Eerste Kamer
De Eerste Kamer, of officieel de Eerste Kamer der Staten-Generaal is één van de twee kamers van de Staten-Generaal van het Koninkrijk der Nederlanden (het Nederlands parlement). Naast een Eerste Kamer is er ook een Tweede Kamer. De Eerste Kamer bestaat uit 75 leden.
De Eerste Kamer is minder belangrijk dan de Tweede Kamer. Dit kun je zien aan verschillende dingen. Zo vergadert de Tweede Kamer haast iedere dag, terwijl de Eerste Kamer slechts één keer in de week vergadert. Deze vergadering vindt haast altijd op dinsdag plaats. Aangezien Prinsjesdag ook op dinsdag valt, wordt de vergadering ook wel eens verplaatst naar maandagavond en met hoge uitzondering op woensdag.
Toch is de Eerste Kamer van belang. Ze kijkt nog eens naar de wetten die in de Tweede Kamer zijn goedgekeurd. Zo staan er geen fouten in. De Eerste Kamer zit in Den Haag, aan het Binnenhof. Je kunt de Eerste Kamer vergelijken met de Belgische Senaat.
Geschiedenis
Tegenwoordig bestaat er in Nederland twee kamers, de Eerste en Tweede Kamer. Vroeger was dat wel anders! Er was één kamer, de Staten-Generaal. In 1815 werden de Staten-Generaal gesplitst in twee kamers en zo ontstond ook de Eerste Kamer. Eigenlijk was het nooit de bedoeling om een Eerste Kamer op te richten, maar België (dat toen nog bij Nederland hoorde) wilde het graag. Men ging akkoord. In de Eerste Kamer zaten alleen maar mensen van adel en die iets belangrijks voor Nederland hadden gedaan. Degene die de leden koos was de koning.
Pas in 1848 veranderde hier iets aan. De manier van kiezen was niet democratisch. De grondwet werd gewijzigd en de koning kreeg veel minder macht. Zo kon hij de Eerste Kamerleden niet meer kiezen. Dit werd nu gedaan door de Provinciale Staten. Een jaar later verhuisde de Eerste Kamer. Normaal zat de kamer altijd in de Trêveszaal, maar na 1849 verhuisde de kamer naar de voormalige vergaderzaal van de Staten van Holland en West-Friesland. Eigenlijk was het altijd de bedoeling dat de Eerste Kamer daar zat, maar de zaal moest gerestaureerd worden.
In 1887 kreeg de Eerste Kamer meer leden. Voorheen waren het er 39, maar toen 50. In 1952 werd dit nog eens verhoogd tot 75. Sinds 1917 mogen er ook vrouwen lid zijn van de Eerste Kamer. Tot 1983 werd de Eerste Kamer om de zes jaar gekozen, maar tegenwoordig om de vier jaar.
Taken
Wetgevende taak
De Tweede Kamer maakt wetten. De Eerste Kamer keurt die goed of af. Een wet mag pas worden uitgevoerd als de Eerste Kamer die wet ook heeft goedgekeurd. Nadat de Eerste Kamer akkoord is, wordt deze ondertekend door de koning(in). De Eerste Kamer heeft hierdoor een wetgevende taak zoals de Tweede Kamer, maar toch zijn er enkele verschillen:
- Recht van amendement: De Tweede Kamer mag zelf wetsvoorstellen wijzigen, terwijl de Eerste Kamer dit niet mag.
- Recht van initiatief: De Tweede Kamer mag zelf wetten voorstellen, terwijl de Eerste Kamer dit niet mag.
Voor de wetgevende taak heeft de Eerste Kamer drie mogelijkheden:
- Toezeggingen: De Eerste Kamer kan kritiek tonen op een wetsvoorstel via toezeggingen. De Eerste Kamer gaat dan enkel akkoord met een wetsvoorstel als de regering toezeggingen doet (dingen veranderd), waardoor de Eerste Kamer er wel mee akkoord gaat.
- Moties: Moties zijn bedoeld om de regering op te roepen iets wel of juist niet te doen. De Eerste Kamerleden kunnen moties voorstellen en aannemen. Wanneer een motie (met meerderheid) is aangenomen, kan deze naar de regering worden gestuurd.
