Operatie Overlord
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
Operatie Overlord | |
---|---|
Datum | 6 juni 1944 - 25 augustus 1944 |
Locatie | Normandië, Frankrijk |
Overwinning voor | geallieerden |
Strijdende partijen | |
Geallieerden: | Asmogendheden: |
Verenigde Staten Verenigd Koninkrijk Canada |
Nazi-Duitsland |
Leiders | |
Geallieerden: | Asmogendheden: |
Dwight D. Eisenhower Bernard Montgomery Bertram Ramsay Trafford Leigh-Mallory |
Gerd von Rundstedt Erwin Rommel Friedrich Dollmann |
Troepensterkte | |
3.000.000 | 380.000 (later 1 miljoen) |
Verliezen | |
208.892 doden en gewonden 15.000-20.000 Franse burgerdoden |
393.689 doden, gewonden en krijgsgevangen |
Portaal 30px Tweede Wereldoorlog |
Operatie Overlord (1944) was een militaire operatie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het plan werd bedacht door de leiders van de militaire geallieerde top, onder leiding van de Amerikaanse generaal Dwight D. Eisenhower. De operatie begon met een invasie op de stranden van Normandië in Frankrijk. Tijdens deze invasie kwamen tienduizenden Britten, Amerikanen en Canadezen om het leven, maar ook veel Duitsers. Operatie Overlord begon 's ochtends 6 juni 1944 om 6:30. Eigenlijk was de invasie op 5 juni gepland, maar toen stormde het hevig voor de Franse kust. Met duizenden boten kwamen de geallieerden varen naar de stranden die allemaal een codenaam kregen. De codenamen waren Sword Beach, Juno Beach, Gold Beach, Omaha Beach en Utah Beach. De operatie begon vanaf de invasie vanaf Normandië en duurde tot en met de bevrijding van Parijs op 25 augustus 1944. Operatie Overlord is de grootste overzeese militaire operatie uit de geschiedenis.
Wat vooraf ging
De Duitse aanval op Polen was het startschot van de Tweede Wereldoorlog. Polen vocht wel terug, maar kon niet op tegen het veel sterkere en goed bewapende Duitse leger. Hierna viel nazi-Duitsland ook andere landen aan, namelijk Denemarken, Noorwegen, de Benelux en Frankrijk. Het lukte Hitler alleen niet om ook Engeland te bezetten. Hitler liet Engeland links liggen en richtte zijn aandacht op een veel grotere campagne: Operatie Barbarossa. In de zomer van 1941 viel Duitsland onverwachts de Sovjet-Unie binnen. In het begin ging de aanval makkelijk, maar bij Moskou werden ze tegengehouden door de Russen en de Duitse campagne liep vast in de modder. Bij de Slag om Stalingrad werden de Duitsers verslagen door de Russen en ook bij de Slag om Koersk ging het mis. De Sovjets kwamen steeds dichterbij Duitsland. Hitlers rijk dat volgens hem duizend jaar moest bestaan, ging langzaam in rook op. Ook in Afrika werden de Duitsers en Italianen teruggedreven. Ook de Verenigde Staten mengde zich in de strijd.
Het ging de geallieerden voor de wind, op heel veel plekken werden de Duitsers verslagen. De VS wilden ook een invasie in Noord-Frankrijk. Ook Jozef Stalin, de leider van de Sovjet-Unie, drong aan op een tweede front, zodat Duitsland van meerdere kanten zou worden aangevallen.
Een mislukte aanval
Op 19 augustus 1942 gingen 6000 Canadezen aan land bij Dieppe in Noord-Frankrijk, gesteund door het Verenigd Koninkrijk. De aanval mislukte volledig. De Duitsers waren aanzienlijk in de minderheid en verloren maar 300 man. De geallieerden verloren meer dan 100 vliegtuigen en 4400 soldaten. Toch hebben de geallieerden hierbij veel geleerd voor Operatie Overlord.
Duitse verdediging
Na de mislukte aanval van de geallieerden in Noord-Frankrijk wisten de Duitsers dat de geallieerden zouden proberen om in Noord-Frankrijk aan land te komen. Nog voor het eind van 1942 begonnen de Duitsers, nou ja, eigenlijk dwangarbeiders uit Midden en Oost-Europa, met de bouw van de Atlantikwall. De Atlantikwall was een 2700 kilometer lange verdedigingslinie, die zich uitstrekte van het noorden van Noorwegen tot aan Spanje, bestaande uit zwaar bewapende bunkers, tankblokkades en mijnenvelden. Een jaar later was de kans op een invasie sterk toegenomen en Hitler gaf de opdracht om het werk te versnellen. Erwin Rommel werd door Hitler verplaatst van Italië naar Noord-Frankrijk, Rommel had nu de leiding over de kustverdediging. De Duitsers wisten natuurlijk niet waar de geallieerden aan land zouden komen, maar velen van hen, ook Adolf Hitler, dachten dat de aanval was gericht op de havenstad Calais. Maar ook Normandië stond op de lijst van mogelijke doelwitten. Erwin Rommel dacht echter dat de invasie in Normandië zou plaats vinden en begon met het versterken van de verdediging in Normandië. Ook had Rommel sterke pantsereenheden tot zijn beschikking.
