Hans van Mierlo (D66)
Henricus Antonius Franciscus Maria Oliva (Hans) van Mierlo (Breda, 18 augustus 1931 – Amsterdam, 11 maart 2010) was een Nederlands journalist en politicus namens Democraten 66. Van Mierlo was één van de oprichters van deze politieke partij en was jarenlang het gezicht van D66. Door de initialen van zijn voornamen kreeg hij binnen de partij de bijnaam Hafmo.
Hij richtte in 1966, samen met Hans Gruijters, de sociaalliberale Democraten 66 op. Van Mierlo was in die periode politiek leider en zat zowel in de Tweede als Eerste Kamer namens die partij. Hij was tevens minister van Defensie en minister van Buitenlandse Zaken. Van Mierlo stopte in 1998 met de politiek en kreeg de titel minister van Staat toegerekend.
Levensloop
Jeugd
Van Mierlo werd in Breda geboren in een rooms-katholiek gezien. Zijn vader was industrieel en gedurende de Tweede Wereldoorlog stak het gezin de Noordzee over om een jaar in Engeland te wonen. Na de oorlog keerde het gezin echter terug. Van Mierlo studeerde rechten aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Halverwege zijn studie ging hij de wereld rondreizen en eindigde in de Franse stad Perpignan. Hier werkte hij voor de lokale krant L'Independent. In 1960 voltooide hij zijn studie en werd doctor in Nederlands recht, met als specificatie internationaal privaatrecht. Van 1960 tot 1967 werkte hij bij het Algemeen Handelsblad in Amsterdam. Eerst was hij hier redacteur over het binnenland en later hoofd van de redactie van de opiniepagina.
Oprichting van D66
Als voorzitter van het initiatief-comité had Van Mierlo grote invloed op de oprichting van de nieuwe politieke partij. D66 zou toentertijd de politiek vernieuwen door democratische vernieuwingen te brengen. Voorbeelden hiervan waren het rechtstreeks referendum en het gekozen burgemeester- en premierschap. D66 wilde ook het oude politieke systeem doorbreken, waarin de traditionele politieke partijen de meeste invloed hadden. De oprichting van D66 lukte dan ook maar net in 1966, op 27 december. Het comité kon het op het laatste moment eens worden na dagenlang te vergaderen. Van Mierlo werd gekozen als de nieuwe voorzitter en fractievoorzitter namens de partij.
Volgens Van Mierlo zou D66 worden opgeheven zodra het zijn doelen had bereikt. Van Mierlo zou in 1966 hebben gezegd: D'66 verdwijnt wanneer we het huidige politieke stelsel mee hebben helpen opblazen. In 1990 kwam hij hierop terug door te zeggen dat hij op de langere termijn hierin geloofde. D66 werd niet alleen bekend door zijn vernieuwende ideeën, maar ook door de vernieuwende campagnespot. In dit spotje liep Van Mierlo door de Amsterdamse grachten en sprak de kiezer thuis rechtstreeks aan. Hoewel dit soort spotjes tegenwoordig niet echt bijzonder zijn, was het in die tijd ongewoon.
In de Tweede Kamer
Bij de verkiezingen van 1967 voor de Tweede Kamer behaalde D66 maar liefst zeven zetels. In de Tweede Kamer zocht D66 vooral de steun van de Partij van de Arbeid (PvdA) op. De twee partijen stonden bekend als Nieuw Links. Ook zocht D66 andere linkse partijen op voor het milieubeleid. Veel fractiegenoten vonden dat D66 zich beter moest richten op politieke vernieuwing en niet "de bijwagen van de PvdA" moest worden. Kort voor de verkiezingen van 1971 zette Van Mierlo met de PvdA en de Politieke Partij Radikalen (PPR) een zogeheten schaduwkabinet op. Dit zou het echte kabinet worden als de partijen genoeg zetels zouden behalen. Van Mierlo zou in dit kabinet vicepremier en minister zonder portefeuille worden. De plannen van het geplande kabinet bestonden uit het uitvoeren van het Progressief Akkoord.
Na de verkiezingen van 1971 steeg D66 van 7 naar 11 zetels. De partijen behaalde niet de meerderheid en werden ook geen onderdeel van het kabinet. De leider van de PvdA, Joop den Uyl, wilde Van Mierlo helpen met het oprichten van een progressieve volkspartij. Doordat het kabinet al snel viel, werden er nieuwe verkiezingen uitgeschreven. De PvdA, de PPR en D66 richtte opnieuw een schaduwkabinet op onder de naam Keerpunt '72. Bij de verkiezingen wist de PvdA de grootste partij te worden en trad samen met de partijen en de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) en de Katholieke Volkspartij (KVP) in de regering. D66 verloor echter zetels en kwam op 6 zetels uit. Van Mierlo voelde zich hiervoor verantwoordelijk en trad af als fractievoorzitter. Hij werd opgevolgd door Jan Terlouw. Van Mierlo bleef echter Kamerlid en woordvoerder over defensie en buitenlandse zaken. De PvdA, de PPR en D66 lieten het idee door een gezamenlijke progressieve volkspartij vallen. De PPR zou later in de jaren negentig met enkele kleinere linkse partijen opgaan in GroenLinks. In 1977 vertrok Van Mierlo voor de eerste keer uit de politiek.
