Konijn

Konijn Oryctolagus cuniculus
Gevoelig
Leefgebied	Europa, Noord-Afrika en Australië
Leefomgeving	Grasland, heiden, duinen en bosranden
Behoort tot de	Knaagdieren en haasachtigen
Portaal Biologie

Een konijn behoort tot de knaagdieren en haasachtigen en is daarmee een zoogdier. Een konijn heeft een zachte vacht en lange oren. Het bekendste fictieve konijn is Nijntje van Dick Bruna.

Veel mensen denken dat konijnen knaagdieren zijn maar het zijn haas-achtigen. Je hebt veel verschillende soorten konijnen zoals: de hangoor, Vlaamse reus, dwergkonijnen, rexkonijnen enz. Ze hebben allemaal een ander karakter. Konijnen leven ook in het wild. In het bos bijvoorbeeld. Daar kun je ze alleen niet aaien. In het bos zijn ze erg schrikachtig, dat komt omdat ze in het wild leven. Ze zijn geen mensen gewend dus ze vinden het ook erg spannend/eng. Konijnen hebben wel goede verzorging nodig, dus je moet zeker weten of je het wel aan kan om een konijn als huisdier neemt.

Voordat je een konijn neemt

Voordat je een konijn koopt heb je eerst een aantal spulletjes nodig:

• Een ruim hok met ren
• Voer (bijvoorbeeld hooi)
• Drinkflesje of bakje
• Bodembedekking (bijvoorbeeld vlas) en stro (voor in z'n hok)
• Een leuk speeltje om mee te spelen
• Klein knaagdieren weegschaal om te wegen op tijd ziekte op te merken.
• Ren (als het konijn af en toe in tuin wil laten lopen zonder hem kwijt te raken )
• borstel

Van tevoren moet je goed nadenken of je echt geschikt bent voor een konijn en, ook heel belangrijk, of een konijn echt geschikt is voor jou. Konijnen lijken simpele dieren, maar dat zijn ze niet. Ze kosten veel tijd, energie en geld. Ook heeft een konijn best veel ruimte nodig. Konijnen die goed verzorgd worden, worden gemiddeld zo'n tien tot twaalf jaar oud. Dat is een hele lange periode, bedenk dus goed waar je aan begint.

Konijnen zijn groepsdieren. In het wild leven ze in grote groepen. Ook tamme konijntjes hebben het liefst gezelschap van een ander konijn. Daarom kun je het beste twee konijnen nemen. Het slimste is dan om een mannetje en een vrouwtje te nemen. Het mannetje moet dan wel gecastreerd worden, anders kunnen ze elke maand een nestje krijgen en heb je binnen de kortste keren heel veel konijntjes. Twee mannetjes of twee vrouwtjes samen is niet zo verstandig, omdat de kans groot is dat zij gaan vechten.

Van te voren moet je goed nadenken over waar je je konijn vandaan haalt. Het is erg verleidelijk om een konijntje te kopen in de dierenwinkel, helaas zijn deze konijntjes vaak afkomstig uit de broodfok, zijn ze veel te jong en vaak ziek. Daarom kun je beter naar een goede fokker gaan of naar een opvang of asiel. In opvangen en asielen zitten allerlei soorten konijntjes, van heel groot tot heel klein, heel jong tot heel oud, met vlekken, strepen, stippen: Noem het maar op. De meeste konijntjes zoeken een huisje omdat hun vorige baasjes niet meer voor ze konden of wilden zorgen. Bij de meeste opvangen en asielen worden de konijntjes voor plaatsing gecastreerd en ingeënt.

Rassen

Er zijn ongeveer 47 konijnen rassen, verdeeld in 5 groepen:

• Grote rassen, maximaal 9 kilo (zoals de Franse hangoor, Vlaamse reus en Lotharinger)
• Midden rassen, maximaal 5 kilo (zoals de Engelse hangoor, Wener en Duitse Hangoor)
• Kleine rassen: maximaal 3 kilo, (zoals de Hollander, Thrianta en de Tan)
• Dwergrassen, van ongeveer 1 kilo (zoals de Kleurdwerg, Nederlandse Hangoor Dwerg en de Polish)
• Rassen met bijzondere vacht (zoals de Rex, Angora en het Voskonijn)

Wanneer je graag een raskonijn aan wil schaffen kun je het beste op zoek gaan naar een fokker die aangesloten is bij de Kleindier Liefhebbers Nederland.