- Novelle: Novelles zijn oproepen aan de Tweede Kamer om een wetsvoorstel te verbeteren of aan te vullen. Dit kan bijvoorbeeld als er een fout in staat of iets onvolledig is. De Eerste Kamer stelt de behandeling en stemming van het wetsvoorstel uit tot dat de Tweede Kamer naar de novelle gekeken heeft.
De Eerste Kamer kan op deze manier fouten of onvolledigheden in wetten verbeteren zonder de volledige wet af te keuren. Op deze manier controleert de Eerste Kamer overigens ook de Tweede Kamer.
Vaak wordt gedacht dat de Eerste Kamer geen budgetrecht heeft, maar dit niet waar. Zowel de Eerste als Tweede Kamer stemmen over begrotingen. Het verschil is dat de Eerste Kamer het budget alleen kan goed- of afkeuren, terwijl de Tweede Kamer deze ook kan veranderingen. De Eerste Kamer is daardoor terughoudend in het budgetrecht en laat dit grotendeels aan de Tweede Kamer over.
Controlerende taak
De Eerste Kamer controleert net als de Tweede Kamer de Nederlandse regering. De Eerste Kamer heeft hiervoor de volgende instrumenten:
- Recht van interpellatie: De Eerste Kamer mag leden van de regering vragen stellen over het beleid van de regering. Deze vragen worden vrijwel altijd schriftelijk gestuurd. De Eerste Kamer mag ook leden van de regering uitnodigen voor mondelinge vragen, maar dit komt vrijwel nooit voor.
- Recht van enquête: De Eerste Kamer mag een parlementaire enquêtecommissie instellen naar een vraagstuk, maar dit is nog nooit gebeurd.
- Motie van wantrouwen: De Eerste Kamer mag het vertrouwen in een lid van de regering opzeggen door middel van een motie van wantrouwen. Dit is nooit gebeurd, waardoor het onduidelijk is of dat lid dan ook moet aftreden.
Je ziet dus dat dat Eerste Kamer deze taak vooral overlaat aan de Tweede Kamer.
Verkiezingen
De Eerste Kamer wordt indirect gekozen via het volk. Dit betekent dat de kamer via "een omweggetje" gekozen wordt. De Nederlandse kiezer kan dus niet direct voor de Eerste Kamer stemmen zoals voor de Tweede Kamer. Voor het kiezen van de Eerste Kamer spelen de Provinciale Staten een rol. De Provinciale Staten zijn het bestuur van de Nederlandse provincies. Zij worden om de vier jaar gekozen voor de inwoners van de Nederlandse provincies. Deze Statenleden komen binnen drie maanden na de verkiezingen samen en kiezen de Eerste Kamerleden.
Oorspronkelijk konden alleen de Provinciale Staten stemmen voor de Eerste Kamer. De inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en Nederlanders in het buitenland konden hierdoor niet stemmen voor de Eerste Kamer. Dit veranderde in 2019 met de invoering van de Kiescolleges voor de Eerste Kamer. Tijdens de kiescollegeverkiezingen kunnen de inwoners van Bonaire, Sint Estatius en Saba (sinds 2019) en Nederlanders in het buitenland (sinds 2023) stemmen voor de kiescolleges. Deze kiescolleges kiezen samen met de Statenleden de Eerste Kamer. Via de kiescolleges kunnen deze groepen dus ook stemmen, hoewel zij maar een kleine groep vormen in vergelijking met de Provinciale Statenleden.
De Kiescollegeleden en Statenleden komen uiteindelijk samen om de Eerste Kamer te kiezen (tijdens de Eerste Kamerverkiezingen). De Statenleden en Collegeleden stemmen vaak op een kandidaat van hun eigen partij. Een PVV-Statenlid uit Limburg zal dus vaak op een PVV-kandidaat voor de Eerste Kamer stemmen. Toch zijn de Statenleden niet verplicht om een kandidaat uit hun eigen partij te kiezen. Zij kunnen ook een kandidaat van een andere partij kiezen. Dit gebeurd bijvoorbeeld met zogeheten "restzetels". Wanneer een partij wel Statenleden heeft, maar niet genoeg heeft voor één zetel, kunnen zij hun stemmen aan een partij met min of meer dezelfde standpunten geven. Hierdoor kan deze andere partij juist één zetel meer krijgen.
