Steentijd
De Steentijd duurde van 300.000 tot 2.000 jaar voor Christus (groen in het drieperiodensysteem).
Deze tijd heet de steentijd, omdat de mensachtigen (vroege mensen) alles met steen deden en nog geen letters hadden.
Ook hadden ze nog geen papier, daarom maakten ze tekeningen op de rotsen, dat heten rotstekeningen. Deze tekeningen zijn nog steeds op verschillende plekken te vinden.
Overleven
Om te overleven joegen de mensen in de steentijd op verschillende dieren. Alles van de gevangen of gedoden dieren, gebruikten ze; het vlees werd gegeten en van de vacht maakten ze tenten en kleren. De honden maakten ze niet dood, die hielpen hen met jagen.
De mensen die op jacht gingen, maakten zelf vuur om het vlees te roosteren.
In het begin leefden de mensen in tenten, die ze maakten van bomen en van dierenhuiden. Daarna maakten ze hutten, de muren werden van poep gemaakt. Op de poep moesten ze wel eerst stampen om het plat maken.
In de steentijd aten de mensen vlees van de dieren en brood van graan.
Het vlees roosterden ze op het vuur, omdat het dan lekkerder en makkelijker te eten werd. Van het graan maakten ze een soort platte koeken (wij eten daar nu voor in de plaats brood), omdat ze die nog niet (in een oven) konden bakken.
De mensen moesten zichzelf tegen verschillende dingen beschermen:
- tegen het weer
- tegen de wilde dieren
- tegen ziekten.
Om zichzelf te beschermen tegen de kou en de wind maakten ze van de dierenhuiden kleren. Elke avond staken de mannen het vuur aan, ook om wilde beesten op afstand te houden.
De vrouwen maakten van planten, het sap uit takken, bladeren, vruchten, kruiden en olie medicijnen om zieke mensen beter te maken.
Kleding
In de steentijd droegen de mensen andere kleren dan wij. De oudste kleding uit de prehistorie is teruggevonden bij Ötzi. Hij droeg een tuniek, een lendelap en losse pijpen van hertenleer en een bonten muts. Hij leefde in de kopertijd. We denken dat mensen in de steentijd eerst hun kleren maakten van dierenhuiden, vooral van hertenleer, de eerste boeren maakten ook linnen en nog later gebruikte men ook wol. Hoe de vorm van de kleding in de prehistorie er uitzag, is dus een beetje gokken. Misschien droegen mannen niet hetzelfde als vrouwen. Maar broeken waren er pas in de ijzertijd. Hoe ze leefden moeten we ook een beetje fantaseren. Misschien was het wel elke avond feest en zaten de mannen, vrouwen en kinderen rond het vuur. Er zijn wel kralen gevonden bij opgravingen, maar ook mannen droegen kettingen. Houten kralen waren soms met inkepingen versierd. Ötzi hadden een tattoo, maar we weten niet waarom, vond hij het mooi, of was het misschien tegen de pijn in zijn rug? We weten niet hoe gewoon een tattoo was in de steentijd.
Dieren
In de steentijd leefden er andere dieren dan nu, toch waren er ook veel dieren die nu ook nog leven. De grote beesten waren bijvoorbeeld de bizon, de mammoet, het paard en de beer.
Deze beesten werden gedood als dat lukte; er gingen dan veel sterke mannen op jacht en die gooiden op het goede moment allemaal pijlen en speren naar de beer. Als de mensen geluk hadden, ging het beest direct dood. Er waren ook veel kleinere beesten, zoals herten, bokken, hazen, zwijnen en vogels. De dieren scharrelden door de bossen en aten vruchten en bladeren van de bomen.
De mensen konden deze dieren makkelijk vangen.
Veel dieren van vroeger leven nu nog, maar niet allemaal. De mammoet is bijvoorbeeld uitgestorven, maar de hond stamt bijvoorbeeld van de wolf af.
Tijdperken in de geschiedenis | |||
---|---|---|---|
Steentijd · Bronstijd · IJzertijd · Oudheid · Vroege middeleeuwen · Hoge middeleeuwen · Late middeleeuwen · Vroegmoderne tijd · Laatmoderne tijd · Hedendaagse tijd |