deze oorlog kennen we als de Eerste Wereldoorlog.
In de Eerste Wereldoorlog waren er twee groepen, de Centralen en de Geallieerden. Tot de Centralen hoorden het Duitse Keizerrijk, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk. Tot de Geallieerden hoorden het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, het Keizerrijk Rusland (tot 1917), de Verenigde Staten (vanaf 1917) en later ook de Sovjet-Unie. De twee groepen hadden vier jaar lang oorlog, waarin vele mensen gewond raakten of omkwamen. In 1917 ging Amerika zich met de oorlog bemoeien en wonnen de geallieerden in 1918 de oorlog uiteindelijk. Dit zorgde voor de vele verdrag, waarvan het Verdrag van Versailles het belangrijkste was. Duitsland moest veel grond en alle koloniën inleveren, het leger moest stukken kleiner en het moest alle gemaakte schade terug betalen. Oostenrijk-Hongarije viel uiteen in allerlei landen, netals het Ottomaanse Rijk. In Duitsland was de Novemberrevolutie aan de gang en de monarchie werd afgeschaft. De Duitse keizer, tevens de koning van Pruisen, was gevlucht naar Nederland. Pruisen was een heel stuk kleiner geworden en het werd een vrijstaat (Vrijstaat Pruisen) van het Weimarrepubliek. Op de Pruisische vlag werd de adelaar dood afgebeeld, om te laten zijn dat de monarchie af was geschaft.
Koningen
- Frederik I (1701-1713)
- Frederik Willem I (1713-1740)
- Frederik II (1740-1786)
- Frederik Willem II (1786-1797)
- Frederik Willem III (1797-1840)
- Frederik Willem IV (1840-1861)
- Wilhelm I (1861-1888), ook Duitse keizer vanaf 1871.
- Frederik III (1888-1888), ook Duitse keizer.
- Wilhelm II (1888-1918), laatste Duitse keizer.
Staten van de Noord-Duitse Bond (1866-1871) | |||
---|---|---|---|
Anhalt · Bremen · Brunswijk · Hamburg · Hessen · Lippe · Lübeck · Mecklenburg-Schwerin · Mecklenburg-Strelitz · Oldenburg · Pruisen · Reuss jongere linie · Reuss oudere linie · Saksen · Saksen-Altenburg · Saksen-Coburg en Gotha · Saksen-Meiningen · Saksen-Weimar-Eisenach · Schaumburg-Lippe · Schwarzburg-Rudolstadt · Schwarzburg-Sondershausen · Waldeck-Pyrmont |
Staten van het Duitse Keizerrijk (1871 - 1918) | |||
---|---|---|---|
Anhalt · Baden · Beieren · Bremen · Brunswijk · Elzas-Lotharingen · Hamburg · Hessen · Lippe · Lübeck · Mecklenburg-Schwerin · Mecklenburg-Strelitz · Oldenburg · Pruisen · Reuss jongere linie · Reuss oudere linie · Saksen · Saksen-Altenburg · Saksen-Coburg en Gotha · Saksen-Lauenburg (tot 1876) · Saksen-Meiningen · Saksen-Weimar-Eisenach - Schaumburg-Lippe · Schwarzburg-Rudolstadt · Schwarzburg-Sondershausen · Waldeck-Pyrmont · Württemberg |