Isaac Israëls
Isaac Israëls | |
Zelfportret Isaac Israëls,1919 | |
Persoonlijke informatie | |
Volledige naam | Isaac Lazarus Israëls |
Land | Nederland |
Geboortedatum | 3 februari 1865 |
Geboorteplaats | Amsterdam |
Overleden | 7 oktober 1934 |
Overleden te | Den Haag |
Carrière | |
Beroep | Kunstschilder, tekenaar, aquarellist |
Bekend van | Impressionisme |
Actief | 1878 - 1934 |
Genre(s) | landschap, stadsgezicht, strandgezicht, parklandschap, interieur, figuurvoorstelling, naaktfiguur, portret, ruiterportret, militairengenre, genrevoorstelling, Indonesisch genre, stilleven, bloemstilleven, diervoorstelling |
Website | |
https://rkd.nl/nl/explore/artists/41175 | |
---|---|
Portaal Kunst & Cultuur |
Isaac Lazarus Israëls, geboren in Amsterdam, 3 februari 1865 en overleden door een ongeluk in Den Haag, op 7 oktober 1934. Hij was een van de belangrijkste Nederlandse impressionisten. Naast zijn schilderwerk tekende en aquarelleerde hij en maakte hij pastels, etsen en litho's.
Levensloop
De jonge Isaac moest al op zijn dertiende van school. Hij werd door zijn vader Jozef Israëls in het atelier opgeleid. Zijn vader was een van de oudere meesters van de Haagse School. Israëls jr. ging enkele jaren naar de academie in Den Haag, van 1880 tot 1882. In 1880 schilderde hij al zijn eerste werken als De schermles, De militaire stal en de Militaire begrafenis en had zijn eerste tentoonstelling in Den Haag met De repetitie van het signaal. Het schilderij werd, nog voor het af was, gekocht door Hendrik Willem Mesdag (bekend van het Panorama Mesdag). In 1882 ontving Israëls jr. een eervolle vermelding voor Militaire Begrafenis op de Salon des Artistes Français van Parijs. In 1886 studeerde hij nog korte tijd aan de Rijksacademie Amsterdam, waar hij werd weggestuurd omdat hij inmiddels alle technieken kende.
Hij bezocht onder andere Londen, Parijs en Venetië en reisde naar Nederlands Indië (nu Indonesië) van 1921-1923 en keerde terug naar Den Haag. Daar werd hij op 5 oktober 1934 aangereden door een auto en overleed twee dagen later.
Werk
in Amsterdam maakte Israëls jr. kennis met het stadse leven en ontmoette hij de kunstschilders George Breitner en Willem de Zwart. Hij werd een schilder van het wilde nachtleven met een vrije, zwierig impressionistische toets (de manier waarmee het penseel op het doek wordt geplaatst). In Scheveningen werkte hij samen met de Duitse schilder Max Liebermann. Via Thérèse Schwartze leerde hij de modewereld kennen waar hij mannequins en naaistertjes op het doek vastlegde.
Israëls was een poosje in Parijs in de zomer van 1903. Een jaar later verhuisde hij er naar toe. Israëls was onder de indruk van het werk van Edgar Degas en van het werk van Henri de Toulouse-Lautrec, bekende Franse impressionisten. Hier schilderde hij er het typische Parijse leven: het publiek in de parken, de cafés, cabarets en bistro's, naast de circus- en kermisacrobaten. Ook hier beeldde hij het modeleven uit bij de Franse couturière Jeanne Paquin. In 1908 en 1909 houdt hij een tentoonstelling (expositie) in de Parijse Salon.
In Londen schilderde hij de ruiters op Rotten Row en de jonge danseresjes in de balletschool. In Nederlands Indië legde hij het leven daar vast.
Terug in Den Haag kreeg hij een deel van het koetshuis waar hij een atelier naast die van zijn vader had.
Galerij
Portret van D. Calisch-Hijmans in het Kröller-Müller Museum