Staatshervorming (België)

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Een kaart met de gemeenschappen en regio's van België. Deze bestuurslaag is het gevolg van de verschillende staatshervormingen.

In de Belgische politiek en geschiedenis wordt het woord staathervorming gebruikt voor grote wijzigingen van de grondwet. Hierbij veranderde België van een eenheidsstaat in een federatie met drie gewesten en drie gemeenschappen. Dat proces wordt ook wel de federalisering van België genoemd.

Strikt genomen vonden er zes staatshervormingen plaats in de periode tussen 1970 en 2011. België had oorspronkelijk één landelijke regering met één parlement. Sindsdien zijn taken overgedragen aan regionale parlementen en regeringen, vanwege de spanningen tussen Vlamingen en Franstalige Belgen. Desondanks vonden er voor 1970 al enkele kleinere staatshervormingen plaats. De belangrijkste staatshervorming was het Sint-Michielsakkoord van 1993 (de vierde staatshervorming), waarbij België officieel een federatie werd.

Staatshervormingen spelen een rol in de Belgische politiek, voornamelijk tijdens verkiezingen. Sommige partijen willen de regionale parlementen nog meer macht geven, terwijl andere partijen juist taken aan de federale overheid willen overdragen.

Voorgeschiedenis

De Gelijkheidswet van 1898

België werd in 1830 opgericht als eenheidsstaat. Dat betekent dat België één regering met één parlement had. Onder die bestuurslaag zaten direct de provincies (toentertijd nog negen provincies). In 1830 was het Frans de enige officiële taal van België. Dat had verschillende redenen. Ten eerste, sprak de Vlaamse bovenklasse Frans waardoor zij het de Waalse bovenklasse vaak Frans praatten. Ten tweede, was het Nederlands niet gestandaardiseerd. Er zaten zeer grote verschillen tussen de verschillende Vlaamse dialecten. Ten derde, was de Belgische Revolutie gericht tegen de Nederlandse koning Willem I, waardoor er anti-Nederlandse sentimenten waren in België. Hierdoor werkte de Belgische overheid bijna volledig in het Frans. Ook waren scholen vaak Franstalig. De Belgische hoofdstad Brussel was oorspronkelijk grotendeels Nederlandstalig, maar werd tijdens de 19e eeuw verfranst.

Deze situatie leidde tot het ontstaan van de Vlaamse Beweging in de 19e eeuw. De Vlaamse Beweging wilde de Vlaamse taal en cultuur promoten. In 1898 leidde dat tot de invoering van de Gelijkheidswet, waarbij het Nederlands een officiële taal werd naast het Frans. Vanaf 1883 kreeg het Nederlands al een belangrijkere rol in het Vlaamse secundaire onderwijs. In 1930 werd de Universiteit Gent de eerste Nederlandstalige universiteit. Deze taalwetten kunnen gezien worden als de voorlopers van de staatshervormingen.

Na de Tweede Wereldoorlog ontstonden er ook spanningen op cultureel en sociaal-economisch vlak. Voor Vlaanderen waren vooral culturele zaken een kwestie. Zo wilde men de Katholieke Universiteit Leuven officieel Nederlandstalig maken. In Wallonië speelden de sociaal-economische zaken een rol. Vlamingen vormen namelijk een meerderheid in België. Hierdoor zouden in theorie regeringen kunnen ontstaan volledig uit Vlamingen bestaan. De Walen vreesden dat hierdoor economisch en sociaal beleid werd doorgevoerd dat slecht voor Wallonië zou zijn. Zowel in Vlaanderen als Wallonië kwamen hierdoor regionalistische partijen op, zoals Volksunie in Vlaanderen en Front démocratique des francophones (FDF) en Rassemblement Wallon (RW) in Wallonië.

In 1962 werd ook de taalgrens vastgesteld, waardoor de exacte grens tussen Nederlandse en Franse gebieden duidelijk werd. Ook ontstonden faciliteitengemeenten aan deze grens.