Wilde konijnen

Wilde konijnen leven het liefst op zandgronden. Maar ze worden meestal gefokt als gezelschapskonijnen. Ze wonen in grote groepen, ook kolonies genoemd. Ze komen oorspronkelijk uit Spanje. Ze graven gangen en vluchtpijpen. De holen onder de grond worden wrangen genoemd. De ruimte waar ze wonen wordt de ketel genoemd. Jonge konijntjes worden in de wentel geboren, dat is een speciale gang. Hoe langer ze er wonen, hoe meer holen ze hebben kunnen graven.

Voortplanting

Konijnen zijn al heel jong vruchtbaar, rammelaars vanaf ongeveer drie maanden en voedsters vanaf ongeveer vier maanden. Het is echter niet gezond om zo jong al een nestje te krijgen. Je kunt hier beter mee wachten tot het konijn oud genoeg is, dit verschilt per ras. Konijnen zijn altijd vruchtbaar. Dit komt omdat ze een geïnduceerde eisprong hebben, dat wil zeggen dat ze pas een eisprong krijgen na de dekking. Voor een dekking kun je het beste de voedster bij de ram in het hok zetten.

De draagtijd van een konijn bedraagt ongeveer 31 dagen, soms iets korter en heel soms iets langer. Als de jongen geboren zijn moet het nest gecontroleerd worden. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een jong doodgeboren is, die moet dan uit het nest gehaald worden. Ook de dagen daarna moet het nest goed in de gaten gehouden worden. De jongen mogen niet rimpelig zijn en moeten ronde buikjes hebben. Daar kun je aan zien of de moeder de kleintjes goed voedt. Als je het idee hebt dat je konijn niet goed voor haar konijntjes zorgt kun je het beste contact opnemen met de dierenarts. Als alles goed gaat hoef je niks met de kleintjes te doen. De moeder geeft ze twee keer per dag melk. Als de konijntjes 10-14 dagen oud zijn, gaan hun oogjes open. Vanaf deze tijd kun je voorzichtig beginnen om ze aan mensen te laten wennen. Als de konijntjes acht weken zijn mogen ze bij de moeder weg.

Denk goed na voor je je konijn laat dekken. Er kan heel veel mis gaan bij een nestje, het kan zelfs zijn dat de moeder en/of de kleintjes overlijden. Je kunt het fokken van konijnen daarom het beste aan de echte fokkers over laten. Bovendien zijn kleine konijntjes heel snel groot en helaas zijn er al heel veel konijntjes die een huisje zoeken. Overweeg je toch om een nestje te nemen, lees je dan heel goed in voor je je konijn laat dekken.

Voeding

Konijnen zijn hele gevoelige dieren. Als ze verkeerde voeding krijgen, kunnen ze heel ziek worden. Zoek daarom altijd goed uit of je konijnen iets wel of niet mogen eten voor je het geeft.

Konijnen zijn herbivoren, dat betekent dat ze planten eten. In het wild eten konijnen vooral heel veel gras. Dat is bij huis- en tuinkonijnen vaak niet mogelijk, daarom geven we ze hooi. Een konijn moet altijd onbeperkt hooi tot zijn beschikking hebben. Daarnaast moet je je konijn(en) een kleine portie groente en droogvoer geven. Je kunt dan het beste kiezen voor biks, dat zijn kleine, groen/bruine staafjes. Je hebt ook gemengd voer met allerlei verschillende brokjes en kleurtjes, maar dit is niet zo gezond voor je konijn omdat er veel suikers in zitten. Je hoeft je konijn niet veel droogvoer te geven. Om uit te rekenen hoeveel voer je konijn ongeveer moet hebben kun je hem of haar het beste even wegen. Je moet dan het aantal kilo's keer 25 gram doen. Als je konijn bijvoorbeeld 2 kilo weegt, dan doe je 2 keer 25 gram is 50 gram. Dat betekent dat je konijn 50 gram brokjes mag. De groentes die je elke dag aan je konijn kan geven zijn bijvoorbeeld andijvie of witlof. Als je konijn nog nooit groente gehad heeft kun je het beste met een kleine hoeveelheid beginnen.

Konijnen vinden het erg leuk om te knagen. Dit is belangrijk voor een konijn omdat zijn tanden altijd doorgroeien. Dit is dan ook de rede dat konijnen altijd hooi nodig hebben. Je kunt konijnen af en toe een tak van een wilg of fruitboom geven. Dit vinden ze heel lekker. In tegenstelling tot wat veel mensen denken zijn knaagstenen niet goed voor konijnen. In knaagstenen zit te veel calcium waar ze erg ziek van kunnen worden. Ook de meeste konijnensnoepjes uit de dierenwinkel zijn niet zo gezond. Wil je je konijn eens lekker verwennen? Geef ze dan een stukje fruit, bijvoorbeeld appel, aardbei of banaan.

