Pyreneeën

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De Pyreneeën vanuit de ruimte gezien

De Pyreneeën zijn een gebergte dat ligt op de grens van Frankrijk en Spanje. Het gebergte strekt zich uit over een lengte van ongeveer 430 kilometer. Het ligt tussen de Atlantische Oceaan en de Middellandse zee. De Pyreneeën bedekken minstens zes Franse departementen en vier Spaanse regio’s. Het landje Andorra ligt volledig in het gebergte. De hoogte berg is 3404 meter hoog.

Het gebergte is ontstaan door en botsing van het Iberische Schiereiland met Europa. Daarvoor van 235 tot 65 duizend jaar geleden lagen de Pyreneeën nog onder water. Op de Pyreneeën van nu zijn de laatste gebeurtenissen goed te zien.

Bevolking

De bevolking van de Pyreneeën is heel erg onregelmatig verspreid. De meeste mensen wonen aan de kusten of aan de voet van de bergen. De enige grote stad is Toulouse.

Gebieden

Vooral vroeger werden de hogere gebieden bijna niet bevolkt. De meeste huizen liggen op de lagere gebieden. Frans Baskenland is de enige streek in het gebied waar nog overal nog boeren zijn.

Verspreiding

Nu is het volk veel meer verspreid. De Catalaanse Pyreneeën zijn erg populair bij de inwoners van Barcelona. De Pyreneeën zijn de woonplaats van waarschijnlijk het mysterieuste volk van Europa, de Basken. Zij wonen in vier provincies in Spanje (Guipuzcoa, Vizcaya, Alava en Navarra) en drie provincies in het Franse departement Pyrénées-Atlantiques (Soule, Labourd en Basse-Navarre). Hoewel de Fransen in meerderheid geen Baskisch meer spreken, voelen ze zich Baskisch en hebben ze hun eigen gebruiken.

Inkomsten

Het gebied van de Midi-Pyreneeën heeft een aantal van 2,5 miljoen inwoners. De meeste mensen leven er vooral nog van veeteelt en landbouw. Maar ook van het toerisme, met allerlei activiteiten en slaapplaatsen.

Klimaat

Niet overal in de Pyreneeën heb je hetzelfde klimaat, als er wind staat die komt uit het Spaanse binnenland dan heb je een heet en droog klimaat, maar er kunnen ook Oceaanstoringen komen vanaf de Atlantische Oceaan, meestal zijn dat grote regenperiodes. Daarom valt er in de noordelijke Pyreneeën veel regen, door de Atlantische lucht. Die vochtigheid wordt steeds minder als je naar het oosten toe gaat. De zuidkant is daarom droger. Voor een hooggebergte is het er vrij warm door de zuidelijke ligging.

Begroeiing

Warmte en vochtigheid zijn de belangrijkste factoren voor de groei van planten. Ik zal daarvoor een voorbeeld geven, onderaan een berg groeien loofbomen, als je iets hoger komt, kom je bij een ander soort bomen: Beuken en Zilversparren, en weer daarboven de Berg Dennen. Dan zit je op de boomgrens, de boomgrens betekent dat hoger geen bomen kunnen groeien door de kou, daarna krijg je de Alpen weide. Het gras kan goed tegen de kou en de luchtvochtigheid. Op de Alpen weide grazen ook vaak koeien. Boven de Alpen weide groeien verschillende soorten struiken waarna het al snel overgaat in alleen kale rotsen. En dan op de bovenste top kom je bij de sneeuw.

Soorten planten in laaggelegen gebieden (Noord)

Aan de noordzijde van de Pyreneeën zijn bossen, in die bossen is de Zomereik een belangrijke boomsoort. De Zomereik kan heel groot worden in omtrek in een bosgebied waar het vaak overstroomd door smeltwater, smeltwater is water dat vanaf de bergen stroomt. Dit water wordt afgevoerd door kleine riviertjes. Langs die riviertjes staan vaak Essen, Linden en Wilgen. In die bossen groeien ook veel struiken en planten, zoals Hulst, Hazelaar, Kamperfoelie en Varensoorten. Dit zijn allemaal boom en plantsoorten die goed groeien bij een vochtig klimaat.

Soorten planten in laaggelegen gebieden (Zuid)

Aan de zuidkant van de Pyreneeën groeien veel struiken die uit elkaar staan, zoals stekelige Bremsoorten, Aardbeiboom en Kermeseik. In het voorjaar groeien er ook Bolgewassen. Later in het jaar groeien er veel planten die goed tegen de warmte kunnen. De meeste planten hebben ook hele kleine [blaadje]]s, daardoor kunnen ze goed tegen de warmte, Tijm, Lavendel, Zonneroosjes of Blauwe Stroobloem zijn daar een voorbeeld van.

