Geodetische boog van Struve
Geodetische boog van Struve | |
De ligging van de boog | |
Land | Noorwegen Zweden Finland Rusland Estland Letland Litouwen Wit-Rusland Oekraïne Moldavië |
Plaats | Verschillende |
UNESCO-regio | Europa en Noord-Amerika |
Eigenschappen | |
Werelderfgoed sinds | 2005 |
Status | Niet-bedreigd |
Type | Cultureel |
Meer informatie | www.unesco.org |
Werelderfgoedlijst van UNESCO |
De geodetische boog van Struve, ook wel de graadmeting van Struve, is een lijn van 2820 kilometer van het Noorse Hammerfest tot aan de Zwarte Zee in Oekraïne. De boog werd gebruikt om een grote afstand nauwkeurig te kunnen bepalen. Door middel van de boog probeerde men de vorm en grootte van de Aarde bepalen. Het maken van de boog was een gigantisch project en werd gedaan in de 19e eeuw. Het was een samenwerking tussen Zweden-Noorwegen en het Russische Keizerrijk.
Toentertijd lag de boog slechts in twee landen, maar tegenwoordig in tien landen. Dit zijn Noorwegen, Zweden, Finland, Rusland, Estland, Letland, Litouwen, Wit-Rusland, Oekraïne en Moldavië. Hoewel het lijkt alsof de boog niet door Rusland heenloopt, loopt de berg door twee Russische eilanden in de Finse Golf. Van de boog zijn 43 objecten over, waaronder palen, stenen, kruizen en gebouwen. Deze objecten staan sinds 2005 op de werelderfgoedlijst van UNESCO.
Ontstaan van het project
De boog is vernoemd naar de Duits-Russische wetenschapper Friedrich Georg Wilhelm von Struve. Hij was een sterrenkundige en was onder meer geïnteresseerd in geodesie. Geodesie is een wetenschap die zich bezighoudt met het bepalen van de vorm en afstand op Aarde. Von Struve wilde de exacte grootte en vorm van de aarde berekenen. Hij bedacht hierdoor een denkbeeldige lijn, die precies door de sterrenwacht van Tartu liep. De lijn liep door twee landen toentertijd. Dit waren Noorwegen-Zweden (toentertijd één land met één koning) en het Russische Keizerrijk. Op de lijn werden allerlei meetpunten gemaakt in de vorm van stenen, palen en monumenten.
Von Struve's project duurde van 1816 tot 1855. Hij was er dus 39 jaar mee bezig! In 1858 maakte hij de resultaten openbaar. Volgens Von Struve had de aarde een doorsnede van 6.378.360 meter. Al eerder in 1740 was geprobeerd de doorsnede van de aarde op te meten, maar Von Struve's berekening was nauwkeuriger. Hierdoor leverde hij een belangrijke bijdrage aan de geodesie. Overigens werd in 2005 de doorsnede van de aarde opnieuw opgemeten met behulp van satelieten. Hieruit bleek dat het zo'n 6.378.136 meter in doorsnede was.
Werelderfgoed
Sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 ligt de Geodetische boog in 10 landen. Tegenwoordig zijn er 34 objecten van het gigantische project overgebleven. Dit zijn voornamelijk stenen, palen en andere monumenten. In sommige gevallen gaat het slechts om wat gaten in stenen, die soms gevuld werden met lood. In andere gevallen gaat om stenen palen of monumenten die een punt aangeven. Ook zijn er stenen met inscripties. Daarnaast zijn er bepaalde gebouwen, waaronder de sterrenwacht van Tartu in Estland.
De UNESCO heeft de overgebleven objecten van de boog opgenomen als werelderfgoed. Volgens de UNESCO was het project een voorbeeld van internationale samenwerking voor de wetenschap. Ook moet de boog beschermd worden vanwege zijn technologische herinnering.
Galerij
Meetpunt op Hogland in Rusland