Zes staatshervormingen

Eerste staatshervorming (1970)

De eerste staatshervorming van 1970 was bedoeld om de bestaande spanningen tussen Wallonië en Vlaanderen op te lossen. De regering van Gaston Eyskens besloot daarom voor evenwicht tussen Nederlandstaligen en Franstaligen te zorgen. Dat leidde tot de volgende maatregelen:

  • In de Ministerraad ontstond pariteit tussen Franstalige en Nederlandstalige ministers. Dat betekent dat de Ministerraad evenveel Franstalige en Nederlandstalige ministers zaten.
  • De bijzondere wet werd ingevoerd. Voor wetgeving over Franstalige en Vlaamse taalgroepen moest een meerderheid binnen beide taalgroepen zijn. Op deze manier werd de Franstalige minderheid beschermd tegen de Vlaamse meerderheid.
  • De communautaire alarmbelprocedure werd ingevoerd. Als wetgeving de relatie tussen de taalgroepen ernstig dreigde te schaden, kan een minderheid van een taalgroep aan de bel trekken. De regering moet zich dan uitspreken voor het parlement voordat de wet verder behandeld wordt. In de praktijk komt dat dichtbij een veto.
  • De Franse Cultuurgemeenschap en de Nederlandse Cultuurgemeenschap werden opgericht. Die bestonden uit de parlementsleden van de specifieke taalgroepen. Zij konden decreten invoeren en hadden een eigen minister van Cultuur. De decreten gaven hen wetgevende macht op het gebied van cultuur en zeer beperkt op onderwijs en taal. Op deze manier wilde men gehoor geven aan de wens van Vlaanderen voor eigen cultuurbeleid.
  • In de grondwet worden de gewesten opgenomen. Op deze manier wilde men gehoor geven aan de wens van Wallonië voor eigen sociaal-economisch beleid.

Na de eerste staatshervorming bleef België een eenheidsstaat.

Mislukte staatshervorming: Egmontpact (1977)

Het Egmontpact is vernoemd naar het Egmontpaleis, waar het pact gesloten werd.

In 1977 werd een overeenkomst gesloten om België om te vormen in een federatie: het Egmontpact. De Christelijke Volkspartij (CVP-PSC), de Belgische Socialistische Partij (BSP-PSB), de Volksunie en Front démocratique des francophones (FDF) zaten toen samen in de regering van Leo Tindemans.

Door het Egmontpact zouden er drie gewesten en drie gemeenschappen komen met elk hun eigen parlement en regering. De provincies zouden afgeschaft worden en vervangen worden door subgewesten. Ook werd de federale overheid hervormd en kwam er nieuwe wetgeving voor de faciliteitengemeenten.

Het Egmontpact werd echter nooit uitgevoerd. Voornamelijk binnen de Volksunie ontstonden conflicten op het pact. Tindemens kondigde in 1978 zijn ontslag aan, waardoor zijn regering viel. Het Egmontpact is dus nooit uitgevoerd, maar elementen uit de overeenkomst werden later opgenomen in andere staatshervormingen.

Tweede staatshervorming (1980)

In 1980 vond de tweede staatshervorming plaats onder de regering van Wilfried Martens. België had volgens de grondwet toen al drie gewesten: het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Tijdens de tweede staatshervorming werden de taken van het Waals en Vlaams Gewest verder uitgewerkt. Er werd niets besloten over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; dat volgde pas tijdens de derde staatshervorming.

Tijdens de tweede staatshervorming werden de volgende veranderingen doorgevoerd:

  • De cultuurgemeenschappen werden hernoemd tot gemeenschappen. Zij kregen meer taken op het gebied van taal, cultuur en persoonsgebonden aangelegenheden.
  • De gewesten en gemeenschappen kregen hun eigen parlement en regering. Ook kregen zij de mogelijkheid om wetten door te voeren. Om kosten te besparen koos Vlaanderen voor één parlement en één regering voor zowel het Vlaams Gewest als de Vlaamse Gemeenschap. In Wallonië bleven de regeringen en parlementen van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest gescheiden.
  • De regels voor de communautaire alarmbelprocedure werden veranderd. Van de procedure werd namelijk vaak misbruik gebruikt. Sinds 1980 is die procedure slechts twee keer gebruikt.

In de faciliteitengemeenten ontstonden spanningen tussen taalgemeenschappen. Die spanningen werden in 1988 opgelost met de Pacificatiewet.

Derde staatshervorming (1988-1989)

Tussen 1988 en 1989 vindt stapsgewijs de derde staatshervorming plaats. Die staatshervorming bestond uit de volgende delen:

  • Onderwijs wordt een bevoegdheid van de gemeenschappen met enkele kleine uitzonderingen. Dat betekent dat de Franse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschap eigen beleid voor onderwijs krijgen.
  • Ruimtelijke ordening, wegenbeheer en leefmilieu wordt overgedragen aan de gewesten.
  • Het Arbitragehof (tegenwoordig Grondwettelijk Hof) wordt opgericht. Het hof kan wetten op de bepaalde delen van de grondwet toetsen. Ook is het hof bedoeld om eventuele conflicten tussen de federale overheid en de gewesten/gemeenschappen op te lossen.
  • Het bestuur van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt vastgelegd. Hierdoor krijgt het gewest een eigen regering met een eigen parlement. Het regering moet altijd uit zowel Nederlandstalige en Franstalige leden bestaan. Ook moet een regering in beide taalgroepen een meerderheid hebben.

