Hoge middeleeuwen
De hoge middeleeuwen waren een periode in Europa van ca. 1000 tot ca. 1250. Ze begon met het ineenstorten van het West-Romeinse Rijk en de Grote Volksverhuizing.
Inleiding
De tijd van de Vikingen, de Magyaren en allerlei roversbendes is grotendeels voorbij. Er kwam meer stabiliteit onder leiding van de Rooms-Katholieke Kerk. Vaak wordt voor deze periode de jaren 1000 tot 1250 na Christus genomen. In het jaar 1000 na Christus werd de Magyaar (ook wel Hongaar) gedoopt als christen. Het jaar 1250 na Chistus kent echter geen duidelijke gebeurtenis die een overgang markeert. Daarom zijn de historici het niet eens over dit jaartal.
Politieke ontwikkelingen
Hoewel de tijd van de grootscheepse aanvallen op Europa voorbij was, waren er toch regelmatig onderlinge conflicten tussen de heersers. In het zuiden werd op de moslims stukje bij beetje terrein terugveroverd in Spanje/Portugal. In het oosten was er een dreiging vanuit Azië. In de 12e eeuw weet Dzjengis Khan zoveel gebied te veroveren, dat zijn nakomelingen het grootste rijk uit de geschiedenis ooit veroveren. Zijn rijk omvat dan het grootste deel van Rusland, grote delen van China, delen van het Midden-Oosten en zelfs het noorden van India. De veroveringen gingen echter met zoveel gruwelijkheden gepaard, dat hele gebieden ontvolkt werden. Vaak werden in veroverde dorpen en steden alle inwoners onthoofd. Er is ook veel kennis verloren gegaan in die plaatsen.
In Europa ontwikkelt het westelijk deel van het voormalige Frankische Rijk in Frankrijk. In het oostelijk deel van het Frankische Rijk is het Heilige Roomse Rijk ontstaan. Dit heilige Roomse Rijk was niet zo heilig en niet zo Rooms. Ze bestond uit een veelheid van verschillende graafschappen, bisdommen en provincies. In Italië was ook sprake van een grote verzameling van kleinere provincies. Daar werd veel handel gedreven en kwamen er steeds meer rijke mensen.
Kruistochten
In het oosten dreigde het Byzantijnse Rijk onder de voet te worden gelopen. De keizer deed meerdere keren een noodoproep aan de paus. In 1096 gaf de paus er gehoor aan.Hij wilde echter eerst dat het Heilige Land, het huidige Israël werd veroverd. Dit leidde tot een aantal tochten die later de Kruistochten zouden worden genoemd. De tochten waren zeer kostbaar, vooral omdat Jeruzalem erg ver weg was. Er vielen dan ook veel doden op de reis ernaar toe. In de eerste kruistocht werd Jeruzalem samen met een aantal andere steden veroverd. Alle andere kruistochten waren bedoeld om de veroverde gebieden te verdedigen. Uiteindelijk viel de laatste stad Akko in 1294.
Universiteiten
Een van de grootste en belangrijkste ontwikkelingen was de stichting van de universiteiten. De eerste werd gesticht in Bologna in 1088. In de 12e eeuw volgde er meer universiteiten, waaronder die in Cambridge, Oxford, Parijs en veel andere steden. Aan het einde van de Middeleeuwen zouden er in Europa meer dan 100 universiteiten zijn. De universiteiten werden gesticht met goedkeuring van de paus en hoogleraren waren verbonden met de Kerk.
Bouwstijlen
Er kwam een nieuwe bouwstijl op. Dit werd later gotiek genoemd. Er werden kerken gebouwd met grote ramen, waar mooie figuurtjes in werden geschilderd. Dat werd gedaan door verschillende kleuren in het glas te branden. Kerken werden ook mooi gemaakt en er kwamen ook steeds meer schilderijen in de kerk te hangen. De kathedraalbouw was niet alleen bestemd voor kerkdiensten, maar er waren veel andere sociale activiteiten. Zo werden er vaak lessen van universiteiten in kathedralen gehouden.
Video
- De Hongaase koning Stephanus I en zijn bekering tot het christendom
- De kruistochten
- Sorbonne en het begin van de universiteiten
| Tijdperken in de geschiedenis | |||
|---|---|---|---|
| Steentijd · Bronstijd · IJzertijd · Oudheid · Vroege middeleeuwen · Hoge middeleeuwen · Late middeleeuwen · Vroegmoderne tijd · Laatmoderne tijd · Hedendaagse tijd | |||