Corporatisme

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Corporatisme is een politieke ideologie en maatschappijvorm. In een corporatistische samenleving bestaat de wetgevende macht uit burgerraden. In deze raden zijn allerlei "belangengroepen vertegenwoordigd, zoals landbouw, industrie, handelaars, etc. Deze groepen komen samen om te onderhandelen en besluiten te nemen. Deze burgerraden zijn (meestal) ongekozen of niet direct gekozen.

Het corporatisme ontstond in de 19e eeuw als alternatief voor het klassiek liberalisme en het marxisme. Corporatisten zijn van mening dat de verschillende sociale klassen moeten samenwerken om problemen op te lossen. Verschillende ideologieën hebben corporatistische elementen overgenomen, zowel in democratieën als dictaturen.

Naam

De naam corporatisme is afgeleid van het Latijnse woord corpus (lichaam). Onder het corporatisme werken namelijk verschillende organisaties (lichamen) samen in het maken van beslissingen.

Geschiedenis

Ontstaan

Het moderne corporatisme heeft een conservatieve oorsprong. Het werd geïnspireerd door onder andere de middeleeuwse gilden.

Het idee van corporatisme ontstond rond 1850, maar behaalde inspiratie uit oudere voorbeelden. In de werken van de Griekse filosofen Plato en Aristoteles worden al corporatistische systemen beschreven. Ook haalde het corporatisme inspiratie uit de middeleeuwse gildes.

Het corporatisme was een reactie om twee ideologieën die erg belangrijk waren in de 19e eeuw. Het klassiek liberalisme wilde dat de staat zich zo min mogelijk met de economie wilde bemoeien (laissez-faire kapitalisme). Het marxisme wilde juist dat het kapitalisme door middel van een revolutie omvergeworpen zou worden. Hierna zou een klasseloze en staatloze samenleving ontstaan. De klassiek liberalen hadden veel aanhang onder de bovenklasse, terwijl de marxisten aanhang onder de onderklasse hadden.

De corporatisten richtten zich voornamelijk om de middenklasse, maar ook op de werkende klasse. Zij vonden dat het klassiek liberalisme te individueel was. Ook wezen zij de klassenstrijd uit het marxisme af. In plaats van strijd tussen verschillende klassen moesten deze klassen gaan samenwerken.

Opkomst

Het corporatisme kwam tijdens de jaren 1870 en 1880 in opkomst. Arbeiders hadden zich verenigd in vakbonden en gingen overleggen met werkgevers over betere arbeidsomstandigheden en lonen. In 1887 publiceerde de Duitse filosoof Ferdinand Tönnies zijn boek Gemeinschaft und Gesellschaft. Hierin beschreef hij een samenleving die min of meer met het corporatisme overeenkwam.

Daarnaast werd het corporatisme gesteund door de Rooms-Katholieke Kerk. De kerk zag het corporatisme als gematigd alternatief voor radicale stromingen, zoals het marxisme en het anarchisme. Tijdens de vroege 20e eeuw steunde de Kerk verschillende corporatistische groepen. Zo zag de kerk vanaf 1891 de vakbonden als vorm van corporatisme en riep politici op om deze te erkennen. De Kerk steunde later ook corporatistische regimes, waaronder de Spaanse dictator Francisco Franco en de Italiaanse fascist Benito Mussolini.

Veel sociaaldemocratische partijen namen corporatistische elementen over, vooral tijdens de Grote Depressie van de jaren 1930. In België bedacht Hendrik de Man van de Belgische Werkliedenpartij (BWP) het Plan-De Man. In Nederland bedacht de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) het Plan van de Arbeid, wat door het Plan-De Man geïnspireerd was. In beide plannen kwamen veel corporatistische elementen voor.

Corporatisme en fascisme

De Estado Novo (1933-1974) van de Portugese dictator António de Oliveira Salazar is een voorbeeld van corporatisme. Aan het corporatisme in Portugal kwam in 1974 een einde tijdens de anjerrevolutie, waarbij Portugal een overschakeling maakte naar democratie.