Vierde staatshervorming: Sint-Michielakkoord (1993)

In 1993 wordt het Sint-Michielakkoord gesloten, waardoor België officieel een federatie wordt. Het akkoord wordt gesloten tussen de socialisten (SP en PS), de christendemocraten (CVP en PSC), de groenen (Agalev en Ecolo), Volksunie en een lid van de partij ROSSEM. Het akkoord is vernoemd naar de heilige Sint-Michiel, op wiens dag het akkoord werd goedgekeurd.

De vierde staatshervorming bracht enkele grote veranderingen met zich mee:

De ligging van de provincie Brabant. Tot 1993 had België 9 provincies. Sindsdien zijn dat er 10.
  • Het Federaal Parlement wordt verkleind. De Kamer van Volksvertegenwoordigers gaat van 212 naar 150 leden. De Senaat van 106 naar 60 leden. Ook krijgt de Senaat veel minder bevoegdheden. De Kamer wordt daarom de belangrijkste kamer in het parlement.
  • De provincieraden zullen nog maar eens in de zes jaar gekozen worden. Voorheen was dat om de vier jaar.
  • De provincie Brabant wordt gesplitst in Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vormt nu een eiland omringt door Vlaams-Brabant. De Vlaamse Randgemeenten om Brussel vormen samen met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde voor federale verkiezingen. De rest van Vlaams-Brabant vormt het kiesarrondissement Leuven.
  • Vlaams-Brabant krijgt een adjunct-gouverneur die naziet of de taalwetgeving wel nageleefd wordt. De provincie is officieel Nederlandstalig, maar veel Franstaligen wonen in de provincie.
  • De Vlaamse Raad (Vlaams Parlement) en Waalse Raad (Waals Parlement) worden voortaan gekozen via rechtstreekse verkiezingen. De eerste verkiezingen vinden plaats in 1995.
  • De gewesten en gemeenschappen mogen verdragen sluiten met andere landen. Ze krijgen ook een zeer beperkte mate van grondwettelijke macht.
  • Ministers mogen niet meer lid zijn van het parlement. Voorheen was dat wel het geval. Er bestaat wel een uitzondering voor als er verkiezingen geweest zijn en men is nog bezig met de regering te vormen.
  • De OCMW's vallen voortaan onder de bevoegdheid van de gemeenschappen.

Vijfde staatshervorming: Lambermontakkoord (2001-2003)

De vijfde staatshervorming werd gesloten tussen 2001 en 2003. Bij deze staatshervorming is de grondwet niet veranderd; de hervormingen zijn uitgevoerd door middel van bijzondere wetten. Desondanks zijn de veranderingen zo belangrijk dat men het een staatshervorming noemt. De vijfde staatshervorming staat ook wel bekend als het Lambermontakkoord, maar eigenlijk zijn dat drie aparte akkoorden:

Het Lambermontakkoord is vernoemd naar het Lambermont, de woning van de Belgische premier. De akkoorden werden ingevoerd tijdens de regering van Guy Verhofstadt.
  • Het Hermesakkoord (2000) bepaalde dat de gewesten verantwoordelijk werden voor landbouw en buitenlandse handel. De Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel werd vervolgens opgeheven.
  • Het Lambermontakkoord (2000) bepaalde de volgende zaken:
    • De gewesten/gemeenschappen hadden nu het administratief toezicht op de gemeenten en provincies.
    • De gemeenschappen kregen jaarlijks meer geld van de federale overheid.
    • De gewesten kregen de mogelijkheid om zelf belasting te heffen.
    • Delen van de bevoegdheid ontwikkelingssamenwerking werden overgedragen aan de gemeenschappen/gewesten.
    • De gemeenschappen/gewesten moesten de bevoegdheden van faciliteitengemeenten respecteren.
  • Het Lombard- of Brusselakkoord (2001) bepaalde de volgende zaken:
    • De Brusselse Hoofdstedelijke Raad (Brussels Hoofdstedelijk Parlement) werd uitgebreid van 75 naar 89 leden. Hiervan behoorden 17 leden altijd bij de Nederlandse taalgroep en de rest bij de Franse taalgroep. Partijen moesten van tevoren aangeven bij welke lijst zij horen. Inwoners kunnen desondanks vrij stemmen op welke lijst ze willen.
    • De zes Vlaamse Parlementsleden die Brussel-Hoofdstad vertegenwoordigen, worden voortaan direct gekozen door de bevolking Brussel-Hoofdstad.
    • Er kwam financiële steun voor Brusselse gemeenten met een Vlaamse schepen of OCMW-voorzitter.
    • Er kwamen maatregelen die verhinderden dat Vlaams Blok (later Vlaams Belang) een meerderheidspositie of sterke positie in Brussel kreeg, omdat de stad hierdoor onbestuurbaar kon worden.