Voorbereidingen
Operatie Overlord werd gepland door duizenden mannen en vrouwen uit de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Bij dit samenwerken ging niet altijd alles goed. Engeland wilde bijvoorbeeld geen invasie van Noord-Frankrijk, de VS juist wel. Tijdens de conferentie van Teheran, eind 1943, spraken de geallieerde leiders met elkaar. Jozef Stalin wilde ook een invasie in West-Europa. Franklin D. Roosevelt benoemde Dwight D. Eisenhower tot opperbevelhebber van het geallieerde expeditieleger. Bernard Montgomery werd bevelhebber van de troepen op het land. Er waren wel wat verschillen tussen Eisenhower en Montgomery.
Ondertussen werd er veel geoefend. De VS produceerden heel veel wapens en voertuigen en die werden naar Engeland verscheept. Ook werden honderden, zelfs duizenden boten gemaakt in de VS. Het populairste vaartuig was de Higginsboot. In een kleine Higginsboot konden 63 militairen plaats nemen en vaak zelfs nog een jeep. In een grotere versie konden 200 man.
Ook kwam er een afleidingsmanoeuvre, operatie Fortitude. De geallieerden wilden de Duitsers op het verkeerde been zetten door hun te laten denken dat de invasie in Calais zou plaatsvinden. De afleidingsmanoeuvre bestond uit valse codeberichten, opblaastanks en nog meer dingen.
In mei 1944 waren er perfecte weersomstandigheden. De Duitse troepen verwachtten elke dag een aanval. De geallieerden hadden 5 juni uitgekozen voor de invasie, maar het werd begin juni slecht weer. Op 3 juni werd besloten de invasie een dag uit te stellen. Er was al een konvooi van 140 schepen onderweg, maar wist niet dat de invasie op een andere dag zou plaats vinden. Een vliegtuig probeerde duidelijk te maken dat het konvooi moest terugkeren en na enkele pogingen draaide het konvooi zich om. Maar het weer bleef slecht. Na 7 juni moesten ze twee weken wachten op de juiste getijden. Alle troepen en het materieel lag al klaar voor de aanval. Toen voorspelde de hoofdmeteoroloog redelijk goed weer tussen maandagmiddag 5 juni en de volgende dag. Het was het riskeren waard. Maar de vijand zou geen invasie verwachten tijdens een storm en ook werden Duitse boten teruggeroepen naar hun haven, vanwege de storm.
Invasie
Luchtlandingen
Operatie Tonga was de luchtlandingsoperatie tijdens Operatie Overlord. D-Day begon met deze luchtlandingsoperatie, even na middernacht, maar veel parachutisten landden op de verkeerde plek. Veel piloten waren onervaren, daardoor werden de parachutisten over een groot gebied verspreid. Zesendertig man verdronken toen zij in het water landden. Anderen kwamen terecht in totaal afgelegen gebieden en konden wekenlang geen contact maken met de hoofdmacht. Andere parachutisten werden onder vuur genomen toen ze nog in de lucht hingen. Het dorp St.-Mère-Église was de eerste plaats die door de geallieerden bevrijd, tegen zonsopgang. Ook zweefvliegtuigen werden ingezet bij de luchtlandingen. De luchtlandingsoperatie duurde van 5 juni tot 7 juni 1944 en er vielen 800 doden en gewonden. De parachutisten moesten belangrijke bruggen veroveren. De soldaten leverden, ondanks de vele levens die verloren gingen, een belangrijke bijdrage aan D-Day.
Stranden
De geallieerden, dat waren de Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk en Canada, vielen aan op 5 stranden in Normandië. Ieder strand was voor één van de geallieerden. 's Ochtends vroeg kwamen de geallieerden aanvaren met honderden boten. Zij werden onder vuur genomen door de Duitsers, met machinegeweren, kanonnen en nog meer geschut. Op het strand vielen dan ook duizenden doden.
