Provincies van Nederland
Nederland is ingedeeld in twaalf provincies. De provincies vormen de bestuurslaag tussen het rijk en de gemeenten. Ze doen het werk waarvoor het rijk 'te groot' en de gemeente 'te klein' is.
In Nederland zijn er 12 provincies:
# | Provincie | Hoofdstad | Inwoners (2020) |
Oppervlakte (land en water) |
Portaal |
---|---|---|---|---|---|
1 | Groningen | Groningen | 585.866 | 2.960,03 km² | Portaal:Groningen (provincie) |
2 | Friesland (Fryslân) | Leeuwarden | 649.957 | 5.748,74 km² | Portaal:Friesland |
3 | Drenthe | Assen | 493.682 | 2.680,37 km² | Portaal:Drenthe |
4 | Overijssel | Zwolle | 1.162.406 | 3.420,86 km² | Portaal:Overijssel |
5 | Flevoland | Lelystad | 423.021 | 2.412,30 km² | Portaal:Flevoland |
6 | Gelderland | Arnhem | 2.085.952 | 5.136,51 km² | Portaal:Gelderland |
7 | Utrecht | Utrecht | 1.354.834 | 1.449,12 km² | Portaal:Utrecht |
8 | Noord-Holland | Haarlem | 2.879.527 | 4.091,76 km² | Portaal:Noord-Holland |
9 | Zuid-Holland | Den Haag | 3.708.696 | 3.418,50 km² | Portaal:Zuid-Holland |
10 | Zeeland | Middelburg | 383.488 | 2.933,89 km² | Portaal:Zeeland |
11 | Noord-Brabant | 's-Hertogenbosch | 2.562.955 | 5.081,76 km² | Portaal:Noord-Brabant |
12 | Limburg | Maastricht | 1.117.201 | 2.209,22 km² | Portaal:Limburg (Nederland) |
Geschiedenis
Van gewesten naar provincies
De geschiedenis van de meeste provincies van Nederland gaat terug tot in de middeleeuwen. Het gebied waar België en Nederland nu liggen werd toen de Nederlanden genoemd. In de middeleeuwen ontstonden in de Nederlanden verschillende gewesten. Ieder gewest was zelfstandig, had zijn eigen regering, wetten en regels. In de Nederlanden waren toen 17 gewesten, die samen de 17 Provinciën genoemd werden. De 17 Provinciën werden gedurende de geschiedenis meer verenigd, aangezien ze dezelfde vorst kregen. Uiteindelijk werd de koning van Spanje heerser over de Nederlanden. De Noordelijke Nederlanden splitsten zich tijdens de Tachtigjarige Oorlog af. Dit waren het graafschap Holland (nu Noord- en Zuid-Holland), het graafschap Zeeland, het hertogdom Gelre (nu Gelderland), de heerlijkheid Friesland, Stad en Lande (nu Groningen), de heerlijkheid Overijssel (bestuurde ook het landschap Drenthe) en de heerlijkheid Utrecht. Deze zeven gewesten vormden samen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Ieder gewest had nog steeds zijn eigen regels en bestuur, maar op buitenlands gebied trokken de provincies op als één land. Ook hadden ze een gezamenlijk leger. Hierdoor was er een landelijk bestuur, de Staten-Generaal. De Republiek had ook enkele katholieke gebieden in het zuiden, die op Spanje veroverd waren, waaronder Staats-Brabant. Deze gebieden werden de generaliteitslanden genoemd en werden direct door de Staten-Generaal bestuurd.
Deze situatie bleef bestaan tot 1795. Na de Bataafse Revolutie werden alle gewesten afgeschaft en werd Nederland in departementen verdeeld. De departementen hadden veel minder bevoegdheden dan de gewesten. Tijdens de periode dat Nederland bestuurt werd door Frankrijk was Nederland ook in departementen verdeeld. In 1815 werden de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden verenigd in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden onder koning Willem I. De grenzen van de oude gewesten werden (grotendeels) hersteld, maar werden nu provincies genoemd. Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden bestond uit 17 provincies, waarvan er 9 (deels) in het huidige België lagen. In 1830 scheidde het zuiden zich af en vormde het nieuwe land België. Hierdoor werd Limburg en de provincie Luxemburg in tweeën gesplitst; een Belgisch deel en een Nederlands deel. De twee Nederlandse delen waren officieel geen onderdeel van Nederland, maar van de Duitse Bond met de Nederlandse koning als staatshoofd. Nederland had hierdoor slechts 9 provincies.
