Triëst

Het Plein van de Italiaanse Eenheid met het stadhuis

De Riccardopoort

Het Ponterossoplein aan de oude haven

Triëst (Italiaans: Trieste) is een stad in het noorden van Italië. De stad ligt aan de zee en heeft 205.194 inwoners. Triëst is de hoofdstad van de gelijknamige provincie Triëst en van de regio Friuli-Venezia Giulia.

Triëst ligt op een smal strookje Italiaans land tussen de Adriatische Zee en Slovenië.

Geschiedenis

Al voor onze jaartelling stond er een fort waar nu Triëst ligt. Het bleef een onbelangrijk stadje tot het jaar 100, toen keizer Vespasianus de stad uitbreidde. Hij noemde de stad Tergeste. De enige overblijfselen van de Romeinse tijd zijn de Riccardopoort en het theater. Later werd de stad veroverd door andere volken, zoals de Franken onder leiding van Karel de Grote. Triëst was geen belangrijke stad. Buurstad Venetië was veel belangrijker.

In 1328 kwam Triëst in handen van Oostenrijk, wat toen véél groter was dan nu. Triëst werd een "vrijhaven", waardoor de stad rijk werd. Ook was het de hoofdstad van de provincie Küstenland. Het bestuur sprak Italiaans en Duits, maar de bevolking sprak hun eigen dialect (zie "bevolking"). Veel Slovenen verhuisden van het platteland naar Triëst en bleven ook Sloveens spreken.

Aan het eind van de 19e eeuw nam de spanning toe in Triëst. Er woonden veel verschillende mensen, Italianen, Slovenen, Duitsers enz. Omdat Italië in de Eerste Wereldoorlog de oorlog verklaarde aan Oostenrijk-Hongarije kregen ze het grootste deel van Küstenland als beloning. De Italianen begonnen met het verdrijven van de buitenlanders in de stad. Vele van hen vluchtten naar Joegoslavië.

Na de Tweede Wereldoorlog was men weer onzeker over wat er met Triëst moest gebeuren. De Joegoslavische leider maarschalk Tito wilde het Küstenland toevoegen aan Joegoslavië. Uiteindelijk werd het Vrije Gebied Triëst gevormd, bestaande uit Zone A (Triëst en omgeving) en Zone B (het noorden van het schiereiland Istrië). In het noorden (Triëst) was men anti-Joegoslavisch, maar in het zuiden (Istrië) niet. Daarom werd in 1954 besloten Triëst toe te voegen aan Italië en Noord-Istrië aan Joegoslavië. Dit is uiteindelijk in 1975 gebeurd.

Bevolking

Triëst heeft 205.194 inwoners. Dat betekent dat de stad ongeveer even groot is als Tilburg of Almere. Dit lijkt wel groot, maar de bevolking is sinds de jaren '70 sterk gedaald. In 1961 had de stad maar liefst 272.723 inwoners. Tien jaar later was dat met 0.3% gedaald. Weer tien jaar later (dus in 1981) was de bevolking al met 7.2% gedaald. De bevolking daalt ook nu nog.

Hoewel vroeger in Triëst veel Slovenen woonden, is dat aantal gedaald. De meeste buitenlanders in de stad zijn Serven. Ook uit andere landen die vroeger bij Joegoslavië hoorden zijn veel mensen naar Triëst gegaan, zoals Kroaten en Kosovaren.

De stad heeft een eigen dialect, het Triestin. Dit is een dialect van het Venetiaans, een taal die vooral in het noordoosten van Italië wordt gesproken. Behalve Venetiaanse woorden, heeft de taal ook veel woorden overgenomen uit het Sloveens.

Iemand die in Triëst woont, noem je een Triestini.

Transport

Triëst heeft een grote haven. Vroeger was het één van de belangrijkste havens aan de Adriatische Zee. De haven is wel gekrompen. Triëst heeft namelijk veel concurrentie gekregen van andere havensteden, zoals het Sloveense Koper. De laatste jaren gaat het gelukkig weer goed met de haven. In 2007 groeide de haven zo'n 40%.

Triëst heeft twee stations, het grote "Trieste Centrale" en het kleine "Miramare". De meeste treinen gaan naar Venetië, waar de mensen kunnen overstappen op treinen naar grote steden als Rome, Milaan of Napels.

De luchthaven van Triëst heet "Trieste – Friuli Venezia Giulia Airport". Er gaan vluchten naar veel verschillende Italiaanse steden, maar ook naar Londen en Tirana.

De stad Triëst heeft 60 buslijnen en één tramlijn.