Eerste Wereldoorlog
Over dit artikel en/of onderwerp bestaat er ook een portaal! Klik hier om het portaal te bekijken! |
Van 28 juli 1914 tot 11 november 1918 vond een oorlog plaats waaraan veel landen meededen, zoals het Duitse Keizerrijk, Oostenrijk-Hongarije, Frankrijk, Engeland, Rusland, de Verenigde Staten van Amerika, het Ottomaanse Rijk, het Koninkrijk Italië enz. Ze noemden die oorlog daarom toen De Grote Oorlog of de loopgravenoorlog. Die naam is later veranderd in Eerste Wereldoorlog, omdat in 1939 een nog grotere oorlog uitbrak: de Tweede Wereldoorlog.
Nederland deed niet mee aan de Eerste Wereldoorlog, België wel: het werd aangevallen door het Duitse leger, op weg naar Frankrijk. Honderdduizenden Belgen vluchtten toen naar Nederland.
Voorgeschiedenis
Aan het begin van de 20e eeuw waren de mensen erg optimistisch. Grote cruiseschepen werden gebouwd en nieuwe uitvindingen werden gedaan. Ook werden de mensen nationalistischer. Dat houdt in dat ze erg trots op hun eigen land waren en hun eigen land het beste vonden. Maar de spanningen liepen op. Veel landen sloten verbonden met andere landen en er begon een wapenwedloop. Duitsland en Engeland hielden een wedloop wie het beste leger had en nieuwe oorlogstactieken werden uitgevonden. Met al die verbonden kon er erg makkelijk oorlog komen. Er hoefde maar een klein landje ruzie gaan zitten maken en de bom zou al barsten. En dat is gebeurd...
Moord op Frans Ferdinand van Oostenrijk
Op 28 juni 1914 was aartshertog Frans Ferdinand, de troonopvolger (niet: kroonprins zoals wel eens wordt gedacht) van Oostenrijk-Hongarije op bezoek in Sarajevo, Bosnië. Hij maakte een rondrit door die stad toen plotseling een Servische terrorist, een zekere Gavrilo Princip, uit het publiek opdook en hem doodschoot. Princip was lid van de Zwarte Hand. Een organisatie die wilde dat Bosnië bij Servië ging horen. Hij had van tevoren afgesproken om met een paar vrienden een moordaanslag te plegen. Een vriend van Princip probeerde het maar hij raakte de verkeerde auto. Princip ging ontmoedigd een broodje eten toen opeens de troonopvolger voorbij kwam rijden. Dat was zo omdat die bom van zijn handlanger dus een andere auto had geraakt. De officieren die daarin zaten waren wel gewond en Frans Ferdinand wilde ze gaan opzoeken maar z'n chauffeur verdwaalde. Princip liep toevallig op dat moment de broodjeszaak uit en greep z'n kans. Puur toeval dus.
Al gauw stelde Oostenrijk-Hongarije allerlei eisen aan Servië, bijvoorbeeld dat er een rechtszaak kwam tegen degenen die Princip een pistool hadden gegeven en dat de politie van Oostenrijk-Hongarije daar dan bij moest zijn. Maar dat wilde Servië helemaal niet en het besloot zijn leger klaar te maken. Toen Oostenrijk-Hongarije dat hoorde verklaarde het op 28 juli 1914, precies een maand na de moordaanslag dus, Servië de oorlog. Dat was het officiële begin van de Eerste Wereldoorlog. Een dag later vielen de eerste schoten, toen Oostenrijk-Hongarije de Servische hoofdstad Belgrado bombardeerde.
Rusland steunde Servië en sprak dreigende taal in de richting van Oostenrijk-Hongarije, en leek tussenbeide te zullen komen, waardoor Duitsland (een vriend van Oostenrijk-Hongarije) de oorlog aan Rusland verklaarde. Frankrijk had echter een verbond met Rusland en ging zich ook met de zaak bemoeien. Hierop verklaarde Duitsland ook aan Frankrijk de oorlog.
Engeland en België
Frankrijk begon al zijn soldaten neer te zetten bij de grens van Duitsland en Frankrijk. Duitsland vroeg aan België of het zijn troepen door België mocht sturen om Frankrijk aan te vallen, maar dat wilde België natuurlijk niet. Duitsland trok zich hier echter niets van aan en viel op 4 augustus 1914 België binnen op weg naar Frankrijk. Daarop verklaarde Engeland, dat een verbond had met België, weer de oorlog aan Duitsland. Daarna volgde nog oorlogsverklaring op oorlogsverklaring en was er geen houden meer aan. Een tijd van zware gevechten begon, vooral in Europa.
Oostenrijk-Hongarije en Rusland
Oostenrijk-Hongarije had dus nog een appeltje met Servië te schillen maar raakte daardoor in oorlog met de vriend van Servië: Rusland. Servië werd uitgeschakeld, maar de oorlog met Rusland zelf duurde nog tot 1917, toen er in Rusland een revolutie uitbrak. Oostenrijk-Hongarije en Duitsland sloten begin 1918 vrede met Rusland.