In 1840 werd besloten de provincie Holland in een noordelijk en zuidelijk deel te verdelen. Het idee hierachter was dat Holland te groot was in vergelijking met de andere provincies. Hierdoor kwam er een Noord-Holland en een Zuid-Holland. Limburg werd in 1866 toegevoegd aan Nederland, waardoor het aantal op 11 provincies kwam te staan. De 12e provincie, Flevoland, werd toegevoegd in 1986. Flevoland werd tijdens de 20e eeuw aangelegd op de oude Zuiderzee en bestaat bijna volledig uit polders. Flevoland was de laatste provincie die werd toegevoegd. In 1997 werd de naam van Friesland officieel veranderd in de Friese naam Fryslân; al blijft de oude naam in gebruik.
Samenvoegen van provincies?
In de jaren 1970 bestonden er plannen om het aantal provincies te vermeerderen door provincies op te splitsen. Zo waren er plannen om Nederland te verdelen in 20 of 17 provincies. Dit is nooit gebeurd. In de jaren 1990 bestonden er plannen om van Amsterdam en Rotterdam aparte provincies te maken, maar ook deze plannen zijn nooit verder uitgewerkt.
In 2012 kwam de regering van Mark Rutte met een plan om de provincies af te schaffen en Nederland te verdelen in vijf of zeven landsdelen/superprovincies. Het idee hierachter was om kosten te verminderen. De regering wilde als eerste Utrecht, Noord-Holland en Flevoland samenvoegen onder de naam Noordvleugelprovincie. Eerder waren er plannen om Zuid-Holland hieraan ook toe te voegen en de Randstad één provincie te maken. Minister Ronald Plasterk wilde Zuid-Holland samenvoegen met Zeeland, Groningen samenvoegen met Drenthe en Overijssel samenvoegen met Gelderland. Friesland, Limburg en Noord-Brabant bleven zelfstandig. Het plan moest in 2015 zijn uitgevoerd, maar doordat de plannen niet populair waren werd het nooit uitgevoerd. 65% van de bevolking bleek uit een peiling tegen de plannen te zijn; slechts 24% van voorstander.
Tegenwoordig bestaan er geen plannen om provincies toe te voegen of samen te voegen.
Bevoegdheden
Taken
Een provincie heeft verschillende taken. Hieronder zijn een paar opgesomd:
- Ruimtelijke ordening: Provincies zijn verantwoordelijk wat er met de grond in hun provincie gebeurd. De provincie kijkt waar nieuwe huizen gebouwd worden en waar natuurgebieden en landbouwgrond komen. Ook lijkt het naar infrastructuur, zoals wegen. De provincie heeft hiervoor bestemmingsplannen.
- Milieu: Provincies doen onderzoek naar de vervuilde gebieden en moeten deze schoonmaken. Ook maakt de provincie afspraken met fabrieken over vervuiling. De provincie werkt samen met Rijkswaterstaat en de waterschappen over de waterkwaliteit.
- Infrastructuur: Provincies zijn verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud van wegen, fietspadden en bruggen. Ook zijn de provincies verantwoordelijk voor de verkeersveiligheid en het openbaar vervoer in de regio.
- Welzijn: Provincies zijn verantwoordelijk voor sport, recreatie, bibliotheken en de jeugdzorg in hun provincie. Ook hebben ze de zeggenschap over de regionale omroep en archeologisch onderzoek.
- De provincies houden controles op de gemeenten. Deze taak wordt steeds kleiner, aangezien gemeenten steeds meer bevoegdheden krijgen. Bij geschillen tussen burgers en gemeenten is de provincie een bemiddelaar.