Strand | Land | Commandant(en) | Troepen | Verliezen¹ | Duitse commandanten | Duitse troepen | Duitse verliezen¹ |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Sword Beach | Verenigd Koninkrijk | John Crocker Thomas Rennie |
28.845 | 683 | Wilhelm Richter Edgar Feuchtinger |
9.790 | ? |
Juno Beach | Canada Verenigd Koninkrijk |
Rod Keller John Crocker |
21.400 | 956 | Wilhelm Richter | 7.771 | ? |
Utah Beach | Verenigde Staten | Raymond O. Barton Theodore Roosevelt jr. |
32.000 | 197 | Karl-Wilhelm von Schlieben Dietrich Kraiss |
? | ? |
Gold Beach | Verenigd Koninkrijk | Miles Dempsey | 24.970 | 400 | Wilhelm Richter Dietrich Kraiss |
7.771 | ? |
Omaha Beach | Verenigde Staten | Omar Bradley Norman Cota Clarence R. Huebner |
43.250 | 3.336 | Dietrich Kraiss | 7.800 | 1.200 |
Pointe du Hoc | Verenigde Staten | James Earl Rudder | 225 | 135 | Gerd von Rundstedt | 200 | - |
(¹ = Doden, gewonden, krijgsgevangenen)
Sword Beach
Sword Beach was het doelwit voor de Britten. Er werden 28.845 Britten en 223 tanks aan land gezet en zij moesten vechten tegen bijna 10.000 Duitsers. Maar de Duitsers hadden ook veel tanks. Sword Beach was het oostelijkste strand van de vijf stranden. Na de landing moesten de Britten voor het vallen van de avond de Franse stad Caen veroveren. De landingen op Sword Beach gingen goed, maar tegen de avond was Caen niet ingenomen.
Juno Beach
Juno Beach was voor de Canadezen, gesteund door het Verenigd Koninkrijk. Er werden 21.400 geallieerde soldaten aan land gezet. Er waren 7771 Duitse soldaten. Voor de invasie werd er een bombardement uitgevoerd boven Juno Beach, maar die richtte weinig schade aan. Het strand was zwaarbeveiligd met machinegeweerposten en bunkers. Na enkele uren op het strand te hebben gevochten, trokken de Canadezen landinwaarts.
Utah Beach
De Verenigde Staten vielen met 32.000 man aan op Utah Beach, het westelijkste strand. Voorafgaand was er een bombardement uitgevoerd op het strand, dit bombardement had wél succes. Hierna trokken ook deze troepen landinwaarts.
Gold Beach
Gold Beach was voor het Verenigd Koninkrijk. Ze vielen aan met bijna 25.000 man. Voor de landing van de hoofdmacht, maakten geniesoldaten een pad door het strand, omdat deze vol lag met mijnen. Hierdoor konden ook tanks het land op komen.
Omaha Beach
De Amerikanen vielen met 40.000 man aan op Omaha Beach. Op het strand werd zwaar gevochten. Voor de landing was er een bombardement uitgevoerd, maar dit had weinig effect. Ook de drijvende Shermantanks gingen bijna allemaal verloren. De verliezen waren dan ook zwaar, ongeveer 3000 doden en gewonden. Wel wisten ze om door de verdediging heen te komen en trokken landinwaarts.
Pointe du Hoc
Bij Pointe du Hoc, vijf kilometer ten westen van Omaha Beach, bevond zich een sterk verdedigde Duitse stelling. Deze moest worden veroverd, omdat de grote kanonnen Omaha en Utah Beach beschoten. Ongeveer 200 Duitse soldaten bevonden zich daar, met 1 bunker, 6 artillerie en 20 kleine vliegtuigjes. Een speciale Amerikaanse eenheid moest deze stelling veroveren. Voordat ze aan land gingen, werd de stelling gebombardeerd met krachtige explosieven. Maar ook dit bombardement had weinig effect. De Rangers, de speciale Amerikaanse eenheid, kwamen ergens anders terecht dan zij hadden gepland en dit zorgde voor vertraging. Hun aangepaste landingsvaartuigen hadden raketwapens die enterhaken, met daaraan klimtouwen en touwladders, konden afvuren. Deze waren nodig om soms wel 30 meter hoge rots te beklimmen. Op het strand werden de Rangers beschoten. De touwladders kwamen vaak niet hoog genoeg en werden ook vaak doorgesneden door de Duitsers. Maar de Rangers waren zo slim om stukjes lont aan de enterhaken te bevestigen, waardoor de verdedigers dachten dat het een bom was. De soldaten die op de klif waren gekomen, konden zich verschuilen in de bomkraters die waren ontstaan tijdens het bombardement. Rond negen uur 's avonds hadden ze de top van de klif bereikt en de vijandelijke stellingen onschadelijk gemaakt, maar eenderde van de soldaten was gedood op gewond en het voedsel en munitie raakten op. Die nacht kwam er een tegenaanval van de Duitsers. Rudder, de generaal van de Rangers, beval hen terug te trekken. In de ochtend waren er nog maar weinig militairen die konden vechten. Die middag kwam er een boot met voedsel en munitie. Één dag later konden ze de Duitsers terugdrijven, met behulp van luchtsteun. Pas 's ochtend 8 juni was Pointe du Hoc veilig in Amerikaanse handen, maar 70% van de militairen waren omgekomen.