GroenLinks-PvdA
Partij van de Arbeid-GroenLinks (PvdA-GroenLinks) | |
Actief in | Nederland |
Richting | Centrumlinks |
Stroming | Progressivisme Sociaaldemocratie Groene politiek |
Partijleider | Attje Kuiken (PvdA) Jesse Klaver (GroenLinks) |
Fractievoorzitters | |
- Eerste Kamer | Paul Rosenmöller (GroenLinks) |
- Provinciale Staten (Zeeland) | Anita Pijpelink (PvdA) |
Zetels | |
- Eerste Kamer | 14 van de 75 |
- Provinciale Staten (Zeeland) | 6 van de 39 |
Overig | |
Europese fractie | S&D en Groenen/EVA |
Internationale organisatie | Progressieve Alliantie & Global Greens |
Portaal Politiek |
PvdA-GroenLinks is de samenwerking van de politieke partijen Partij van de Arbeid (PvdA) en GroenLinks (GL).
In de Eerste Kamer zitten de partijen samen in één fractie. Paul Rosenmöller (GroenLinks) is de fractievoorzitter in de Eerste Kamer. Ook hebben de partijen in Zeeland bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2023 samen op één lijst meegedaan. De partijen hebben daar gezamenlijk zes zetels.
Geschiedenis
Vanaf de jaren 1970 werd steeds vaker voorgesteld dat linkse politieke partijen meer moesten samenwerken. Dit was vooral te horen als linkse politieke partijen het minder goed deden bij verkiezingen. Daarnaast waren rechtse politieke partijen minder verdeeld: de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) en het Christen-Democratisch Appèl (CDA) waren twee grote partijen op rechts, terwijl op links alleen de Partij van de Arbeid (PvdA) groot was. De rest van de linkse stemmen werden verdeeld over Democraten 66 (D66), de Politieke Partij Radikalen (PPR), de Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP), de Communistische Partij van Nederland (CPN) en de Evangelische Volksparij (EVP).
Eerste samenwerkingen
De eerste samenwerking tussen linkse politieke partijen vond plaats in 1969. Toen sloten de Partij van de Arbeid, de PPR en de PSP het Progressief Akkoord. Dit leidde er vooral in gemeenten en in de provincie toe dat de partijen altijd probeerden om samen een meerderheid te vormen in gemeenteraden of de Provinciale Staten. Vaak werden deze colleges (coalities) aangevuld door D66 of de CPN. De verregaande samenwerking leidde tot onrust in de Partij van de Arbeid, waardoor ontevreden leden de partij Democratisch Socialisten '70 (DS'70) oprichtten. De PSP kon zich steeds minder vinden in het akkoord en stapte eruit. Hierdoor werd het geen succes.
Voor de Tweede Kamerverkiezingen van 1971 en 1972 ondertekenden de PvdA, de PPR en D66 samen een akkoord. Dit akkoord heette bij de verkiezingen van 1972 'Keerpunt '72'. In dit akkoord schreven de politieke partijen op wat ze zouden gaan doen als ze aan de macht kwamen. Joop den Uyl, de partijleider van de PvdA, had namelijk een goede kans om de verkiezingen te winnen. Ook ontstond er een idee om uiteindelijk samen op te gaan in één partij: de Progressieve Volkspartij (PVP). Dit kwam niet tot stand, omdat de partijen het niet eens waren over welke ideologie de partij moest krijgen. Uiteindelijk bliezen zowel de PvdA als D66 het idee van een Progressieve Volkspartij af.
De Tweede Kamerverkiezingen van 1972 werden gewonnen door de Partij van de Arbeid. De partijen van Keerpunt '72 vormden samen met de rechtsere Katholieke Volkspartij (KVP) en Anti-Revolutionaire Partij (ARP). Door de verschillen tussen de linkse en rechtse partijen verliep de samenwerking echter niet goed. Ook konden premier Joop den Uyl en Dries van Agt, de leider van de KVP, het niet goed met elkaar vinden. Het kabinet viel hierdoor uiteindelijk twee maanden voor de Tweede Kamerverkiezingen van 1977.
Groot verlies
De Tweede Kamerverkiezingen van 1977 verliepen niet goed voor de kleinere partijen van Keerpunt '72. Veel kiezers van de PPR hadden namelijk op de Partij van de Arbeid gestemd, omdat Joop den Uyl erg populair was. Ook verloren andere kleine linkse partijen zoals de CPN en de PSP veel kiezers aan de PvdA. De Partij van de Arbeid was de grootste partij, maar kon alleen een regering vormen met het Christen-Democratisch Appèl (afgekort: CDA; een fusie van de KVP, de ARP en de CHU). Hier had de PPR geen zin in, waardoor er een einde kwam aan het Keerpunt. Uiteindelijk vormde het CDA een regering met de VVD, waardoor de PvdA als grootste partij buitenspel werd gezet.
Tegenwoordig
In de jaren 1990 werd de Partij van de Arbeid onder leiding van Wim Kok minder uitgesproken over haar ideeën, waardoor het idee van een linkse samenwerking minder werd afgewezen. Na het grote verlies van de PvdA bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2002, zagen steeds meer PvdA-leden iets in een fusie van de PvdA met D66, GroenLinks en de SP tot één Progressieve Volkspartij. (GroenLinks ontstond in 1990 uit een fusie van de PPR, PSP, CPN en EVP.) Andere partijen dan de PvdA zagen dat toen niet zitten. Het idee van een fusie werd ook minder populair binnen de PvdA, toen de partij onder Wouter Bos bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 veel zetels terugwon.
Na het grote verlies van de PvdA bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2017, werden weer meer leden van de PvdA voorstander van een fusie. GroenLinks en D66 wilden dat toen niet, omdat de partijen juist zetels hadden gewonnen bij de verkiezingen.
PvdA-GroenLinks
Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 kwam niet de PvdA, maar GroenLinks met het idee van een linkse samenwerking. Volgens partijleider Jesse Klaver bleven linkse partijen zelfs na het grote verlies van de PvdA verkiezingen verliezen. GroenLinks zette zijn verkiezingsposter de namen van partijleiders Lilian Marijnissen van de SP, Lilianne Ploumen van de PvdA, Sigrid Kaag van D66 en Jesse Klaver van GroenLinks. Uiteindelijk zag alleen de Partij van de Arbeid iets in de samenwerking.
Tijdens de kabinetsformatie van het kabinet-Rutte IV hielden de PvdA en GroenLinks elkaar vast in de onderhandelingen. De partijen wilden alleen samen in een kabinet gaan zitten. De VVD en het CDA vonden een kabinet met twee linkse partijen echter te veel. Uiteindelijk ging het kabinet-Rutte IV bestaan uit de VVD, het CDA, D66 en de ChristenUnie.
De partijen kondigden in 2023 aan dat ze samen gingen werken voor de Provinciale Statenverkiezingen van 2023. De partijen hadden (behalve in Zeeland) wel een aparte lijst. Ze zijn in de Eerste Kamer wel samen in één fractie gaan zitten, nadat de leden van de Provinciale Staten de leden van de Eerste Kamer hadden gekozen. Samen hebben ze 14 van de 75 zetels in de Eerste Kamer.
Na de val van het kabinet-Rutte IV kondigden partijleiders Attje Kuiken van de PvdA en Jesse Klaver van GroenLinks aan dat ze verder wilden gaan samenwerken. Ze willen namelijk dat beide partijen voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 met één lijst gaan meedoen. De leden van de partijen moeten hier eerst nog wel mee instemmen.