Inkomsten en uitgaven
Provincies krijgen voor het grootste gedeelte hun geld van de Rijksoverheid. De Rijksoverheid heeft hiervoor een budget genaamd het Provinciefonds. Het Provinciefonds wordt verdeeld over de provincies en iedere provincie mag zelf beslissen hoe dit besteedt wordt. Ook krijgen provincies geld uit potjes voor infrastructuur en jeugdzorg van het Rijk. Provincies kunnen ook zelf belastingen heffen, zoals een extra heffing op de motorrijtuigenbelasting. Provincies ontvangen leges voor hun diensten, dat ook inkomsten zijn. Deze krijgen ze voor het openen van een brug of een milieuvergunning. Armere provincies krijgen ook geld van de Europese Unie.
Wanneer provincies meer geld uitgeven dan ze hebben ontstaat een begrotingstekort. Provincies kunnen dit zelf dekken uit hun reserves. Reserves ontstaan wanneer minder geld wordt uitgegeven dan ze hebben. Dan blijft er geld over. Dit wordt opzijgezet voor als er een tekort is.
Provinciebestuur
Het bestuur van een provincie bestaat uit:
- De Gedeputeerde Staten; het dagelijks bestuur van een provincie. De commissaris van de Koning is het hoofd van de Gedeputeerde Staten
- De Provinciale Staten; controleert de Gedeputeerde Staten en wordt gekozen door middel van verkiezingen.
Beide besturen vergaderen en werken in een provinciehuis. Deze staat in de hoofdstad van de provincie. Hieronder wordt uitgelegd hoe deze besturen precies werken.
Gedeputeerde Staten
De Gedeputeerde Staten (GS) zijn het dagelijks bestuur van een provincie. Ze zijn vergelijkbaar met een regering of een college van Burgemeester en Wethouder. Het aantal leden van de Gedeputeerde Staten verschilt per provincie. Kleinere provincies, zoals Flevoland, hebben 4 gedeputeerden, terwijl een grote provincie, zoals Zuid-Holland, er zeven heeft. De gedeputeerden worden aangewezen door de Provinciale Staten. Zij dienen voor vier jaar. Iedere gedeputeerde heeft zijn eigen taak. Hij/zij is vergelijkbaar met een soort van minister. Zo is er een gedeputeerde voor cultuur, een gedeputeerde voor verkeer en vervoer, etc.
Het hoofd van de Gedeputeerde Staten is de commissaris van de Koning. Deze wordt niet gekozen door de bevolking van de provincie, maar benoemd door de Kroon (Koning en ministers). Een commissaris van de Koning dient voor een periode van zes jaar en kan herbenoemd worden. Enkel de Kroon kan de commissarissen ontslaan. Een commissaris wordt gekozen op het gebied van ervaring. Hierdoor komt iedere commissaris uit een grote, landelijke partij. De commissaris vertegenwoordigt zijn of haar provincie en legt verantwoording af aan de Nederlandse regering. Ook heeft de commissaris invloed bij het benoemen van burgemeesters van gemeenten in zijn of haar provincie. In de provincie Limburg wordt de commissaris van de Koning een gouverneur genoemd.
Provinciale Staten
De Provinciale Staten (PS) zijn het algemeen bestuur van een provincie. De Provinciale Staten worden gekozen door de inwoners van een provincie door middel van verkiezingen eens in de vier jaar. Het aantal leden van de Provinciale Staten hangt af van het aantal inwoners van de provincie. Zeeland heeft hierdoor minder leden dan bijvoorbeeld Noord-Brabant. De Provinciale Staten nemen beslissingen; de Gedeputeerde Staten voeren deze vervolgens uit. Daarnaast houden de Provinciale Staten toezicht op de Gedeputeerde Staten. De leden van de Provinciale Staten hebben vaak naast hun baan als Statenlid nog een normale baan. De Provinciale Staten vergaderen meestal slechts één keer per week. Voor hun werk krijgen ze een vergoeding.
De leden van de Provinciale Staten verkiezen ook de leden van de Eerste Kamer. Na de Provinciale Statenverkiezingen vinden meestal de Eerste Kamerverkiezingen. In de Eerste Kamerverkiezingen kunnen alleen de leden van de Provinciale Staten stemmen. Op deze manier zijn de provincies vertegenwoordigt in het Nederlands parlement.
Zie ook
Provincies van Nederland | |||
---|---|---|---|
Drenthe · Flevoland · Friesland · Gelderland · Groningen · Limburg · Noord-Brabant · Noord-Holland · Overijssel · Utrecht · Zeeland · Zuid-Holland |