Gebruiker:Groempdebeer/Geschiedenis van de Nederlandse staatsinrichting
De geschiedenis van de Nederlandse staatsinrichting gaat terug tot het jaar 1588. In dat jaar verklaarden de zeven Nederlandse gewesten (soort van provincies) Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Overijssel en Groningen zichzelf onafhankelijk. Samen met de generaliteitslanden Noord-Brabant (toen Staats-Brabant genoemd) en Limburg (Overmaas) vormden zij de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Dit artikel gaat over het bestuur van deze Republiek en de latere ontwikkelingen in dit bestuur, wat uiteindelijk leidde tot het ontstaan van het Nederland zoals we dat nu kennen.
Voorgeschiedenis
Nederland bestond in de middeleeuwen niet uit één land, maar uit allemaal kleinere stukjes. Elk stukje land werd geregeerd door een edelman, bijvoorbeeld een graaf of een hertog. Zo had je bijvoorbeeld het graafschap Holland, het graafschap Gelre (Gelderland) en het graafschap Zeeland, die dus geregeerd werden door een graaf, en de hertogdommen Brabant (Noord-Brabant en Belgisch Brabant) en Limburg. Utrecht werd bestuurd door een bisschop. Deze kleine landjes waren onderdeel van een veel groter land, het Heilige Roomse Rijk. Dat land strekte zich helemaal uit tot wat nu Polen is in het oosten en tot aan Rome in zuiden. Over dat land heerste een keizer. Je kan je misschien wel voorstellen dat die keizer nooit zo'n groot land volledig kon besturen, dus de graven en hertogen hadden best veel macht, ze konden in feite veel doen wat ze wilden.
In het huidige oosten van Frankrijk was er ook zo'n hertogdom, het hertogdom Bourgondië. Dat land was een vrij onafhankelijk land binnen Frankrijk. Officieel was het een vazalstaat, wat ongeveer betekent dat het een onderdeel was van Frankrijk, alleen trok de hertog zich daar niets van aan. Halverwege de vijftiende eeuw was Filips de Goede hertog. Hij lijfde grote delen van Nederland en België in, zoals het toen machtige hertogdom Brabant. Dat erfde hij van zijn overleden neef in 1430. Gelderland en Utrecht waren vazalstaten van Bourgondië. Filips centraliseerde de macht, hij zorgde er dus voor dat de macht bij een kleine groep kwam te liggen. Die groep was vanaf 1464 de Staten-Generaal, een groep vertegenwoordigers van alle graafschappen, hertogdommen en andere landjes. Zij kwamen niet standaard bijeen zoals het parlement nu, maar werden soms bij elkaar geroepen. In 1464 gebeurde dat voor de eerste keer. Filips wilde op kruistocht gaan en wilde dat er in de tussentijd goed op het land gepast werd, want hij vertrouwde zijn zoon niet helemaal. De Staten-Generaal moesten beslissen hoe dat moest gebeuren. Daarvoor kwamen ze bijeen in Brugge, in België. België was toen belangrijker en rijker dan Nederland. De machtige gewesten Vlaanderen en Brabant lagen daar namelijk. Zij waren heel rijk door handel in stoffen zoals laken. Deze gewesten hadden al eerder met elkaar en soms ook met andere gewesten overlegd over handel. Het was dus niet voor het eerst dat ze met elkaar praatten.
Een tijd later, in 1477, werd Filips' kleindochter Maria van Bourgondië hertogin. De Staten-Generaal vroegen Maria om toestemming om zichzelf voortaan bijeen te kunnen roepen. Dat mocht eerst niet, want de landsheer, de hertog(in), deed dat altijd. Maria ging akkoord. Maria trouwde later met de Oostenrijkse aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk. Dit is belangrijk, want Maximiliaan kwam uit een familie die het Huis Habsburg werd genoemd. Deze familie had later door dit huwelijk nog veel invloed in Nederland.
Karel V
Onder koning Karel V van Spanje, die regeerde van 1506 tot 1555, had de