Socialistisch realisme
Het socialistisch realisme is de naam voor een kunststijl in veel communistische landen, waarvan de Sovjet-Unie en andere Oostbloklanden, zoals Oost-Duitsland, de belangrijkste waren. Het socialistische realisme had het doel om de ideologie van de staat te stimuleren. Volgens het socialistische realisme moest kunst voor iedereen begrijpelijk zijn. De kunst moest een positieve ervaring uitstralen en richtte zich vaak tot de gewone man, vaak een arbeider of boer.
Geschiedenis
Ontstaan
Het socialistische realisme ontstond na de Russische Revolutie rond 1920. Vrij snel hierna werd het socialistisch realisme de officiële kunststroming van de nieuwe Sovjet-Unie. De geschiedenis van het socialistisch realisme gaat echter een stuk verder terug. Het begint bij het marxisme van Karl Marx. Marx was een Duitse filosoof en econoom. Hij geloofde dat het proletariaat (de onderklasse bestaande uit boeren en arbeiders) in opstand moest komen tegen de bourgeoisie (de bovenklasse bestaande uit rijke mensen). Hoewel de onderklasse door de bovenklasse werd onderdrukt en hieronder leed, zou de onderklasse zelf niet in opstand komt uit zichzelf. De ideologie weerhield ze hiervan. De ideologie bestond uit alle ideeën in de maatschappij en deze waren erop gericht om de bourgeoisie aan de macht te houden.
De kunst moest volgens Marx kritiek uitoefenen op deze ideologie en deze ideologie ontmaskeren. De ideologie was volgens Marx vals en onvolledig. De ideologie zorgde ervoor dat men de omstandigheden als "natuurlijk gegeven" zag. Oftewel er was niets aan te veranderen. De kunst moest laten zien dat deze ideologie vals was. De kunst moest het idee dat het kapitalisme in stand hield doorprikken. Marx maakte daarom onderscheid tussen de ideologische en de ideologiekritische kunst. Later werden zijn ideeën uitgewerkt door Georg Lukács. Lukács stelde dat door de Industriële Revolutie de arbeider was vervreemdt van zijn product. Hiermee bedoelde hij dat voorheen de arbeider zijn product volledig of haast volledig maakt. Met de komst van machines voerde hij slechts één van de handelingen uit, zoals het aandraaien van een schroef. Dit noemde hij reïficatie. Een extreme vorm hiervan was het warenfetisjime. Hierbij hebben producten niet meer de waarde dat een persoon aan ze gewerkt heeft of dat een product handig is voor degene die het koopt. Een product was er slechts om te ruilen tegen geld. Alles wat in de maatschappij gebeurde raakte hierdoor verloren.
Volgens Lukács moest de literatuur zich afzetten tegen het kapitalisme en strijden voor een betere, socialistische samenleving. Hij was grote bewondering voor het realisme. Dit was een literatuurstroming, waarin de zaken precies zo werden beschreven als ze waren. De literatuur van het realisme weerspiegelde de samenleving en gaf een totaalbeeld van die samenleving. Hierdoor werden mensen bevrijdt uit de verzakelijking van het kapitalisme. Lukács ideeën zorgden ervoor dat de deur open werd gezet om de kunst de politiek te laten dienen. In de Sovjet-Unie werd dit idee overgenomen en vanaf 1920 werd het socialistisch realisme de "nationale kunststroming" van de Sovjet-Unie.
Lenin en Stalin
Twee jaar na het stichten van de Sovjet-Unie sterft Vladimir Lenin. Lenin wordt gezien als de held van de Russische Revolutie en het communisme in de Sovjet-Unie. Zijn lichaam is na zijn dood gebalsemd en tentoongesteld in een mausoleum. Tot op de dag van vandaag is dit mausoleum nog steeds toegankelijk. Ook werden veel standbeelden voor hem opgericht, die ook nog steeds door heel Rusland en (sommige) voormalige Oostbloklanden te vinden zijn. Jozef Stalin neemt het stokje van Lenin over als leider van de Sovjet-Unie.