De oorlog in loopgraven
De Duitsers waren inmiddels door België getrokken en in Noord-Frankrijk aangekomen. Daar werden ze in een verschrikkelijke veldslag, de Slag aan de Marne, tegengehouden door het Franse leger, dat geholpen werd door de Engelsen. Maar echt teruggedrongen werden ze ook niet. Ze groeven loopgraven, een soort geulen, waarin ze de Fransen en Engelsen afwachtten. Die groeven zich op hun beurt ook in. Er ontstonden nu loopgraven, Duitse tegenover Franse, soms maar honderd meter van elkaar vandaan, die steeds langer werden en zich ten slotte uitstrekten, dwars door Noord-Frankrijk, van de Zwitserse grens tot aan de Belgische kust. De Slag aan de Somme was een grote veldslag. Op 1 juli 1916 kwamen er honderdduizenden soldaten uit de loopgraven en renden naar de Duitse loopgraven. De slag duurde bijna 5 maanden, maar de geallieerden waren vrijwel niks opgeschoten. Ze veroverden enkele honderd vierkante kilometers, maar dat was heel erg weinig. Er vielen in de slag ongeveer 300.000 doden aan geallieerde en Duitse kant en heel erg veel gewonden. Zo ging het maar door. Steeds weer kwamen de soldaten uit de loopgraven om naar de vijand te rennen, maar heel vaak veroverden ze bijna geen land. De twee enorme legers hebben zich vier jaar lang ingegraven, zonder enig voordeel te bereiken, tot de tanden toe gewapend, tegenover elkaar liggend. Vandaar ook de naam "loopgravenoorlog" voor de Eerste Wereldoorlog.
Het werd steeds moeilijker om een loopgraaf te veroveren, want er kwamen ook mijnen en prikkeldraad, zodat een aanval vaak mislukte.
Wapens en materiaal
Gifgas
Duitsland zette op een gegeven moment gifgas in dat in de loopgraven zakte waarna de soldaten meestal doodgingen. De geallieerden besloten dat ze gasmaskers moesten gaan dragen en ze zetten zelf ook gifgas in. Het Franse leger was de eerste die het gifgas gebruikte als wapen. In oktober 1914 gebruikte ook het Duitse leger het gifgas. Het Duitse leger was het eerste leger dat het chloorgas gebruikte. Chloorgas maakte belangrijke organen kapot en zorgde voor een langzame en pijnlijke dood. In september 1915 deed het Engelse leger een gasaanval, maar het gas waaide, door het slechte weer, terug in de richting van het Engelse leger. Dit probleem werd verholpen door het gifgas in kogels voor zware artillerie werd gedaan. Artillerie is in de krijgsmacht het wapen dat vuursteun geeft aan de eigen troepen. Dit zorgde ervoor dat het gas niet rap terugwaaide als het weer niet zo geschikt was om te schieten. Bij de eerste Duitse chloorgas-aanval kregen de geallieerde troepen een katoenen masker, dat in urine gedoopt was. In urine zit een stofje dat het gif onschadelijk maakte. Anderen doopten hun kleren in sodawater en tijdens de aanval hielden ze hun mond en neus bedekt met de kleren. Een nadeel van chloorgas was dat de mensen begonnen te hoesten en zo minder gas binnen kregen. Gasmaskers werden gedragen vanaf juli 1915. Later ontdekten beide legers dat het fosgeen een veel efficiënter gas was. Met het fosgeengas was de tegenstander veel sneller dood dan met chloorgas. Van fosgeen had je niet veel nodig om dood te gaan. Het doodde de slachtoffers binnen veertig uur. Sommige legers gebruikte ook een mengsel van chloorgas en fosgeen. Dat werd White Star genoemd.
Vliegtuigen
Vanaf het begin van de Eerste Wereldoorlog zetten alle landen vliegtuigen in. In het begin vooral bommenwerpers maar later ook jachtvliegtuigen (kleine vliegtuigen waar één persoon in zat) om de vijandelijke bommenwerpers uit de lucht te schieten, maar ook om hun eigen bommenwerpers te beschermen. Erg serieus werd er niet gevochten in de lucht. De meeste vliegtuigen waren gewoon om te verkennen en als ze bombardementen uitvoerden gooiden de piloten handgranaten naar beneden. De Duitsers gebruikte ook veel zeppelins die ze naar onder andere Parijs stuurden en die dan lichte bombardementen uitvoerden. Die zeppelins waren ook om de bevolking angst aan te jagen. Het was nou eenmaal een eng gezicht, zo'n groot, vliegend ding beschenen door schijnwerpers in de nacht. Toch waren die dingen kwetsbaar, ze vatten erg makkelijk vlam. Ook al werden vliegtuigen niet veel gebruikt, toch was de basis gelegd voor de gigantische luchtoorlogen in de Tweede Wereldoorlog.
Geweren
De soldaten in de loopgraven gebruikten geen musketten meer, maar grendelgeweren. Een grendelgeweer is een geweer waarbij je sneller kunt schieten en niet steeds hoeft te herladen. Ook werden in de Eerste Wereldoorlog voor het eerst machinegeweren in grote schaal gebruikt.
Tanks
Toen Engeland een manier zocht om de loopgraven te veroveren kwamen ze op tanks. In 1915 werd de eerste tank ter wereld uitgevonden door de Britten, de Whippet. In het begin werden ze snel vernietigd, maar naar het einde van de oorlog toe zorgden ze ervoor dat de geallieerden veel makkelijker terreinwinst maakten.
Het einde van de oorlog
In 1918 kwam er een einde aan de Eerste Wereldoorlog doordat Frankrijk en Engeland versterking kregen van de Verenigde Staten (Amerika). Frankrijk en Engeland kregen er daardoor zoveel soldaten bij, dat Duitsland in november 1918 om een wapenstilstand vroeg. Een jaar later werd in Versailles bij Parijs de officiële vrede gesloten. In de vier jaar die de oorlog geduurd had, waren ongeveer 10 miljoen soldaten gesneuveld.