Plato
Plato (Grieks: Πλάτων/Pláton, Athene, ca. 427 – 347 v.Chr.) is een van de bekendste, meest gelezen en bestudeerde filosofen ter wereld. Hij was de leerling van Socrates en de leraar van Aristoteles, en hij schreef in het midden van de vierde eeuw voor Christus in het oude Griekenland. Hij werd hoofdzakelijk beïnvloed door Socrates, en die is dan ook de hoofdpersoon in veel van Plato's geschriften, de "dialogen". Andere filosofen waar Plato veel van leerde waren Heraclitus, Parmenides, en de volgelingen van Pythagoras.
Leven
Plato's vader was Ariston, zijn moeder heette Perictione. Plato had nog twee broers, Adeimantus en Glaucon, en een zus die Potone heette. Mogelijk werd hij eerst "Aristocles" genoemd, naar zijn grootvader, en later zou zijn worstelleraar hem de bijnaam "Plato", de brede, gegeven hebben. Plato's vader Ariston overleed toen Plato nog een peuter was, en zijn moeder hertrouwde toen met Pyrilampes, een vriend van de grote Atheense generaal en politicus Pericles. Zoals elke jongeling uit een aristocratische familie werd Plato onderwezen in spraakkunst, muziek, gymnastiek en filosofie. Lichamelijk moet Plato een indrukwekkende verschijning geweest zijn. Platon betekent 'de brede' in het Oudgrieks. In zijn jeugd was Plato een uitstekend worstelaar. Hij worstelde op de Isthmische spelen en stond alom bekend om zijn prestaties.
Plato kwam uit een van de rijkste en meest politiek actieve gezinnen in Athene. Een van Plato's ooms (Charmides) was zelfs lid van de beruchte "Dertig Tirannen", die de Atheense democratie in 404 v. Chr. omver wierpen. Normaal gezien was Plato dus ook politicus geworden. Daar is niets van terechtgekomen, omdat hij na zijn ervaringen met Socrates overtuigd was dat het leven als filosoof het hoogste was wat een mens kon bereiken. Vooral de waardige manier waarop Socrates de dood was tegemoet getreden had een enorme indruk gemaakt op de jonge Plato. Socrates was door de Atheense rechtbank veroordeeld wegens bederf van de jeugd en het niet eren van de goden. In plaats van voor ballingschap te kiezen of te vluchten, verkoos hij in Athene te blijven. Daardoor koos hij vrijwillig de dood en werd veroordeeld tot het drinken van een brouwsel met het giftige dollekervel. Zijn bewondering voor Socrates spoorde Plato aan om zijn leermeester op te voeren in talrijke dialogen. Praktisch alles wat we weten over Socrates komt uit die beschrijvingen van Plato.
Toen Socrates stierf, verliet Plato Athene. Hij verbleef eerst een tijd in de Griekse stad Megara, en reisde dan naar een aantal andere plaatsen, waaronder misschien Cyrene, Italië, Sicilië, en zelfs Egypte. Tijdens zijn verblijf in de Italiaanse stad Syracuse werd hij de raadgever van Dion, de schoonbroer van de tiran Dionysius I. Volgens sommige verhalen uit de latere oudheid zou de tiran in onmin zijn geraakt met Plato, waarna hij heeft gepoogd hem als slaaf te verkopen.
In ieder geval keerde Plato na die reizen terug naar Athene. Daar stichtte hij een school, bekend als de Akademeia. De naam academie is ontleend aan de plaats van die school, een groepje heilige bomen ter ere van de held Academus, zowat 2 km buiten de Atheense muren. Met uitzondering van twee reizen naar Sicilië, bleef de Academie Plato's thuisbasis voor de rest van zijn leven.
Plato's werk
Van Plato's filosofie is vooral de "Ideeënleer" bekend. Daarnaast schrijft Plato onder meer ook over de beste manier om een staat in te richten, over opvoeding en onderwijs, het deugdzame leven en de grenzen van onze kennis. Er is eigenlijk niet zo gek veel waar Plato niet over heeft geschreven. Soms zegt men wel eens dat alle filosofen na Plato niets anders hebben gedaan dan voetnoten zetten bij wat Plato heeft geschreven.
Een van zijn bekendste werken is "Politeia" ('de Staat' of 'de Republiek'). Daarin komt een heel beroemde passage voor die 'de allegorie van de grot' wordt genoemd. Plato maakt in dat verhaal duidelijk dat de meeste mensen in een grot lijken te leven. Ze denken iets te weten over de echte wereld, maar omdat ze gevangen zitten in hun lichaam, zien ze alleen schaduwen op de muur. Die schaduwen houden ze voor echte dingen. De echte dingen bevinden zich achter hen, buiten de grot, maar daarvoor moeten ze zich eerst van hun ketenen weten te bevrijden en uit de grot zien te geraken. Volgens Plato willen veel mensen blijven leven met hun misvormde beelden. Ze willen de man die verlichting breng zelfs doden. Bij deze laatste persoon denkt Plato aan Socrates. Een van de doelen van de opvoeding en van het onderwijs is volgens Plato om ons de echte wereld te leren kennen. Die echte wereld is niet de wereld die we met onze zintuigen kennen. Het is de wereld van de 'zuivere ideeën'. Wat hij daarmee bedoelt is dat er bijvoorbeeld vele stoelen bestaan, in allerlei vormen en materialen, maar dat die slechts afgeleid zijn van het Idee 'Stoel'. De 'bewaarplaats' van al die eeuwige ideeën is dan de Ideeënwereld. Alleen het verstand heeft volgens Plato dus toegang tot ware kennis, niet de zintuigen. Deze kennis is echter niet voor iedereen, maar slechts voor de filosofen, waaruit volgens Plato ook de koning, de leider van de staat moet worden gekozen.
In "Phaedrus" gaat Plato uitvoerig in op de verhouding tussen de ziel en het lichaam. De ziel (psyche) bestaat in Plato's visie uit drie delen. In de allegorie van de wagenmenner symboliseert de menner de rede (Logos) die de twee gevleugelde paarden (Thymos of geest, en Eros of passie) moet dwingen om samen te werken. Het ene paard gaat voor de korte termijn voordeeltjes en het andere paard houdt de lange termijn in de gaten. Evenwichtige samenwerking van de drie delen bereik je dus met Logos: het gebruiken van je rede en het bedrijven van filosofie. Dit heb je nodig voor het leven in het hiernamaals.
Videoclips
- Plato's grotallegorie, ook wel de parabel van de grot genoemd
- Plato over De ideeënwereld en de leer van de ziel