Dit betekent dus dat er wél Eerste Kamerverkiezingen zijn, maar dat alleen de Statenleden hiervoor kunnen stemmen. Deze Statenleden worden weer door het volk gekozen. Tijdens de Provinciale Statenverkiezingen kies je dus niet alleen het bestuur van de provincies, maar ook de Eerste Kamer. Veel kiezers weten dit niet, waardoor de opkomst tijdens de Provinciale Statenverkiezingen vaak laag is. Veel mensen weten dit niet en daarom zijn de Provinciale Statenverkiezingen niet populair. Toch is er een reden waarom de Eerste Kamer niet rechtstreeks door het volk wordt gekozen. Op deze manier kunnen de provincies ook meedoen aan de landelijke politiek.
Zetelverdeling in Eerste Kamer
Politieke partij | zetels | Fractievoorzitter |
---|---|---|
BoerBurgerBeweging (BBB) | 16 | Ilona Lagas |
PvdA-GroenLinks | 14 | Paul Rosenmöller |
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) | 10 | Edith Schippers |
Christen-Democratisch Appèl (CDA) | 6 | Theo Bovens |
Democraten 66 (D66) | 5 | Paul van Meenen |
Partij voor de Vrijheid (PVV) | 4 | Marjolein Faber |
Partij voor de Dieren (PvdD) | 3 | Niko Koffeman |
JA21 | 3 | Annabel Nanninga |
Socialistische Partij (SP) | 3 | Rik Janssen |
ChristenUnie (CU) | 3 | Tineke Huizinga |
Forum voor Democratie (FVD) | 2 | Johan Dessing |
Volt | 2 | Gaby Perin-Gopie |
Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) | 2 | Peter Schalk |
50PLUS | 1 | Martin van Rooijen |
Onafhankelijke Politiek Nederland (OPNL) | 1 | Auke van der Goot |
Totaal | 75 |
Opmerking: De Partij van de Arbeid (PvdA) en GroenLinks vormen één gezamenlijke fractie in de Eerste Kamer.
Discussie
In de Nederlandse politiek bestaat er een discussie over het afschaffen of behouden van de Eerste Kamer. Het Nederlands parlement is een tweekamerstelsel met een direct gekozen Tweede Kamer en een indirect gekozen Eerste Kamer. Sommige partijen en politici willen de Eerste Kamer afschaffen, waar door de Tweede Kamer als enige kamer overblijft. Andere politici en partijen zijn juist voorstander van de Eerste Kamer. De discussie overigens niet nieuw. Al sinds 1840 bestaat er een discussie over de Eerste Kamer. Desondanks is de discussie sinds 1983 (en nog meer sinds 2010) toegenomen.
Volgens voorstanders is de Eerste Kamer is een extra controle op de Nederlandse regering en de Tweede Kamer. Het idee is dat de Eerste Kamer meer focussen op de tekst van de wet. Zij kijken of de uitvoering mogelijk is en of de niet in strijd is met de grondwet. In de Tweede Kamer speelt juist de politieke ideologie van partijen meer een rol. De Eerste Kamer is daardoor dus een extra controle en een stuk minder politiek dan de Tweede Kamer. Ook kan de Eerste Kamer controleren of de Tweede Kamer haar werk goed doet. Wanneer een wet juridisch gezien niet klopt, kan de Eerste Kamer deze afkeuren. O.a. de VVD, CDA, ChristenUnie en de SGP zijn voorstander van de Eerste Kamer.
Tegenstanders vinden juist dat de Eerste Kamer afgeschaft moet worden, aangezien deze overbodig is. Zij vinden de Eerste Kamer minder democratisch dan de Tweede Kamer, aangezien deze niet direct gekozen wordt. Zij vinden juist dat de Tweede Kamer voldoende is. De Eerste Kamer zorgt juist voor tijds- en geldverspilling en kan aangenomen wetsvoorstellen verwerpen. Hun idee is dat een eenkamerstelsel slagvaardiger en democratischer is. Een ander punt van kritiek is dat de Eerste Kamer nooit gewild was in Nederland, aangezien het er kwam op verzoek van de Belgische adel. O.a. de PVV, D66, de SP en GroenLinks willen de Eerste Kamer afschaffen.
Mocht de Eerste Kamer worden afgeschaft, is het nog onduidelijk of er een nieuwe kamer komt. Het eventuele afschaffen is wel erg moeilijk, aangezien de grondwet ervoor veranderd moet worden. Dit betekent dat beide kamers twee afzonderlijke keren (met verkiezingen er tussendoor) vóór het voorstel moeten hebben gestemd.