Een konijn eet vooral:

• Hooi
• Groente als bloemkool, blaadjes broccoli, blaadjes komkommer, paprika, blaadjes sla, bamboe, paardenbloem, pastinaak
• Brokken / biks
• Af en toe een stukje fruit
• Takken van een wilg of fruitboom

Dingen die je een konijn niet moet geven:

• Alle soorten kool: rode kool, bloemkool, spitskool enzo.
• te veel sla
• rabarber
• brood, chocola, koekjes, crackers (gewoon geen zoete dingen geven)
• avocado
• geen zout (in brood zit al te veel zout voor een konijn, dus let goed op)
• ui, knoflook
• prei, bieslook
• aardappels
• mais
• courgette
• bonen, erwten
• spruitjes

Heel af en toe een kruimel brood kan wel, maar geef je konijn echt niet te veel!.

Warm weer

Konijnen kunnen heel slecht tegen warm weer. Daarom is belangrijk dat je voorkomt dat een konijn oververhit raakt. Dit kun je doen door als het binnen en of buiten 25 graden of hoger is een fles water half vol te vullen en in te vriezen en deze in de kooi te leggen zo voorkom je dat de kooi nog meer opwarmt en de konijn kan er ook bij hitte tegen aan gaan liggen, want konijnen kunnen niet zweten. Een andere optie is om bij de dierenzaak een speciaal koelblok te halen (de icepods) en die in de kooi te leggen. Die bijten konijnen minder snel kapot want ze zijn er voor gemaakt en blijven langer koud. Maar als je er geen geld voor hebt is een fles water half vullen en invriezen en in de kooit leggen ook een goed alternatief. Als je er maar iets inlegt of een speciale koelblok of een bevroren waterfles.

Sociale dieren

Konijnen zijn sociale dieren dit houd in dat konijnen in kudden en groepen leven en niet alleen. Daarom is het niet verstandig om een konijn alleen te houden . Als je een konijn neemt is belangrijk dat je er minmaal twee neemt zodat die zich niet eenzaam gaat voelen. Ook al knuffel je een konijn veel dan nog voelt zich eenzaam. Dus als je een konijn neemt neem er dan twee en als er dan een overlijdt neem er dan wel weer nieuwe bij of breng je konijn naar een asiel zo voorkom je dat die zich eenzaam voelt. Daarnaast is ook belangrijk dat als er een konijn achter blijft na overlijden dat je het konijn laat weten dat zijn maatje is overleden door de overleden konijn in de kooi te leggen als die niet in de kooi is overleden en hem pas er uit te halen als de achtergebleven konijn afstand neemt van de overleden konijn. Dit geld ook als die in kooi is overleden. Als het konijn een beetje is bij gekomen is wel belangrijk om of een nieuwe te nemen of de achtergebleven konijn naar een asiel te brengen

Weetjes

• Konijnen zijn geen knaagdieren maar haasachtigen
• Konijnen kunnen 2,4 meter ver springen
• Om aan een vijand te ontkomen, rent een konijn vaak in zigzag-patronen
• Grote oren horen kleine geluidjes

• Een moeder-konijn krijgt soms wel 30 jongen per jaar
• Een konijn kan zijn gevoelens best makkelijk laten zien
• Een konijn kan 360 graden rond kijken, en ver boven zijn hoofd kijken, maar geen diepte zien.
• Konijnentanden groeien 2 mm per week
• Een konijn kan niet overgeven
• Een konijn eet (voor een deel) zijn keutels

Om ziekte te voorkomen en vroeg overlijden:

• Sterliseer je vrouwtje konijn dus laat de baarmoeder er uit halen want als je dat niet doet dan heb je 80 procent kans dat hij op 4 jarige leeftijd overlijdt aan baarmoederkanker.

• Castreer je mannetjes konijn om te voorkomen dat kanker aan zijn balletjes krijgt en zorgt er ook voor dat hij niet in de konijnkonijnen puberteit komt en alles onder plast.

• Dan is het voor zo wel een mannetje als vrouwtjes konijn belangrijk dat je ze laat inenten zo voor kom je dat die aan een konijnen ziekte dood.
• Ga bij ziekte of afvallen altijd direct naar de dierenarts want konijn moet blijven eten anders moet dwang gevoerd worden anders gaat die dood.