Deze maatregelen werden tussen 2001 en 2003 ingevoerd.

Zesde staatshervorming: Vlinderakkoord (2011)

Elio Di Rupo met zijn vlinderdas in 2014.

De laatste staatshervorming is het Vlinderakkoord uit 2011 onder de regering van Elio Di Rupo. Het Vlinderakkoord was een akkoord tussen de sociaaldemocraten (PS en sp.a), de christendemocraten (CD&V en cdH), de liberalen (Open Vld en MR) en de groenen (Groen! en Ecolo). Het Vlinderakkoord is vernoemd naar de vlinderdas die Di Rupo altijd droeg.

Het Vlinderakkoord bracht de volgende hervormingen met zich mee:

  • De Senaat werd niet meer (deels) rechtstreeks gekozen. In plaats daarvan werd de Senaat een ontmoetingsplaats voor leden van regionale parlementen.
  • De federale verkiezingen vinden voortaan om de vijf jaar in plaats van de vier jaar plaats. Hierdoor vinden de federale verkiezingen plaats op dezelfde dag als de Europese en regionale verkiezingen. Toch is het nog steeds mogelijk om vervroegde verkiezingen te houden, maar dan zal de Kamer zitten tot de volgende Europese verkiezingen.
  • Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap krijgen meer bevoegdheden.
  • Het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde wordt opgeheven. De Vlaamse Randgemeenten krijgen voortaan dezelfde kieslijst als Vlaams-Brabant. Brussel-Hoofdstad wordt een eigen kiesdistrict.
  • Een hele lijst aan taken worden overgedragen aan de gemeenschappen en gewesten, zoals energie, industrie, wonen, huisvesting, verkeer en mobiliteit, etc.
  • Gewesten en gemeenschappen worden voortaan op een andere manier gefinancierd.

Het Vlinderakkoord wordt vervolgens tussen 2012 en 2013 ingevoerd.

Status van de Duitstalige Gemeenschap

De locatie van de Duitstalige Gemeenschap

De Duitstalige Gemeenschap werd een bijzondere status binnen de staatshervormingen. De gemeenschap werd in 1970 opgericht en heeft dezelfde taken als de Vlaamse en Franse Gemeenschap. Toch vormt de Duitstalige Gemeenschap minder dan 1% van de bevolking. Hierdoor heeft de gemeenschap geen invloed over bijzondere wetten. Oftewel, om een bijzondere wet door het federaal parlement te krijgen hoeft men geen meerderheid binnen de Duitstalige taalgroep te krijgen.

Daarnaast heeft de Duitstalige Gemeenschap enkele taken die normaal door het Waals Gewest uitgevoerd moeten worden. Het Waals Gewest heeft die over de jaren heen aan de Duitstalige Gemeenschap overgedragen, zoals het onderhoud aan monumenten. Hierdoor onderhandelen de Duitstalige Gemeenschap en het Waals Gewest met elkaar.

Zevende staatshervorming?

Sinds de laatste staatshervorming in 2011 vindt er discussie plaats over een eventuele zevende staatshervorming. Voornamelijk de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) pleit sinds de verkiezingen van 2014 voor een nieuwe staatshervorming. De N-VA wil namelijk meer bevoegdheden van de federale overheid overdragen aan de gewesten en gemeenschappen. Volgens de partij moet België omgevormd worden in de confederatie, waarin de nadruk op de gewesten en gemeenschappen ligt. Andere partijen, zoals de Partij van de Arbeid (PVDA-PTB) en de Mouvement Réformateur (MR), pleiten juist voor de herfederalisering van bepaalde taken. Zij willen juist dat sommige taken (zoals gezondheidszorg) aan opnieuw wordt overgedragen aan de federale overheid.