Veel fascistische regimes namen corporatistische elementen over. Zo was het corporatisme een essentieel onderdeel van het Italiaanse fascisme van Benito Mussolini. Mussolini zag het corporatisme als een manier om klassenstrijd te voorkomen. Klassenstrijd zou de Italiaanse bevolking alleen maar verdelen, terwijl Italië volgens hem eenheid moest uitstralen.

Later ontstonden er meer van dit soort regimes, zoals die van Franscisco Franco (Spanje), António de Oliviera Salazar (Portugal), Engelbert Dollfuss (Oostenrijk), Getúlio Vargas (Brazilië), Konstantin Päts (Estland), Karlis Ulmanis (Letland), Juan Perón (Argentinië), Antanas Smetona (Litouwen) en Kimon Georgiev (Bulgarije). Ook de Mexicaanse Institutioneel Revolutionaire Partij kon tussen 1938 en 1990 als corporatistisch beschouwd worden.

In andere landen ontstonden ook corporatistische partijen. Zo waren de Frontpartij, het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) en Rex in België oorspronkelijk corporatistisch. In het Verenigd Koninkrijk pleitte de British Union of Fascists (BUF) van Oswald Mosley voor corporatisme. Daarnaast nam het nationaalsocialisme in Duitsland corporatistische elementen over.

Na de Tweede Wereldoorlog

Na de Tweede Wereldoorlog namen christendemocraten, sociaaldemocraten en nationaal-conservatieven corporatistische elementen over. Zij zagen dit als noodzakelijk voor het bewaken van de vrede en de wederopbouw. In plaats van stakingen besloten vakbonden en werkgeversorganisaties met elkaar om de tafel te zitten om problemen op te lossen.

In Nederland ontstond na de oorlog het poldermodel. Vaak wordt de oorsprong van dit model geplaatst in de jaren 1980 of 1990, maar sommige historici denken dat het al sinds de jaren 1950 (of zelfs 1920) gebruikt wordt. Het poldermodel zorgt ervoor dat vakbonden, werkgeversorganisaties, belangenorganisaties en de overheid onderhandelen over lonen en arbeidsvoorwaarden. In België bestaat een soortgelijk systeem; het sociaal overleg.

Verschillende Europese landen hebben een soort van poldermodel. In de Verenigde Staten werd er in de jaren 1980 een poging gedaan dit te creëren, maar dit mislukte toen.

Stromingen

Er zijn verschillende soorten corporatisme:

  • Christelijk corporatisme: Dit is het corporatisme gebaseerd op christelijke waarden. Vooral de Rooms-Katholieke Kerk (maar ook enkele protestantse kerken) steunde deze vorm van corporatisme.
  • Conservatief corporatisme: Deze vorm van het corporatisme ging samen met conservatieve (behoudende) waarden. Het conservatief corporatisme pleitte voor een kleine verzorgingsstaat en het behoud van sociale hiërarchie. Toch moesten de verschillen kleiner worden dan onder het kapitalisme.
  • Fascistisch corporatisme: Veel fascistische landen namen het corporatisme over, waaronder het Italië van Benito Mussolini. Corporatisme werd als manier gezien om de klassenstrijd op te lossen. Hierdoor zou er nationale eenheid komen.
  • Liberaal corporatisme: Deze vorm van het corporatisme gaat samen met liberale en progressieve waarden. De Engelse liberaal John Stuart Mill pleitte bijvoorbeeld voor een systeem dat vergelijkbaar met liberaal corporatisme is. Veel westerse landen zijn hierdoor beïnvloed.
  • Nationalistisch corporatisme: Deze vorm van corporatisme werd aangehangen door nationalistische partijen. Het werd als manier gezien om voor nationale eenheid te zorgen.
  • Sociaaldemocratisch corporatisme: Na de Tweede Wereldoorlog namen veel sociaaldemocratische partijen corporatistische elementen over. Dit had een invloed in veel westerse landen.
Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Corporatisme&oldid=866741"