In deze tijd verheerlijkte de kunst niet alleen de arbeiders, de boeren, de soldaten en de revolutionairen, maar ook Stalin zelf. Door de Sovjet-Unie heen werden ook monumenten opgetrokken voor Stalin, zoals standbeelden. Een bekend schilderij is degene waarop Stalin over het binnenhalen van de oogst kijkt. Stalin wordt in het socialistisch realisme afgebeeld als harde werker, geniaal denker, de vader van het volk, maar ook als doodgewone man. Na zijn dood werd ook Stalins lichaam gebalsemd en tentoongesteld in het mausoleum naast dat van Lenin. Dit duurde echter niet lang. Onder zijn opvolger Nikita Chroesjtsjov werd begonnen met de destalinisatie van Rusland. Stalin had namelijk veel mensen laten oppakken, verbannen en vermoorden, waarvan veel schuldig waren. Volgens cijfers heeft Stalin zelfs meer mensen vermoord dan Hitler. Onder Stalin was de onderdrukking van het volk op zijn hoogtepunt en konden mensen willekeurig worden opgepakt. Chroesjtsjov was milder. Hoewel hij tegenstanders van het communisme liet opsluiten, deed hij niet aan willekeurige arrestaties.
Volgens Chroesjtsjov was het ongepast om de beelden van Stalin te laten staan. Bij alle standbeelden van hem zijn daarom ook vernietigd (en sommige verplaatst naar musea). Zijn lichaam werd later ook weggehaald uit mausoleum van Lenin. Onder Chroesjtsjov verdween ook de persoonsverheerlijking van de Sovjetleider in de kunst. Voor Chroesjtsjov werden namelijk (haast) geen standbeelden opgericht. De persoonsverheerlijking van Lenin en andere revolutionairen ging wel door.
Einde van het socialistisch realisme
De Sovjeteconomie begon vast te lopen. Toen Michail Gorbatsjov aan de macht kwam, wilde hij de Sovjet-Unie veranderde. Hij introduceerde twee begrippen; glasnost (openheid) en perestroijka (economische hervormingen). Gorbatsjov zag minder streng toe op de kunst. Hierdoor kwamen er nieuwe, alternatieve kunststromingen op. Deze kunststromingen waren soms al onder Stalin actief, maar waren in het geheim uitgevoerd. Doordat Gorbatsjov vrijheid van meningsuiting en demonstratie beloofde, kwamen de nieuwe kunststromingen langzaam aan het licht. Zij mochten hun kunst tentoonstellen en hun boeken verspreiden. Vaak waren deze kunststromingen kritisch op het communisme en het socialistisch realisme. Het socialistisch realisme bevestigde de maatschappij.
Gorbatsjov's hervormingen zorgde uiteindelijk tot de ondergang van de Sovjet-Unie in 1991. Hiermee kwam een einde aan het socialistisch realisme en deze verdween als het ware. In veel voormalige communistische landen, zoals Polen en Hongarije, werden de socialistisch realistische kunstwerken grotendeels verwijderd of vernietigd. In Hongarije werden alle Sovjet-beelden verplaatst naar één park in Boedapest, waar ze voorzien werden van uitleg (een soort museum dus). In Rusland en ook landen die minder kritisch waren op het communisme, zoals Wit-Rusland, behielden veel van deze kunst. In sommige delen van de landen is de kunst wel te komen vervallen.
Kenmerken
Het socialistisch realisme heeft de volgende kenmerken:
- Afgebeelde personen zijn vaak arbeiders, boeren, partijleden, revolutionairen van de Russische Revolutie of soldaten. Zij worden op trotse of eerbiedige manier getoond.
- Gebruik van communistische symbolen, zoals de hamer en sikkel, de rode ster en de kleur rood. Ook worden soms citaten gebruik uit de werken van communistische denkers, zoals Marx of Lenin.
- Verwijzingen naar de industrie, de landbouw, nieuwe technologieën, bloemen, zonlicht en de jeugd. Dit staat voor de voorspoed en toekomst van het land en communisme.
- Socialistisch idealisme. De mensen worden vaak als jong, energiek en vitaal afgebeeld. Ze zijn vaak bezig in de landbouw of industrie, maar ook met sport, wetenschap of kunst.
- Eenvoudigheid: Het kunstwerk moest eenvoudig zijn, zodat iedereen weet wat er mee bedoeld werd.
Het doel van de kunst was om het communisme te promoten. Het socialistisch realisme kun je dus zien als het propagandamiddel van de staat.