Paul I van Griekenland
Paul I, of in het Grieks Παύλος, (geboren te Athene op 14 december 1901 - gestorven in het Paleis Tatoi op 6 maart 1964) was de zevende koning van Griekenland (officieel koning der Hellenen). Van 1947 tot aan zijn dood in 1964 heeft hij regeert. Paul I was de opvolger van George II en zelf werd hij opgevolgd door Constantijn II (de laatste Griekse koning).
Paul I kwam uit het Huis Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg, wat nog steeds regeert in Noorwegen en Denemarken.
Levensloop
Paul I werd in 1901 geboren. Hij was de zoon van Constantijn I (die later koning van Griekenland werd) en Sophie van Pruisen. Paul I ging naar school op het Britannia Royal Naval College in Engeland en later naar de Griekse koninklijke legeracademie. Hij werd hierna officier in het koninklijke leger en sub-luitenant in het Griekse leger. Op 9 januari 1938 trouwde hij met Frederika van Brunswijk. Tussen hun leeftijden zat vijftien jaar verschil. Samen kregen ze drie kinderen:
- Sophia (2 november 1938), die later trouwde met de Spaanse koning.
- Constantijn II (2 juni 1940), die later koning van Griekenland werd.
- Irene (11 mei 1942), bekend van de liefdadigheid.
In 1947 werd Paul I koning van Griekenland. Zijn broer, koning George II, was toen gestorven. Toen Paul I koning werd was er in Griekenland de Griekse burgeroorlog aan de gang. Veel huizen waren verwoest en het vee werd weggevoerd. Paul I en zijn vrouw spande zich in om te zorgen dat dit weer goed kwam.
Paul I was op zich een geliefde koning, maar zijn vrouw was dat niet. Zijn vrouw was namelijk er eigenzinnig en hield van heerschappij. Ook was zie de kleindochter van de Duitse keizer (die de Eerste Wereldoorlog mede liet ontstaan) en tijdens de Tweede Wereldoorlog dacht men dat zij voor de nazi's was. Paul I was juist heel anders dan zijn vrouw. Hij was er eerlijk en trouw. Rond 1950 werd duidelijk dat Frederika de macht had over Paul I. Ze bemoeide zich met zaken van de staat en had vaak ruzie met ministers. Zelfs de mensen die het meest waren voor een monarchie, wilde door haar liever een republiek.
De laatste jaren begon Paul I zich te gaan bezighouden met theologie en filosofie. Hij schreef zelfs een heel boek over de bekende Griekse filosoof Plato. In 1964 overleed Paul I aan de gevolgen van kanker. Zijn zoon Constantijn II nam het stokje over, maar de monarchie zou nooit meer echt populair worden.
Otto I (1832-1862) - George I (1863-1913) - Constantijn I (1913-1917) - Alexander I (1917-1920) - Olga Konstantinova (koningin-regentes; 1920) - Constantijn I (opnieuw; 1920-1922) - George II (1922-1924) Tweede Helleense Republiek (1924-1935) George II (1935-1947) - Paul I (1947-1964) - Constantijn II (1964-1974) - Monarchie afgeschaft (1974) |