Loopgraaf
Een loopgraaf is een manshoge geul waarin soldaten dekking kunnen zoeken of van waaruit een aanval op de stelling van de vijand kan worden gedaan.
Loopgraven waren eeuwen terug al een vast onderdeel van de belegering van vestingen. Ze werden in steeds kleinere halve cirkels rond de vesting aangelegd waarna uit de laatste loopgraaf de stormloop op de vesting werd ondernomen.
Het bekendst zijn echter de loopgraven uit de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Toen de Duitse aanval in Frankrijk in 1914 was gestuit, groeven de troepen van de strijdende partijen zich in en ontstonden er loopgraven tegenover elkaar. Soms op niet meer dan een paar 100 meter afstand. De ruimte daartussen heet niemandsland. Wie zich daar waagde was ten dode opgeschreven.
Die loopgraven strekten zich steeds verder uit, na enkele maanden oorlog in 1914 van de Zwitserse grens tot aan de Noordzeekust in België. In de loop van de oorlog vertakten ze zich steeds meer en werden uitgebouwd tot hele vestingen.
Omdat het woord loopgraaf vooral verbonden is met de Eerste Wereldoorlog, wordt die oorlog ook wel de "loopgravenoorlog" genoemd.