Na de verkiezingen van 2014 werd de N-VA onderdeel van de regering van Charles Michel. Er kon toen geen staatshervorming plaatsvinden. De grondwet stelt namelijk dat alleen de vorige regering de procedure in gang kan zetten om een staatshervorming te beginnen. De regering voor Michel had dat niet gedaan. N-VA stapte in 2018 uit de regering, waarna de regering de procedure niet in werking stelde. N-VA was tussen 2019 en 2024 geen onderdeel van de federale regering. De regering van Alexander De Croo zette in 2024 wel de procedure voor een zevende staatshervorming in gang. Een zevende staatshervorming was ook een van de thema's tijdens de verkiezingen van 2024. In 2025 kwam de regering van Bart De Wever aan de macht. In het regeerakkoord staat een zevende staatshervorming afgesproken. Het is echter nog onduidelijk wanneer die zal plaatsvinden en wat die zal inhouden.

Voor- en tegenargumenten

Hieronder zie je een overzicht van de argumenten die voor- en tegenstanders gebruiken. Sommige argumenten kunnen zowel als voor- als tegenargument gebruikt worden.

Voorstanders

Voorstanders van de staatshervormingen gebruiken de volgende argumenten:

  • Minder spanningen: De staatshervormingen leiden tot minder spanningen tussen de taalgroepen. Taalgroepen kunnen nu op verschillende vlakken doen wat zij zelf willen. Hiervoor kunnen zij iets anders doen dan de ander wil, zoals op het gebied van onderwijs. Hierdoor zouden minder spanningen ontstaan, waardoor België stabieler zou worden. Sommige belgicisten zijn van mening dat België hierdoor kan blijven voortbestaan.
  • Stap naar onafhankelijkheid: Vlaams-nationalisten zijn van mening dat de staatshervormingen een eerste stap naar Vlaamse onafhankelijkheid zijn. Door de staatshervormingen krijgt de Vlaamse overheid meer taken. Hierdoor kan de overheid alvast oefenen met deze taken voor als Vlaanderen in een (verre) toekomst onafhankelijk zou worden. Voor hen zijn de staatshervormingen dus de eerste stap naar de ontbinding van de Belgische staat.
  • Culturele bescherming: De staatshervormingen zouden leiden tot een betere bescherming van de regionale cultuur van Vlaanderen/Wallonië. Volgens sommigen heeft België niet één cultuur, maar bestaat België uit meerdere culturen. De staatshervormingen zorgden ervoor dat de gemeenschappen over hun eigen cultuur gingen. Hierdoor kunnen zij betere maatregelen nemen om die cultuur te promoten en te beschermen.
  • Economie: Wallonië stemt traditioneel links, terwijl Vlaanderen traditioneel rechts stemt. Dat heeft vooral een invloed op het gebied van economie. Oorspronkelijk wilden de Waalse vakbonden staatshervormingen om de Waalse economie te redden. Ook sommige Vlaamse politici gebruiken dit argument om belastingen en kosten te verlagen.

Tegenstanders

Tegenstanders van de staatshervormingen gebruiken de volgende argumenten:

  • Meer spanningen: De staatshervormingen zouden juist tot meer spanningen leiden. Een onderbouwing hiervoor is dat er na zes staatshervormingen nog steeds spanningen bestaan. Ook hebben de staatshervormingen België een veel complexer land gemaakt, waardoor België juist minder stabiel is geworden.
  • Meer kosten en minder efficiëntie: Door de staatshervormingen zijn de kosten toegenomen. Zo zijn er meer parlementsleden en regeringsleden bijgenomen. Ook is België hierdoor een minder efficiënt land geworden. Zo telt België zes ministers die bevoegdheid zijn met gezondheidszorg. Ook bleek het afkondigen van lockdowns en coronamaatregelen tijdens de coronapandemie erg moeilijk.
  • Geen grote verschillen: Volgens tegenstanders van de staatshervormingen zijn geen grote verschillen tussen Wallonië en Vlaanderen. De verschillen worden overgedreven of verzonnen. Zo zie je in de afgelopen jaren Wallonië en Vlaanderen op veel sociale thema's, zoals lhbt-rechten en migratie, naar elkaar zijn toegegroeid.
  • Voortbestaan van België: Veel voorstanders van de Belgische eenheid zijn tegen staatshervormingen. Ze zien staatshervormingen als bedreiging voor het voorbestaan van België. Ze zien de staatshervormingen als eerste stap naar Vlaamse onafhankelijkheid, wat het einde van België zou kunnen betekenen.

Bronnen

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Staatshervorming_(België)&oldid=928277"