Tussenperiode
Toen Van Mierlo in 1977 de politiek voor het eerst verliet, nam hij afstand van D66. Hij werd lid van de commissie voor ontwikkelingssamenwerking tussen Nederland en het net onafhankelijke Suriname. Samen met Marcel van Dam maakte het programma De achterkant van het gelijk, wat werd uitgezonden door de VARA. Hoewel hij afstand nam, mengde hij zich toch in de discussie als het niet anders kon. In 1980 greep hij bijvoorbeeld in op een congres toen fractievoorzitter Laurens Jan Brinkhorst voor de plaatsing van kruisraketten in Nederland was. Op dat moment was de Koude Oorlog aan de gang tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten, waarbij beide staten raketten in Europe wilde plaatsen. Het grootste gedeelte van de kiezers was tegen, maar Van Mierlo wist de kiezers toch te overtuigen dat het wel nodig was als het niet anders kon.
Ministerschap
In 1981 werd Van Mierlo gevraagd om minister van defensie te worden in twee kabinetten van Dries van Agt. Hoewel Van Mierlo voorstander van kernwapens was, zorgde hij ervoor dat er geen Amerikaanse kernwapens in Nederland kwamen en dat deze er enigszins begrip voor hadden. Hij bleef minister tussen 1981 en 1982. Tijdens een bezoek van de VN-vredesmacht in Libanon liep hij hepatitus C, een leverziekte, op. Later, in 2000 onderging hij een levertransplantatie.
Tussen 1983 en 1986 was Van Mierlo Eerste Kamerlid en was lid van de Adviesraad Defensieaangelegenheden. In 1984 werd hij gevraagd om voorzitter van de West-Europese Unie te worden, maar bedankte voor de eer. Uiteindelijk werd Van Mierlo opnieuw lijsttrekker van D66. Op het moment dat Van Mierlo partijleider werd, stond D66 op 2 zetels in de peilingen. Bij de verkiezingen van 1986 werden dit er echter negen en bij de verkiezingen van 1989 won de partij twaalf zetels. D66 schoof aan bij de kabinetsonderhandelingen tussen het CDA (op dat moment de grootste) en de PvdA. D66 trad later terug. Van Mierlo zei hierover: "het CDA zich nooit de dominantie zou laten afpakken". Het CDA wilde namelijk dat een meerderheid van de ministers christelijk waren.
Onder Van Mierlo won D66 in bij de verkiezingen van 1994 in totaal 24 zetels, het hoogste zetelaantal tot nu toe. Samen met de PvdA (die nu de grootste was) en de VVD vormde D66 het Paars I. Het was de wens van Van Mierlo om zonder een christelijke partij te regeren (wat de eerste keer was sinds 1918). Volgens Van Mierlo kon het niet langer zo doorgaan en had Nederland een frisse wind nodig. Van Mierlo werd minister van Buitenlandse Zaken. Hoewel het kabinet-Paars I (en II) veel progressieve hervormingen maakte, zoals het legaliseren van softdrugs, het homohuwelijk, euthanasie en abortus, werd er op het punt van bestuurlijke vernieuwing weinig bereikt. De jongerenafdeling van D66 (Jonge Democraten) riep op tot een nieuwe leider. Na de verkiezingen van 1998 kondigde Van Mierlo zijn vertrek aan. Els Borst volgde Van Mierlo op als partijleider. GroenLinks sprak van kiezersbedrog, omdat Van Mierlo vrijwel direct na de verkiezingen zijn vertrek aankondigde.
Latere leven
In oktober 1998 werd Van Mierlo benoemd tot minister van staat, een titel voor mensen die zich hebben ingezet voor Nederland op politiek terrein. Van Mierlo werd lid van het bestuur bij verschillende culturele en literaire organisaties. In 2002 vertegenwoordigde hij Nederland op de Conventie over de Toekomst van Europa, maar trad terug na een half jaar toen kabinet-Balkenende I erg kritisch over de EU sprak.
In 2005 gaf hij een lezing over het schrappen van de regel over de benoeming van een burgemeester door de Kroon uit de Grondwet. Dit zo het gekozen burgemeesterschap mogelijk maken. Mensen van een gemeente kunnen hier zelf op een burgemeester stemmen, zoals bij verkiezingen. Dit was de reden waarom D66 een regering vormde met VVD en CDA. Dit ging niet door een zorgde ervoor dat het regeerakkoord gewijzigd werd. De leden van D66 moesten hiermee instemmen. Van Mierlo zei tegen te stemmen, maar stemde uiteindelijk voor.
In 2006 liet hij zich kritisch uit over of D66 wel nog te redden was. De partij had heel weinig zetels op dat moment en stond er in de peilingen niet goed voor. Later gaf hij aan dat zijn woorden verkeerd begrepen waren. In maart 2010 overleed hij en dit werd zowel in de Eerste als Tweede Kamer herdacht. Van Mierlo werd 78 jaar oud.
Democraten 66 · (D66) | |||
---|---|---|---|
Partijleiders: Van Mierlo · Terlouw · Brinkhorst · Engwirda · Van Mierlo · Borst · De Graaf · Dittrich · Pechtold · Kaag · Jetten Fractievoorzitters Tweede Kamer: Van Mierlo · Terlouw · Brinkhorst · Engwirda · Van Mierlo · Wolffensperger · De Graaf · Borst · De Graaf · Dittrich · Van der Laan · Pechtold · Jetten · Kaag · Paternotte · Jetten |
Ministers en staatssecretarissen in het kabinet-Van Agt II (CDA, PvdA en D'66) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Ministers en staatssecretarissen in het kabinet-Van Agt III (CDA en D'66) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Ministers en staatssecretarissen in het kabinet-Kok I (PvdA, VVD en D66) | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|