Soorten planten in hooggelegen gebieden

De hellingen zijn meestal bebost door Beuken en Zilversparren, tussen 1000 en 1500 meter. Onder de Beuken en Zilversparren groeien het hele jaar door verschillende planten, wat te maken heeft met de temperatuur van voorjaar en de hitte van de zomer. Op een hoogte van 1500 meter groeien Berken en Leisterbes soorten. Bijna alle bomen hebben een dichte begroeiing van Korstmossen op stam en takken. Boven de 2000 meter staan donkere berg Dennen. De berg Dennen hebben veel te verduren door bliksem, stormen of lawine’s. Het zijn daarom heel sterke Dennen. Boven de boomgrens heb je weide met bloemen die 8 maanden van het jaar onder de sneeuw liggen. Door de sneeuw worden de bloemen en het gras beschermd tegen de winterkou. Boven de weide heb je de rotsen waar enkele plantjes kunnen groeien in de gaten van de rotsen waar nog kleine beetjes aarde tussen zit. 2 Namen van zo’n plant zijn Mansschild en Stengelloze Silene. Boven de boomgrens kunnen ook wel eens meren zijn. Die meren zijn uitgesleten door gletsjers.

Dieren

Er leven veel verschillende soorten dieren in de Pyreneeën. Maar niet alle dieren kunnen leven in de Pyreneeën dat komt door het klimaat. De Pyreneeën hebben voor het grootste deel een bergklimaat. Maar het klimaat wordt ook bepaald door de wind en regenperiodes. Veel dieren die in de Pyreneeën leven kunnen snel rennen en goed spingen dat is handig in een berggebied. Dit zijn een aantal dieren die in de Pyreneeën leven. Een gems dat is een soort klimgeit, hij kan makkelijk van rots tot rost springen dat is handig in de bergen. Ook leeft er de bruine beer en een pardellynx, een pardellynx is een dier dat behoort tot de katachtigen, hij kan goed rennen en springen dat is ook handig in de Pyreneeën. De pardellynx is bijna uitgestorven hij staat op nummer 7 van van meest zeldzame diersoorten van de wereld. De wolf is waarschijnlijk al een tijdje uitgestorven in de Pyreneeën. In de Pyreneeën leven ook veel vogelsoorten zoals de sneeuwvink, de alpenkauw, de beflijster, de kortsnavelboomkruiper en de sneeuw- en auerhaan. Ook broeden enkele vogels in de Pyreneeën zoals de aasgier en de vale gier. In de Pyreneeën leven er ook bijzondere diersoorten zoals de desman, de desman lijkt op een bever met een rattenstaart en heeft grote klauwen en een spits neus. Ook leeft er de genetkat dat is een soort gevlekte kruising tussen een kat en een vos.

Voedsel

In de Pyreneeën valt heel veel te eten, er zijn heel veel verschillende soorten planten en bomen. Dat komt door het bergklimaat. Onder aan de bergen groeien loofbomen, als je omhoog gaat kom je bij een ander soort bomen en als je weer omhoog gaat weer bij een ander soort. Door het verschil in hoogte, vocht en klimaat kunnen er dus heel veel verschillende soorten planten en bomen groeien. Veel dieren die plantaardig voedsel eten kunnen dus gevarieerd eten. Dieren die vooral vlees eten hebben het dus moeilijker omdat er niet heel veel soorten dieren leven en moeten soms hun eetgewoontes aanpassen. Gemzen eten vooral plantaardig voedsel. In de zomer eten gemzen vooral grassen, kruiden, knoppen, naalden schors en twijgen. Als het winter is eten ze vooral mossen en korstmossen. De bruine beer eet ook voornamelijk plantaardig voedsel maar soms ook wat vlees. De bruine beer eet vooral zaden, grassen, noten, wortels en knollen. Verder eet hij ook insecten, vis en kleine zoogdieren. De pardellynx eet vooral vlees, meestal eet hij konijnen, hertenkalfjes en eenden. Er is de afgelopen jaren ook een toename van vogelsoorten in de Pyreneeën. Dat komt doordat er ook een toename is van het skitoerisme. Veel vogels eten het afval buiten de berghutten en restaurants in de skigebieden. Veel mensen gaan naar de Pyreneeën om lange wandelingen te maken. Vaak stoppen die mensen ook om te picknicken en laten ze veel afval achter daar leven de vogels ook van in de zomer. Maar natuurlijk eten de vogels niet alleen afval vaak eten ze ook nog kleine insecten, bessen, zaden en vruchten. De desman vindt zijn voedsel vooral in het water, hij eet vooral ongewervelden uit het water zoals larven, steenvliegen, libellen, schaaldieren en wormen. Soms eet hij ook vis. De genetkat eet heel gevarieerd. Meestal eet hij kleine knaagdieren zoals muizen. Maar hij eet ook vooral insecten en soms bessen en vruchten.

Waar leven de dieren in de Pyreneeën?

De dieren die in de Pyreneeën leven leven verspreid over heel het berggebied. De begroeiing en de hoogte van het gebied bepaald vaak welke dieren er leven. De gemzen leven vooral op rotsachtige gebieden in de Pyreneeën. De bruin beer leeft het liefst op een plek waar hij niet gestoord kan worden door de mens. Hij leeft vooral op afgelegen berggebieden en gemengde bossen. De pardellynx leeft vooral in een gebied waar veel loofbomen zijn en een dichte begroeiing is. De vogelsoorten leven verspreid over de hele Pyreneeën. De desman leeft in het water van snelstromende bergstromen op een hoogte van 65 tot 1200 meter. De genetkat leeft het liefst in rustige gebieden ver weg van de mens. Hij leeft vooral in bosrijke gebieden met beekjes. In de Pyreneeën leeft de genetkat niet hoger dan 2000 meter.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Pyreneeën&oldid=896479"